Boksen
Boksen.
Boksen, oftewel de edele kunst van het zelfverdedigen, was vooral in de zeventiger jaren van de vorige eeuw wereldberoemd. Dat kwam door de vele prachtige gevechten in de zwaargewicht-klasse die voor het eerst op de televisie over de hele wereld werden uitgezonden. Wie herinnert zich de gevechten van Mohammed Ali tegen Joe Frazier, George Foreman of Ken Norton niet meer?
Cassius Clay, of Mohammed Ali, zoals hij zich na zijn bekering tot de Islam noemde, is natuurlijk de allergrootste bokser die er ooit geleefd heeft. Als zwaargewicht won hij alles wat er maar te winnen viel. Hij kluisterde miljoenen kijkers aan de televisie tijdens zijn legendarische gevechten. Wie ging er niet zijn bed voor uit, als hij midden in de nacht weer een gevecht om het Wereldkampioenschap Zwaargewicht leverde? Klassieke gevechten tegen Joe Frazier of George Foreman. Wie herinnert zich niet de 'Rumble in the Jungle', zoals zijn gevecht tegen George Foreman in Zaire de geschiedenis in ging, ook wel het mooiste gevecht van de eeuw genoemd!
Maar wie waren alle andere Wereldkampioenen in de Zwaargewicht categorie van de bokssport, die helaas de laatste decennia wordt ontluisterd door de onuitwarbare brei van elkaar beconcurerende Boksbonden die allemaal een eigen Wereldkampioen wilden kunnen vieren....., waardoor er op sommige momenten wel vijf Wereldkampioenen in het Zwaargewicht waren.
Het Nederlandse Boksen heeft af en toe gepiekt naar de Wereldtop. Maar voordat we een aantal Nederlandse Wereld-toppers de revue laten passeren, moeten we even aandacht schenken aan een van de grootste Nederlandse boksers, die echter nooit de wereldtop haalde: Ben Bril;
Ben Bril was 8 maal Nederlands Kampioen, maar hij weigerde naar de Olympische Spelen in het fascistische Duitsland te gaan in 1936 in Berlijn, toen hij was geselecteerd voor het Olympisch team. Later werd Ben Bril een toparbiter.
Verder laten we hieronder een groot aantal Nederlandse Topboksers de revue passeren. Natuurlijk beginnen we met een van de allergrootsten: Bep van Klaveren.
Deze grote Nederlandse bokser werd twee maal kampioen van Europa en is tot op heden nog steeds onze enige Olympische Kampioen boksen. Zijn leven was aaneenschakeling van avonturen, alleen het beschrijven van zijn leven omvat een compleet boekwerk ( Jules Deelder schreef dit boek: “The Dutch Windmill”)
Na het behalen van de Olympische Titel in 1928 te Amsterdam werd Bep van Klave-ren prof. Op 24 jarige leeftijd werd hij in juli 1931 kampioen van Europa door een KO overwinning in de 2e ronde op de Belg Francois Sybille. Zijn titel zou hij een jaar in bezit houden. De Italiaan Cleto Locatelli zou hem zijn titel afhandig maken. Daarna ging Bep van Klaveren naar Amerika, om daar in de handen te geraken van een dranksmokkelaar, Patsy Zuelli. Hij kreeg nooit de kans voor een wereldtitelgevecht uit te komen. Bedrogen en berooid keerde Bep van Klaveren in 1937 terug in Nederland. Nadat hij een partij van de Duitser Gustav Eder had verloren door KO in de 8ste ronde, leek het afgelopen met van Klaveren. Maar....., niets bleek minder waar. Na een overwinning op de Fransman Edouard Tenet in het Feyenoord stadion werd Bep van Klaveren op 23 mei 1938 kampioen van Europa in het middengewicht. Een titel die hij een paar maanden later zou verliezen aan de Griek Christophorides.
En ook dat was nog niet het einde van de bokscarrière van onze bokslegende bij uitstek. De rusteloze bokser Bep van Klaveren vertrok weer naar Amerika; nam tijdens de 2de wereldoorlog dienst in het Amerikaanse Leger, werd er sportinstructeur en raakte verzeild in Australië. Kwam na de oorlog terug naar Nederland en werd op 40 jarige leeftijd wederom Kampioen van Nederland door een overwinning op Luc van Dam, een titel die hij later in revanchepartij weer verloor.
