In de buurt van Tongeren kom je geleidelijk aan terecht in Droog Haspengouw. Deze streek ziet er anders uit.... ze is veel meer open, golvend en wordt - in tegenstelling tot de Kempen en Vochtig Haspengouw - gedomineerd door akkerbouw. Waarom is deze streek golvend? Waarom droog? Waarom is het uitzicht open? Op deze vragen geven onderstaande foto's en kaarten een antwoord...
Droog Haspengouw is een vrij grote streek ten zuiden van Vochtig Haspengouw.
Het reliëf in Droog Haspengouw is veel meer golvend dan het reliëf in de twee vorige streken. Het golvend karakter van dit landschap is een gevolg van de windwerking die plaatsvond tijdens de ijstijden. Tijdens de ijstijden waaide er een strakke noordenwind die materiaal met zich meebracht: het zwaarste losse materiaal (zand) werd in het noorden van Vlaanderen (de Kempen) afgezet en het lichtere materiaal (leem) waaide verder naar het zuiden tot in Haspengouw. De heuvels zijn dus oude duinen die zijn gevormd door de wind.
De ondergrond in Droog Haspengouw bestaat uit leem, met daaronder een krijtlaag. Krijt is een heel poreus gesteente dat water bijgevolg goed doorlaat. Daarom is de ondergrond hier minder vochtig dan in Vochtig Haspengouw en noemt men deze streek DROOG Haspengouw.
Aangezien het hier nét zoveel regent als in de rest van Vlaanderen is de grond hier echt nog wel vochtig genoeg om aan landbouw te doen; het is zelfs de meest vruchtbare streek van ons land!
Dit noord-zuid profiel toont je de verschillen in ondergrond tussen Vochtig en Droog Haspengouw. In Vochtig Haspengouw zit op geringe diepte klei in de ondergrond. In Droog Haspengouw vind je krijt. Hoe verder naar het zuiden, hoe minder diep de krijtlaag zich bevindt.
Droog Haspengouw, de schuur van Vlaanderen?
Leemgronden zijn heel vruchtbare gronden. In Droog Haspengouw kan men bijgevolg veel teelten planten: koolzaad, vlas, cichorei, suikerbieten en tot slot granen, die nog altijd op nummer één staan. Van die granen is 90 procent tarwe en gerst.
Net omdat deze streek zo vruchtbaar is, is het landschap heel open. Met ging wonen in geconcentreerde kernen zodat de resterende grond optimaal en efficiënt benut kon worden voor de akkerbouw. Men vergrootte de oppervlaktes van de landbouwpercelen en kapte zo veel mogelijk de bomenrijen tussen de percelen. Zo kreeg men een heel open landbouwlandschap. Onder andere daardoor is het landschap heel gevoelig aan bodemerosie.... (cfr infra)
Heel wat Haspengouwse gemeenten worden regelmatig geconfronteerd met water- en modderoverlast. Dit is vaak het gevolg van het wegspoelen van grond (= bodemerosie) op de hoger gelegen landbouwpercelen.
Vooral leem is heel gevoelig aan bodemerosie; een leembodem is net niet doorlaatbaar genoeg (zoals bijvoorbeeld een zandbodem) om het regenwater snel te laten doorsijpelen naar de ondergrond waardoor het regenwater ook oppervlakkig zal afstromen en leemdeeltjes zal meenemen. Een kleibodem is nog meer ondoorlatend, maar wanneer het regenwater oppervlakkig afspoelt zullen kleideeltjes meer aan mekaar blijven kleven en dus niet zo makkelijk worden meegenomen.
Bodemerosie komt vooral voor bij hevige of langdurige neerslag en bij beperkte bedekking van de bodem door gewassen. Het risico op modderstromen is daarom het grootst tussen mei en september.
Droog Haspengouw is hieraan heel gevoelig omwille van het golvend reliëf, de bodem die bestaat uit leem en het open karakter van het landschap. Hierdoor spoelen jaarlijks vele tonnen vruchtbare landbouwgrond weg en worden gemeentes zoals Hoegaarden (zie filmpje) getroffen door modderoverlast....