Fibromyalgie is een chronische aandoening die misschien wel vaker voorkomt dan je denkt. Desondanks is er niet veel over de aandoening bekend, wat enorm frustrerend kan zijn voor de mensen die aan fibromyalgie lijden. Ook over de link tussen depressie en fibromyalgie staat nog weinig feitelijk vast. Deze WIKI pagina bevat daarom een overzicht over wat hierover al wel, en misschien nog belangrijker, wat nog niet bekend is.
Deze WIKI bestaat uit drie onderdelen. In het eerste deel wordt er informatie gegeven over fibromyalgie en de behandeling ervan. In het tweede deel wordt er meer verteld over depressie bij fibromyalgie patiënten. In het laatste onderdeel wordt er dieper ingegaan op de combinatie van depressie en fibromyalgie en wordt er aandacht besteed aan wat er nog beter kan op het gebied van behandeling en wat er nog mist in de informatie die beschikbaar is.
Deze WIKI pagina is geschreven door studenten van de master ‘Medische Psychologie’ aan de Universiteit van Tilburg voor het vak psychofarmacologie. Deze pagina is bedoeld om inzicht te geven in de combinatie van fibromyalgie en depressie aan patiënten, naasten, professionals en anderen die geïnteresseerd zijn.
Door de gehele WIKI pagina zijn quotes verwerkt vanuit het patiëntenperspectief, wat is belicht door mevrouw K. (geanonimiseerd): ervaringsdeskundige en voormalig coach bij de vereniging Fibromyalgie en Samenleving (F.E.S.).
Er kunnen geen rechten worden verleend aan de informatie op deze pagina.
Alle afbeeldingen zijn ontwikkeld door de auteurs met behulp van het online programma Canva.
Terug naar startpagina psychofarmacologie
Geschreven door: Lotte Kalkman, Esmee Kienhuis, Devi van der Linden en Fenne van Geene.
Inhoudsopgave
Fibromyalgie is een chronische aandoening waarbij langdurige pijn kan ontstaan in de spieren en bindweefsels [1]. De aandoening wordt gezien als een specifieke vorm van reuma en valt onder de categorie ALK: Aanhoudende Lichamelijke Klachten.
Er zijn een aantal symptomen waar mensen met fibromyalgie regelmatig last van hebben [2]. Naast chronische pijn, rapporteren veel patiënten mentale problemen zoals anxiety (een combinatie van angst en stress) en depressie, vermoeidheid, slaapproblemen, stijfheid en cognitieve klachten, wat ook wel ‘fibro fog’ wordt genoemd [3]. Patiënten met fibromyalgie hebben niet constant dezelfde mate van pijn, het beloop van de klachten verschilt per individu en kan wisselen in ernst en aard.
Figuur 1. Symptomen fibromyalgie
K: 'Het vervelendste is misschien niet eens de pijn, maar de vermoeidheid die bij de chronische aandoening komt kijken. Eigenlijk sta je elke dag op met een halflege batterij.'
Het is lastig om fibromyalgie te classificeren. Vaak komen mensen bij de huisarts met algemene pijnklachten en vermoeidheid. Aangezien deze klachten aspecifiek zijn, duurt het vaak een langere tijd voordat gedacht wordt aan fibromyalgie. Dit kan een frustrerende en onzekere tijd zijn voor patiënten.
Er is geen eenduidige manier om fibromyalgie te classificeren. De meest recente en vaakst gebruikte classificering is opgesteld door het American College of Rheumatology (ACR), dat onderzoek heeft gedaan naar de eigenschappen van patiënten waarbij vermoedelijk sprake was van fibromyalgie [4]. Hiermee zijn een aantal criteria opgesteld om fibromyalgie te classificeren. De volgende criteria moeten aanwezig zijn:
De gegeneraliseerde pijn is ten minste drie maanden aanwezig en zit verspreid over, als je het lichaam vanaf de voorkant zou opdelen in kwarten, alle kwarten van het lichaam.
De Widespread Pain Index (WPI) is groter of gelijk aan de score 7, de Symptom Severity (SS) scale score is groter of gelijk aan de score 5, of de WPI is gelijk aan een score van 3 tot 6 en de SS scale score is groter dan of gelijk aan 9 [5].
De klachten kunnen niet verklaard worden door andere mogelijke aandoeningen. Deze aandoeningen moeten uitgesloten worden.
Figuur 2. Scoring WPI en SS [5]
Om andere aandoeningen uit te sluiten wordt vaak bloedonderzoek gedaan. Naast de bovenstaande criteria wordt tegenwoordig meer aandacht besteed aan wat de patiënt daadwerkelijk voelt, in plaats van enkel het controleren van drukpunten, wat voorheen werd gedaan als classificering.
Fibromyalgie is een aandoening die op dit moment nog niet medisch verklaarbaar is. Er is bijvoorbeeld geen stofje in het bloed of verkleuring op een röntgenfoto te zien. Omdat er geen aantoonbare lichamelijke schade of veranderingen zijn (behalve pijnprikkels), vinden artsen het lastig om fibromyalgie te erkennen als een ziekte. Waar patiënten de diagnose vaak zien als een geruststelling, zien de medici het vaak als onnodig. Er zijn zelfs nog een aantal artsen die de aandoening zien als iets wat ‘tussen de oren zit’ [6].
Hierdoor is fibromyalgie waarschijnlijk ook ondergediagnosticeerd (zie figuur 3). Zo is uit een Amerikaans onderzoek gebleken dat 7.7% van de vrouwelijke en 4.9% van de mannelijke deelnemers aan de criteria voor fibromyalgie voldeden, maar dat slechts 27% van deze mensen ook de daadwerkelijke diagnose fibromyalgie had gekregen.
Figuur 3. Onderdiagnosticering fibromyalgie
Momenteel is er nog geen duidelijke oorzaak gevonden voor de aanvang en instandhouding van fibromyalgie. Er zijn wel een aantal fysieke en emotionele stressoren waarbij een mogelijke link is met de aanvang en/of instandhouding van fibromyalgie: [7]
Stressvolle of traumatische gebeurtenissen, zoals een auto-ongeluk.
Bepaalde ziektes en infecties.
Herhaaldelijke lichamelijke verwondingen.
Fibromyalgie kan ook zonder deze gebeurtenissen voorkomen, waardoor patiënten zich machteloos en gefrustreerd kunnen voelen.
K.: 'Een oorzaak vinden is vaak lastig. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn klachten 'begonnen' na een hevige virusinfectie, maar een kennis van mij heeft de klachten gekregen nadat haar man was overleden.'
Daarnaast zijn er een aantal onderliggende pathofysiologische mechanismen vastgesteld die een rol kunnen spelen bij de instandhouding van de klachten:
Centrale sensitisatie: door verschillende factoren (zowel intern als extern) wordt het pijnsysteem hyperreactief en overgevoelig. Hierdoor worden prikkels die gewoonlijk niet als pijnlijk worden ervaren, wel als pijnlijk ervaren [8][9][10].
Verstoorde pijnperceptie en pijnverwerking door problemen bij het hersensysteem dat pijnprikkels verwerkt: de insula. Het is mogelijk dat bij patiënten met fibromyalgie een disbalans aanwezig is tussen de neurotransmitters (stoffen die ervoor zorgen dat zenuwcellen signalen kunnen doorgeven) glutamaat en GABA, waardoor het centrale zenuwstelsel ontregeld raakt [11].
Verhoogde spierspanning: uit een kleinschalig onderzoek blijkt dat patiënten met fibromyalgie vaak een hogere spierspanning hebben dan mensen zonder fibromyalgie. Dit zou de stijfheid kunnen verklaren die patiënten vaak ervaren [1].
De prevalentie van fibromyalgie is lastig vast te stellen. Uit een onderzoek dat in 2023 is uitgevoerd, werd geschat dat ongeveer 5% van de wereldbevolking (1 op de 20) op dat moment last had van deze aandoening [12]. De beroepsvereniging van fibromyalgie geeft echter aan dat de prevalentie in Nederland ongeveer 2% is [2]. Andere onderzoeken geven weer aan dat de prevalentie tussen de 0.2% en 11% kan liggen [3][12][13]. Kortom: het is allemaal nog erg onduidelijk.
De diagnose wordt vaak tussen de 25 en 40 jaar gesteld en komt veel vaker voor bij ouderen dan bij de jongere populatie [14], doordat de aandoening op dit moment nog niet te genezen is en mensen hun aandoening dus ‘meenemen’ gedurende hun leven. Verder zijn er veel meer vrouwen die last hebben van fibromyalgie dan mannen (verhouding 3:1).
Er is weinig informatie bekend over de incidentie (het aantal nieuwe diagnoses per jaar) van fibromyalgie. Waarschijnlijk komt dit, net als bij de prevalentie, door het gebrek aan erkenning. Er wordt simpelweg meer aandacht besteed aan andere aandoeningen en fibromyalgie wordt vaak vergeten. In een grootschalige studie in Amerika is echter vastgesteld dat bij mannen voor elke 1000 personen die een jaar ‘gevolgd’ worden, 6.88 personen de diagnose fibromyalgie krijgen. Voor vrouwen is dit 11.28 per 1000 personen [15].
Er zijn veel aandoeningen die regelmatig samengaan met fibromyalgie [16]. Zo gaan bijvoorbeeld fibromyalgie en prikkelbaar darmsyndroom regelmatig samen gepaard en komt ook gastro-oesofageale refluxziekte, waarbij iemand last heeft van brandend maagzuur en zure oprispingen, vaker voor bij deze mensen. Naast verschillende aandoeningen, zijn er ook een aantal andere veel-voorkomende klachten:
Hoofdpijn en migraine.
Droge ogen.
Dyspneu (benauwdheid).
Hartkloppingen.
Dysfagie (slikproblemen).
Paresthesie (gevoelloosheid of tintelingen bij zenuwen).
