Geschreven door: Cleo de Leeuw, Barbara Fuchs, Isabel Kersloot, Vera van der Bruggen
Welkom bij de WIKI-pagina over angst na een miskraam.
Een miskraam, gedefinieerd als een spontane en ongewilde afbreking van een zwangerschap tot 16 weken. Het is een tragische gebeurtenis die vele vrouwen treft. Helaas is het niet ongewoon dat vrouwen die een miskraam hebben meegemaakt symptomen van angst ontwikkelen als gevolg van deze ervaring. Angst kan vele vormen aannemen, van milde bezorgdheid tot volledige paniekaanvallen. Deze gevoelens kunnen in sommige gevallen leiden tot angststoornissen die het dagelijks functioneren van de persoon beïnvloeden.
In deze WIKI-pagina wordt een uitleg gegeven over wat een miskraam precies is, hoe vaak en waarom deze voorkomt. Daarnaast bespreken we wat angst precies is en wat de mogelijke oorzaken van angst na een miskraam kunnen zijn. Vervolgens bespreken we verschillende mechanismen die een rol spelen in de relatie tussen angst en een miskraam. Ook worden diverse behandelopties besproken die beschikbaar zijn voor mensen die lijden aan angst als gevolg van een miskraam. Deze pagina is bedoeld voor patiënten en geïnteresseerden in angst na een miskraam. Door deze informatie te bieden, hopen we te helpen bij het vergroten van het begrip van angst na een miskraam en het bevorderen van effectieve behandelingen.
Er kunnen geen rechten verleend worden aan de informatie op deze pagina. Deze pagina wordt niet ge-update waardoor deze mogelijk verouderd kan raken. Voor meer informatie en advies is het raadzaam om een huisarts te raadplegen.
Terug naar startpagina psychofarmacologie
In dit hoofdstuk zal er dieper worden in gegaan op de basis van het begrip miskraam. Wanneer de definitie en verschillende soorten van een miskraam duidelijk zijn, wordt er besproken hoe vaak een miskraam voorkomt en welke risicofactoren en oorzaken hieraan verbonden zijn. Tenslotte wordt er een uitleg gegeven over het stellen van de diagnose; miskraam en welke behandelingen hiervoor bestaan.
Volgens het AMC kan een miskraam met behulp van de volgende definitie beschreven worden: 'Een miskraam is een spontane en ongewilde afbreking van een zwangerschap tot 16 weken. De medische term hiervoor is spontane abortus. In de spreektaal wordt 'abortus' meestal gebruikt voor een opzettelijke zwangerschapsafbreking (abortus provocatus). Deze zijn niet gelijk.' [1]. De oorzaken van een miskraam kunnen variëren en het kan moeilijk zijn om precies vast te stellen waarom het gebeurt [2]. Er zijn verschillende soorten miskramen [3]:
1. Vroege miskraam: een vroege miskraam treedt op vóór de 12e week van de zwangerschap en wordt ook wel een "chemische zwangerschap" genoemd. Het kan worden veroorzaakt door chromosomale afwijkingen of door problemen met de implantatie van het embryo in de baarmoeder. Symptomen kunnen zijn: bloeden, buikkrampen, en het verdwijnen van zwangerschapssymptomen zoals misselijkheid en gevoelige borsten.
2. Miskraam met incomplete abortus: bij deze vorm van miskraam wordt een deel van het zwangerschapsweefsel uitgestoten, maar blijft er nog steeds zwangerschapsweefsel in de baarmoeder achter. Symptomen kunnen zijn: hevig bloeden en buikpijn.
3. Miskraam met complete abortus: dit is wanneer al het zwangerschapsweefsel uit de baarmoeder is verdwenen en er geen medische interventie nodig is. Symptomen kunnen zijn: hevig bloeden en buikpijn.
4. Miskraam met gemiste abortus: dit is wanneer de zwangerschap stopt met ontwikkelen, maar er geen symptomen van een miskraam zijn. Het kan worden vastgesteld tijdens een echografie, waarbij geen hartslag van de foetus wordt gedetecteerd. Symptomen kunnen zijn: bloeden en het verdwijnen van zwangerschapssymptomen.
Bij een groot gedeelte van de miskramen is de oorzaak onbekend. Er zijn wel een aantal factoren die het risico op een miskraam kunnen vergroten, zoals leeftijd (vooral boven de 35 jaar), roken, overmatig alcohol- of cafeïnegebruik, een geschiedenis van eerdere miskramen en bepaalde medicijnen en aandoeningen zoals diabetes en schildklierproblemen [4]. Naast de lichamelijke symptomen die kunnen voorkomen bij een miskraam kunnen vrouwen ook geen klachten ervaren. Dit komt vaker in de vroege zwangerschap voor [5].
Het is belangrijk om op te merken dat deze cijfers slechts een schatting zijn en dat het werkelijke aantal gevallen moeilijk vast te stellen is, omdat sommige vrouwen een miskraam hebben, voordat ze zelf weten dat ze zwanger zijn. Bovendien worden sommige miskramen niet gemeld, omdat ze gebeuren voordat de vrouw medische hulp zoekt of, omdat de vrouw ervoor kiest om haar zwangerschap privé te houden. Een miskraam is veelvoorkomend. De prevalentie van een miskraam hangt af van verschillende factoren zoals leeftijd, etniciteit en de aanwezigheid van onderliggende gezondheidsproblemen [6]. De cijfers zeggen dat 10% van de zwangerschappen in Nederland eindigt in een miskraam, soms kan dit zelfs oplopen tot 15%. Nadat je één keer een miskraam hebt meegemaakt, is de kans op een nieuwe miskraam nauwelijks hoger. Na twee of drie miskramen kan dit percentage oplopen tot 25-35% [7].
Zoals al eerder benoemd wordt er bij de meeste miskramen geen duidelijke oorzaak gevonden en gaat het vaak om een combinatie van factoren. De meeste vrouwen zijn later weer in staat om opnieuw zwanger te worden en een gezonde baby te krijgen. Het is belangrijk op te merken dat de meeste miskramen vóór 12 weken zwangerschap plaatsvinden en de kans op een succesvolle zwangerschap na een miskraam toeneemt naarmate de zwangerschap langer duurde [6]. Voorbeelden van oorzaken voor een miskraam kunnen onder andere zijn [8] [3]:
Chromosomale afwijkingen: dit is de meest voorkomende oorzaak van een miskraam. Als er tijdens de bevruchting of de vroege ontwikkeling van de foetus een fout optreedt in het aantal of de structuur van de chromosomen, kan dit leiden tot een miskraam.
Hormonale factoren: een tekort aan progesteron, een hormoon dat nodig is om de zwangerschap in stand te houden, kan leiden tot een miskraam.
Anatomische factoren: anatomische afwijkingen zoals baarmoederfibromen, afwijkingen in de vorm van de baarmoeder, kunnen bijdragen aan het risico op een miskraam.
Infecties: infecties zoals toxoplasmose, rubella, herpes en chlamydia kunnen het risico op een miskraam verhogen.
Bloedstollingsstoornissen: stoornissen in de bloedstolling zoals het antifosfolipidensyndroom kunnen leiden tot een verhoogd risico op miskramen.
Milieufactoren: bepaalde milieufactoren, zoals blootstelling aan straling, lood, kwik en sommige chemicaliën kunnen het risico op een miskraam verhogen.
De diagnose van een miskraam kan op verschillende manieren worden gesteld, afhankelijk van de situatie van de patiënt. Een aantal methoden die worden gebruikt om een miskraam vast te stellen zijn [9]:
Echografie: een echografie kan worden gebruikt om de aanwezigheid van een foetale hartslag en de ontwikkeling van de foetus te controleren. Als er geen foetale hartslag wordt gedetecteerd of als de foetus niet normaal ontwikkelt, kan dit een teken zijn van een miskraam.
Bloedonderzoek: bloedonderzoek kan worden uitgevoerd om de niveaus van hormonen, zoals hCG (humaan choriongonadotrofine), te meten die worden geproduceerd tijdens de zwangerschap. Lagere niveaus van deze hormonen kunnen een aanwijzing zijn voor een miskraam.
Lichamelijk onderzoek: lichamelijk onderzoek kan worden uitgevoerd om te zoeken naar tekenen van bloeding of infectie. Ook kan een uitstrijkje van de baarmoederhals worden genomen om te zoeken naar aanwijzingen voor een miskraam.
