ARTIKEL A. 1.
a. De vereniging draagt de naam Vereniging Oud Leden van het Cadettencorps.
b. Zij heeft haar zetel te Breda.
c. De vereniging voert als devies Semper Fidelis.
ARTIKEL B. 1.
a. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
b. Het verenigingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december..
ARTIKEL C. 1.
De vereniging heeft ten doel:
a. het leggen en in stand houden van de band tussen oud-leden van het Cadettencorps en leden van het Cadettencorps;
b. het leggen en in stand houden van de band tussen oud-leden van het Cadettencorps onderling.
ARTIKEL C. 2.
De vereniging tracht het doel te bereiken door:
a. het organiseren van evenementen waarbij zowel leden van de vereniging als leden van het Cadettencorps betrokken zijn;
b. het organiseren van evenementen waarbij leden nader met elkaar kennis kunnen maken;
c. alle andere wettige, ter bereiking van het doel, dienstige middelen.
ARTIKEL D. 1.
a. De vereniging kent leden en ereleden.
b. Leden zijn zij die oud-lid van het Cadettencorps zijn, de wens te kennen hebben gegeven lid te willen worden van de vereniging en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
c. Ereleden zijn zij die op grond van hun verdiensten voor de vereniging op basis van een door de Algemene Vergadering met volstrekte meerderheid van stemmen genomen besluit door het bestuur als zodanig worden benoemd.
ARTIKEL D. 2.
Het lidmaatschap van de vereniging is uitgesloten voor die oud-leden van het Cadettencorps die:
a. uit het lidmaatschap van het Cadettencorps zijn ontzet (geroyeerd);
b. voor het beëindigen van de opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie zelf de wens te kennen hebben gegeven niet langer lid te willen zijn van het Cadettencorps.
ARTIKEL D. 3.
Het lidmaatschap wordt aangegaan voor tenminste een heel verenigingsjaar, en wordt zonder tegenbericht voortgezet voor onbepaalde tijd.
ARTIKEL D. 4.
a. Het lidmaatschap eindigt:
1. door de dood van het lid;
2. door opzegging door het lid;
3. door opzegging namens de vereniging;
4. door ontzetting (royement).
b. Het erelidmaatschap eindigt:
1. door de dood van het erelid;
2. door opzegging door het erelid;
3. door opzegging namens de vereniging.
c. Opzegging van de hierboven genoemde lidmaatschappen namens de vereniging kan geschieden in de gevallen, in de statuten genoemd, voorts wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten, door de statuten voor het lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt door het bestuur, behalve wanneer het betreft een erelidmaatschap.In dat geval geschiedt de opzegging door de Algemene Vergadering middels een bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen besluit.
d. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) geschiedt door de Algemene Vergadering middels een bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen besluit.
ARTIKEL D. 5.
a. Opzegging van het lidmaatschap of erelidmaatschap dient te geschieden minimaal zes weken voor het einde van het verenigingsjaar. Het lidmaatschap of erelidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging of van het lid of erelid redelijkerwijs niet kan worden gevergd het te laten voortduren.
b. Een opzegging, in strijd met het in het vorige lid bepaalde, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum, waartegen was opgezegd.
c. Een lid kan binnen zes weken, nadat hem een besluit, waarbij de verplichtingen der leden zijn verzwaard, is bekend geworden of is medegedeeld door opzegging van zijn lidmaatschap de toepasselijkheid van het besluit te zijnen opzichte uitsluiten, behalve indien het betreft verplichtingen van geldelijke aard.
d. Bij opzegging van het lidmaatschap vindt geen restitutie van (een deel van) de contributie plaats.
ARTIKEL E. 1.
a. Het bestuur van de vereniging bestaat uit drie leden, te weten de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.
b. Een bestuurslid wordt gekozen voor een periode van drie jaar. Jaarlijks treedt één bestuurslid af volgens een rooster omschreven in het Huishoudelijk Reglement. Deze is terstond herkiesbaar.
c. De bestuursleden worden gekozen door de Algemene Vergadering middels een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
ARTIKEL E. 2.
a. Het bestuur is bevoegd in geval van tussentijdse vacature, zelf tijdelijk tot de eerstvolgende Algemene Vergadering in die vacature te voorzien.
b. Een nieuw bestuurslid, benoemd ter vervulling van een tussentijdse vacature, zal periodiek aftreden op de tijd waarop volgens rooster, degene die hij vervangt, afgetreden zou zijn.
c. In het geval waarin het bestuur zelf voorziet in een tussentijdse vacature blijven alle bevoegdheden van het bestuur, zoals gesteld in de statuten, ongewijzigd.
ARTIKEL E. 3.
a. Ieder lid van het bestuur kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst. Een schorsing, die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn.
b. Een besluit van de Algemene Vergadering tot schorsing kan niet genomen worden dan in een vergadering, waarin tenminste de helft plus één van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.