K: 'Persoonlijk denk ik dat fibromyalgie een systeemziekte is. Het heeft effect op elk deel van het lichaam. Mijn lichaam is simpelweg gevoeliger voor prikkels dan dat van andere mensen. Niet alleen pijnprikkels, maar alle prikkels dus.'
Fibromyalgie is een aandoening die de levensduur gelukkig niet verkort [17]. Desondanks kan deze aandoening de kwaliteit van leven wel significant verminderen. Zo geven veel patiënten aan dat ze door pijnklachten bijvoorbeeld minder activiteiten ondernemen of uitvallen op hun werk. Het beloop van de ziekte verschilt per persoon en de ernst van de klachten kan veranderen over tijd.
Helaas is fibromyalgie tot nu toe niet te genezen, wel kunnen de klachten verminderd worden door het gebruik van pijnstillers, regelmatige beweging en genoeg rust [14]. Omdat de klachten voor elke patiënt anders zijn, is de behandeling voor fibromyalgie erg gericht op het individu en op zelfmanagement. In de behandelingen ligt de focus voornamelijk op pijn en symptoomverlichting. In de Nederlandse zorgstandaard [18] staat voorop dat patiënten uitleg dienen te krijgen over de aandoening, zodat patiënten zelf na kunnen gaan welke lichamelijke en geestelijke factoren een rol spelen bij het ontstaan of het in stand houden van een disbalans tussen belasting en belastbaarheid. Het doel van de behandeling moet volgens deze zorgstandaard gericht zijn op het beter leren omgaan met de klachten. Sommige patiënten kunnen na een voorlichting hun klachten al beter onder controle houden door bijvoorbeeld meer te letten op rust en conditieverbetering, zij vallen volgens de nationale vereniging voor fibromyalgie-patiënten (FES) binnen profiel 1, zie figuur 4 [19]. Patiënten uit de profielen 2 tot en met 4 hebben vaak extra hulp of begeleiding nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een zelfmanagementcursus, fysiotherapie of coaching van een ervaringsdeskundige.
Voor patiënten kan het erg frustrerend zijn dat er geen duidelijke, effectief bewezen behandeling is voor fibromyalgie en dat ze enkel zelfmanagementtraining kunnen krijgen. Het is van belang dat er gedegen onderzoek gedaan blijft worden om een effectieve medische behandeling voor fibromyalgie patiënten op te zetten, zodat ze niet enkel afhankelijk zijn van bijvoorbeeld zelfmanagement trainingen en fysiotherapie.
Figuur 4. Fibromyalgie profielen volgens de FES [19]
Veel patiënten met fibromyalgie gebruiken medicatie om hun pijn-, stemmings- en/of vermoeidheidsklachten te verminderen. De Nederlandse zorgstandaard [18] schrijft dat behandeling met alleen pijnstilling meestal niet effectief is, maar dat een combinatie van gedragstherapie en het gebruik van pijnstillers en/of antidepressiva helpend kan zijn.
Omdat er geen eenduidige oorzaak is voor fibromyalgie en elke patiënt uniek is, zijn er verschillende medicijnen die ingezet kunnen worden tegen fibromyalgie. Deze medicijnen verschillen in hun effect en zijn vooral gericht op het verlichten van pijn en het kalmeren van lichaam en geest. Ze worden voornamelijk gebruikt om de vicieuze cirkel te doorbreken die bij fibromyalgie patiënten kan ontstaan (zie figuur 5).
Figuur 5. Vicieuze cirkel van pijn [19]
De NHG-Standaard Pijn [20] beschrijft dat het het beste is om voorzichtig en terughoudend te zijn met medicamenteuze behandeling van chronische pijn, omdat pijnmedicatie geen invloed heeft op sensitisatie en het risico op bijwerkingen toeneemt bij langdurig gebruik van bepaalde pijnstillers zoals NSAID’s. De voorkeur gaat in eerste instantie uit naar paracetamol, omdat dit een pijnstiller is die niet erg sterk is en weinig bijwerkingen heeft, waardoor het minder erg is als dit langdurig gebruikt wordt.
Paracetamol
Werkt tegen pijn en koorts, geeft meestal geen bijwerkingen en gaat meestal goed met andere medicijnen [21].
NSAID’s
Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drug, dient als pijnstiller. Ze laten pijn, koorts en ontsteking afnemen door de aanmaak van het hormoon prostaglandine af te remmen. Vaak krijgen patiënten die NSAID’s gebruiken ook maagzuurremmers voorgeschreven, omdat het maagslijmvlies dunner wordt bij langdurig gebruik van NSAID. Voorbeelden van NSAID's zijn ibuprofen, diclofenac en naproxen [21].
Volgens de NHG-Standaard Pijn [20] wordt het aanbevolen om een TCA als eerste keus voor te schrijven bij fibromyalgie patiënten, als tweede keus gabapentine en als derde keus pregabaline of duloxetine [20].
TCA
TCA staat voor tricyclische antidepressiva, dit zijn medicijnen die oorspronkelijk bedoeld zijn voor depressieve klachten of angstige gevoelens. Voor patiënten met fibromyalgie werkt dit medicijn echter ook voor het verminderen van pijnklachten en slaapproblemen [21][22].
Gabapentine / pregabaline
Dit zijn medicijnen die vaak worden voorgeschreven bij epilepsie, maar ook voor slaapverbetering en tegen stemmingswisselingen bij fibromyalgie. Deze stoffen kalmeren de overprikkelde zenuwen in het brein. Er is wisselend bewijs voor het effect van deze medicijnen [21][23].
Duloxetine
Duloxetine werkt tegen verschillende klachten bij fibromyalgie, waaronder angst, depressie, stress en pijn. Het is een SNRI (Serotonin and Norepinephrine Reuptake Inhibitor), een medicijn dat oorspronkelijk tegen depressie is bedoeld [24].
Naast deze medicijnen zijn er ook andere vormen van pijnstilling die worden voorgeschreven aan fibromyalgie patiënten:
Tramadol
Dit is een pijnstiller, het onderbreekt pijnsignalen die naar de hersenen worden gestuurd zodat het gevoel van pijn gestopt wordt. Het behoort tot de groep opioïden (sterke pijnstillers) en wordt vooral voorgeschreven bij ernstige pijnklachten [21].
Benzodiazepinen
Deze groep medicijnen beïnvloedt prikkels in de hersenen en heeft een ontspannende, rustgevende werking [21].
Over het algemeen is er wisselend bewijs voor de effecten van bovengenoemde medicijnen, het effect verschilt per patiënt en ze hebben vooral invloed op de slaap- en stemmingsproblemen die samengaan met fibromyalgie. Het zijn dus helaas geen medicijnen die fibromyalgiepatiënten kunnen genezen. Voor sommige patiënten hebben de medicijnen wel invloed op pijnklachten en voor anderen weer wat minder. Wat belangrijk is, is dat patiënten stapsgewijs hun medicatie opbouwen en terughoudend zijn met het gebruik ervan. Bij sommige medicatie is er bij langdurig gebruik namelijk risico op bijwerkingen die ernstiger kunnen zijn dan de (fibromyalgie) klachten die ze ervaren [25].
Richtlijnen en zorgstandaarden staan voorop bij het voorschrijven van medicatie, maar deze lopen vaak achter de feiten aan, omdat ze moeten wachten op goedkeuring of op nieuw onderzoek. Om deze reden wordt er aan fibromyalgiepatiënten ook regelmatig off-label medicatie voorgeschreven. Dit houdt in dat bijvoorbeeld huisartsen een medicijn voorschrijven dat eigenlijk niet geregistreerd is voor de aandoening fibromyalgie, toch doen artsen dit af en toe vanwege bijvoorbeeld recente wetenschappelijke inzichten [26].
Zoals eerder genoemd is alleen het gebruik van pijnstilling vaak niet voldoende helpend, daarom is niet-medicamenteuze behandeling voor fibromyalgie ook van belang. Zo ligt er een grote focus op beweging bij deze patiënten, ze kunnen bijvoorbeeld met behulp van een fysiotherapeut stapsgewijs hun activiteiten en lichaamsbeweging opvoeren. Hierbij leren ze binnen hun eigen grenzen hun belastbaarheid te vergroten [27]. Fysiotherapie kan ervoor zorgen dat de pijn- en stijfheidsklachten verminderen, omdat beweging leidt tot betere doorbloeding [2]. Voor sommige patiënten kan (te)veel beweging echter leiden tot tegengestelde effecten zoals het toenemen van pijnklachten door de fysieke inspanning, dit wordt 'verminderde inspanningstolerantie' genoemd of 'post-exertionele malaise' (PEM) [28]. Er is nog veel onduidelijkheid hierover, gezien ook de onbekende oorzaak van fibromyalgie en hoe dit met PEM te maken heeft. Belangrijk is wel, dat er met iedere patiënt goed gekeken wordt naar wat wel en niet werkt en wanneer een (fysio)therapie te veel wordt of nadelige effecten krijgt.
Naast beweging staat leren omgaan met de klachten en de acceptatie hiervan centraal binnen fibromyalgie behandelingen. Hiervoor worden onder andere Acceptance and Commitment Therapy (ACT) en Cognitieve Gedragstherapie (CGT) gebruikt [21]. Deze twee therapievormen zullen verderop worden uitgelegd bij 2.2.1 Niet-medicamenteuze behandeling depressie.
Een andere behandeling die bij fibromyalgie patiënten wordt ingezet is bijvoorbeeld acupunctuur, dit kan op korte termijn de pijn verlichten en de kwaliteit van leven verbeteren [29]. Ook passen patiënten ismakogie toe, dit is een houding- en bewegingsleer die zich richt op de spieren, iemand zijn werkhouding en alledaagse bezigheden [2]. Verder kunnen yoga, meditatie en zelfmanagementtraining helpen, ook in combinatie met andere behandelingen zoals CGT [29][30][31].
