Hoewel er vele boeken zijn geschreven over het functioneren van de menselijke geest, is de werking ervan nog steeds grotendeels onbegrepen, hetgeen o.a. valt af te leiden uit het feit dat er zeer veel verschillende meningen over bestaan en er nauwelijks overeenstemming is, of zelfs maar iets bekend is, over de fundamentele principes achter dit functioneren. Daar gaat dit boek echter verandering in brengen, naar ik hoop, aangezien ik enkele van deze principes heb weten te achterhalen, waardoor het voor mij een stuk eenvoudiger werd om (het functioneren van) de menselijke geest te doorgronden dan wanneer ik deze kennis niet gehad zou hebben. Dit deed ik door mijn eigen geest te bestuderen en ermee te experimenteren, om zodoende de werking ervan te achterhalen.
Een belangrijk hulpmiddel om goed onderzoek te kunnen verrichten is het stellen van de juiste vragen, en nadat ik had vastgesteld dat mijn bewustzijn zich aan mij voordoet als een stroom van gedachten, stelde ik mezelf de (juiste) vraag waar die gedachten dan vandaan komen. Die vraag was makkelijk te beantwoorden, want dat kon/kan alleen maar ‘het geheugen’ zijn. Om de werking van de menselijke geest te achterhalen moet je dus de werking van het geheugen zien te doorgronden, en wel op het niveau van de informatieverwerking die er plaatsvindt, de wetmatigheden waar we van afhankelijk zijn in ons dagelijks functioneren. Ook die wetten heb ik grotendeels weten te achterhalen door het op dergelijke wijze bestuderen van mijn eigen geest, alleen moet ik dit nu nog zo luid en duidelijk mogelijk op papier zien te verwoorden. Vele pogingen hiertoe zijn reeds mislukt, omdat ik uiteindelijk allerminst tevreden was met het behaalde resultaat en besloot het op te geven, om na enige tijd dan toch weer helemaal opnieuw te beginnen. Zo ook deze keer.
Het functioneren van de menselijke geest is een veelomvattend onderwerp waar je gemakkelijk in verdwaalt, vandaar dat het niet meevalt om de juiste vorm te vinden voor dit boek, zoals alleen al de volgorde van de onderwerpen en wetmatigheden waarover ik het wil gaan hebben. Daarom zal ik hier een ruwe schets neerzetten van de zaken waarover het gaat en/of waar mijn theorieën op gebaseerd zijn.
Allereerst is daar: “de waarheid”, als fenomeen binnen het functioneren van ons bewustzijn, bedoel ik dus. ‘De waarheid’ vertegenwoordigt een belangrijk concept in ons geestelijk functioneren, dat voor een groot deel verantwoordelijk/bepalend is voor ons denken en doen. Over wat nu precies de waarheid is met betrekking tot vrijwel ieder onderwerp zijn/worden vele discussies gevoerd, hetgeen vaak laat zien dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen ‘hetgeen men aanziet voor de waarheid’ en hetgeen ook werkelijk ‘waarheid is’. In de verwarring die door al die discussies is ontstaan zijn er ook mensen die zijn gaan geloven dat ‘de waarheid’ niet bestaat, waarmee eigenlijk bedoeld wordt dat ‘hetgeen men aanziet voor de waarheid’ automagisch ‘de waarheid’ is/wordt. Maar aangezien ons geestelijk functioneren voor een groot deel gebaseerd op het bestaan van ‘de waarheid’ is het onmogelijk om hier consequent in te zijn. Als de waarheid niet zou bestaan dan is het ook zinloos om te geloven dat juist déze uitspraak wél waar zou kunnen zijn.
Het begrip (van) ‘interpretatie’ is dan ook een geweldige ontdekking op psychologisch gebied, waarmee ontdekt/onderkend werd dat onze “waarheden” niets anders zijn dan interpretaties van de werkelijkheid, waarbij dezelfde waarneming (bij verschillende mensen) tot verschillende waarheden/interpretaties kan leiden. Een niet onaanzienlijk deel van het doorgronden van de werking van de menselijke geest is het besef van de positie/verhouding tussen interpretatie/hetgeen men aanziet voor de waarheid, overtuiging, geloof, waarheid en werkelijkheid/realiteit. Waarover later dus meer.
Het “mechanisme” achter hoe we tot onze waarheden komen is dat van de overeenkomsten, verschillen en tegenstellingen tussen informatie. Het is op basis hiervan dat we informatie classificeren en dat is waar al onze kennis en logica uit voortkomt. Uit het indelen van informatie op basis van overeenkomsten, verschillen en tegenstellingen dus. Dit is misschien wel het belangrijkste punt dat ik in dit boek te melden heb, aangezien dit besef maar nauwelijks aanwezig is in de kringen die ertoe doen, zo lijkt. Het is echter de sleutel die de code kraakt waarnaar al zo lang wordt gezocht, waardoor ons geestelijk functioneren heel wat inzichtelijker wordt, zo heb ik ervaren.
Het bewijs ervoor ligt letterlijk op straat want je ziet het overal om je heen, maar je moet er wel oog voor hebben, anders was de code lang geleden al gekraakt natuurlijk. Je kunt ons denken, of het functioneren van de menselijke geest op vele manieren benaderen, maar iedere poging die de basale/fundamentele kennis/wetten die ik middels dit boek tracht te verspreiden over het hoofd ziet, is gedoemd tot mislukken. Het indelen van informatie aan de hand van hun onderlinge overeenkomsten, verschillen en tegenstellingen is een concept/mechanisme van de menselijke geest dat ik dan ook uitvoerig zal gaan behandelen, in de hoop dat het belang/fundamentele aspect hiervan je daardoor geheel duidelijk zal worden.
