T-Shirts

Shirtsponsoring

Tevado stak ons in de kleren om haar eigen kassa te laten rinkelen. Naar eer en geweten hebben we getracht dit bedrijf mee te nemen op de golf van ons succes door ons op allerlei plaatsen te vertonen met kleding voorzien van de TEVADO opdruk. Helaas moeten wij aan het einde van de rit met enig zuur constateren dat wij hierin niet geslaagd zijn. Wij nemen dit niemand kwalijk. Dingen gaan zoals ze gaan. Wel hebben de leden een eigen T-Shirt ontworpen dat we niemand willen onthouden. Onze columnist heeft bij de ontwerpen een karakteristiek geplaatst van de maker.

Aart

Bij Aart stroomt zichtbaar blauw bloed door de aderen. Niet zo vreemd in het land der blinden is éénoog immers koning. Als geen ander verstaat hij de kunst van het subliem mopperen. Iets zint hem niet. Onder in zijn maag begint het dan te rommelen en via zijn machtige tors stoot hij de ene na de andere verwensing of vloek puffend de ether in. We moeten nu toch erkennen dat op weg naar Ameland zijn Solex het zuinigst reed. Dat we nadien werden getrakteerd op een scheldkanonnade waar de honden geen brood van lusten moeten we zien als een bonus. Schelden is kunst en niemand die dat beter weet en kan dan Aart.

Aart is ook een groot weldoener van de mensheid. Zijn Solex bepakte hij op onze tochten regelmatig met tassen vol worsten, rollades en balkenbrij zodat hij meer leek op een kameeldrijver op een te zwaar beladen kameel.

Uit al zijn poriën straalt Aart autoriteit uit. Dat is niet alleen te danken aan zijn robuust uiterlijk maar het zit hem vooral in zijn houding en omgang met mensen. We hebben daar enkele staaltjes van meegemaakt. In een voor hem onbekend café kan hij doorstomen naar achter en vragen aan de kasteleinse: "Maak voor de brommerjoengs dizze wursten effe iete". En zo geschiedde: de worsten werden warm geserveerd met een flinke lik mosterd.

Lang leve Aart!

Albert

Anton

Anton die natuurlijk geen Anton heet, is de laatste aanwinst van de club. We kennen hem al jaren als enthousiast organisator van het Herxer feest in het bijzonder de Dikke Ribbentocht. Dat is één van de mooiste Solextochten in Nederland waar je na de rit onbeperkt kunt vol schransen met spare ribs. Het voorbereiden van deze tocht is een uiterst zorgvuldig werkje dat veel tijd kost en het nodige aan kennis vergt van de regelaars. Zij kwijten zich met elan aan deze taak. Daarvoor hulde.

Anton woont aan het begin van de dijk daar waar de IJsseldijk samenknijpt. Hij woont daar met zijn gezin en Alpaca's. Anton woont op die plaats omdat hij dan samen met zijn levende have een schildwacht is voor onze contreien. Zij waken aan de zuidkant zodat wij hier veilig kunnen leven. De Alpaca's zijn er op getraind om net over de dijk te kijken daarbij uitstekend geholpen door hun lange hals. Zij zien vijanden van verre aankomen. Alleen hebben zij nog geen systeem ontwikkeld om dit aan Anton te melden. Daar wordt echter hard aan gewerkt. Wij vertrouwen erop dat Anton met zijn technische knobbel daar een oplossing voor vindt. Als dit niet zo is dan stelt hij ons zwaar op proef en moeten we zijn lidmaatschap heroverwegen


André

In zijn bestelbus kom je hem overal tegen. Hij maakt veel reclame voor zichzelf met de kentekenplaat ANDRÉ achter de voorruit. Hij is een man van precisie. Zo heeft hij berekend dat de afstand van zijn woning naar het voormalig Dekkershuus exact 52 meter en 21 centimeter bedraagt. Dat is in ieder geval informatie waar je wat mee kunt. Bij een gebrek aan een burgemeester in Windesheim is André een soort loco. Hij is contactpersoon van zowat alle clubs en verenigingen in ons dorp. Vraag hem er naar en je bent zo een half uur en enige glazen verder. Zijn directe en soms wat ruwe (het is meer vierkant dan ruw) manier van communiceren maken hem geliefd bij velen en zeker de jongere generatie kan hij met een kwinkslag aanspreken. Kortom hij is uit het goede 'ruwe bolster blanke pit' hout gesneden. Zijn 'stijfselkissie' stond in Amsterdam en iedere boer die zijn lijf verlaat laat hij vergezellen met een kernachtig 'Ajax' waarbij hij een PSV of Feynoord fan in zijn omgeving indringend in de ogen kijkt. Zoals iedere NoordHollander is hij dol op kermissen. In vroeger dagen volgde hij met zijn maat Herman de kermissen in Salland. Attracties als Kop van Jut, schiettenten en botsautootjes hadden hun zware voorkeur. Samen sloegen ze flink wat geld stuk en hadden wonderlijk genoeg een uitstekende verstandhouding met de kermis exploitanten. In een taxi beladen met reuzenpanda's, poppen, zuurballen ter grootte van een tennisbal en de zakken nog vol met onuitgegeven kermismuntjes streken ze aan het einde van zo'n dag weer tevreden neer op hun thuisbasis 'Het Dekkershuus'.