K: 'Het lichaam en de psyche kun je niet als twee aparte dingen zien. Ik weet bijvoorbeeld dat in de periodes waarin ik last heb gehad van depressieve klachten, mijn fibromyalgieklachten ook een stuk erger waren. Het staat allemaal in verband met elkaar.'
Aandoeningen die chronische pijn omvatten hebben vaak een grote psychosociale impact op patiënten. Zo ook bij fibromyalgie, deze patiënten rapporteren meer psychosociale klachten dan de gezonde populatie, waarbij depressie het vaakst samengaat met fibromyalgie [32]. In dit deel zal er worden ingegaan op de combinatie van depressie en fibromyalgie.
Patiënten met fibromyalgie voelen zich vaak geïsoleerd, onbegrepen of afgewezen door familieleden, vrienden, zorgverleners en de samenleving in het algemeen, door onder andere de weinige behandelmethoden, gebrek aan goede zorgstandaarden en de moeilijke diagnosestelling. Daarnaast beperkt fibromyalgie mensen in hun dagelijkse activiteiten en kunnen ze hun sociale activiteiten verliezen. Dit kan logischerwijs leiden tot verdriet en gevoelens van eenzaamheid, wat kan bijdragen aan de hoge prevalentie van depressie, samen met de constante en intense pijn [33].
Een depressieve stoornis wordt gekenmerkt door langdurige gevoelens van diepe droefheid, vermoeidheid en een gebrek aan interesse of plezier in de gebruikelijke activiteiten. Het gaat om een langdurige periode waarin iemand zich continu somber voelt en moeite heeft om vreugde te ervaren of enthousiasme te tonen voor dingen die voorheen plezierig waren [34]. Voor meer informatie hierover kunt u terecht op de website van https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/depressieve-stoornissen/introductie/introductie.
De ernst van negatieve emotionele toestanden hangt positief samen met een toename van [33]:
pijnintensiteit
prikkelbaarheid
fysieke en mentale belasting
functionele beperkingen
het aantal gevoelige punten
niet-herstellende slaap
cognitieve tekorten
vermoeidheid
de invloed van de ziekte op de kwaliteit van leven
Er zijn verschillende overeenkomsten tussen depressie en fibromyalgie; psychologische stressoren kunnen episodes van beide aandoeningen veroorzaken en er zijn verschillende symptomen die beide stoornissen gemeen hebben [35]. K. benoemt zelf ook dat ze een duidelijke link ziet tussen haar fibromyalgie klachten en haar psychische klachten. In het derde deel van deze WIKI zal er verder worden ingegaan op de relatie tussen het ontwikkelen van een depressie en van fibromyalgie.
Depressie is een frequente bijkomende aandoening bij patiënten met fibromyalgie [36]. Van de fibromyalgie patiënten heeft 90% tijdens zijn leven op een moment last van depressieve symptomen en 62-86% zelfs van een depressieve stoornis. Op elk willekeurig moment is de beste schatting van het voorkomen van depressieve symptomen bij fibromyalgie 40% [37].
Uit onderzoek is gebleken dat fibromyalgie patiënten met ernstige symptomen van depressie een hogere pijnintensiteit hadden, meer vermoeidheid ervaarden en een algemeen ernstiger verloop van fibromyalgie hadden, evenals een slechtere slaapkwaliteit en een lagere kwaliteit van leven in vergelijking met deelnemers met minimale tekenen van depressie [34]. Daarnaast is er uit onderzoek gebleken dat fibromyalgie patiënten met een depressieve stoornis minder goede resultaten vertoonden na multimodale revalidatie (het combineren van meerdere therapievormen) dan fibromyalgie patiënten zonder een depressieve stoornis [38].
Er zijn veel verschillende instrumenten om een depressieve stoornis vast te stellen, echter is het lastig om een diagnose te stellen voor een depressieve stoornis bij fibromyalgie patiënten, doordat de symptomen kunnen overlappen. Veel onderzoeken hebben hierdoor verschillende suggesties voor screeningsvragenlijsten voor depressie bij fibromyalgie patiënten. Een recent onderzoek stelt een depressie screeningvragenlijst voor die de gemoedstoestand loskoppelt van somatische symptomen (zoals pijn en vermoeidheid). Deze vragenlijst heet de MOODS-SR en hiermee kan dus worden gekeken of er verhoogde scores voor depressie aanwezig zijn [39]. In een ander onderzoek zijn er vier verschillende vragenlijsten getest, en gekeken welke het beste depressie meet bij fibromyalgie patiënten. Uit dit onderzoek blijkt dat een diagnostisch interview (C-DIS) en een vragenlijst die is aangepast zodat somatische symptomen niet worden meegenomen (BDA-A) beter depressie meten dan twee standaard depressie vragenlijsten (BDI en MMPI-D) [40]. Het blijkt dat hier nog meer onderzoek naar moet worden gedaan omdat er veel verschillende informatie over is en nog geen eenduidig antwoord over welke vragenlijst het beste is voor fibromyalgie patiënten. In het laatste deel van deze WIKI zal hier meer op worden ingegaan.
Wanneer er sprake is van een depressieve stoornis wordt passende zorg ingezet. Dit betekent dat de zorg die de patiënt krijgt, is afgestemd op de aard en mate van ernst van de klachten, terwijl tegelijkertijd geprobeerd wordt om de impact op het leven van de cliënt zo minimaal mogelijk te houden. Mensen met lichte klachten beginnen, indien mogelijk, met een minder intensieve aanpak, terwijl mensen met ernstige of langdurige klachten een intensiever niveau van behandeling krijgen [41]. Een intensievere behandeling kan verschillende dingen betekenen. In sommige gevallen betekent een intensievere behandeling dat een patiënt meer sessies nodig heeft met de therapeut. In andere gevallen betekent het dat er meerdere behandelmethoden gebruikt worden of behandelingen gecombineerd worden.
Op basis van gezamenlijke besluitvorming wordt bepaald welke interventies worden ingezet. De keuzes voor het behandelplan worden ook bepaald door de voorkeuren van de patiënt, behandelgeschiedenis, eventuele bijwerkingen, interacties en mogelijke comorbiditeiten. Een van de aandachtspunten van de begeleiding van depressie is zelfmanagement. Op het gebied van zelfmanagement worden verschillende afspraken gemaakt over wat de patiënt zelf kan doen op het gebied van leefstijl, dagelijks functioneren en sociale contacten [41]. Ook psycho-educatie speelt een belangrijke rol. Psycho-educatie betreft het geven van informatie aan de patiënt en naasten over de aandoening, de prognose en behandelmogelijkheden. Dit bevordert het begrip van en inzicht in het ziektebeeld bij de patiënt en de omgeving [42]. Wanneer een patiënt fibromyalgie en een depressie heeft, kan psycho-educatie helpend zijn. Hierdoor leert de patiënt wat fibromyalgie en depressie inhouden en op welke manieren het wellicht overlapt. Naast zelfmanagement en psycho-educatie zijn er meerdere niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandelingen voor depressie beschikbaar. De meest gebruikte therapieën zullen hieronder worden toegelicht.
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
Cognitieve gedragstherapie is een van de best onderzochte behandelingen voor depressie. CGT richt zich op het veranderen van negatieve denkpatronen en gedragingen die bijdragen aan sombere gevoelens. Bij de start van de behandeling bepalen de cliënt en therapeut een aantal doelen die ze willen behalen met de therapie. Het stellen van doelen is een belangrijke stap omdat dit de motivatie van de cliënt kan verhogen [43]. De therapie wordt zorgvuldig gestructureerd en bestaat uit cognitieve therapie en gedragstherapie. Bij cognitieve therapie gaat het over de manier van denken. Hierin leert de cliënt hoe negatieve gedachten omgebogen kunnen worden naar positieve denkpatronen. Gedragstherapie gaat over het veranderen van gedrag [44]. Gedragstherapie kan de neiging tot vermijding en terugtrekking, wat vaak voorkomt bij depressie, doorbreken [43]. Onderzoek laat dan ook zien dat CGT een effectieve interventie is voor het verminderen van depressieve symptomen in fibromyalgie patiënten [45]. CGT wordt ook ingezet bij fibromyalgie patiënten om hun symptomen te verminderen en hen te helpen bij het aanpassen aan hun aandoening [46]. Er zijn verschillende vormen van CGT. Mindfulness-based stress reduction is een vorm van CGT waarbij de patiënt door middel van mindfulness meditatie leert zelfmanagement toe te passen en om kan gaan met zorgelijke en negatieve gedachten. Onderzoek laat zien dat (MBSR) leidt tot betere kwaliteit van leven, een verbeterd vermogen om met de ziekte om te gaan en het verminderen van de pijn [35]. Er zijn meerdere onderzoeken verricht naar de effectiviteit van CGT, echter is er nog veel onduidelijkheid over en blijkt CGT niet effectief in het verminderen van pijnsymptomen. In onderdeel 3.4 zullen we hier verder op ingaan.
Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
Acceptance and Commitment Therapie is een vorm van therapie die draait om aandacht en acceptatie. Het idee van ACT is om te leren accepteren wat er in je leven gebeurt. Ook leer je actie te ondernemen richting de dingen die belangrijk voor je zijn. De oefeningen zijn gefocust op acceptatie, mindfulness, en het ontdekken welke waarden je belangrijk vindt in het leven [47]. ACT is effectief in het verminderen van depressieve symptomen bij patiënten met fibromyalgie [48].
Interpersoonlijke therapie (IPT)
Interpersoonlijke therapie gaat ervan uit dat veranderingen in relaties psychische klachten kunnen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn [49]. Er wordt bepaald welke relaties voor de patiënt van belang zijn en daarna wordt gekeken welke van deze relaties mogelijk problematisch zijn en bijdragen aan de depressieve symptomen. Het doel van IPT is om de sociale steun te versterken, de interpersoonlijke stress te verminderen, emoties makkelijker te verwerken en betere interpersoonlijke vaardigheden te ontwikkelen [50].