ARTIKEL E. 4.
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door het bedanken door het bestuurslid;
c. door ontslag door de Algemene Vergadering; een daartoe strekkend besluit kan slechts worden genomen in een vergadering, waarin tenminste de helft plus één van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen;
d. door het verlopen van de bestuursperiode.
ARTIKEL E. 5.
a. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
b. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd:
1. hetzij door het bestuur;
2. hetzij door de voorzitter van het bestuur;
3. hetzij door vanwege het bestuur gemachtigden.
ARTIKEL F. 1.
a. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dan wel te doen houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
b. Het bestuur brengt aan de Algemene Vergadering binnen vier maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen verenigingsjaar gevoerd bestuur. Na afloop van deze termijn kan ieder lid van de vereniging deze rekening en verantwoording vorderen.
c. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in dit artikel, tien jaren te bewaren.
ARTIKEL F. 2.
a. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie, verder te noemen de kascontrolecommissie, vantenminste drie personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De kascontrolecommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt binnen vier maanden na afloop van het verenigingsjaar aan de Algemene Vergadering verslag van haar bevindingen uit.
b. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
c. De last van de commissie kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
ARTIKEL G. 1.
Aan de Algemene Vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan enig ander orgaan van de vereniging zijn opgedragen.
ARTIKEL G. 2.
Jaarlijks wordt een Algemene Vergadering gehouden - de Jaarvergadering - waarin onder meer aan de orde komen:
a. de verkiezing van de bestuursleden;
b. het jaarverslag, de rekening en de verantwoording van het voorgaande verenigingsjaar;
c. het verslag van de kascontrolecommissie;
d. de benoeming van de nieuwe kascontrolecommissie.
ARTIKEL G. 3.
Jaarlijks wordt op de Algemene Vergadering de begroting voor het lopende verenigingsjaar behandeld.
ARTIKEL G. 4.
a. Andere Algemene Vergaderingen worden gehouden:
1. zo dikwijls deze statuten of de wet zulks voorschrijven
2. zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
b. Voorts is het bestuur op schriftelijk en ondertekend verzoek van tenminste een zodanig aantal leden, als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan twintig werkdagen. Indien aan het verzoek binnen dertig werkdagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze, waarop het bestuur de Algemene Vergadering bijeenroept of bij advertentie in tenminste een veelgelezen landelijk dagblad.
ARTIKEL G. 5.
De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter dan treedt één der andere leden van het bestuur, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de Algemene Vergadering zelve daarin.
ARTIKEL G. 6.
a. Van het verhandelde in elke Algemene Vergadering worden door de secretaris van het bestuur of een ander door de voorzitter van het bestuur, danwel de overeenkomstig het bepaalde in artikel G. 5., laatste zin aangewezen voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend.
b. De inhoud van de notulen wordt op de eerstvolgende Algemene Vergadering ter kennis van de leden van de vereniging gebracht.
ARTIKEL G. 7.
a. Het ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de Algemene Vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel.
b. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in lid a van dit artikel bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
ARTIKEL G. 8.
a. De Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door middel van een aan alle leden toe te zenden digitale of schriftelijke mededeling, met vermelding van tijd, plaats en agenda der vergadering, met inachtneming van een termijn van tenminste tien werkdagen.
b. Zonder toestemming van de voorzitter kan over niet bij de oproeping vermelde onderwerpen niet beraadslaagd worden. Over niet bij de oproeping vermelde onderwerpen kan niet gestemd worden.
ARTIKEL H. 1.
a. Ieder lid van de vereniging dat tot de Algemene Vergadering is toegelaten heeft één stem.
b. Het lid dat verhinderd is aanwezig te zijn bij de Algemene Vergadering is bevoegd zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid te doen uitbrengen, mits de machtiging voor aanvang der vergadering in het bezit is van de secretaris.
ARTIKEL H. 2.
a. Stemmingen over personen geschieden schriftelijk, tenzij de stemming gaat over de herkiezing van een bestuurslid. Stemmingen over voorstellen, niet rakende personen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter van de vergadering een schriftelijke stemming gewenst acht. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
b. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
c. Alle stembriefjes dienen gewaarmerkt te zijn door het bestuur.
d. Alleen die leden kunnen stemmen, die hun handtekening op de presentielijst hebben geplaatst. Deze lijst circuleert gedurende de vergadering, doch dient vóór de eerste stemming door ieder aanwezig lid te zijn getekend en alsdan te berusten bij de secretaris van het bestuur of diens plaatsvervanger.
e. Een eenmaal uitgebrachte stem kan tijdens dezelfde stemming niet herroepen of veranderd worden.
f. Bij schriftelijke stemmingen wordt door de voorzitter van het bestuur, dan wel door hem die op grond van artikel G. 5. de vergadering voorzit, een stemcommissie benoemd, bestaande uit twee leden waarvan de secretaris van de vergadering er één is. De stemcommissie reikt aan ieder stemgerechtigd lid een stembriefje uit en neemt dit na de stemming weer in. Het lid, dat op grond van artikel H.1.b een ander stemgerechtigd lid vertegenwoordigt, ontvangt ook voor het door hem vertegenwoordigde lid een stembriefje. De stemcommissie stelt de uitslag van de stemming vast en deelt deze, onder overlegging van de stembriefjes, mede aan de voorzitter van de vergadering. Deze maakt de uitslag bekend.