Asje

Asje woont zijn leven lang tegen de flank van de IJsseldijk. Hij is geen Hansje Brinker maar werkt wel bij een club die het water regelt. Asje is inlevend, sociaal en gastvrij. 'Feestjes geven' past bij hem. Zo nodigt hij samen met buurman Yordi om het oude jaar uit te luiden, familie, vrienden en buren uit voor een gezamenlijke feest met alles erop en eraan. Zie je het voor je: een dijkhuis met aan weerszijden van de weg geparkeerde auto's, tegen het dijklichaam knallen de deksels van carbidbussen, binnen in de werkplaats die is omgetoverd tot feestruimte loeit een op hout met gasolie gestookte kachel die het smeltpunt van de kachelpijp nadert en buiten op het terras in de vrieskou staan de barbecue's te roken. In dit decor is het drukte van belang kinderen rennen heen en weer, volwassenen slaan hun drankjes achterover en Asje en Yordi zijn het stralende middelpunt. Asje houdt zo van feestjes dat als er geen reden is hij wel een reden weet te bedenken. Zo prakkizeerde hij als je de leeftijden van zijn vrouw, hemzelf en de kinderen bij elkaar optelde het in jaar x precies op 100 zou uitkomen. Deze gedachte overweldigde hem zo dat hij direct een groots feest uitschreef.

Asje leef nog honderd jaar of langer en deel dat met ons.


Bert

Hij stamt uit een oud en aanzienlijk Hattems geslacht met Spaanse invloeden dat in de Tachtigjarige oorlog flink van zich liet spreken door heldhaftig optreden af te wisselen met ronduit onbenullig gedrag. De familie die toen nog Plumiye heette, bezat een havezate net buiten de vestingmuren in een pand dat nu toebehoort aan textielketen Zeeman. De bedrijfsfilosofie van dit concern 'Goede kwaliteit is niet duur' is ontleend aan de voorouders van Bertje die toen de spreuk voerden: 'Goede wijn hoeft niet duur te zijn'.

Maar wat is rijkdom en eer toch een broos bezit. In de roerige tijden erna verarmde het geslacht der Plumiye's en viel terug tot een ongekende diepte in de 20e eeuw. De loodklopper was het enige bezit dat deze eens zo vermaarde dynastie van vader op zoon wist door te geven. Dit erfstuk heeft een passende plaats gekregen bij de promotie van aspirant naar volwaardig SoreleX-lid door de klopper met ferme slag op de schouder van het nieuwe lid te laten neerdalen. Naar verluidt heeft een zekere R. deze klopper misbruikt en wordt deze sinds die tijd smalend omschreven als de Rietklopper.

Alleen aan de edele trekken in Berts gezicht en zijn nobele karaktereigenschappen kun je zien dat hij een telg is van het eens zo fiere geslacht. De vallende veertjes of pluimpjes uit het familiewapen waar de roemrijke familie haar naam aan heeft te danken lijken zoals het er nu naar uitziet definitief gevallen.


Evert

Met de lotgevallen van deze 'eminence grise' moet een boek te vullen zijn. In het dagelijks leven fiets vertegenwoordiger maar voor SoreleX was hij samen met Albert de materiaalman. Hij zorgde voor een gestage aanvoer van nieuwe onderdelen en met liefde spaakte hij de vele wielen die wij hem brachten. En als je vroeg wat krijg je van mij dan noemde hij steevast een of andere enge ziekte. Hij repareerde overigens voor het hele dorp. Zijn record bandenlappen stond op 4 minuten en 21 seconden.

Zonder overdrijven kun je stellen dat deze man geboren is met een machtige dorst die zijn weerga niet kent. Zijn eerste gerstenat van de dag werkte hij in een enkele teug naar binnen. Dan veegde hij met de rug van zijn hand het schuim van zijn mond en bestelde in dezelfde beweging een tweede bier. Tijdens een lang weekend in Norg waren we in Groningen bij een Chinees beland om daar te eten. Je moet weten dat Evert van hogerhand is uitgerust met een uiterst verwende tong. Een bijzondere gift die hij als geen ander weet te waarderen. Hij gaat daarin zo ver dat alleen voedsel van eigen bodem zijn smaakbolwerk mag strelen. Chinees eten stond hem tegen en voordat wij het in de gaten hadden had meneer de kuierlatten genomen. Onze ongerustheid steeg want dat Evert op eigen kracht Norg kon bereiken werd door ons voor onmogelijk gehouden. Het tegendeel was waar. Toen wij uren later in ons tijdelijk stamcafé kwamen zat Evert inmiddels met een flinke snipper achter de kiezen aan de bar en begroette ons met de kreet: "Stelletje galbakken!" en mat breed uit dat wij hem in de steek hadden gelaten. Een hondenriem die aan de kapstok hing werd om Everts nek gedaan en door ons zwijgend met een slot aan de barleuning bevestigt.