In de behandeling van een depressie zijn verschillende geneesmiddelen effectief. Het is belangrijk dat er door de behandelaar en patiënt een goede afweging wordt gemaakt over het starten met medicamenteuze behandeling. Hieronder worden de meest gebruikte geneesmiddelen besproken.
Antidepressiva
Wanneer iemand naast de fibromyalgie ook een depressie heeft, kan er in overleg met de behandelaar gekozen worden voor antidepressiva. Een voorbeeld van antidepressiva zijn SSRI’s (Selective serotonine reuptake inhibitors) . Alhoewel SSRI’s effectief zijn in het verminderen van depressieve klachten, zijn ze minder geschikt voor patiënten die naast de depressieve klachten ook pijnklachten ervaren. Een SSRI remt de heropname van serotonine in de hersenen. Serotonine is een neurotransmitter die betrokken is bij pijn, slaap en stemming. SSRI’s verhogen de concentratie van serotonine in de hersenen en hierdoor verbetert de stemming en voel je je minder angstig [51][52]. Serotonine heeft zowel remmende als stimulerende effecten en kan hierdoor zowel de pijn remmen als versterken. SSRI’s zijn daarom minder geschikt als pijnstilling. Pijn speelt wel een grote rol bij fibromyalgie en daarom zijn SSRI’s niet de beste keuze om depressie te behandelen bij fibromyalgie patiënten [53].
Naast SSRI’s zijn er ook andere antidepressiva die kunnen worden voorgeschreven als er sprake is van een depressie, namelijk TCA’s, SNRI’s en MAO remmers (Tabel 1). SNRI’s en TCA’s hebben niet alleen een effect op serotonine maar ook op noradrenaline. TCA’s en SNRI’s blijken ook effectief in het bestrijden van pijn. Bij het behandelen van depressie bij fibromyalgie patiënten wordt er daarom eerder gekozen voor het gebruik van SNRI’s of TCA’s. Een SNRI’s remt de heropname van serotonine en noradrenaline in de hersenen. Noradrenaline is een neurotransmitter die belangrijk is bij het doorgeven van signalen van het zenuwstelsel en pijnverwerking. SNRI’s verhogen de activiteit van noradrenaline en hiermee voorkomen ze dat er pijnsignalen worden gestuurd naar de hersenen. Hierdoor kunnen ze helpen bij het verminderen van pijn [53].
Het gebruik van antidepressiva kan verschillende bijwerkingen geven zoals slaperigheid, duizeligheid, droge mond en obstipatie [54]. Het verschilt per persoon welke antidepressiva het beste werkt en welke bijwerkingen er mogelijk optreden.
Tabel 1. Medicamenteuze behandeling voor depressie [55][56][57][58]
De meeste patiënten met fibromyalgie hebben meerdere comorbiditeiten zoals slaapproblemen, depressie en angst. De prevalentie van depressie in patiënten met fibromyalgie is hoog. Het is daarom van belang dat er in de behandeling ook aandacht wordt besteed aan het behandelen van de psychische klachten, zoals depressie. Het wordt aangeraden om verschillende vormen van therapie te combineren, zoals medicatie, lifestyle interventies en psychotherapie. Zoals eerder beschreven zijn cognitieve gedragstherapie (CGT), acceptance and commitment therapie en interpersoonlijke therapie effectief in het verminderen van depressieve klachten [59]. Antidepressiva worden het meest voorgeschreven en worden ook beschouwd als effectief in zowel het behandelen van fibromyalgie als depressie. Zoals eerder besproken gaat de voorkeur uit naar SNRI’s en TCA’s. Ongeveer 85 tot 90% van de patiënten met fibromyalgie gebruikt 1 of meer medicijnen [60].
Bij het gebruik van antidepressiva moet er goed worden gekeken naar welke dosis er wordt voorgeschreven. Onderzoek wijst namelijk uit dat pijnverlichting wordt bereikt bij een lagere dosis dan die nodig is om depressieve symptomen te verminderen. Ook worden de pijnstillende effecten eerder waargenomen terwijl antidepressieve effecten vaak pas na een aantal weken worden waargenomen [37]. Iedere patiënt is anders en het is dus van belang om per individu een goede afweging te maken.
Fibromyalgie is geassocieerd met verschillende psychische comorbiditeiten en soms is er sprake van middelenmisbruik/verslaving. Bij patiënten waarbij sprake is van een verslaving is het verstandig om blootstelling aan sterk verslavende medicatie te vermijden. Patiënten met fibromyalgie en depressie gebruiken vaak langdurig medicatie en kunnen er afhankelijk van worden [61]. Het is belangrijk dat dit goed gemonitord wordt en er behandeling wordt ingezet waar nodig.
In dit onderdeel zullen we ons wat meer verdiepen in de relatie tussen depressie en fibromyalgie. We gaan verder in op welke onderliggende overeenkomsten er zijn tussen de twee diagnoses. Ook zal aan de hand van onze opgedane kennis besproken worden wat de tekortkomingen zijn in de huidige informatie over fibromyalgie zelf en de combinatie met depressie, waarna een conclusie zal worden getrokken.
De prevalentie van depressie in patiënten met fibromyalgie ligt hoger dan de prevalentie van depressie in de normale populatie. Onderzoek suggereert dat er een overlap is tussen fibromyalgie en depressie [37]. Het leven met fibromyalgie brengt veel onzekerheid over de toekomst met zich mee, dit kan gevoelens van wanhoop en hopeloosheid oproepen, die ook een grote rol spelen bij depressie. Het is dus begrijpelijk dat fibromyalgie en depressie met elkaar verbonden zijn. Het is belangrijk om te begrijpen dat depressie en fibromyalgie twee verschillende aandoeningen zijn. Echter zijn er wel aanwijzingen dat dezelfde onderliggende mechanismen een rol spelen in zowel depressie als in fibromyalgie.
Fibromyalgie en depressie hebben verschillende overeenkomsten als het om de pathofysiologie gaat, hiermee worden de onderliggende mechanismen bedoeld die leiden tot een verstoorde functie van het lichaam als gevolg van ziekte of letsel. De pathofysiologie van een stress geïnduceerde depressie en van fibromyalgie worden namelijk allebei beschreven als schadelijke gevolgen van een acute stressreactie die veel langer en extremer doorzet dan normaal. Bij beide aandoeningen lukt het lichaam het niet om zich te ‘resetten’ nadat de oorspronkelijke stressfactor weg is. Het stresshormoon cortisol speelt hierin een hoofdrol en interacteert met neurotransmittersystemen (communicatiesysteem tussen hersenen en lichaam) en de regulatie van vermoeidheid, emotie en pijn [37].
Om alle gedeelde pathofysiologische kenmerken van fibromyalgie en depressie overzichtelijk op een rijtje te hebben, hebben wij het volgende model gemaakt (Figuur 6). Dit model weergeeft overeenkomstige pathofysiologische kenmerken tussen de twee aandoeningen, die we hierna verder zullen bespreken.
Figuur 6. Overeenkomstige pathofysiologische kenmerken van fibromyalgie en depressie
Abnormale informatieverwerking
Binnen de pathofysiologie van depressie wordt de ‘kindling hypothese’ regelmatig genoemd. Deze hypothese beschrijft dat een depressie kan ontstaan door een abnormale manier van informatieverwerking, waardoor iedere depressieve periode de kans op een nieuwe depressieve periode vergroot. Ook stelt het dat voor iedere nieuwe periode steeds kleinere aanleidingen volstaan om deze te starten. De kindling hypothese beschrijft dus de kwetsbaarheid van iemand die toeneemt naarmate de depressieve periodes zich opstapelen [39].
Dit mechanisme lijkt onderliggend te kunnen zijn aan een depressieve stoornis en deelt opvallende gelijkenissen met centrale sensitisatie, wat gebeurt bij fibromyalgie. Bij fibromyalgiepatiënten lijkt het namelijk zo te zijn dat er een neurologisch proces plaatsvindt, waarbij het centrale zenuwstelsel een verhoogde gevoeligheid ontwikkelt voor (pijn)prikkels (sensitisatie). De overeenkomst met de kindling hypothese zou de toenemende sensitisatie bij herhaaldelijke blootstelling aan stressfactoren zijn. Hierbij wordt iemand gevoeliger voor stress en ervaart iemand meer negatieve emoties in reactie op stressvolle situaties. Gezien chronische pijn zelf een vorm van een langdurige stressfactor is, kan het hebben van chronische pijn ervoor zorgen dat iemand nog gevoeliger wordt voor andere stressvolle gebeurtenissen. Dit kan verklaren waarom fibromyalgie patiënten vaak een verhoogd niveau van emotionele stress ervaren en lijkt dus in sommige opzichten op de kindling hypothese [37][62].
Risicofactoren
Fibromyalgie en depressie hebben gemeenschappelijke factoren die het risico op deze aandoeningen vergroten. Ze zijn beiden gelinkt aan veranderingen in de werking van genen. Genen bevatten de instructies voor je lichaam, bij de aandoeningen fibromyalgie en depressie is er een specifieke verandering gevonden hierin. Deze verandering is gevonden in het serotonine transporter (5-HTT) gen, dit gen is belangrijk voor het doorgeven van signalen tussen zenuwen en voor het transporteren van serotonine, een stofje die onder andere stemming, emoties en slaap beïnvloedt. Variaties in dit gen zijn bij beide aandoeningen aangetoond en kunnen dus een rol spelen bij fibromyalgie en depressie. De gevonden veranderingen zijn geen grote, allesbepalende veranderingen voor het lichaam, maar het is opvallend dat dit bij beide aandoeningen gevonden is. Er zijn door deze bevinding suggesties dat de eerder besproken sensitisatie en kindling inderdaad dezelfde neurobiologische basis hebben [37][39].
Voorafgaande gebeurtenissen
Een andere gelijkenis is dat bij fibromyalgie en depressie een stressvolle, traumatische of schadelijke gebeurtenis kan leiden tot het ontstaan van de aandoeningen. Bij beiden is er microglia-activatie aangetoond: activatie van bepaalde cellen in het centrale zenuwstelsel om te reageren op letsel, infectie of ziekte. Ook hier lijkt er dus een overeenkomst in het ontstaansproces [39].