ARTIKEL H. 3.
a. Voor zover de wet of de statuten niet anders bepalen worden alle besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
b. Staken de stemmen over een voorstel, niet rakende de verkiezing van personen, dan is het verworpen..
ARTIKEL H. 4.
Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming plaats.Heeft alsdan niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten op wie bij de voorafgaande stemming het hoogste aantal stemmen werd uitgebracht.
Is bij die voorafgaande stemming een gelijk hoogste aantal stemmen uitgebracht op twee kandidaten, dan vindt de herstemming tussen die beiden plaats.
Is bij de voorafgaande stemming een gelijk hoogste aantal stemmen uitgebracht op drie of meer kandidaten dan beslist het lot tussen welke twee kandidaten de herstemming plaats vindt.
Is bij de voorafgaande stemming een gelijk op één na hoogste aantal stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat dan beslist het lot op welke kandidaat van deze bij de herstemming stemmen kunnen worden uitgebracht.
Staken de stemmen bij de herstemming dan beslist het lot wie van beide kandidaten is ge-kozen.
ARTIKEL H. 5.
Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering.
ARTIKEL I. 1.
a. De vereniging ontvangt zijn inkomsten uit entreegelden, contributies, donaties, legaten, inschrijfgelden bij festiviteiten, hoofdelijke omslagen en andere bronnen, voor zover in overeenstemming met zijn doel en aard.
b. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door het bestuur. Een verandering in de hoogte van de contributie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
c. Donateurs zijn zij die de vereniging steunen met geldelijke bijdragen en als zodanig zijn erkend door het bestuur.
d. De hoogte van de donaties wordt vastgesteld door het bestuur en medegedeeld aan de donateurs.
e. In bijzondere gevallen kan op voorstel van het bestuur door de Algemene Vergadering tot een hoofdelijke omslag worden besloten.
ARTIKEL I. 2.
a. De penningmeester van het bestuur beheert de geldmiddelen alsmede de eigendommen van de vereniging.
b. Hij is belast met de opmaak van de in artikel F. 1b genoemde balans en staat van baten en lasten.
c. Daarenboven is hij belast met het opstellen van een begroting van inkomsten en uitgaven voor het komende verenigingsjaar. Deze begroting zal, ondertekend door de voorzitter en de penningmeester van het bestuur, ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
ARTIKEL J. 1.
a. De statuten van de vereniging mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de statuten van het Cadettencorps.
b. Het bestuur dient van iedere wijziging in de statuten van de vereniging de Senaat van het Cadettencorps in kennis te stellen.
ARTIKEL J. 2.
a. De statuten van de vereniging kunnen alleen gewijzigd worden door een besluit van de Algemene Vergadering.
b. In de oproeping voor deze Algemene Vergadering zal worden vermeld:
1. dat deze vergadering zal handelen over statutenwijziging;
2. de letterlijke tekst van de voorgestelde wijziging.
ARTIKEL J. 3.
a. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde deel van de uitgebrachte stemmen in een Algemene Vergadering, waar tenminste de helft plus één van de leden van de vereniging aanwezig of vertegenwoordigd is..
b. Wijzigingen in de statuten treden eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de notariële akte is ieder lid van het bestuur bevoegd.
ARTIKEL J. 4.
a. Het bepaalde in artikel J. 2. lid a en lid b.1 en artikel J. 3. lid a is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
b. Indien bij een besluit tot ontbinding te dien aanzien geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
c. Een eventueel batig saldo zal ten goede komen van het Cadettencorps.
d. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en het huishoudelijk reglement voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen van de vereniging moet aan de naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.
ARTIKEL K. 1.
De Algemene Vergadering kan bij huishoudelijk reglement al datgene regelen, waarvan een regeling gewenst voorkomt.
ARTIKEL K. 2.
a. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken van of in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of de statuten wordt toegestaan.
b. Het huishoudelijk reglement van de vereniging mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de statuten van het Cadettencorps.
c. Het bestuur dient van iedere wijziging in het huishoudelijk reglement van de vereniging de Senaat van het Cadettencorps in kennis te stellen.
ARTIKEL K. 3.
Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de Algemene Vergadering op schriftelijk voorstel van het bestuur of van tenminste één/derde deel van de leden van de vereniging.