Feico

Moeder Natuur heeft haar stempel op het Friese land gedrukt door het vlak te maken. Nergens valt er in dit kale landschap van water en weiden enige steilheid te ontdekken. Slechts hier en daar wordt de vlakke einder onderbroken door een terp waar men in vroeger tijden bij hoog water naar toe kon vluchten. Ergens in de zestiger jaren maakte Moeder Natuur een uitzondering op deze platheid en vond F. uit. Na zijn emigratie naar onze contreien werd deze uit graniet gehouwen reus ‘de lange’ genoemd. Bij deze ‘menselijke terp’ is de drift om te vluchten sterk ontwikkeld. Het ene moment is hij bij de groep om dan, voor ons duistere redenen, plotsklaps de kuierlatten te nemen. Iets zal hem niet zinnen maar probeer daar bij deze niet zo spraakzame Fries eens achter te komen. Het kan echter anders. Het toverwoord was die zomeravond Iris. Ze was sprankelend en betoverde F. die als door een bliksemflits getroffen was. De avond viel en we moesten hoognodig terug naar ons hotel. Het afscheid viel hem zwaar en onderweg reed hij uit pure balorigheid de randen uit het trottoir. Was hij toen maar van ons weggevlucht om in haar armen te blijven. Achter de soms wat stugge gevel gaat echter een warm en kundig mens schuil die op vele (bouw) terreinen thuis is. Zijn Solexblok waarvan de plastic kappen wit zijn uitgeslagen houdt hij alle jaren met een spin bij elkaar. Hij weet dat het anders kan maar hij is en blijft van oorsprong een Fries, steil en vol contrasten.


Freddy

Op het grote terrein van de techniek is F. ziende blind. Het lappen van een Solexband kan al problemen geven. Toch is er geen man overboord, hij tuft zo nodig naar het naburige Wijhe voor ondersteuning. Zijn technische onhandigheid compenseert hij echter volledig op het sociale vlak. Hij is een mensenvriend, vrolijk, graag gezien, reageert met een kwinkslag en is belangstellend naar zijn medemens. Kortom meer het type van een man van de wereld dan een nerd. Hij leeft daar naar. De eertijds deugdzame burgerwoning van zijn ouders is uitgegroeid tot een resort met bijgebouwen, muziekoefenruimtes en hondenkennel. Zijn landgoed heeft een meertje om in te spelevaren en een groot zonneterras voor de Duitse herders. F. denkt in het groot en dat siert hem. Zijn auto voorkeur gaat uit naar Mercedes, Volvo en BMW en van die merken dan weer de buitencategorie slagschepen. In de psychologie wordt dit geduid als compensatiegedrag. Nodig is dat niet want soms zijn we getuige van een toevallige ontmoeting van hem met een oude vlam die vol enthousiasme en warmte op hem reageert alsof de tijd heeft stilgestaan.

Ja F. heeft kwaliteiten en de nodige talenten zoals een absoluut muzikaal gehoor dat hem in elkaar doet krimpen als schrijver dezes zijn keeltje opendoet. Rest alleen nog te melden dat niets menselijks hem vreemd is, hij hult zich veelal in nicotinewolken en offert zo nu en dan graag aan Bacchus. ‘En dat is terechte van der Vegte’.


Henk R


Henk V


Herman


Jan



Mark

Zo krijgshaftig als op deze afbeelding hiernaast zien we hem zelden. Het is ook nauwelijks denkbaar dat Mark oorlogen voert. En als het moet dan toch maar met een brede lach. Zo treedt hij ook zijn nieuwe dametjes tegemoet. Zijn charme offensief beperkt zich niet tot zijn lach maar hij daagt ze ook uit. En het werkt. De uitwerking kan zo verpletterend zijn dat een dametje op weg naar huis een stoeprand over het hoofd ziet. Dat valt hem niet te verwijten. Het levert wel een levendig Whatsapp verkeer op.

In Nederland spellen de meeste mensen de naam van de Russische president als Poetin. Mark zegt dat hij om redenen die vooral hem zelf aangaan, hij liever spreekt over Putin dan Poetin. Hij erkent dat je het verschil niet hoort maar zegt hij je voelt het verschil des te beter.


René


Teun


Toon


Wim


Yordi