Veranderingen in de HPA-as
Andere overeenkomstige veranderingen die optreden in het lichaam hebben te maken met een belangrijk biologisch stresssysteem: de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Als er een stressfactor is, begint in het brein de hypothalamus een hormoon af te geven wat de hypofyse stimuleert een ander hormoon af te geven, namelijk ACTH. Dit hormoon zorgt ervoor dat de bijnieren het stresshormoon cortisol vrijgeven, wat een belangrijke rol speelt bij het ontstaan en het in stand houden van de stressreactie [53].
Atypische en melancholische depressie zijn de meest voorkomende subtypes van een depressieve stoornis in fibromyalgie patiënten en beide subtypes zijn geassocieerd met veranderingen in de HPA-as [39]. Een melancholische depressie houdt in dat iemand geen plezier heeft in bijna alle activiteiten, diep verdriet en wanhoop voelt en vertraging ervaart in fysieke en mentale processen. Een atypische depressie betekent dat iemand enkele specifieke kenmerken van depressie heeft, waaronder bijvoorbeeld overmatige eetlust of slaperigheid en een reactie op externe factoren zoals positieve sociale interacties. Mensen met een atypische depressie kunnen, in tegenstelling tot mensen met een melancholische depressie, bij positieve ervaringen verlichting van hun symptomen ervaren [63].
Beide subtypen van depressie zijn verbonden met een verandering in de HPA-as. Melancholische depressie is geassocieerd met hypercortisolisme, oftewel te veel cortisol (stresshormoon) in het bloed. Atypische depressie is gerelateerd aan hypocortisolisme, waarbij er een tekort aan cortisol is. Daarnaast wordt een geleidelijke verschuiving van hyper- naar hypocortisol gelinkt aan een verschuiving van een melancholische depressie naar een atypische depressieve stoornis [37]
Fibromyalgie wordt ook geassocieerd met veranderingen in de HPA-as. Beginnende fibromyalgie is geassocieerd met hypercortisolisme en melancholische depressie [39]. Bij vorderende fibromyalgie verlaagt de cortisol reactie zich tot onder normale niveaus, waardoor er sprake is van hypocortisolisme en veroorzaakt atypische depressieve symptomen [39]. Fibromyalgie en depressie lijken dus beide te maken te hebben met de HPA as. Wel lijken ze beïnvloed te worden door verschillende veranderingen in de HPA-functie, maar hier is nog onduidelijkheid over [37].
Cytokines
Cytokines zijn eiwitten in het lichaam die een belangrijke rol spelen als boodschapper binnen het immuunsysteem. Fibromyalgie is geassocieerd met verhoogde niveaus van bepaalde ontstekingsbevorderende cytokines in het bloed, interleukines. Deze spelen een belangrijke rol bij het reguleren van ontstekingen in het lichaam en een verhoogd niveau hiervan in het bloed kan wijzen op een onderliggende ontstekingsziekte of een reactie van het immuunsysteem op een externe prikkel, zoals een infectie of letsel [64]. Bij fibromyalgie patiënten zijn verhoogde niveaus van de interleukines IL-6 en IL-8 aangetoond. Bij mensen met een depressie is er ook een verhoogd niveau van IL-6 gevonden, wat geassocieerd is met een verhoogde ernst van depressieve symptomen in patiënten die niet reageren op anti-depressiva [39].
Ondanks alle genoemde overeenkomsten moeten fibromyalgie en depressie onafhankelijk van elkaar blijven gezien, onderzocht en gediagnosticeerd worden. Er zijn onderliggende gelijkenissen, maar ook veel verschillen tussen beide aandoeningen. Dat bijvoorbeeld beide aandoeningen te maken hebben met systemen die beïnvloed worden door serotonine en norepinefrine, maar dat patiënten wel verschillend reageren op antidepressiva soorten SNRI’s en TCA’s, vertelt ons dat ze niet helemaal overeenkomen [37]. Er zijn dus verschillen in het functioneren van deze systemen bij de twee aandoeningen.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar hoe bepaalde persoonlijkheidstrekken in verband staan met het verergeren van de symptomen van fibromyalgie, maar ook met het ontwikkelen van een depressie. Naast alle factoren die al eerder zijn benoemd, zoals het niet erkennen van de ziekte door anderen en de moeilijkheden en diagnosticeren, zouden bepaalde persoonlijkheidstrekken ook een onderdeel kunnen zijn van de ontwikkeling van een depressie en mogelijk ook een relatie tot symptoom verergering of de kwaliteit van leven bij fibromyalgiepatiënten. Er is onderzoek gedaan naar alexthymia, dit omvat het moeilijk beschrijven en uiten van emoties en gevoelens, en type D persoonlijkheid, dit omvat onder andere het hebben van erg veel stress. Beiden lijken veel voor te komen bij fibromyalgiepatiënten en ook bij depressie [65]. Echter hebben veel onderzoeken verschillende modellen gebruikt om dit te onderzoeken, en lijken er nog veel verschillende resultaten te zijn. Het zou interessant zijn om dit verder te onderzoeken, doordat deze groep patiënten dan mogelijk strategie zou leren om hier mee om te gaan.
Bij zowel fibromyalgie als depressie zijn er bepaalde genen die een rol spelen. Bij beide aandoeningen zijn er namelijk meerdere genen die kunnen zorgen voor een verhoogde kans op het ontwikkelen van de aandoening. Het gaat hierbij wel om een kans in plaats van een garantie. Het is dus niet zo dat je altijd fibromyalgie of een depressie ontwikkelt als je de desbetreffende genen bezit.
Het gen waarvan bekend is dat het bij zowel fibromyalgie als depressie een rol kan spelen, is een polymorfisme van het serotonine transporter (5-HTT) gen [39]. Dit gen heeft invloed op de aanmaak van de neurotransmitter serotonine, die over het algemeen een stimulerende werking heeft. Uit onderzoek is gebleken dat mensen met dit gen vaker fibromyalgie en/of een depressie ontwikkelen en dat er vaak een familiair verband zichtbaar is [37].
Er zijn dus een aantal factoren en mechanismen bekend die te maken zouden hebben met fibromyalgie. Het is hierbij wel de bedoeling dat alles met voorzichtigheid moet worden aangenomen, aangezien er in de wereld van fibromyalgie nogal wat kinken in de kabel zitten. Hieronder worden een aantal redenen, ofwel tekortkomingen, beschreven waarom dit zo is. Deze tekortkomingen zijn op basis van de voorgaande tekst opgesteld:
Tekortkoming 1: (gebrek aan) Erkenning
Zoals eerder is beschreven, krijgt de ziekte fibromyalgie pas recentelijk een beetje erkenning [66]. Voorheen werd fibromyalgie toegeschreven aan de patiënt zelf. Aangezien er geen medische oorzaak bekend is, werd de ziekte door medici eigenlijk gezien als iets waar patiënten maar mee moesten leven. Ook komt fibromyalgie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, waardoor er in het algemeen minder aandacht aan is besteed. Helaas leven we tegenwoordig nog steeds in een wereld waarin vrouwen net wat minder serieus worden genomen ten opzichte van mannen. Vrouwen met (onverklaarbare) klachten worden soms nog gezien als ‘hysterisch’ en ‘overdreven’.
K.: 'Eigenlijk is het een flutdiagnose. Het is beter dan geen diagnose, maar eigenlijk kan je er niks mee. De arts geeft de diagnose, zegt dat er geen oorzaak en geen behandelingen zijn, en stuurt je naar huis: succes ermee!'
Sinds 2010 gebruiken artsen wereldwijd dezelfde diagnostische criteria en pas in mei 2019 is de aandoening door het WHO officieel geclassificeerd onder ‘chronische pijnaandoeningen' in hun ‘International Classification of Diseases 11th edition’ (ICD-11). Ook al is fibromyalgie sinds 2019 dus een officiële chronische pijnaandoening, het Nederlandse gezondheidssysteem is pas in 2023 aangepast aan ICD-11 [2]. Dit betekent dat de klachten van fibromyalgie-patiënten in de voorgaande jaren dus niet echt serieus genomen werden en we nu pas op het juiste pad zitten. Het gebrek aan erkenning heeft onder anderen voor de volgende problemen gezorgd:
De wetenschappelijke studies, die een aantal jaren geleden zijn uitgevoerd, zijn voor het grootste deel achterhaald. Destijds hadden ze nog niet het perspectief wat we op dit moment wel hebben, wat waarschijnlijk heeft gezorgd voor een vertekend beeld binnen de wetenschappelijke wereld. Daarnaast hebben de studies vaak inconsistente resultaten en zijn er weinig studies die ingaan op de combinatie tussen fibromyalgie en depressie. In de toekomst is het dus van belang dat er verder onderzoek wordt gedaan naar de oorzaken en behandelingen van fibromyalgie. Daarnaast moet de combinatie van fibromyalgie en depressie ook nog nader onderzocht worden.
Een grote waarschijnlijkheid is dat fibromyalgie ondergediagnosticeerd is. Hierdoor is het lastig om vast te stellen hoe vaak fibromyalgie tegenwoordig voorkomt. Ook is het waarschijnlijk dat de prevalentie- en incidentiecijfers die wel zijn gepubliceerd, niet geheel kloppen. Doordat recentelijk pas is vastgesteld dat wereldwijd dezelfde diagnostische criteria gebruikt moeten worden, kunnen de gepubliceerde cijfers gebaseerd zijn op verschillende diagnostische criteria.
Veel frustratie en gevoelens van machteloosheid bij fibromyalgie-patiënten. Mensen kunnen zich onbegrepen voelen en hebben vaak het gevoel dat ze niet serieus worden genomen door hun arts en/of omgeving [67] . Ze voelen zich vaak ‘van het kastje naar de muur gestuurd’ en zien veel verschillende artsen (gemiddeld 15 artsen in 5 jaar) voordat ze een passende diagnose krijgen [61].
