Article individual risk-free pension savings

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, 24 augustus 2011, Optiek blz 7

Creëer een nieuwe zilvervloot om te sparen voor pensioen

Martin Fase en Marga Peeters

Pensioenspaarbankboekje op naam moet op niveau van de EU worden ingevoerd

Collectief pensioensparen werd eens in het leven geroepen met als adagium dat 'men' voor elkaar zorgt. Maar sindsdien zijn de tijden veranderd, maar wel zonder dat de opzet voor de vorming van pensioenendaarmee noemenswaard in de pas loopt.

Zo betogen Hulshoff en Brouwer (Het Financieele Dagblad 3 augustus) dat de solidariteitsgedachte die mede ten grondslag ligt aan het Nederlandse pensioenstelsel grotendeels is achterhaald. In een vergrijzende samenleving met zwaardere lasten voor de werkzame beroepsbevolking is het in redelijkheid niet meer te verkopen dat bijvoorbeeld de werkenden bijdragen aan de pensioenvoorziening van niet-werkende partners van hun collega's. Bovendien is de regeling bij de fondsen vaak zodanig dat laagbetaalden bijdragen aan de pensioenen van hun hoger betaalde collega's.

Nederland voert op dit moment een nogal kneuterige discussie die naast het bos aan details vooral draait om het verdelingsvraagstuk tussen jong en oud, tussen werkgever en werknemer, alsook de wenselijke hoogte van de pensioenpremie. Wat dat laatste betreft deed Bernard van Praag een duit in het zakje (Het Financieele Dagblad 5 augustus) met zijn pleidooi voor een verhoging van de Nederlandsepensioenpremies. Maar hij vroeg ook om richtlijnen van de Europese Unie.

Wij willen de Nederlandse discussie belichten vanuit dit bredere Europese perspectief. Een eerste aspect is dat de pensioenpremie naast een vorm van sparen ook een prijs is om met enige zekerheid het recht te verwerven op een pensioenuitkering na verloop van tijd. Welnu, deze zekerheid staat onder spanning en is als het ware schaarser geworden. In een dergelijke situatie is een hogere prijs om een verworven recht veilig te stellen, daarom ook niet onredelijk. De situatie in een gegeven land bepaalt in dat verband wat in economische zin aanvaardbaar en verantwoord is.

Collectief pensioensparen wordt in Nederland nog steeds veelvuldig geprezen door werkenden in depensioen- of verzekeringssector, die de loftrompet steken over hun hoge rendementen. 'Hoog' is in dit verband echter een betrekkelijk begrip. Op een traditionele depositorekening kunnen we zelfs in deze tijd van wereldwijde lage rentes nog altijd 4% rente krijgen, als we het spaargeld ten minste langer dan tien jaar vastzetten. In het geval van risicoloos sparen via een termijndeposito bij een bank is deze termijn behoorlijk hoger.

Om een voorbeeld te geven: de eerste pensioenpremies van een werknemer die op zijn 22ste begint te werken kunnen zelfs voor bijna 45 jaar vast worden gezet, dat wil zeggen tot aan zijnpensioengerechtigde leeftijd als die 67 zou zijn. De depositorente kan bij een dergelijke looptijd ver boven de 4% uitstijgen. En dit terwijl een gemiddeld pensioenfonds in Europa de laatste jaren volgens cijfers van de OESO (zie Pension markets in focus, 2011) slechts 6% rendement opleverde. Hiervan moeten dan nog alle operationele en beheerskosten voor administratie, beloning bestuurders en personeel, de honoraria voor juridische adviseurs en andere experts worden afgetrokken.

Het verschil in rendement tussen individueel sparen en collectief beleggen is volgens deze berekeningen dus hooguit 1%-punt en gering. Daar komt nog eens bij dat in de nasleep van de recente crisis aandelen structureel lager lijken te renderen en staatsobligaties zoals van Griekenland, Ierland, Italië, Portugal, Spanje (GIIPS) en zelfs van de Verenigde Staten geen veilige haven meer zijn.

Wij pleiten daarom voor de mogelijkheid van individueel pensioensparen naast wat op dit moment in Nederland gangbaar is. Dit pensioensparen zou kunnen op een eenvoudige depositorekening bij een solide bank, waarbij het deposito is geblokkeerd tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Zowel werknemers- als werkgeverspremies kunnen hierop direct worden gestort, terwijl de overheid deze rekening fiscaal onbelast zou moeten laten.

Banken zouden voor deze toevloed aan lang spaargeld geen kosten in rekening moeten brengen. Ze hebben hiermee immers jarenlang een grote post ter beschikking op hun balans. Het enige wat de bank dient te doen is het uitkeren van een zo hoog mogelijke rente, in overeenstemming met de langste spaartermijn vanaf elke nieuwe inleg tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de spaarder. Overigens kent een aantal landen in Europa, zoals België, bepaald varianten van dit pensioensparen.

Met dit voorstel keren we ons niet tegen de verplichtstelling van een pensioenregeling, zoals Hulshoff en Brouwer bepleiten. Maar we zijn wel voorstander van het verplicht aanbieden van de optie van een zilvervloot-pensioenspaarboekje op naam, dat de werkgever aan iedere werknemer zou moeten geven. Zzp'ers zouden deze mogelijkheid ook dienen te krijgen.

Deze zilvervloot zou hoog op de EU-agenda moeten komen staan, met het oog op het bevorderen van de arbeidsmobiliteit binnen en over de Europese landsgrenzen binnen de EU heen. Elke werkende Europeaan bezit dan op zijn oude dag wat hem toekomt en is daarmee behoed voor de grillen van zijn overheid of andere fondsbeheerders.

Nederland hoeft echter niet op Europa te wachten. We kunnen hier beginnen met de fasegewijze invoering van deze zilvervloot voor starters op de arbeidsmarkt. Deze starters vormen tevens de jonge generatie die straks de rekening gaat betalen voor ons huidige handelen.

Piet Hein toonde in 1628 reeds aan dat tijdig handelen geld oplevert. We moeten niet alleen die les onthouden, maar we moeten ook het rigide denken over premies enigszins relativeren.

Martin M.G. Fase is emeritus hoogleraar monetaire economie en voormalig onderdirecteur van de Nederlandsche Bank.

H. Marga M. Peeters is research fellow bij NIAS-KNAW te Wassenaar. Ze verricht onderzoek naar de economische gevolgen van de demografische ontwikkeling op mondiaal niveau.

De eerste premies voor een 22-jarige werknemer kunnen zelfs voor 45 jaar worden vastgezet