Het kan soms moeilijk zijn om de diagnose van een miskraam te stellen, vooral als de symptomen mild zijn. In sommige gevallen kan er een vervolgonderzoek nodig zijn om een nauwkeurige diagnose te stellen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat elke vrouw en elke miskraam anders is en dat de behandeling moet worden afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt. Er zijn verschillende opties voor de behandeling van een miskraam afhankelijk van de specifieke situatie van de patiënt. Hieronder worden drie veelvoorkomende behandelingen beschreven met hun bijbehorende voor- en nadelen. De keuze voor welke behandeling het beste is, is meestal een kwestie van persoonlijke voorkeur. Ook is er altijd een tussenoplossing mogelijk zoals een tijdje afwachten en als dit te lang duurt, kan er alsnog gekozen worden voor het opwekken van de miskraam met medicijnen of een curettage [10].
Afwachten: in sommige gevallen kan de miskraam vanzelf plaatsvinden zonder medische interventie. De arts kan er samen met de vrouw voor kiezen om het proces af te wachten en alleen in te grijpen als er complicaties optreden. De maximale wachttijd is hierbij zes weken. Voordelen van deze behandeling zijn dat het op een natuurlijke manier wordt verricht en hierdoor een operatieve ingreep, met de eventuele complicaties, kan worden vermeden. Deze manier van behandelen heeft ook nadelen, namelijk het moeten wachten kan als vervelend worden ervaren en hierbij kan er ook onzekerheid optreden over wanneer het werkelijk gaat gebeuren. Tenslotte kan het zelf doormaken van de miskraam gepaard gaan met pijn en bloedverlies [10].
Curettage: dit is een operatieve ingreep waarbij het baarmoederslijmvlies wordt weg geschraapt om eventueel achtergebleven weefsel te verwijderen. Hierbij wordt er vaak gebruik gemaakt van een narcose. Voordelen van een curettage zijn onder andere minder onzekerheid en minder verstoring van het normale leven in vergelijking tot bij het afwachten. Daarnaast zijn er verschillende nadelen bij deze behandeling, waaronder een licht verhoogde kans op een vroeggeboorte in een volgende zwangerschap of een incomplete curettage waarbij het overgebleven deel alsnog spontaan eruit komt, of dat er een tweede curettage nodig is. Ook is er nog een zeer zeldzame complicatie; het syndroom van Asherman, waardoor je nog een andere operatie moet ondergaan [10].
Medicamenteuze behandeling: een andere optie is het gebruik van medicijnen om de miskraam op te wekken en het baarmoederslijmvlies te laten afstoten. De meest gebruikte medicijnen zijn misoprostol en mifepriston [11]. Misoprostol is een synthetische prostaglandine die de samentrekkingen van de baarmoeder stimuleert, wat kan leiden tot het afstoten van het baarmoederslijmvlies. Het kan oraal worden ingenomen of in de vagina worden geplaatst. Bijwerkingen zijn onder meer misselijkheid, diarree en krampen. Mifepriston blokkeert de werking van het hormoon progesteron, dat nodig is voor het in stand houden van de zwangerschap. Het wordt meestal gecombineerd met misoprostol om de effectiviteit van de medicamenteuze behandeling te vergroten. Bijwerkingen zijn onder meer misselijkheid, diarree, duizeligheid en hoofdpijn [11]. Voordelen van een medicamenteuze behandeling zijn dat er eventuele (zeldzame) complicaties kunnen worden vermeden en dat de kans op een complete miskraam groter is dan bij het afwachten. Nadelen zijn de bijwerkingen van de medicijnen en het moeten doormaken van de miskraam [10].
Nu er meer duidelijkheid is geschetst over wat een miskraam precies inhoudt en welke factoren hierbij invloed uitoefenen, wordt er in het volgende hoofdstuk gekeken naar angst. Het doormaken van een miskraam zou namelijk angstgevoelens bij de patiënt kunnen oproepen [10].
In het vorige hoofdstuk is besproken wat een miskraam is. Deze gebeurtenis kan een impact hebben op de emotionele en mentale gezondheid van vrouwen. Een van de meest voorkomende gevolgen van een miskraam is de ontwikkeling van angststoornissen, die van invloed kunnen zijn op het dagelijks functioneren en het welzijn van de persoon. Wel is het natuurlijk belangrijk om mee te geven dat niet iedereen een angststoornis ontwikkelt na een miskraam. Angst is een normale emotie om te ervaren na zo'n ingrijpende gebeurtenis. Het wordt pas zorgelijk wanneer deze angst lang voortduurt en het dagelijkse leven beïnvloedt.
Angststoornissen kunnen ontstaan na het krijgen van een miskraam, aangezien dit ook een ingrijpende en traumatische gebeurtenis kan zijn. Een miskraam is veelvoorkomend bij zwangerschap en treft ongeveer 10-20% van alle zwangerschappen [12]. Het is bekend dat vrouwen die een miskraam hebben meegemaakt een hoger risico hebben op het ontwikkelen van angststoornissen zoals gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, sociale angststoornis en posttraumatische stressstoornis (PTSS) [13]. Angststoornissen zijn psychische aandoeningen waarbij angst een van de belangrijkste symptomen is. Mensen met een angststoornis ervaren gevoelens van angst of paniek die buiten verhouding zijn met de situatie of die niet in verhouding staan tot de dreiging. Deze gevoelens kunnen leiden tot vermijding van bepaalde situaties of activiteiten, wat de kwaliteit van leven kan beïnvloeden. Voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende angststoornissen en hun diagnostische criteria verwijzen we u naar de DSM-5 [14]. De DSM-5 is een classificatiesysteem voor psychische aandoeningen dat wordt gebruikt door psychiaters en andere professionals in de geestelijke gezondheidszorg.
Verschillende studie hebben onderzocht hoe vaak angststoornissen voorkomen na een miskraam. Een systematische review en meta-analyse van 26 studies meldde dat de gemiddelde prevalentie van angststoornissen na een miskraam 15,2% was, waarbij PTSS de meest voorkomende was met een prevalentie van 4,3% [13].
De ontwikkeling van angststoornissen is een complex proces dat kan worden beïnvloed door een verscheidenheid aan biologische, psychologische en sociale factoren. Een factor die kan bijdragen aan de ontwikkeling van angststoornissen is genetica. Onderzoeken hebben aangetoond dat personen met een familiegeschiedenis van angststoornissen zelf meer kans hebben om deze aandoeningen te ontwikkelen [15].
Een andere factor is levensgebeurtenissen die angststoornissen kunnen triggeren bij vatbare personen. Deze levensgebeurtenissen kunnen zowel positief als negatief zijn, zoals trouwen, een kind krijgen of een traumatische ervaring meemaken. Voor sommige mensen kunnen zelfs ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen angst triggeren, zoals in het openbaar spreken of vliegen in een vliegtuig.
De biologische basis van angststoornissen omvat de ontregeling van verschillende neurotransmitters, zoals serotonine, dopamine en noradrenaline. Deze neurotransmitters spelen een cruciale rol bij het reguleren van stemming, emotie en gedrag, en hun ontregeling kan leiden tot de ontwikkeling van angststoornissen. Bovendien zijn structurele en functionele afwijkingen in bepaalde hersengebieden, zoals de amygdala en prefrontale cortex, geïmpliceerd in de ontwikkeling van angststoornissen [16].
Psychologische factoren, zoals cognitieve vertekeningen, kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van angststoornissen. Personen met angststoornissen kunnen de neiging hebben om ambiguë situaties als bedreigend te interpreteren en de kans op negatieve uitkomsten te overschatten. Dit kan leiden tot overmatige bezorgdheid en vermijding van situaties die als bedreigend worden ervaren.
Sociale factoren, zoals stressoren uit de vroege levensfase en sociale steun, kunnen ook een rol spelen bij de ontwikkeling van angststoornissen. Blootstelling aan stressoren uit de vroege levensfase, zoals misbruik of verwaarlozing, kan het risico op het ontwikkelen van angststoornissen later in het leven verhogen. Aan de andere kant kan sociale steun van familie en vrienden fungeren als een beschermende factor tegen de ontwikkeling van angststoornissen [17].
Angst is een normale menselijke emotie die iedereen wel eens ervaart. Echter, langdurige angst kan een grote impact hebben op het dagelijks leven van een persoon. Het kan leiden tot verschillende negatieve gevolgen, zowel fysiek, mentaal als sociaal.
Langdurige angst kan leiden tot verschillende fysieke gevolgen. Mensen die lijden aan aanhoudende angst kunnen last krijgen van hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid. Daarnaast kan het de spijsvertering beïnvloeden, wat kan leiden tot maag- en darmproblemen zoals diarree en constipatie. Een langdurige verhoogde bloeddruk kan leiden tot hart- en vaatziekten. Ook kan langdurige angst leiden tot ademhalingsproblemen, zoals kortademigheid en hyperventilatie [18].
Naast de fysieke gevolgen kan langdurige angst ook mentale gevolgen hebben. Een veelvoorkomend gevolg van aanhoudende angst is depressie. Mensen die langdurig angstig zijn, kunnen ook last krijgen van slaapproblemen, concentratieproblemen en geheugenproblemen. Langdurige angst kan ook leiden tot gevoelens van hopeloosheid, hulpeloosheid en wanhoop. Dit kan vervolgens leiden tot suïcidale gedachten en gedragingen [19].