Het diagnostische traject kan erg langdurig zijn vanwege de complexiteit van het klachtenpatroon en een gebrek aan kennis bij artsen [67]. Artsen hebben op dit moment vaak nog onvoldoende kennis over de diagnostische criteria. Ook passen ze het biopsychosociale model, het feit dat biologische, psychologische en sociale factoren allemaal een rol kunnen spelen, nog onvoldoende toe. Hierdoor wordt enkel gekeken naar biologische (lees: medisch verklaarbare lichamelijke) symptomen, zonder andere factoren mee te nemen.
Problemen met het aanvragen van een arbeidsongeschiktheidsverklaring. Deze verklaringen worden vooral gebaseerd op aandoeningen met een duidelijke oorzaak. Het is echter wel mogelijk om een verklaring te krijgen zonder duidelijke oorzaak. Het probleem hierbij is dat deze beoordeling erg subjectief is, waardoor het per beoordelaar kan verschillen of iemand een verklaring krijgt of niet. Door deze onzekerheid kan voor patiënten de drempel om hulp te vragen/aan te geven dat ze hun werk niet goed meer kunnen uitvoeren hoger zijn. Dit kan resulteren in overbelasting.
Tekortkoming 2: Onbekende oorzaak
Er is nog veel onduidelijkheid over de exacte oorzaak van fibromyalgie. Er is geen eenduidige verklaring voor fibromyalgie en er zijn veel biologische, psychologische en sociale factoren die meespelen en invloed hebben op elkaar. Dit leidt tot veel onbegrip in de medische wereld en kan erg belastend zijn voor de patiënt. Ook is het door het gebrek aan kennis vaak ingewikkeld voor de sociale omgeving om goed te begrijpen wat er bij de patiënt speelt, waardoor de patiënt zich onbegrepen voelt [67]. Dit kan psychische klachten met zich meebrengen. Daarnaast leidt het ook tot weinig behandelopties en geen duidelijke richtlijnen. Zoals eerder vermeld ontstaan er hierdoor lange diagnostische trajecten en daarbij geen duidelijke oplossingen en erkenning. Toekomstig onderzoek kan zich richten op de onderliggende mechanismen van fibromyalgie en daarmee hopelijk meer duidelijkheid scheppen voor de patiënt en de omgeving. Hierdoor zouden de mentale klachten, onder andere depressieve klachten, mogelijk ook verminderd kunnen worden, doordat patiënten zich dan beter begrepen voelen.
Tekortkoming 3: Gebrek aan effectieve behandelingen voor fibromyalgie
Zoals al vaker benoemd zijn er op dit moment geen specifieke, effectieve interventies om fibromyalgie te voorkomen of te genezen. Ook is er nog veel onduidelijkheid over of het gunstig is voor het ziekteverloop om vroeg de diagnose te stellen. De bewijskracht voor de huidige behandelopties is over het algemeen zwak en het is niet duidelijk wat de effecten van behandelingen op de lange termijn zijn. Verder moet er nog beter onderzocht worden welke patiëntkenmerken kunnen voorspellen wat de effecten van bepaalde therapieën zullen zijn.
Gezien deze onduidelijkheden en beperkingen in tot nu toe verricht onderzoek is het begrijpelijk dat patiënten zich gefrustreerd en moedeloos kunnen voelen, enkel zelfmanagementtraining en fysiotherapie als behandeling voelt voor veel patiënten als onvoldoende, dit kan leiden tot depressieve klachten. De Nederlandse Gezondheidsraad [67] stelt dan ook dat het van belang is dat er gedegen wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd, waarbij er onder andere extra focus ligt op het onderzoeken van de lange termijn effecten. Daarnaast benoemen zij het gebrek aan een landelijke zorgstandaard of richtlijn voor fibromyalgie. Tot nu toe zijn er verschillende zorgstandaarden en richtlijnen die zorgverleners toepassen voor fibromyalgie, zoals die van SOLK/ALK [68] en van chronische pijn [18]. Daarnaast is er een Nederlandse Wegwijzer Fibromyalgie [19] opgesteld door FES en ReumaNederland, maar dit is geen officiële zorgstandaard. Het is dus belangrijk dat er wel een officiële zorgstandaard of richtlijn komt, die specifiek voor fibromyalgie bedoeld is en waarin een persoonsgerichte en biopsychosociale benadering wordt toegepast. Een dergelijke zorgstandaard kan het begin zijn van een wat duidelijkere, gestructureerde aanpak van fibromyalgie en zet hopelijk aan tot het verrichten van meer onderzoek naar behandeling van deze ingewikkelde aandoening. Wellicht kan dit ook helpen bij het verminderen van depressieve klachten bij fibromyalgiepatiënten, omdat er dan hopelijk meer en betere behandelopties komen voor deze patiëntengroep.
K: 'Ik heb van alles geprobeerd en probeer me zelf steeds weer te verbeteren. Ik weet inmiddels ongeveer wat mijn klachten verergert en vermindert. Soms komen er nieuwe onderzoeken uit, zoals dat fibromyalgie te maken heeft met een vitamine D tekort of een tekort aan GABA. Ik heb toen vitamine D geslikt en extra GABA genomen, maar daar verdwenen de klachten niet mee. Een universele behandeling voor fibromyalgie is er niet, maar ik denk dat wat werkt sowieso per persoon verschilt.'
Tekortkoming 4: Depressie diagnosticeren bij fibromyalgie patiënten
De beperkte en verschillende onderzoeksresultaten met betrekking tot een diagnosestelling van depressie bij fibromyalgiepatiënten wijst erop dat er nog meer onderzoek gedaan moet worden naar hoe het beste depressie gediagnosticeerd kan worden bij fibromyalgie-patiënten. Er zijn een aantal symptomen die bij zowel fibromyalgie als depressie vaak voorkomen. Hierbij kun je denken aan chronische vermoeidheid die de patiënten ervaren. Ook chronische pijn komt bij beide aandoeningen voor, hoewel het bij fibromyalgie de belangrijkste klacht is en bij depressie niet. Doordat er symptomen zijn die overlappen, is een dubbele diagnose met beide aandoeningen vaak lastig. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de chronische pijn onderdeel uitmaakt van de depressie en hier niet per se los van staat. Andersom is het mogelijk dat mensen stemmingsproblemen ervaren door hun fibromyalgie en niet per se omdat ze daarnaast ook nog depressief zijn [39].
Omdat de symptomen zo vaak overlappen, worden fibromyalgie en depressie soms ook gezien als twee stoornissen die zich op hetzelfde spectrum bevinden [37]. Op dit moment lijkt er nog geen vragenlijst te zijn die standaard wordt gebruikt specifiek voor fibromyalgie patiënten maar door de hoge comorbiditeit met depressie lijkt dit wel nood te hebben. In verschillende onderzoeken zijn depressie vragenlijsten vergeleken [40][33] waaruit mogelijk zou blijken dat een vragenlijst waarbij somatische symptomen niet meegenomen worden het beste een depressie zou kunnen screenen. Daarnaast is er ook gebleken dat de vragenlijst die een diagnostisch interview omvatte ook een betrouwbare manier is om een depressie te screenen. Verder onderzoek naar deze twee zaken lijkt dan ook nuttig te zijn, zodat er beter kan worden vastgesteld hoe een depressie gescreend en gediagnosticeerd kan worden bij fibromyalgiepatiënten, een groep met een erg hoge comorbiditeit met depressie.
Tekortkoming 5: Onduidelijkheid in effectiviteit van behandeling depressie en fibromyalgie
Zoals eerder is beschreven, is CGT een veel gebruikte therapievorm in de behandeling van depressie. Er is onderzoek dat aantoont dat CGT effectief is in het verminderen van depressieve klachten bij fibromyalgie patiënten [69][46]. Ook kan CGT de patienten helpen om beter om te gaan met de pijnsymptomen. Hoewel CGT regelmatig wordt ingezet voor de behandeling van fibromyalgie, blijkt het niet heel effectief te zijn in het daadwerkelijk verminderen van de pijnsymptomen [70]. Onderzoek naar de effectiviteit van CGT op de pijnsymptomen laat verschillende resultaten zien en er is weinig recent onderzoek beschikbaar [71]. De recentere onderzoeken die onderscheid maken tussen chronische pijn patiënten en patiënten met chronische pijn die geassocieerd is met fibromyalgie laten ook zien dat CGT minder effectief blijkt bij de fibromyalgiepatiënten [72]. De fibromyalgiepatiënten rapporteren een lagere kwaliteit van leven en ervaren meer stress dan chronische pijnpatiënten zonder fibromyalgie. Er is nog veel onduidelijk over wat hiervan de oorzaak zou kunnen zijn. De beperkte resultaten van CGT bij fibromyalgiepatiënten suggereren dat er meer onderzoek nodig is om te bepalen welke behandelingen effectief zijn voor chronische pijn die geassocieerd is met fibromyalgie.
De resultaten van beschikbaar onderzoek suggereren daarnaast dat het misschien nodig is om cognitieve variabelen, zoals piekeren en somatosensorische amplificatie, intensiever mee te nemen in de behandeling [72]. Somatosensorische amplificatie houdt in dat de aandacht wordt gericht op lichamelijke sensaties. Deze sensaties resulteren in bepaalde emoties, die negatief kunnen zijn. Als er ook sprake is van een depressie, is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden en wellicht de therapie anders in te richten. De huidige therapievormen die beschikbaar zijn besteden wellicht te weinig aandacht aan de combinatie van fibromyalgie en depressie. Bij het kiezen van een behandeling voor een patiënt met fibromyalgie en depressie is het dus van belang om goede afwegingen te maken en in het geval van CGT, depressie en fibromyalgie nauwkeurig te integreren in de therapie. Om deze afweging goed te kunnen maken is er meer onderzoek nodig naar de effectiviteit van CGT op patiënten met fibromyalgie en depressie. Een voorbeeld voor eventueel vervolgonderzoek zou een onderzoek kunnen zijn naar de vorm waarin de therapie gegeven wordt. Er mist bijvoorbeeld nog informatie over of individuele sessies effectiever zijn dan groepstherapie voor fibromyalgiepatiënten omdat er in een individuele sessie meer aandacht is voor de patiënt en er meer tijd genomen kan worden om de cognitieve componenten te onderzoeken.