Bep van Klaveren kreeg nog eenmaal een kans om een gooi te doen naar een Europese Titel. Op 28 november 1955 in de, met 5000 mensen gevulde, oude Ahoy hal te Rotterdam verloor Bep van Klaveren nipt op punten van de twintig jaar jongeren Fransman Dione. Dat was echter nog steeds niet zijn laatste gevecht. Op 19 maart 1956 bokste Bep van Klaveren zijn afscheidswedstrijd, maar moest deze wegens een oogblessure vroeg-tijdig afbreken. De volgende grote namen in de Nederlandse Boksgeschiedenis waren de gebroeders Lubbers: Jan & Rudie Lubbers.
Als amateur was Rudie Lubbers maar liefst 8 maal Kampioen van Nederland, de eerste 6 maal in het halfzwaar gewicht en de volgende twee jaren in het zwaargewicht. Technisch was Rudie Lubbers completer dan zijn oudere broer Jan, die zonder een Nationale titel op zak, zowel bij de amateurs als bij de profs, toch de gelegenheid kreeg als prof uit te komen in een Europees titelgevecht. Dat was in 1972 tegen de Brit Chris Finnegan in Londen in het halfzwaargewicht. Hij verloor deze partij door KO in de 8ste ronde. Nadat Rudie Lubbers in 1968 in Mexico tegen alle verwachting in nipt op punten werd verslagen (3-2) door de Mexicaan Rocha, tijdens de aldaar gehouden Olympische Spelen, ging Rudie Lubbers twee jaar later over naar de rijen van de profs. Hij was al snel Kampioen van Nederland in het zwaargewicht en trad in 1973 in de ring tegen Joe Bugner. De inzet was de Europese Titel in het zwaargewicht. Bugner zou de partij te Londen in winst om te zetten op punten. Rudie Lubbers zou ruim twee jaar later nog een keer de kans krijgen op een Europees titelgevecht, nu in het halfzwaar. In het Italiaanse Torino was de Italiaan Domenico Adinolfi zijn tegen-stander deze won door KO in de 2 ronde de titel. Maar zijn partij tegen niemand minder dan Mohammed Ali in Indonesië was wel de meest in ’t oog lopende wedstrijd in zijn lange boksloopbaan. Rudie Lubbers verloor deze partij op punten.
Na Rudie Lubbers kwam er een andere opvallende Rudy: Rudy Koopmans, een groot kampioen. Rudy Koopmans deed een gooi naar de Europese Titel in het halfzwaar gewicht in Rotterdam. We schrijven 1978. Alhoewel Rudy Koopmans domineerde werd zijn tegenstander Aldo Travesaro een onbesliste gegund en behield zo zijn titel. Ruim een jaar later lukte dat wel in hetzelfde Rotterdam. Rudie Koopmans won de titel door opgave van Travesaro in de 6 ronde, 10 maal doorstond Rudie Koopmans een aanval op de kroon. Een hinderlijke rechterhandblessure speelde Rudie Koopmans vele
partijen parten. Een ongemak, welke hem in 1984 te Marseille noopte tot opgeven in de 9 ronde van zijn 11de titelverdediging tegen de Fransman Richard Caramanolis. Dat betekende het einde van een roemruchte boksloopbaan, maar zijn Nederlandse opvolger stond al in de startblokken: Alex Blanchard.
Technisch een begaafd bokser met een vernietigende kracht in beide vuisten. Alhoewel Alex Blanchard het onderste uit de kan wist te halen om er een onbeslist uit te halen. Alex Blanchard werd in 1984 te Amsterdam Kampioen van Europa in het halfzwaar gewicht door een KO overwinning in de 6de ronde op titelverdediger Richard Caramanolis.