Langdurige angst kan ook sociale gevolgen hebben. Mensen die langdurig angstig zijn, kunnen zich terugtrekken uit sociale situaties en sociale activiteiten vermijden. Dit kan leiden tot sociaal isolement en een gebrek aan sociale steun. Ook kan langdurige angst leiden tot problemen op het werk of op school, zoals moeite met concentreren en verminderde prestaties [20].
De behandeling van angststoornissen na een miskraam is vergelijkbaar met de behandeling van angststoornissen in het algemeen. Een combinatie van farmacologische en niet-farmacologische behandelingen kan effectief zijn bij het verminderen van angstsymptomen. In deze paragraaf wordt een introductie gegeven over de behandelingsmethoden bij angststoornissen. In hoofdstuk 3.3 zal er dieper ingegaan worden over behandelingsmethoden voor angst die bij een miskraam worden toegepast.
Farmacologische behandelingen voor angststoornissen omvatten selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), benzodiazepines en tricyclische antidepressiva. SSRI's worden vaak voorgeschreven vanwege hun effectiviteit en goede tolerantieprofiel. Benzodiazepines worden meestal voorgeschreven voor kortdurend gebruik vanwege het risico op verslaving en tolerantie. Tricyclische antidepressiva worden zelden gebruikt vanwege de bijwerkingen en het risico op overdosering [21].
Serotonineheropnameremmers (SSRI's)
SSRI's (Selective Serotonin Reuptake Inhibitors) zijn een klasse van geneesmiddelen die worden gebruikt bij de behandeling van angststoornissen. SSRI's werken door het verhogen van de hoeveelheid serotonine in de hersenen. Serotonine is een neurotransmitter die betrokken is bij de regulatie van onder andere stemming, slaap en eetlust. [67]
Bij mensen met angststoornissen is er sprake van een verstoring in de serotoninehuishouding. SSRI's helpen om deze verstoring te corrigeren door ervoor te zorgen dat er meer serotonine beschikbaar is in de hersenen. Dit kan leiden tot vermindering van de angstsymptomen, zoals overmatige bezorgdheid, paniekaanvallen en sociale angst. In het volgende filmpje wordt duidelijkheid gegeven over de werking van SSRI's.
How do antidepressants actually work? [70]
Er zijn enkele mogelijke bijwerkingen van SSRI's, waaronder misselijkheid, diarree, slaperigheid, gewichtstoename en seksuele disfunctie. In zeldzame gevallen kunnen SSRI's ook leiden tot suïcidale gedachten en gedrag, met name bij jongeren en jongvolwassenen. Het is daarom belangrijk dat mensen die SSRI's gebruiken nauwlettend worden gevolgd door hun arts.
De voordelen van SSRI's bij angststoornissen zijn onder meer dat ze effectief zijn en relatief veilig bij correct gebruik. Ze kunnen helpen bij het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met angststoornissen. [66]
Het is belangrijk om te onthouden dat SSRI's niet voor iedereen geschikt zijn en dat er andere behandelingen beschikbaar zijn voor angststoornissen, zoals cognitieve gedragstherapie en mindfulness. Mensen met angststoornissen moeten hun opties bespreken met hun arts om te bepalen wat het beste voor hen is.
Niet-farmacologische behandelingen voor angststoornissen omvatten cognitieve gedragstherapie (CGT), exposuretherapie en mindfulness. CGT richt zich op het veranderen van negatieve denkpatronen en gedragingen die bijdragen aan angstsymptomen. Exposuretherapie betreft de blootstelling van de patiënt aan angstwekkende situaties om de angstrespons zo te verminderen [21].
In hoofdstuk 3.3 zal er dieper ingegaan worden op de behandelmethodes van angststoornissen bij een miskraam.
Het is belangrijk om de prognose van angststoornissen bij vrouwen na een miskraam te begrijpen, zodat passende behandeling kan worden geboden. Hoewel angststoornissen na een miskraam een veelvoorkomend probleem zijn, is de prognose over het algemeen gunstig.
Een studie van Farren et al. [22] toonde aan dat vrouwen die na een miskraam symptomen van angst en depressie hadden, na 9 maanden significant minder symptomen vertoonden. Deze resultaten suggereren dat de meeste vrouwen na verloop van tijd in staat zijn om hun gevoelens van angst en verdriet te verwerken en zich emotioneel te herstellen na een miskraam.
Er zijn echter een aantal factoren die de prognose van angststoornissen na een miskraam kunnen beïnvloeden. Bijvoorbeeld, vrouwen die al een voorgeschiedenis hebben van angststoornissen of depressie kunnen meer risico lopen op het ontwikkelen van langdurige angstsymptomen na een miskraam. Een ander belangrijk aspect is de mate van sociale steun die de vrouw ervaart na haar miskraam. Vrouwen die sociale steun ontvangen van familie, vrienden en hulpverleners, hebben meestal een betere prognose dan vrouwen die deze steun niet hebben [23].
Het is ook belangrijk om te beseffen dat de prognose van angststoornissen bij vrouwen na een miskraam kan variëren, afhankelijk van het type angststoornis. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen die last hebben van PTSS na een miskraam meer kans hebben op een langduriger beloop van symptomen dan vrouwen met andere angststoornissen [23]. Dit kan te maken hebben met de aard van PTSS-symptomen die vaak verband houden met herbeleving van traumatische gebeurtenissen en vermijding van stimuli die aan deze gebeurtenis doen denken.
Ten slotte is het belangrijk om te benadrukken dat er effectieve behandelingen beschikbaar zijn voor vrouwen die angststoornissen ervaren na een miskraam. Het is belangrijk dat vrouwen de juiste behandeling krijgen en dat deze behandeling tijdig wordt gestart, om de prognose te verbeteren en de kans op chronische angst te verminderen [22].
In dit hoofdstuk wordt er specifiek gekeken naar de combinatie van een miskraam en angstsymptomen. Hierbij wordt er ingegaan op psychosociale mechanismen van een miskraam en angst, maar ook de biologische mechanismen komen in dit hoofdstuk aan bod.
Er zijn verschillende psychosociale mechanismen die gepaard gaan met angstsymptomen na het hebben van een miskraam. Deze psychosociale mechanismen zijn onder te verdelen in rouw en verlies, angst voor herhaling en kwaliteit van leven.
Een miskraam kan gevoelens van verlies en rouw met zich meebrengen. Volgens het dual process model (DPM) van rouwverwerking van Stroebe en Schut [24] omvat rouwverwerking twee processen. Hieronder vallen: verlies- en herstelgerichte coping. Coping verwijst in deze context naar het proces, de strategie of methode van het omgaan met de situatie waarin een individu zich bevindt als gevolg van verlies. Verliesoriëntatie omvat de stressvolle aspecten van de verlieservaring zelf, zoals het confronteren met het verlies, het proces van acceptatie en het ophalen van herinneringen [25]. Dit omvat de rouwarbeid die nodig is om het verlies te verwerken. Hersteloriëntatie, ook wel restauratieoriëntatie genoemd, verwijst naar de secundaire stressfactoren die ontstaan na een verlies en niet direct verbonden zijn met het verlies zelf. Het omvat het heroriënteren in een wereld die drastisch is veranderd en de aanpassingen die nodig zijn om verder te kunnen na het verlies [25]. Dit kan onder meer betekenen dat verschillende aspecten van het dagelijks leven opnieuw moeten worden uitgevonden of bedacht [26]. Volgens het duale procesmodel zijn zowel verliesoriëntatie als hersteloriëntatie een natuurlijk en gezond onderdeel van het rouwproces. De rouwende wordt heen en weer geslingerd tussen deze oriëntaties, wat oscillatie wordt genoemd. Het houdt in dat verschillende stressfactoren die voortkomen uit het verlies op verschillende momenten worden vermeden of geconfronteerd. Oscillatie is een fundamenteel onderdeel van de rouwverwerking [24].