Concluderend is het van groot belang dat er meer onderzoek naar fibromyalgie en de combinatie tussen depressie en fibromyalgie gedaan wordt. Uit de literatuur en ervaringen van patiënten blijkt dat er nog verschillende uitdagingen zijn waar meer onderzoek naar gedaan moet worden. Samenvattend zijn dit:
Weinig erkenning van fibromyalgie
Weinig onderzoek naar de oorzaken van fibromyalgie
Geen richtlijnen voor de behandeling van fibromyalgie
Onduidelijkheid over het stellen van de diagnose depressie bij fibromyalgie patiënten
Missende informatie over depressie behandelen bij fibromyalgie patiënten
De eerste stappen worden al gezet, door onder andere het recente advies van de Gezondheidsraad dat fibromyalgie erkent moet worden als gezondheidsprobleem, maar we zijn er nog lang niet [66]. Om aandacht te trekken voor de ziekte zijn er twee symbolen gecreëerd: een paarse vlinder en een paars lintje.
Fibromyalgie patiënten moeten niet alleen leven met de chronische pijn die ze dagelijks ervaren, maar ook met het onbegrip omtrent hun ziekte vanuit de omgeving en de artsen, net zoals K. benoemd. Hiernaast heeft deze ziekte ook nog een hoge comorbiditeit met psychische klachten.
Kortom: hier moet verandering in komen!
Mocht u meer willen lezen over het patiënten perspectief van fibromyalgiepatiënten of wilt u graag contact opnemen met lotgenoten? Dan kunt u terecht op de website van https://www.fesinfo.nl/.
K: 'Hopelijk wordt er in de toekomst meer aandacht besteed aan de ondersteuning na het krijgen van de fibromyalgie-diagnose, en wordt er meer rekening gehouden met de psychologische gevolgen ervan.'
[1] ReumaNederland. Fibromyalgie: Wat is dat? [Internet]. Beschikbaar op: https://reumanederland.nl/reuma/vormen-van-reuma/fibromyalgie/?utm_source=google&utm_medium=cpc&utm_campaignvormen-reuma&gad_source=1&gclid=CjwKCAiA0bWvBhBjEiwAtEsoWzB2c7OrEafyAh-Q05DX938jjTKXInuwFxfEY8tW_u_n4ViyrWlVURoCVYkQAvD_BwE. [Geraadpleegd op 10 maart 2023].
[2] Fesinfo. Fibromyalgie en omgaan met klachten. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.fesinfo.nl/omgaan-klachten. [Geraadpleegd op 8 maart 2024].
[3] Bhargava J, Hurley JA. Fibromyalgie. [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2023. Beschikbaar op https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK540974/. [Geraadpleegd op 7 maart 2024].
[4] Maffei ME. Fibromyalgia: recent advances in diagnosis, classification, pharmacotherapy and alternative remedies. Int J Mol Sci. 2020 Okt 23; 21(21): 7877. doi: 10.3390/ijms21217877.
[5] Wolfe F, Clauw DJ, Fitzcharles MA, Goldenberg DL, Katz RS, Mease P, et al. The american college of rheumatology preliminary diagnostic criteria for fibromyalgia and measurement of symptom severity. Arthritis Care Res. 2010 Mei; 62(5): 600-610. doi: 10.1002/acr/20140.
[6] Rahman A, Underwood M, Carnes D. Fibromyalgia. BMJ. 2014 Feb 24; 348: g1224. doi: 10.1136/bmj.g1224.
[7] U.S. Department of Health and Human Services & National Institute of Arthritis and Musculoskeletal and Skin Diseases. What is fibromyalgia? Fast Facts: An Easy-to-Read Series Of Publications For The Public. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.niams.nih.gov/sites/default/files/catalog/files/fibromyalgia_ff.pdf. [Geraadpleegd op 8 maart 2024].
[8] Littlejohn G, Guymer E. Central processes underlying fibromyalgia. Eur Med J Rheumatol. 2018 Sept 12; 3(4): 79-86. doi: 10.33590/emjrheumatol/10311834.
[9] Medinello Revalidatie. Sensitisatie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.medinello.nl/indicatie/chronische-pijn/sensitisatie/#:~:text=Wat%20is%20centrale%20sensitisatie%3F,op%20langdurige%20of%20herhaalde%20pijnstimulatie. [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[10] Mezhov V, Guymer E, Littlejohn G. Central sensitivity and fibromyalgia. Intern Med J. 2021 Juni 17; 51(12): 1990-1998. doi: 10.1111/imj.15430.
[11] UZ Gent. Oorzaken fibromyalgie ontrafeld? [Internet]. Beschikbaar op: https://uzletters.uzgent.be/uzl-145-december-januari-februari-2020-2021/onderzoek-fibromyalgie-ontleed. [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[12] News - Medical & Life sciences. Fibromyalgia epidemiology. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.news-medical.net/health/Fibromyalgia-Epidemiology.aspx#:~:text= Fibromyalgia%20has%20a%20worldwide%20presence,are%20affected%20by%20this%20condition. [Geraadpleegd op 7 maart 2024].
[13] Heidari F, Afshari M, Moosazadeh M. Prevalence of fibromyalgia in general population and patients: a systematic review and meta-analysis. Rheumatol Int. 2017 April 26; 37: 1527-1539. doi: 10.1007/s00296-017-3725-2.
[14] UMC Utrecht. Fibromyalgie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekte/fibromyalgie. [Geraadpleegd op 7 maart 2024].
[15] Zorginstituut Nederland. Standpunt - Eerstelijns fysio- en oefentherapie bij fibromyalgie kan niet worden vergoed uit basispakket. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/standpunten/2023/08/04/standpunt---eerstelijns-fysio--en-oefentherapie-bij-fibromyalgie-kan-niet-worden-vergoed-uit-basispakket#:~:text=Zorginstituut%20Nederland%20Publicaties-,Standpunt%20%2D%20Eerstelijns%20fysio%2D%20en%20oefentherapie%20bij%20fibromyalgie%20kan%20niet%20worden,van%20de%20wetenschap%20en%20praktijk. [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[16] ReumaZorg Nederland. Fibromyalgie - diagnose. [Internet]. Beschikbaar op https://reumazorgnederland.nl/fibromyalgie-klachten/. [Geraadpleegd op 8 maart 2024].
[17] Van Koulil S, Van Lankveld W, Kraaimaat FW, Van Riel PL, Evers AW. Risk factors for longer term psychological distress in well-functioning fibromyalgia patients: a prospective study into prognostic factors. Patient Educ Couns. 2010 jul; 80(1): 126-129. doi: 10.1016/j.pec.2009.08.001.
[18] Vereniging Samenwerkingsverband Pijnpatiënten naar één stem. Zorgstandaard chronische pijn. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.zorginzicht.nl/binaries/content/assets/zorginzicht/kwaliteitsinstrumenten/Zorgstandaard+Chronische+Pijn.pdf. [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[19] Fesinfo. Wegwijzer Fibromyalgie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.fesinfo.nl/wegwijzer. [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[20] NHG-Richtlijnen. Pijn. [Internet]. Beschikbaar op: https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/pijn#samenvatting-richtlijnen-beleid. [Geraadpleegd op 12 maart 2024]
[21] Reumazorg Nederland. Fibromyalgie - Behandeling. [Internet]. Beschikbaar op: https://reumazorgnederland.nl/fibromyalgie-behandeling/. [Geraadpleegd op 14 maart 2024]
[22] Zorginstituut Nederland. Tricyclische antidepressiva. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/tricyclische_antidepressiva. [Geraadpleegd op 14 maart 2024].
[23] NALK. Het voorschrijven van pregabaline en gabapentine voor pijn: voorzichtigheid is geboden. [Internet]. Beschikbaar op: https://nalk.info/het-voorschrijven-van-pregabaline-en-gabapentine-voor-pijn-voorzichtigheid-is-geboden/. [Geraadpleegd op 14 maart 2024].
[24] Zorginstituut Nederland. Duloxetine. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/d/duloxetine. [Geraadpleegd op 15 maart 2024].
[25] Zorginstituut Nederland. Neuropathische pijn. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/indicatieteksten/neuropathische_pijn. [Geraadpleegd op 18 maart 2024].
[26] Huisarts & Wetenschap. Risicofactoren bij off label voorschrijven. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.henw.org/artikelen/risicofactoren-bij-label-voorschrijven. [Geraadpleegd op 31 maart 2024].
[27] Maartenskliniek. Behandeling fibromyalgie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.maartenskliniek.nl/reumatologie/behandeling-fibromyalgie. [Geraadpleegd op 31 maart 2024].
[28] Barhorst EE, Boruch AE, Cook DB, Lindheimer JB. Pain-related post-exertional malaise in myalgic encephalomyelitis / chronic fatigue syndrome (ME/CFS) and fibromyalgia: a systematic review and three-level meta-analysis. Pain Med. 2021 Okt 20; 3(6), 1144–1157. doi: 10.1093/pm/pnab308.
[29] Ye G, Miao R, Chen J, Jian H, Jiang M. Effectiveness of complementary and alternative medicine in fibromyalgia syndrome: a network meta-analysis. J Pain Res. 2024 Jan 1;17: 305–319. doi: 10.2147/jpr.s439906.
