GROETCEREMONIE

Bij het betreden van de Do Jang: gesloten stand, rechter onderarm met gesloten vuist naar links voor de borst, linkerhand langs het lichaam. Lichte buiging maken naar het front van de Do Jang waar de Nederlandse en/of Koreaanse vlag(gen) en of Kwan-vlag hangt(en).

Bij het innemen van de plaatsen staat de hoogst gegradueerde rechts vooraan, aflopend naar links per rij.

Dit dient eveneens het geval te zijn wanneer twee beoefenaars zich tegenover elkaar opstellen bij b.v. Dae Ryun Sa Bum Nim (leraar met 4de Dan of hoger) of Kyo Sa Nim (leraar met zwarte band, maar onder de 4de Dan) niet het commando geeft, is de hoogst gegradueerde rechts voor aan de aangewezen persoon om dit te doen.

Bij het commando Cha Ryot (attentie) staat een ieder correct rechtop met gesloten voeten en de handen omlaag langs het lichaam.

Bij Kuk Gi Bay Ray (groet voor vlag/embleem) of Kwan Gi Bay Ray (groet voor de schoolvlag) neemt men dezelfde houding aan in de richting van het front, zoals bij het betreden van de Do Jang. Dus, rechterarm met vuist naar links voor de borst. (sparring). Indien de

Iedere TANG SOO DO beoefenaar aanwezig in de Do Jang, al of niet actief op dat moment volgt deze regels op. Ieder ander eventuele aanwezige in de Do Jang gaat staan.

Bij het commando Paro neemt ieder weer de gewone Cha Ryot houding aan.

Chak Suk: de deelnemer gaat op zijn plaats zitten in de kleermakerszit(het commando kan ook An Jo zijn).

Muk Nyum: betekent meditatie, waarbij men de ogen sluit en de polsen/vuisten op de knieën legt.

Na Paro gaat men weer correct staan en de hoogst gegradueerde rechts vooraan geeft nu het commando Cha Ryot aan en het hierop volgende: Sa Bum Nim Kay Kyung Rye (groet in dit geval dus naar de leraar met een 4de Dan of hogere Dangraad) of Kyo Sa Nim Kay Kyung Rye (groet in dit geval naar de leraar met een Dangraad onder de 4de Dan). De R wordt in het Koreaans midden in een woord niet uit gesproken!

Hierna buigen alle deelnemers voor de leraar. Het trainingsprogramma kan nu een aanvang nemen.

De verplichte buiging tijdens het betreden van de Do Jang, drukt een gevoel van respect uit voor deze, daar men zich hier geestelijk en lichamelijk gaat oefenen.

Met de buiging naar de leraar drukt men gevoel van eerbied en respect uit voor zijn meerdere.

Wanneer twee beoefenaars onderling met elkaar gaan oefenen, maken zij voor en na de oefening of gevecht, een staande buiging naar elkaar. Ook hiermede drukt men een gevoel van respect uit voor de ander. Wanneer men tegenover een hoger gegradueerde partner staat, legt men vol vertrouwen de eigen veiligheid in diens handen.

Echter wanneer men tegenover een lager gegradueerde staat, mag men nooit een gevoel van superioriteit laten blijken, doch eerbied tonen voor de wil en kundigheid van de ander.

Wanneer men eenmaal in de Do Jang aanwezig is, spelen rang en stand geen rol meer, evenmin politieke of religieuze overtuiging. Het enige doel dat telt is: een goed TANG SOO DO beoefenaar te worden, zowel lichamelijk als geestelijk.

Aan het einde van de les wordt weer dezelfde volgorde van groeten gevolgd, echter na het groeten van de leraar wordt nu door een ieder de rechter vuist opgeheven en met luidde stem “TANG SOO” uitgesproken. Bij het verlaten van de Do Jang wordt wederom naar het front van de Do Jang op de voorgeschreven wijze gegroet.