Bij bestudering van ons geestelijk leven, doemt naast ‘de waarheid’, al snel zoiets als ‘verlangens’ op, als fundamentele kracht binnen ons geestelijk functioneren. Het ontkennen van het bestaan van verlangens ligt niet voor de hand, maar het behandelen van dergelijke materie zoals ik ga doen, wordt in de psychologie allicht snel als onwetenschappelijk afgeserveerd, vanwege een veronderstelde subjectiviteit, omdat ik mijn bevindingen niet met wetenschappelijk onderzoek kan of ga staven. Daardoor zouden mijn theorieën over het tot stand komen van onze waarheden ondergesneeuwd kunnen raken, daarom heb ik zelfs nog overwogen om me enkel hierop te concentreren, maar het is onmogelijk om de (invloed van) verlangens buiten beschouwing te laten, wil je het functioneren van de menselijke geest enigszins kunnen doorgronden.
Het woord ‘verlangens, verwijst naar een groep van informatie, waarbinnen verschillende individuele verlangens geplaatst/geclassificeerd zijn of kunnen worden, waar we ons allemaal wel iets bij voor kunnen stellen neem ik aan, en ook hoe het voelt om een bepaald verlangen te hebben. Want verlangens zijn een soort gevoelens, in die zin dat ze zijn afgeleid van (eerdere) gevoelens en op hun beurt weer gevoelens veroorzaken. Dit alles in samenhang met hetgeen men aanziet voor de waarheid op dat moment, eventueel in vergelijking met een moment daarvoor of een verwachting die men had. Het klinkt ingewikkeld, maar het is dan ook een zeer ruwe schets van het mechanisme achter het optreden van emoties, en aanverwante stofjes in onze hersenen die onze stemming bepalen; of het nu om een huilbui gaat of om een lachstuip.
Meer is het eigenlijk niet, maar tegelijkertijd is het wel een enorme klus voor mij om te laten zien wat hiermee allemaal inzichtelijk gemaakt en verklaard kan worden (een heleboel) waar het ons geestelijk leven/functioneren betreft. Zo zal ik ook uitleggen hoe het gebruik van taal in dit plaatje past, dat wonderlijke communicatiemiddel dat mij/ons in staat stelt om de inhoud van onze gedachten en ideeën op een zeer precieze manier met elkaar te delen, zoals ik hier aan het doen ben en al velen voor mij hebben gedaan.
Waar ik enigszins van weg wil blijven is de discussie in hoeverre ons denken en gedrag wordt bepaald door ons DNA (evolutionaire psychologie), in vergelijking met hetgeen we (onszelf) hebben aangeleerd. Waar ik me op concentreer zijn de leermechanismen en principes waarover het geheugen beschikt om onze geest te laten functioneren/presteren zoals zij doet. Wanneer je deze proces eenmaal doorziet blijft er een stuk minder ruimte over voor (geestelijke) eigenschappen die aangeboren zouden zijn, hetgeen overigens ook een tamelijk oninteressant onderwerp is om te behandelen in vergelijking met de innerlijke (leer)processen waar ik het over ga hebben. Het behaviorisme is dan ook de enige stroming binnen de psychologie die me enigszins aanspreekt, maar die er tevens alles aan doet om de noodzaak van theorieën over ons innerlijk te ontkennen, aangezien innerlijke bespiegelingen toch nooit tot iets nuttigs zouden kunnen leiden, zo was/is de overtuiging. Dit in reactie op (de populariteit van) Sigmund Freud, van wiens (tamelijk bizarre) hersenspinsels men zich zo ver mogelijk wenste te distantiëren.
Ook de ideeën uit de neuropsychologie leg ik zoveel mogelijk naast me neer, aangezien (ook) daar niet de sleutel ligt die maakt dat we onszelf beter leren begrijpen, bijvoorbeeld omdat we de werking van de menselijke geest op neurologisch/fysiologisch/chemisch niveau beter hebben leren begrijpen. Waar de wereld vooral behoefte aan heeft is aan een deugdelijke theorie die de (voornaamste) wetmatigheden achter ons innerlijk functioneren weet te identificeren, want de chaos is momenteel nog erg groot op dit gebied.
Je zou de menselijke geest kunnen zien als hardware (DNA) die haar eigen software leert schrijven, aan de hand van enkele simpele mechanismen, die voortkomen uit en resulteren in ‘het samenspel tussen waarheden, verlangens en emoties’ (om het zo maar te noemen) dat de basis vormt van ons geestelijk leven. Een beetje zoals in het behaviorisme dus, maar dan met een uitgebreide beschrijving van de innerlijke mechanismen die hieraan ten grondslag liggen. De principes van het behaviorisme vormen een soort achtergrond van het verhaal waarin ik de processen beschrijf die zich afspelen binnen ons geestelijk functioneren. Het samenspel tussen (wat men aanziet voor) de waarheid en het verlangen komt dan ook nergens zo goed tot uitdrukking als in het behaviorisme en vrijwel alle (werkende) psychotherapieën zijn er in zekere mate op gebaseerd. Maar straf en beloning zijn dan ook de krachtigste middelen waarmee je de geest kunt beïnvloeden, of waardoor de geest zichzelf laat beïnvloeden bij het schrijven van de software.