[30] Lazaridou A, Koulouris A, Dorado K, Chai PR, Edwards RR, Schreiber KL. (2019). The impact of a daily yoga program for women with fibromyalgia. Int J Yoga. 2019 Jan 1;12(3): 206. doi:10.4103/ijoy.ijoy_72_18
[31] Adler-Neal AL, Zeidan F. Mindfulness meditation for fibromyalgia: mechanistic and clinical considerations. Curr Rheumatol Rep. 2017; 19(9). doi:10.1007/s11926-017-0686-0
[32] Arnold LM, Hudson JI, Keck PE, Auchenbach MB, Javaras KN, Hess EV. Comorbidity of fibromyalgia and psychiatric disorders. JCP. 2024; 67(8): 1219-1225.
[33] Galvez-Sánchez CM, Duschek S, Del Paso GAR. Psychological impact of fibromyalgia: current perspectives. Psychol Res Behav Man. 2019 Feb 1; 12:117–27. doi: 10.2147/prbm.s178240.
[34] GGZ groep. Depressie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.depressie.nl/depressie. [Geraadpleegd op 22 Maart 2024]
[35] Thiagarajah AS, Guymer EK, Leech M, Littlejohn G. The relationship between fibromyalgia, stress and depression. Int J Of Clin Rheumatol. 2014 Aug 1; 9(4): 371–384. doi: 10.2217/ijr.14.30
[36] Epstein SA, Kay GG, Clauw DJ, Heaton RK, Klein DN, Krupp L. Psychiatric disorders in patients with fibromyalgia. Psychosomatics. 1999 Jan 1;40(1):57–63. doi:10.1016/s0033-3182(99)71272-7
[37] Gracely RH, Čeko M, Bushnell MC. Fibromyalgia and depression. pain research and treatment. 19 november 2012;2012:1–9. Beschikbaar op: https://www.hindawi.com/journals/prt/2012/486590/citations/
[38] Lange M, Petermann F. Einfluss von Depression auf das Fibromyalgiesyndrom. Der Schmerz. 4 juli 2010;24(4):326–33. Beschikbaar op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20602119/
[39] Yépez D, Grandes XA, Manjunatha RT, Habib S, Sangaraju SL. Fibromyalgia and depression: a literature review of their shared aspects. Curēus. 11 mei 2022; doi:10.7759/cureus.24909
[40] Burckhardt CS, O’Reilly CA, Wiens AN, Clark SR, Campbell S, Bennett RM. Assessing depression in fibromyalgia patients. Arthritis And Rheumatis. 1 maart 1994;7(1):35–9. doi:10.1002/art.1790070108
[41] GGZ standaarden. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/depressieve-stoornissen/behandeling-en-begeleiding/behandelbeleid-en-basisinterventies. [Geraadpleegd op 12 maart 2024].
[42] Minimale interventies. MIND. [Internet]. Beschikbaar op: https://mindblue.nl/depressie-1/depressie/behandeling/minimale-interventies. [Geraadpleegd op 12 maart 2024].
[43] Sudak DM. Cognitive behavioral therapy for depression. Psychiatric Clinics Of North America. 1 maart 2012;35(1):99–110. doi:10.1016/j.psc.2011.10.001
[44] Cognitieve gedragstherapie. UMC Utrecht. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.umcg.nl/-/cognitieve-%20%20gedragstherapie#:~:text=%E2%80%8BCognitieve%20gedragstherapie%20is%20een,g%20%20edachten%20komen%20onbewust%20en%20automatisch. [Geraadpleegd op 12 maart 2024].
[45] Zareen O, Jahangir SF. Cognitive behaviour therapy: an intervention of depression in fibromyalgia patients. FWU Journal Of Social Sciences. 2019;04:99–106. Beschikbaar op: http://journal.sbbwu.edu.pk/FWU_Journal_Jan2020/9.%20Cognitive%20Behaviour%20Therapy%20An%20Intervention%20of%20Depression%20in%20%20Fibromyalgia%20Patients.pdf
[46] Eastwood F, Godfrey E. The efficacy, acceptability and safety of acceptance and commitment therapy for fibromyalgia – a systematic review and meta-analysis. British Journal Of Pain. 12 december 2023; doi:10.1177/20494637231221451
[47] GGZ standaarden. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/somatisch-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten-solk/behandeling-en-begeleiding/psychologische-en-psychotherapeutische-behandeling/cognitieve-gedragstherapeutische-interventies. [Geraadpleegd op 12 maart 2024].
[48] Wicksell RK, Kemani MK, Jensen K, Kosek E, Kadetoff D, Sorjonen K, e.a. Acceptance and commitment therapy for fibromyalgia: A randomized controlled trial. European Journal Of Pain. 23 oktober 2012;17(4):599–611. doi:10.1002/j.1532-2149.2012.00224.x
[49] Interpersoonlijke psychotherapie. UMC Utrecht. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.umcg.nl/-/interpersoonlijke-psychotherapie. [Geraadpleegd op 9 maart 2024].
[50] Lipsitz JD, Markowitz JC. Mechanisms of change in interpersonal therapy (IPT). Clinical Psychology Review. 1 december 2013;33(8):1134–47. doi:10.1016/j.cpr.2013.09.002
[51] Walitt B, Urrútia G, Nishishinya MB, Cantrell S, Häuser W. Selective serotonin reuptake inhibitors for fibromyalgia syndrome. Cochrane Library. 5 juni 2015;2018(2). doi:10.1002/14651858.cd011735
[52] Stahl SM. Mechanism of action of serotonin selective reuptake inhibitors. Journal Of Affective Disorders. 1 december 1998;51(3):215–35. doi:10.1016/s0165-0327(98)00221-3
[53] Stahl’s essential psychopharmacology: neuroscientific basis and practical applications, third edition. Vol. 19. Cambridge University press; 2021.
[54] GGZ standaarden. [Internet]. https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/bijwerkingen/zorg-rondom-bijwerkingen-door-antidepressiva. [Geraadpleegd op 9 maart 2024].
[55] Zorginstituut Nederland. Serotonineheropnameremmers, selectief [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/serotonineheropnameremmers__selectief [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[56] Zorginstituut Nederland. Tricyclische antidepressiva [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/tricyclische_antidepressiva [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[57] Zorginstituut Nederland. Serotonineheropnameremmers, niet-selectief [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/serotonineheropnameremmers__niet_selectief[Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[58] Zorginstituut Nederland. MAO-A-remmers [Internet]. Beschikbaar op: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/mao_a_remmers [Geraadpleegd op 10 maart 2024].
[59] Bernardy K, Füber N, Köllner V, Häuser W. Efficacy of Cognitive-Behavioral Therapies in Fibromyalgia Syndrome - A Systematic Review and Metaanalysis of Randomized Controlled Trials. J Rheum. 2010 Aug 3;37(10):1991–2005. doi: 10.3899/jrheum.100104
[60] Skaer TL. Fibromyalgia: Disease Synopsis, Medication Cost Effectiveness and Economic Burden. PharmacoEconomics. 2014 Feb 7;32(5):457–66. doi: 10.1007/s40273-014-0137-y
[61] Bernik M, Sampaio TPA, Gandarela LM. Fibromyalgia Comorbid with Anxiety Disorders and Depression: Combined Medical and Psychological Treatment. Current Pain Headache R. 2013 Aug 1;17(9). doi: 10.1007/s11916-013-0358-3
[62] Kircher J, Charles ST, Sin NL, Almeida DM. Chronic Pain and Affective Experiences Associated with Daily Stressors and Uplifts. Int J Appl. 2023 May 11;8(3):485–500. doi: 10.1007/s41042-023-00101-w
[63] Gazzaniga MS. Psychological Science: Sixth Edition. 6th ed. New York: W.W. Norton, Incorporated; 2018
[64] Roberto M, Patel RR, Bajo M. Ethanol and cytokines in the Central Nervous System. Handb Exp Pharmacol. 2017 Dec 14;248:397-431. doi: 10.1007/164_2017_77
[65] Conversano C, Ciacchini R, Carmassi C, Contena B, Bazzichi L, et al. Personality traits in Fibromyalgia (FM): Does FM personality exist? A systematic review. CP EMH. 2018 Jan 1;14(1):223-232. doi: 10.2174/1745017901814010223
[66] NOS. Gezondheidsraad: fibromyalgie geeft chronische pijn en verdient erkenning. [Internet]. Beschikbaar op https://nos.nl/artikel/2513357-gezondheidsraad-fibromyalgie-geeft-chronische-pijn-en-verdient-erkenning [Geraadpleegd op 10 maart 2024]
[67] Gezondheidsraad. Fibromyalgie. [Internet]. Beschikbaar op: https://www.gezondheidsraad.nl/binaries/gezondheidsraad/documenten/adviezen/2024/03/19/advies-fibromyalgie/05_Advies_Fibromyalgie.pdf [Geraadpleegd op 12 maart 2024]
[68] GGZ standaarden. Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK). [Internet]. Beschikbaar op: https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/somatisch-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten-solk/introductie [Geraadpleegd op 10 maart 2024]
[69] Heller HL, Borger AR, Franco LOA, De Oliveira Aucélio JP, Vargas MIA, Lorga RN, et al. Role of Cognitive Behavioral Therapy in Fibromyalgia: a systematic review. OJRA. 2021 Nov;11(4):169-187. doi: 10.4236/ojra.2021.114018
[70] Bennett RM, Nelson DV. Cognitive behavioral therapy for fibromyalgia. Nat Clin Pract Rheumatol. 2006 Aug;2(8):416-424. doi: 10.1038/ncprheum0245
[71] Gómez-De-Regil L, Estrella-Castillo DF. Psychotherapy for physical pain in patients with fibromyalgia: a systematic review. Pain Res Manag. 2020 Jul 4;1-11. doi: 10.1155/2020/3408052
[72] Salaberria K, Ruiz Iriondo M, Pérez-Fernández JI, Barandiaran A, Iruin A. Fibromyalgia and nonfibromyalgia chronic pain: differences in psychological characteristics and treatment outcomes. PsyCh J. 2022 Nov 20;12(2):319-329. doi:10.1002/pchj.617