Figuur 1. Het dual process model van rouwverwerking
Noot. Overgenomen uit "Voorbij het gebroken hart. Psychische en lichamelijke gevolgen van het verlies van een dierbare" door M.S. Stroebe, 2009, Pscyhologie & Gezondheid, 37, p. 242 (https://doi.org/10.1007/bf03080413) [26]
Een miskraam gaat gepaard met gevoelens van verlies. Zo valt het toekomstbeeld plotseling weg en verliezen de ouders een unieke relatie met het ongeboren kind. Daarnaast heerst er nog steeds een taboe op de gevoelens na een miskraam. Anderen die het ongeboren kind niet hebben gekend kunnen zich moeilijk inleven in de hevige gevoelens. Door anderen kan het verdriet als abnormaal worden ervaren. Wat het bespreken van deze gevoelens lastig kan maken voor de ouders, door het gevoel van schaamte [27]. De gevoelens van verlies kunnen gepaard gaan met rouw. Rouw kan voorkomen kort na de miskraam, maar ook lang daarna nog. Het rouwproces kan worden bemoeilijkt doordat er geen mogelijkheid is om afscheid te nemen van het kind. Er bestaat geen ‘ritueel’ voor een miskraam. Daarnaast is er geen officieel erkende persoon om te begraven. Er is geen tastbaar iets [28]. Het ervaren van angst kan een invloed hebben op het rouwproces. Vrouwen die last hebben van angst kunnen moeite hebben met het accepteren van de gebeurtenis en kunnen gevoelens van onzekerheid en hulpeloosheid ervaren, waardoor het rouwproces verder kan worden bemoeilijkt. In de studie van Hutti et al. is het verband tussen rouw, partnerrelatie en psychologisch welzijn onderzocht bij vrouwen die een zwangerschapsverlies hebben ervaren en nu opnieuw zwanger zijn. Uit het onderzoek bleek dat een grotere rouwintensiteit samenhing met meer zwangerschapsspecifieke angst, maar ook depressiesymptomen, posttraumatische stress en een slechtere kwaliteit van de intieme partnerrelatie [29].
Mannen en vrouwen kunnen het verlies van de baby anders ervaren. Dit zou komen doordat over het algemeen vrouwen meer getroffen en emotioneel betrokken lijken te zijn dan mannen. Mannen lijken minder betrokken te zijn bij de zwangerschap en de foetus, waardoor beiden een andere ervaring van rouw en verlies kunnen hebben. Er is gebleken dat vrouwen na een miskraam meer symptomen van depressie, angst en stress hadden dan mannen [30]. Vrouwen zouden in tegenstelling tot mannen meer sociale support zoeken bij anderen die hetzelfde hebben meegemaakt. Daarnaast ervaren vrouwen meer schuldgevoelens dan mannen [31]. Mannen daarentegen zouden meer afleidingstechnieken toepassen en minder praten over hun gevoelens. De studie suggereerde ook dat het belangrijk kan zijn voor mannen om specifieke vormen van ondersteuning te krijgen om met hun unieke rouwervaring na een verlies om te kunnen gaan [32].
Een miskraam kan een grote invloed uitoefenen op de partnerrelatie. Doordat beide partners in een rouwverwerking fase zitten, kunnen ze elkaar minder ondersteunen. Wat kan leiden tot een minder intieme partnerrelatie [29]. Uit onderzoek van Swanson et al. [33] bleek dat een derde van de vrouwen meldde dat hun relatie na de miskraam meer afstandelijk voelde. Daarnaast bleek uit het onderzoek van Gold et al. [34] dat er een hoger risico is op het beëindigen van de relatie na een miskraam in vergelijking met een gezonde geboorte. Ondanks partners op verschillende manieren omgaan met het verlies, kunnen paren proberen om elkaars ervaring te begrijpen en elkaar te steunen door open en eerlijke communicatie. Hierbij professionele hulp zoeken kan helpen. Hierdoor kan een miskraam ook juist zorgen voor het hechter worden van de partnerrelatie [29]. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat een goede relatie met de partner een beschermend effect heeft op de rouwverwerking en wordt geassocieerd met minder angst [35].
Na het hebben meegemaakt van een miskraam, gaat een eventuele nieuwe zwangerschap erna gepaard met veel spanning en onzekerheid. Voor vele vrouwen is voornamelijk de zwangerschapsduur spannend en zou er geen sprake meer zijn van een 'roze wolk'. Er kan sprake zijn van vertrouwensverlies in het eigen lichaam en eigen kunnen [27]. Daarnaast kunnen er gevoelens van schaamte ten opzichte van het overleden kind bij komen kijken. Deze gevoelens kunnen voorkomen bij een daadwerkelijke nieuwe zwangerschap, maar ook enkel bij de gedachte aan een nieuwe zwangerschap [27]. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat een miskraam gepaard gaat met een verhoogde zwangerschap gerelateerde angst, wat verwijst naar angstklachten die zwangere vrouwen ervaren als gevolg van verwachte onzekerheid tijdens de zwangerschap [36] [37]. Deze zwangerschap gerelateerde angst neemt af, nadat het eerste trimester van de zwangerschap is voltooid. In tegenstelling tot vrouwen die één miskraam hebben ervaren, geldt deze afname in angst niet voor vrouwen die eerder meer dan één miskraam hebben ervaren. De angst neemt bij deze vrouwen pas af bij de geboorte van een gezond kind [36]. Daarnaast bleek uit onderzoek dat de vrouwen zich het meeste zorgen maakten over de gezondheid van de baby. Ook maakten veel vrouwen zich zorgen over hun mentale en fysieke gezondheid. Hierbij vroegen ze zich af of ze een tweede zwangerschapsverlies zouden aankunnen op mentaal gebied. De vrouwen waren angstig dat het kind nadelig beïnvloed zou worden door de ervaren spanning en angst [38].
Uit het onderzoek van Mevorach-Zussman et al. [39] is gebleken dat vrouwen na een miskraam milde tot matige niveaus van angst ervaren. De vrouwen die een miskraam hebben ervaren of vrouwen die opnieuw zwanger zijn na een miskraam hebben in vergelijking tot vrouwen zonder deze ervaring een verhoogd niveau van angst. Angst kan hiermee een negatieve invloed hebben op kwaliteit van leven. Vrouwen met terugkerende miskramen ervaarden de minste mate van kwaliteit van leven in tegenstelling tot vrouwen waarbij miskramen niet terugkerend waren. Met name op de onderdelen: percepties van gezondheid, vitaliteit, beperkte fysieke en emotionele rollen, sociaal functioneren en mentale gezondheid, scoorden de vrouwen met herhaalde miskramen lager dan de vrouwen zonder [40].
Naast psychosociale mechanismen zijn er ook biologische mechanismen die angstsymptomen bij een miskraam mogelijk kunnen verklaren. Deze biologische mechanismen zijn onder te verdelen in hormonale veranderingen en stresshormonen waarbij verschillende systemen in het lichaam een rol spelen.
Angst na een miskraam hoeft niet alleen het gevolg te zijn van psychologische factoren, maar ook hormonale veranderingen spelen hierbij een rol.
Vrouwen die een miskraam hebben gehad, blijken een verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van angstsymptomen [41]. Een mogelijke oorzaak van deze angstsymptomen kan een verandering in hormoonlevels zijn die kunnen ontstaan na het krijgen van een miskraam. Zo blijkt uit de studie van Lisova et al. [42] dat het progesteronniveau tijdens de zwangerschap hoog is, terwijl dit na het krijgen van een miskraam snel daalt. Progesteron blijkt een kalmerend effect te hebben op het zenuwstelsel, waardoor een laag niveau van dit hormoon kan leiden tot angstsymptomen. Daarnaast speelt oestrogeen ook een belangrijke rol tijdens de zwangerschap. Ook dit hormoon stijgt gedurende de zwangerschap, en daalt na het krijgen van een miskraam. Oestrogeen is van belang bij de regulatie van de stemming. Zo blijkt dat ook een laag niveau van dit hormoon geassocieerd wordt met angstsymptomen. Bovendien kan een miskraam ook veel stress veroorzaken, waardoor er cortisol wordt geproduceerd door de bijnieren. Langdurige verhoogde niveaus van dit hormoon kunnen bijdragen aan een verminderde stressreactie, wat vervolgens weer kan leiden tot het ontwikkelen van angst [43]. Hieruit blijkt dat lage progesteron- en oestrogeenniveau ’s en een hoge cortisolniveau's na het krijgen van een miskraam kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van angstsymptomen.
Naast dat angst een gevolg kan zijn van hormonale veranderingen na het krijgen van een miskraam, is angst tijdens de zwangerschap mogelijk ook gerelateerd aan een hoger risico op negatieve zwangerschapsuitkomsten. Echter, komt dit meestal alleen voor in extreme gevallen. Zo kunnen stresshormonen effect op de ontwikkeling van de placenta [44]. Stress tijdens de zwangerschap wordt (in extreme gevallen) in verband gebracht met het vrijkomen van stresshormonen, zoals CRH, ACTH en cortisol. Dit kan de ontwikkeling van de foetus en het verloop van de zwangerschap beïnvloeden [36]. De studie van Milad et al. [45] rapporteren dat stress ervoor zorgt dat naast cortisolniveau ’s ook de progesteron- en prolactineniveau ’s veranderen, wat een negatieve invloed kan hebben op de zwangerschapsuitkomsten. De ervaring van stress zorgt voor de activering van verschillende stresssystemen, zoals het autonome zenuwstelsel, de hypothalamic-pituitary-adrenal-as (HPA-as) en ontstekingsreacties binnen het immuunsysteem. Deze worden hieronder verder toegelicht.