Een andere grote Amsterdamse bokser was: Pedro van Raamsdonk. Pedro van Raamsdonk is toch wel de meest markante bokser uit de periode midden 80’er jaren. Als Amsterdams straatschoffie op z'n 10e jaar begonnen met boksen zou hij 21 jaar later met ruim 250 partijen op z'n naam stoppen met de wedstrijdsport. Hij was 7 x Kampioen van Nederland (senioren); boekte talloze overwinningen bij internationale toernooien, won zilver op het EK 1981 en brons op het WK 1982, hetgeen hem zijn ticket naar de Olympische Spelen opleverde. Ook was hij één van de eerste boksers die, dankzij sponsors van de club, op "stage" kon naar Amerika. Als eerste Nederlander nam hij deel aan het prestigieuze Golden Gloves toernooi, na Golden Gloves Kampioen in Californië geworden te zijn. Ook het Diamond Belt toernooi werd door hem in Californië twee keer gewonnen. Na een uiterst indrukwekkende loopbaan als amateur, verkoos Pedro van Raamsdonk eind 1985 een loopbaan als professional overigens ook niet geheel zonder succes.
Natuurlijk moeten we het hier ook hebben over Arnold Vanderlyde. Een technicus bij uitstek, maar wel een met een eindstoot in beide knuisten. Het "paradepaardje" van het Nederlandse amateurboksen in de jaren 1981-1993. Bokste conform het uitgangsprincipe van "the noble art of selfdefence"; raken zonder geraakt te worden. Hij heeft zich als bokser ontwikkeld tot een zelfverzekerde atleet; kortom, een persoonlijkheid. Arnold Vanderlyde heeft naast vele toernooioverwinningen, drie bronzen Olympische medailles op zijn naam geschreven (1984, 1988 en 1992); zilver op het WK in 1986 en 1991 en drie keer Europees Kampioen (1987, 1989 en 1991). Hij bokste in totaal 254 partijen waarvan hij er 233 won.
Maar ook willen we hier even stilstaan bij het 'enfant terrible' van het Nederlandse Boksen: Regilio Tuur. In 1987 won Regilio Tuur als amateur brons op het EK waarmee hij een uitzending verdiende naar de Olympische Spelen van 1988 in Seoel. Na zijn, in de wereldpers breed uitgemeten, actie tijdens die Spelen, waar hij regerend wereldkampioen Kelly Banks door KO uitschakelde, besloot Regilio Tuur al snel om in Amerika prof te worden. Op 27 juli 1989 versloeg hij in New York Dennis Pantoya in de 1e ronde op KO. Vanaf dat moment lijkt Regilio Tuur onverslaanbaar. Hij wint de New York State titel in 1991/1992 en wordt in 1994 voor de 1e keer WBO-kampioen, welke titel hij nadien zes keer met succes verdedigt. Regilio Tuur neemt op 29 jarige leeftijd afscheid van zijn boksloopbaan en begint een carrière in de modewereld.
En dan nog twee groten uit de laatste decennia van de 20ste eeuw: Raymond Joval. Deze Amsterdammer, die zijn amateurjaren bij de Albert Cuyp doorbracht, nam in 1992 deel aan de Olympische Spelen in Barcelona (1/8e finale), na in hetzelfde jaar goud te hebben gewonnen op aansprekende toernooien als de Copenhagen Box Cup en het Beograd toernooi. In 1993 won hij brons op het WK voor amateurs. In 1995 werd hij professional en wint hij zijn 1e titel als BBU-kampioen middengewicht, welke titel hij in 1996 met succes verdedigde. In september 1998 bokste hij met succes om de IBO-titel; de kroon op zijn carrière tot dusverre echter is de WBU-wereldtitel, welke hij in juni 1999 in Italië behaalde. Overigens is Raymond Joval de eerste Nederlandse profbokser die het zonder manager stelt; op zijn verzoek en gebruik makend van de NBB reglementen kreeg hij in 1997 toestemming om zijn eigen manager te zijn.
Als laatste wil ik hier even aandacht besteden aan: Don Diego Poeder. Don Diego is een Nederlands bokser van Surinaamse afkomst. Zijn professionele carrière in de zwaargewicht en de cruisergewichtklasse duurde van 1994 tot 2007. In die jaren bokste hij 27 wedstrijden waarvan hij er 24 won (18 met knock-out). Hij werd driemaal Nederlands kampioen en eenmaal wereldkampioen. In 1997 werd hij verkozen tot Rotterdams Sportman van het jaar.
Met dank aan de website van de Nederlandse Boksbonden en YouTube.
November 2011
H.V. Anderz
Zie ook: Wereldkampioenen Zwaargewicht.
Zie ook: Wereldkampioenen van alle Boksbonden.
Laatst aangepast op 09 november 2010.