Het autonome zenuwstelsel is het deel van het zenuwstelsel dat automatisch functioneert en de
onbewuste processen in het lichaam reguleert, zoals de ademhaling, hartslag, bloeddruk, etc. Veranderde
activiteit van het autonome zenuwstelsel tijdens de zwangerschap kan een negatief effect hebben op de
omgeving van de baarmoeder en kan (in extreme gevallen) zwangerschapsverlies veroorzaken [46]. Het
autonome zenuwstelsel bestaat uit twee onderdelen, namelijk het sympathische zenuwstelsel (actie) en
het parasympathische zenuwstelsel (herstel). Bij stress en angst is er vaak ontregeling van het autonome
zenuwstelsel, waarbij er sprake is van een hyperactieve sympathische toon [47]. Dit houdt in dat het
sympathische zenuwstelsel hyperactief wordt, waardoor de bloeddruk, hartslag en ademhaling enorm
stijgen. Bij de sympathische stressrespons vindt er activatie van de sympatho-adreno-medullary-as
(SAM-as) plaats. Hierdoor komen de stofjes adrenaline en noradrenaline vrij, wat zorgt voor een
stijging van de bloeddruk, hartslag en ademhaling [48]. Hoge niveaus van adrenaline en
noradrenaline veroorzaken vasoconstrictie. Dit kan ervoor zorgen dat de doorbloeding van de
placentaire bloedvaten wordt belemmerd [49].
Figuur 2. Het sympatische- en parasympatische zenuwstelsel
Noot. Overgenomen uit ''Stress, plezier en het autonome zenuwstelsel'', door J. Bommerez, 2022, geraadpleegd van https://www.lerenloslaten.com/het-autonome-zenuwstelsel/ [50]
De HPA-as is een stresssysteem dat een langzame respons op stress heeft. Bij dit systeem zorgt
stress voor de activatie van verschillende stofjes, wat uiteindelijk leidt tot de afscheiding van cortisol.
Bij het ervaren van stress zorgt de hypothalamus ervoor dat er corticotropin-releasing hormone
(CRH) wordt afgegeven aan de hypofyse. Dit leidt ertoe dat de hypofyse adrenocorticotropic
hormone (ACTH) gaat afgeven aan de bijnieren. Als reactie daarop gaan de bijnieren cortisol afgeven.
Dit kan een negatieve invloed hebben op het metabolisme van de baarmoeder en
de placenta. Ook vermindert het de progesteronsynthese. Progesteron is van belang voor het
behouden van een zwangerschap, wat betekent dat lage niveaus van dit hormoon in het begin van
de zwangerschap een miskraam kunnen voorspellen. Dit wijst erop dat (hoge mate van) stress tijdens
de zwangerschap de zwangerschapsuitkomsten negatief kan beïnvloeden [51]. Daarentegen,
beschermt de placenta de foetus ook gedeeltelijk tegen cortisol van de moeder. De placenta
maakt namelijk enzymen aan die cortisol afbreken, waardoor er minder cortisol terecht komt bij de
foetus. Echter, in het geval van extreem hoge niveaus van cortisol van de moeder kan de placenta
de foetus niet volledig beschermen, en gaat cortisol door de barrière heen. Dit kan vervolgens
de ontwikkeling van de foetus negatief beïnvloeden [52].
Noot. Overgenomen uit "Indium bij een burnout & bijnieruitputting", Idium Info, z.d., geraadpleegd van https://indiuminfo.com/indium-bij-een-burnout-en-bijnieruitputting/ [53]
Het immuunsysteem wordt geactiveerd bij stress om mogelijke verwondingen en infecties tegen te
gaan. Ook cortisol heeft een effect op het immuunsysteem. Kortdurende stress kan leiden tot een
beter werkend immuunsysteem, terwijl langdurige stress ervoor zorgt dat er door cortisol
meer ontstekingsreacties ontstaan en het immuunsysteem minder goed functioneert. Zo blijkt ook
dat langdurige angst verband houdt met verhoogde ontstekingswaarden in het bloed [54]. Dit geldt
ook in het geval van een zwangerschap. Een hoge mate van angst tijdens de zwangerschap kan
leiden tot verhoogde activiteit van het immuunsysteem, wat mogelijk kan resulteren in ontstekingen
en andere complicaties die de zwangerschap kunnen belemmeren. Dit geldt echter wel alleen bij
een hoge mate van angst dat langdurig aanhoudt. Het is van belang dat het immuunsysteem in balans
is tijdens de zwangerschap. Ook kan het immuunsysteem in sommige gevallen de ontwikkelende
foetus aanvallen in het geval dat het lichaam de bevruchte eicel niet als ‘’eigen’’ herkend [55]. Echter,
is het zo dat een zwangerschap over het algemeen zorgt voor een veranderende werking van
het immuunsysteem met als doel om de foetus niet af te stoten. Dit zorgt er wel voor dat een
vrouw tijdens de zwangerschap meer risico loopt op het krijgen van infecties. Er zijn infecties
die schadelijk kunnen zijn voor het ongeboren kind. Vanwege een veranderende werking
van het immuunsysteem tijdens de zwangerschap wordt er een vaccinatie voor zwangere vrouwen
aangeraden die het ongeboren kind en de zwangere vrouw beschermen tegen mogelijke infecties [56].
Vrouwen kunnen verschillend reageren op het krijgen van een miskraam. Voor veel vrouwen betekent een miskraam het verliezen van een toekomstig kind, van het moederschap of het verlies van zichzelf. Daarnaast komt de angst voor het onvermogen om zich voort te platen ook vaak voor. Er is gebleken dat het krijgen van een miskraam geassocieerd kan worden met mogelijke blijvende psychologische gevolgen. Psychologische symptomen, zoals angst en depressie, die kunnen ontstaan na het krijgen van een miskraam wordt vaak niet herkend door medische professionals. Angstniveau's na het krijgen van een miskraam dalen gedurende de zes maanden daarna [13]. Wanneer vrouwen na zes maanden na het krijgen van een miskraam nog angstklachten ervaren, kan het helpen om aan deze angstklachten te werken door middel van therapie. Er kunnen verschillende therapieën effectief zijn, zoals Cognitieve Gedrags Therapie, Progressive Muscle Relaxation, Mindfulness-Based Stress Reduction en antidepressiva. Hieronder worden deze toegelicht.
Indien er sprake is van langdurige angst, wordt er verwacht van de vrouwen dat ze zelf contact opnemen met de huisarts. Deze kan hen een doorverwijzing bieden voor psychologische of psychiatrische hulp. Er is nog geen routine follow-up na een miskraam. Er is gebleken dat vrouwen die de optie tot een follow-up niet aangeboden kregen, een hogere mate van angst ervaarden dan de vrouwen die dit wel aangeboden kregen van de huisarts [57]. Het is daarom belangrijk dat de hulpverleners ook screenen op langdurige angst en dit bespreken met de patiënt. Waarbij vooral jonge vrouwen, vrouwen met een Amerikaanse afkomst, vrouwen met een lage sociale economische status, vrouwen met onvoldoende sociale steun, vrouwen met inadequate copingsmechanismen evenals vrouwen met een voorgeschiedenis van eerder zwangerschapsverlies of verminderde vruchtbaarheid een hoger risico lopen op het ontwikkelen van psychologische problemen na een miskraam [57].
Het hebben van een of meerdere miskramen kan mentale distress met zich meebrengen. Onder mentale distress vallen symptomen zoals angst en depressie maar ook somatische klachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn en slaapproblemen. Voor het behandelen van miskramen moet gedacht worden aan medische zorg maar ook aan psychologische zorg. CGT is hierbij een goede optie voor het behandelen van de psychologische impact die een miskraam met zich mee brengt. CGT richt zich voornamelijk op het leren omgaan met negatieve gedachten en gevoelens. Bij deze behandeling leren de patiënten beter hun stemming te beheersen en hun acties beter af te stellen op wat ze willen bereiken. Voorwaarden voor de therapie zijn: motivatie om iets aan de klachten te doen, openstaan voor kritische zelfreflectie, er overtuigd van zijn dat het probleem van binnenuit aangepakt moet worden en gedachten onder woorden kunnen brengen [67]. Indien angstklachten langer dan zes maanden aanhouden, zou je bij de huisarts of bij de medisch specialist een doorverwijzing kunnen vragen voor psychologische hulp, waaronder CGT [58].
Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat CGT effectief is in het verminderen van de mentale distress. Dit geldt voor vrouwen die eenmalig een miskraam hebben meegemaakt, maar ook voor vrouwen die herhaalde miskramen hebben meegemaakt [59][60][61]. Ook het onderzoek van Nakano et al. [61] onderzocht vrouwen met herhaalde miskramen. Deze vrouwen hadden verhoogde levels van distress, waaronder angst. De vrouwen werden behandeld met CGT, waarbij de levels van angst zowel voor als na de behandeling werden gemeten. Hieruit bleek dat de angst na de behandeling met CGT gedaald was in vergeleken met voor de CGT. Hieruit kunnen we opmaken dat CGT een effectief onderdeel kan zijn van een support systeem voor vrouwen die een miskraam hebben ervaren.
Het doel van PMR oefeningen is de spierspanning verminderen. De spierspanning wordt veroorzaakt door onder andere spierangst maar ook psychologische problemen. De relaxatie oefeningen helpen mensen om te realiseren dat ze controle kunnen uitoefenen over de spieren in hun lichaam en hiermee dus ook controle kunnen hebben over de angst die ze ervaren. Tijdens het aanspannen en ontspannen van de spieren komt het endorfine hormoon vrij. Dit staat ook wel bekend als de natuurlijke-pijnstiller van het lichaam. Hierdoor neemt uiteindelijk ook de mate van angst af [62]. In het onderzoek van Duman et al. [63] wordt de effectiviteit van PMR bij vrouwen, die eerder een miskraam hebben meegemaakt, onderzocht. De vrouwen meldden namelijk meer controle te willen hebben over de zorg tijdens de zwangerschap, vaker contact te willen hebben met een zorgverlener en meer bezig te zijn met de aspecten van hun nieuwe zwangerschap in vergelijking met de vorige zwangerschap. De vrouwen kregen een 12-weken durende training op het gebied van PMR. Aan het einde van de training bleken de niveaus van zwangerschap gerelateerde angst lager dan de niveaus voor de interventie en lager dan bij de controlegroep. Vrouwen die een miskraam hebben ervaren zouden dus baat hebben bij het krijgen van PMR training. Dit kan op zichzelf, maar ook in combinatie met CGT. Vrouwen zouden op aanvraag, door hun huisarts, doorverwezen kunnen worden, maar er zijn ook online mogelijkheden om deel te nemen aan PMR zonder doorverwijzing. Dit maakt PMR erg toegankelijk. Het onderstaande filmpje laat zien hoe een PMR sessie er uit kan zien.
Voorheen werd mindfulness gebruikt als behandeling voor chronische pijn. Het doel van MBSR is de aandachtsgerichtheid te vergoten, een niet-oordelende blik te hebben en acceptatie van hoe de toestand is. Verder leert iemand met MBSR aanwezig te zijn in het moment en zich niet druk te maken over gebeurtenissen in de toekomst of over gebeurtenissen uit het verleden. MBSR is geschikt voor iedereen die hun kwaliteit van leven wil verbeteren, waaronder ook personen die te maken hebben met angst specifieke klachten [61][64]. MBSR kan men verkrijgen door een verwijzing via de huisarts, maar ook via online cursussen. Uit het onderzoek van Nasrollahi et al. [65] blijkt dat MBSR een effectieve manier was van het verminderen van angstgevoelens voor vrouwen die een zwangerschapsverlies hebben meegemaakt. Het niveau van angst was na de MBSR interventie lager dan vooraf aan de interventie. Door het geven van MBSR bij vrouwen die een zwangerschapsverlies hebben meegemaakt, kan de mentale gezondheid van deze vrouwen worden verbeterd. Hiermee kan de angst worden verminderd en op deze manier een uiteindelijke depressie worden voorkomen.
Een farmacologische interventie voor de behandeling van angst bij een miskraam kunnen antidepressiva zijn. Het is belangrijk om te weten dat veel medicijnen bij de baby terecht kunnen komen via de placenta, en daardoor mogelijk van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van de baby. Bij behandeling voor angst wordt vaak antidepressiva in de vorm van serotonine-reuptake-inhibitors (SSRI’s) als eerste voorgeschreven [66]. SSRI's zorgen voor een verhoging van het serotonine gehalte in de hersenen. Dit kan vervolgens zorgen voor een vermindering van angstsymptomen aangezien er bij angst sprake is van verlaagde serotonine niveaus [67]. Uit onderzoek blijkt dat bij het gebruik van SSRI’s tijdens de zwangerschap er geen verhoogd risico bestaat op aangeboren afwijkingen. Wel is het belangrijk om bij het slikken van SSRI's tijdens de zwangerschap om regelmatig op controle te komen bij de verloskundige [66]. Als tweede kunnen tricyclische antidepressiva (TCA) worden ingezet, maar deze geven meer bijwerkingen dan SSRI’s [68]. TCA's zorgen voor een verhoging van de serotonine- en noradrenaline niveaus in de hersenen [67]. Langdurig gebruik van TCA's tijdens de zwangerschap kan zorgen voor onthoudingsverschijnselen bij de pasgeboren baby. Voorbeelden van onthoudingsverschijnselen zijn prikkelbaarheid, een verhoogde spierspanning, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hevig huilen. Het is hierbij belangrijk om de baby na de bevalling goed in de gaten te houden [68]. Antidepressiva kunnen door de arts worden voorgeschreven bij ernstige angstklachten of als behandeling zonder medicijnen niet effectief genoeg is. De ernst van de angstklachten wordt door de huisarts bepaald aan de hand van: de mate van belemmering in het dagelijks leven door de angstklachten, het lijden en de invloed van het vermijdingsgedrag als gevolg van de angst [69].
Een miskraam komt veel voor, 1 op de 10 vrouwen krijgt hier mee te maken tijdens de zwangerschap. De oorzaak is in de meeste gevallen onbekend, maar er zijn wel risicofactoren en oorzaken die een rol kunnen spelen. Het is belangrijk om tijdens zowel de diagnose en behandeling rekening te houden met de individuele behoeften van de patiënt. Een miskraam gaat vaak gepaard met angstklachten. Er zijn een aantal factoren die de prognose van angst kunnen beïnvloeden zoals de voorgeschiedenis van de vrouw met betrekking tot angststoornissen, de mate van sociale steun en het type angststoornis. De meeste vrouwen zijn in staat om hun gevoelens van angst en verdriet na verloop van tijd te verwerken en te herstellen. Hiermee is de prognose van angst na een miskraam over het algemeen gunstig. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat een miskraam gepaard gaat met gevoelens van verlies en rouw, waarbij angst het rouwproces kan bemoeilijken. De gevoelens die bij rouw en verlies komen kijken verschillen tussen mannen en vrouwen en kunnen een negatieve invloed hebben op de relatie. Echter, kan de partnerrelatie ook juist een bescherming bieden voor het ervaren van angst na een miskraam. Daarnaast gaat een miskraam vaak gepaard met gevoelens van angst voor herhaling en heeft het een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Naast psychosociale factoren zijn er ook hormonale veranderingen die een rol spelen in de relatie tussen angst en een miskraam. Zowel progesteron als oestrogeen zijn geassocieerd met hogere niveaus van angst na een miskraam. Ook stress speelt een rol. Stress zorgt voor het activeren van verschillende stresssystemen, zoals het autonome zenuwstelsel, HPA-as en het immuunsysteem. Langdurige activatie van deze systemen kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de foetus tijdens de zwangerschap en op de zwangerschap zelf. De angstklachten bij een miskraam zijn goed behandelbaar. Zowel therapeutische behandelingen: CGT, PMR en MBSR, als farmacologische behandeling: antidepressiva, zijn effectief gebleken in het verminderen van angst.
Al met al is een miskraam een ervaring die relatief veel wordt meegemaakt. Hier kan veel gevoel en onduidelijkheid bij komen kijken. Deze pagina biedt een informatief handvat aan om deze ervaring te doorkomen en meer duidelijkheid te geven.
1. Verloskunde. (2023). AMC. Geraadpleegd op 1 april 2023, van https://www.amc.nl/web/specialismen/verloskunde/zwanger-en-bevallen-van-a-tot-z/begrippen.htm#:~:text=Een%20miskraam%20is%20een%20spontane,Deze%20zijn%20niet%20gelijk.
2. Miscarriage - Symptoms and causes - Mayo Clinic. (2021, 16 oktober). Mayo Clinic. https://www.mayoclinic.org/diseases-conditions/pregnancy-loss-miscarriage/symptoms-causes/syc-20354298
3. Miscarriage - Diagnosis and treatment - Mayo Clinic. (2021, 16 oktober). https://www.mayoclinic.org/diseases-conditions/pregnancy-loss-miscarriage/diagnosis-treatment/drc-20354304
4. Xu, G., Wu, Y., Yang, L., Yuan, L., Huafeng, G., Zhang, F., Guan, Y., & Yao, W. (2014). Risk factors for early miscarriage among Chinese: a hospital-based case-control study. Fertility and Sterility, 101(6), 1663–1670. https://doi.org/10.1016/j.fertnstert.2014.02.013
5. Op de echo is te zien dat ik een miskraam krijg | Thuisarts.nl. (2020, July 24). https://www.thuisarts.nl/miskraam/ik-heb-miskraam
6. Early Pregnancy Loss. (2023). ACOG. https://www.acog.org/womens-health/faqs/early-pregnancy-loss
7. De kans op een miskraam. (2023). Radboudumc. Geraadpleegd op 1 april 2023, van https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/aandoeningen/herhaalde-miskraam/de-kans-op-een-miskraam#:~:text=Minstens%201%20op%20de%2010,zwangerschap%3A%2010%2D15%25
8. What Are the Causes of and Risks for Pregnancy Loss (Before 20 Weeks of Pregnancy)? (2017, 1 september). https://www.nichd.nih.gov/health/topics/pregnancyloss/conditioninfo/causes
9. Miskraam. (2023). NHG-Richtlijnen. https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/miskraam
10. Miskraam. (2020). In AMC (Nr. 000014239). Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde (CVV) / Patiëntenvoorlichting. Geraadpleegd op 1 april 2023, van https://webshare.zenya.work/DocumentResource/7611263c-8ca6-4c65-911f-6fc8530bc2d8/Document.pdf?webshareid=tbzmhkhx54tg34cb&showinlinepdf=1
11. ACOG Practice Bulletin No. 200: Early Pregnancy Loss. (2018). Obstetrics & Gynecology, 132(5), e197–e207. https://doi.org/10.1097/aog.0000000000002899
12. Lohani, M., Siu, A. M. H., & Chan, C. H. Y. (2019). Anxiety and depression after miscarriage: A systematic review and meta-analysis. The Journal of Obstetrics and Gynaecology Research, 45(1), 30–43.https://doi.org/10.1111/jog.13805
13. Lok, I. H., & Neugebauer, R. (2007). Psychological morbidity following miscarriage. Best Practice & Research in Clinical Obstetrics & Gynaecology, 21(2), 229–247. https://doi.org/10.1016/j.bpobgyn.2006.11.007
14. Carter, M. J. (2014). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th ed. Therapeutic Recreation Journal, 48(3). https://js.sagamorepub.com/trj/article/view/5720
15. Hettema, J. M., Neale, M. C., Kendler, K. S., & Myers, J. M. (2001). The prevalence and comorbidity of generalized anxiety disorder and major depressive disorder in a sample of African Americans. Journal of Affective Disorders, 64(2-3), 271-278. https://doi.org/10.1016/S0165-0327(00)00223-9
16. Etkin, A., & Wager, T. D. (2007). Functional neuroimaging of anxiety: A meta-analysis of emotional processing in PTSD, social anxiety disorder, and specific phobia. American Journal of Psychiatry, 164(10), 1476-1488.https://doi.org/10.1176/appi.ajp.2007.07030504
17. Kessler, R. C., Davis, C. G., & Kendler, K. S. (1997). Childhood adversity and adult psychiatric disorder in the US National Comorbidity Survey. Psychological Medicine, 27(5), 1101-1119.https://doi.org/10.1017/S0033291797005588
18. Moylan, S., Jacka, F. N., & Berk, M. (2013). The neurobiology and phenomenology of mood and anxiety disorders: a selective overview. The Australian and New Zealand journal of psychiatry, 47(9), 828-842.
19. Newman, M. G., Llera, S. J., Erickson, T. M., Przeworski, A., & Castonguay, L. G. (2019). Worry and generalized anxiety disorder: a review and theoretical synthesis of evidence on nature, etiology, mechanisms, and treatment.Annual Review of Clinical Psychology, 15, 263-296.
20. McEvoy, P. M., Nathan, P., Norton, P. J., & Ehring, T. (2016). Anxiety disorders. The Lancet Psychiatry, 3(3), 215-224.
21. Lohani, M., Siu, A. M. H., & Chan, C. H. Y. (2019). Anxiety and depression after miscarriage: A systematic review and meta-analysis. The Journal of Obstetrics and Gynaecology Research, 45(1), 30–43.https://doi.org/10.1111/jog.13805
22. Farren, J., Jalmbrant, M., Falconieri, N., Mitchell-Jones, N., & Bobdiwala, S. (2016). Post-traumatic stress, anxiety and depression following miscarriage or ectopic pregnancy: A prospective cohort study. BMJ Open, 6(11), e011864. https://doi.org/10.1136/bmjopen-2016-011864
23. Lok, I. H., Yip, A. S. K., Lee, D. T. S., Sahota, D. S., & Chung, T. K. H. (2020). Prevalence of anxiety and depression symptoms in women after miscarriage: A systematic review and meta-analysis. Birth, 47(4), 416–427.https://doi.org/10.1111/birt.12492
24. Stroebe, M., & Schut, H. (1999). The dual process model of coping with bereavement: rationale and description. Death Studies, 23(3), 197–224. https://doi.org/10.1080/074811899201046
25. Stroebe, M., & Schut, H. (2016). Overload. Omega - Journal of Death and Dying, 74(1), 96–109. https://doi.org/10.1177/0030222816666540
26. Stroebe, M. (2009). Voorbij het gebroken hart. Psychische en lichamelijke gevolgen van het verlies van een dierbare. Psychologie & Gezondheid. https://doi.org/10.1007/bf03080413
27. Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. Isala. Geraadpleegd op 28 maart 2023, van
28. Een miskraam: hoe verwerk je het en hoe ga je er mee om? NFG. Geraadpleegd op 28 maart 2023, van
https://www.de-nfg.nl/NL/een-miskraam-hoe-verwerk-je-het-en-hoe-ga-je-er-mee-om.html
29. Hutti, M. H., Armstrong, D. K., Myers, J. J., & Hall, L. (2015). Grief Intensity, Psychological Well‐Being, and the Intimate Partner Relationship in the Subsequent Pregnancy after a Perinatal Loss.
30. Cumming, G., Klein, S., Bolsover, D., Lee, A. J., Alexander, D. M., Maclean, M., & Jurgens, J. D. (2007). The emotional burden of miscarriage for women and their partners: trajectories of anxiety and depression over 13 months. Bjog: An International Journal Of Obstetrics And Gynaecology, 114(9), 1138–1145. https://doi.org/10.1111/j.1471-0528.2007.01452.x
31. Mcgreal, D., Evans, B. G., & Burrows, G. D. (1997). Gender differences in coping following loss of a child through miscarriage or stillbirth: A pilot study. Stress Medicine, 13(3), 159–165. https://doi.org/10.1002/(sici)1099-1700(199707)13:3
32. Kong, G. W. S., Chung, T. K., Lai, B. P. Y., & Lok, I. H. (2010). Gender comparison of psychological reaction after miscarriage-a 1-year longitudinal study. Bjog: An International Journal Of Obstetrics And Gynaecology, 117(10), 1211–1219. https://doi.org/10.1111/j.1471-0528.2010.02653.x
33. Swanson, K. M., Karmali, Z. A., Powell, S. Z., & Pulvermakher, F. (2003). Miscarriage Effects on Couples’ Interpersonal and Sexual Relationships During the First Year After Loss: Women’s Perceptions. Psychosomatic Medicine. https://doi.org/10.1097/01.psy.0000079381.58810.84
34. Gold, K. J., Sen, A., & Hayward, R. A. (2010). Marriage and Cohabitation Outcomes After Pregnancy Loss. Pediatrics, 125(5),
1202–1207. https://doi.org/10.1542/peds.2009-3081
35. Scheidt, C. E., Hasenburg, A., Kunze, M., Waller, E., Pfeifer, R., Zimmermann, P., Hartmann, A., & Waller, N. (2012). Are individual differences of attachment predicting bereavement outcome after perinatal loss? A prospective cohort study. Journal of Psychosomatic Research, 73(5), 375–382. https://doi.org/10.1016/j.jpsychores.2012.08.017
36. Fertl, K. I., Bergner, A., Beyer, R., Klapp, B. F., & Rauchfuss, M. (2009). Levels and effects of different forms of anxiety during pregnancy after a prior miscarriage. European Journal of Obstetrics & Gynecology and Reproductive Biology, 142(1), 23–29. https://doi.org/10.1016/j.ejogrb.2008.09.009
37. Franche, R., & Mikail, S. F. (1999). The impact of perinatal loss on adjustment to subsequent pregnancy. Social Science & Medicine, 48(11), 1613–1623. https://doi.org/10.1016/s0277-9536(98)00438-9
38. Côté-Arsenault, D., Bidlack, D., & Humm, A. (2001). Women’s Emotions and Concerns During Pregnancy Following Perinatal Loss. MCN: The American Journal of Maternal/Child Nursing, 26(3), 128–134. https://doi.org/10.1097/00005721-200105000-00006
39. Mevorach-Zussman, N., Bolotin, A., Shalev, H., Bilenko, N., Mazor, M., & Bashiri, A. (2012). Anxiety and deterioration of quality of life factors associated with recurrent miscarriage in an observational study. Journal of Perinatal Medicine, 40(5). https://doi.org/10.1515/jpm-2011-0313
40. Tavoli, Z., Mohammadi, M., Tavoli, A., Moini, A., Effatpanah, M., Khedmat, L., & Montazeri, A. (2018). Quality of life and psychological distress in women with recurrent miscarriage: a comparative study. Health and Quality of Life Outcomes, 16(1). https://doi.org/10.1186/s12955-018-0982-z
41. Quenby, S., Gallos, I. D., Dhillon-Smith, R. K., Podesek, M., Stephenson, M. D., Fisher, J. D., Brosens, J. J., Brewin, J., Ramhorst, R., Lucas, E. S., McCoy, R. C., Anderson, R. H., Daher, S., Regan, L., Al-Memar, M., Bourne, T., MacIntyre, D. A., Rai, R., Christiansen, O. B., & Coomarasamy, A. (2021). Miscarriage matters: the epidemiological, physical, psychological, and economic costs of early pregnancy loss. The Lancet, 397(10285), 1658–1667. https://doi.org/10.1016/s0140-6736(21)00682-6
42. Lisova, K. M., Kalinovska, I. V., Pryimak, S. H., Tokar, P. Y., & Varlas, V. N. (2021). Changes in the level of fetoplacental complex hormones in pregnant women with miscarriage. Journal of Medicine and Life, 14(4), 487-491. https://doi.org/10.25122/jml-2021-0089
43. Nepomnaschy, P. A., Welch, K. B., McConnell, D. S., Low, B. S., Strassmann, B. I., & England, B. G. (2006). Cortisol levels and very early pregnancy loss in humans. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America, 103(10), 3938–3942. https://doi.org/10.1073/pnas.0511183103
44. Magnus, M. C., Havdahl, A., Morken, N., Wensaas, K., Wilcox, A. J., & Håberg, S. E. (2021). Risk of miscarriage in women with psychiatric disorders. British Journal of Psychiatry, 219(3), 501–506. https://doi.org/10.1192/bjp.2020.259
45. Milad, M. P., Klock, S. C., Moses, S. A., & Chatterton, R. T. (1998). Stress and anxiety do not result in pregnancy wastage. Human Reproduction, 13(8), 2296–2300. https://doi.org/10.1093/humrep/13.8.2296
46. Kataoka, K., Tomiya, Y., Sakamoto, A., Kamada, Y., Hiramatsu, Y., & Nakatsuka, M. (2015). Altered autonomic nervous system activity in women with unexplained recurrent pregnancy loss. Journal of Obstetrics and Gynaecology Research, 41(6), 912–918. https://doi.org/10.1111/jog.12653
47. De Faria Cardoso, C., Ohe, N. T., Bader, Y., Afify, N., Al-Homedi, Z., Alwedami, S. M., O’Sullivan, S., Campos, L. M. L., & Baltatu, O. (2022). Heart Rate Variability Indices as Possible Biomarkers for the Severity of Post-traumatic Stress Disorder Following Pregnancy Loss. Frontiers in Psychiatry, 12. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2021.700920
48. Chu, B., Marwaha, K., Sanvictores, T., & Ayers, D. (2023). Physiology, Stress Reaction. StatPearls,
49. Bloeddrukverhogende middelen tijdens de zwangerschap. (n.d.). https://www.lareb.nl/mvm-kennis-pagina?id=314
50. Bommerez, J. (2022b, juni 23). Stress, plezier en het autonome zenuwstelsel - Leren loslaten. Leren loslaten. https://www.lerenloslaten.com/het-autonome-zenuwstelsel/
51. Qu, F., Wu, Y., Zhu, Y., Barry, J. M., Yang, Y., Baio, G., Muscat, R., Todd, B. K., Wang, F., & Hardiman, P. J. (2017). The association between psychological stress and miscarriage: A systematic review and meta-analysis. Scientific Reports, 7(1). https://doi.org/10.1038/s41598-017-01792-3
52. Davis, E. P., Glynn, L. M., Waffarn, F., & Sandman, C. A. (2011). Prenatal maternal stress programs infant stress regulation. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 52, 119-129.
53. Indium bij een burnout & bijnieruitputting – Indium Info. (z.d.). https://indiuminfo.com/indium-bij-een-burnout-en-bijnieruitputting/
54. O’Donovan, A., Hughes, B. M., Slavich, G. M., Lynch, L., Cronin, M., O’Farrelly, C., & Malone, K. M. (2010). Clinical anxiety, cortisol and interleukin-6: Evidence for specificity in emotion–biology relationships. Brain Behavior and Immunity, 24(7), 1074–1077. https://doi.org/10.1016/j.bbi.2010.03.003
55. Shakeel, G., Shafi, I., Noor, R., & Bashir, S. (2021). Prevalence of stress among women after first trimester miscarriage. Rawal Medical Journal, 46(2), 391-394.
56. Handig die LCI-richtlijn van het RIVM. (n.d.). LCI Richtlijnen. https://lci.rivm.nl/richtlijnen/influenzavaccinatie-zwangere-vrouwen#:~:text=Tijdens%20de%20zwangerschap%20verandert%20de,ook%20een%20ernstiger%20beloop%20hebben
57. Wong, M. H., Crawford, T. J., Gask, L., & Grinyer, A. (2003). A qualitative investigation into women’s experiences after a miscarriage: implications for the primary healthcare team. British Journal of General Practice, 53(494), 697–702.
58. Wat werkt bij cognitieve gedragstherapie? Nederlands Jeugdinstituut. Geraadpleegd op 1 april 2023, van
https://www.nji.nl/effectieve-jeugdhulp/wat-werkt-cognitieve-gedragstherapie
59. Nikčević, A. V. (2003). Development and evaluation of a miscarriage follow-up clinic. Journal of Reproductive and Infant Psychology. https://doi.org/10.1080/0264683031000154999
60. Séjourné, N., Callahan, S., & Chabrol, H. (2010). The utility of a psychological intervention for coping with spontaneous abortion. Journal of Reproductive and Infant Psychology, 28(3), 287–296. https://doi.org/10.1080/02646830903487334
61. Nakano, Y., Akechi, T., Furukawa, T. A., & Sugiura-Ogasawara, M. (2013). Cognitive behavior therapy for psychological distress in patients with recurrent miscarriage. Psychology Research and Behavior Management, 37. https://doi.org/10.2147/prbm.s44327
62. Dehdari, T., Hidarnia, A., Ramezankhani, A., Sadeghian, S., & Ahmadi, F. (2009). Effects of progressive muscular relaxation training on quality of life in anxious patients after coronary artery bypass graft surgery. Indian Journal of Medical Research, 129(5), 603–608.
63. Duman, M., Ozan, Y. D., Derya, Y. A., & Taşhan, S. T. (2020). The effect of relaxation exercises training on pregnancy-related anxiety after perinatal loss: A pilot randomized control trial. Explore-the Journal of Science and Healing, 18(1), 44–50. https://doi.org/10.1016/j.explore.2020.11.002
64. Wat is MBSR en wat levert het me op? (2018, Juli). UNLP. Geraadpleegd op 28 maart 2023, van https://unlp.nl/kennisbank/mbsr/
65. Nasrollahi, M., Pour, M. G., Ahmadi, A., Mirzaee, M., & Alidousti, K. (2022). Effectiveness of mindfulness-based stress reduction on depression, anxiety, and stress of women with the early loss of pregnancy in southeast Iran: a randomized control trial. Reproductive Health, 19(1). https://doi.org/10.1186/s12978-022-01543-2
66. SSRI’s tijdens de zwangerschap. (n.d.). https://www.lareb.nl/mvm-kennis-pagina?id=71
67. Michalik, J. (2022b). Over antidepressiva. DRUGSinfo.nl. https://www.drugsinfo.nl/combinaties/antidepressiva#:~:text=Parnate%20(Tranylcypromine%C2%AE)-,Selectieve%20serotonine%20heropname%20remmers%20(SSRI),hoeveelheid%20van%20serotonine%20hogen%20maken.
68. Tricyclische antidepressiva tijdens de zwangerschap. (n.d.). https://www.lareb.nl/mvm-kennis-pagina?id=60&naam=Tricyclische+antidepressiva+tijdens+de+zwangerschap
69. Angst. (z.d.). NHG-Richtlijnen. https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/angst
70. Michael Mouris. (2018, 14 september). How do antidepressants actually work? [SSRIS] [Video]. YouTube. Geraadpleegd op 28 april 2023, van https://www.youtube.com/watch?v=iZQ1uc0m7kI