Levensverhaal

Voor foto's van Douwe zie de betreffende subpagina.

Douwe werd geboren op 8 januari 1915 als oudste van acht kinderen. Twee daarvan overleden op jeugdige leeftijd: Siebren overleed toen Douwe nog geen twee was, dat zal hij niet onthouden hebben, maar Ids overleed toen hij bijna 7 was, en Douwe 14. Dat moet een diepe indruk achtergelaten hebben. Na de Christelijke lagere school te Noed werkte hij op de boerderij van zijn vader, en volgde lessen op de landbouwcursus bij meester Snoek, hoofd van de Christelijke school te Noed, waar hij dus leerling was geweest.Hij kreeg daarvan een getuigschrift.

Hij leerde Fetje Kok kennen.

Hij moest op 1 oktober 1935 in militaire dienst, bij het vierde halfregiment Ie Regiment huzaren.

Op 31 december 1936 ging hij met groot verlof.

Op 29 augustus 1939 vond de mobilisatie van het Nederlandse leger plaats, waar Douwe ook deel van uitmaakte. Hij werd ingedeeld bij het 4e regiment huzaren. Zie afbeelding links.

Je kon ze op twee momenten feliciteren. De eerste vlak voor hij gemobiliseerd werd.

Op 8 september van dat jaar trouwden Douwe en Fetje. De krant schrijft dat ze toen in ondertrouw gingen.

Hoe trouwen paste in het mobilisatie gebeuren is mij niet bekend.

Ze gingen wonen in Idskenhuizen.

Hij moet kerstverlof hebben gehad, want negen maanden later werd een zoon geboren.

Op 10 mei 1940 overviel het Duitse leger Nederland, en daarmee was voor Nederland de Tweede Wereldoorlog begonnen. Op 14 mei gaf het Nederlandse leger zich over. Dit had een enorme invloed op de soldaten, ook op Douwe. Op 25 mei werd hij met groot verlof gestuurd.

Zijn vader had onderduikers op de boerderij.

In Idskenhuizen werden drie kinderen geboren: Michiel, Jan en Siebren.

In 1944 vond de Vrijmaking plaats. Douwe en Fetje en familie gingen niet mee.

Na de bevrijding verhuisde het gezin naar Teroele, naar de boerderij van de ouders van Fetje. Die ouders gingen in het huis van Douwe en Fetje wonen. De meeste landerijen van die boerderij lagen aan weerszijden van het Koevordermeer. Een praam was nodig voor verplaatsen van vee en hooi. De boerderij was niet aangesloten op de waterleiding, en er was ook geen riolering, maar wel elektra. Na een paar jaar werd er een radio aangeschaft. TV is er nooit geweest.

Er werden drie kinderen geboren: Geeske, Ids en Benny.

In 1945 werd hij secretaris van het schoolbestuur van de Christelijk Nationale School Tjerkgaast - Idskenhuizen - St. Nicolaasga. Zo nu en dan schreef hij de notulen of het jaarverslag op rijm.

Bijvoorbeeld die van dec. 1950 (slotregels jaarverslag):

Geen enkel kwaad zal ons kunnen hinderen

wat er ook moge komen met personeel en de kinderen.

Al gaat in het oosten de oorlog naderen

wij worden beschermd door de God onzer vaderen

Jezus roept: "Laat de kinderen tot mij komen".

Laat ons in dezen dan niet schromen,

Want de kinderen zijn het erfdeel des Heren.

Laten wij dan bovenal Christelijk onderwijs begeren.

Ontleend aan: "En toch horen ze bij elkaar"

100 Jaar Christelijk Onderwijs Tjerkgaast - Idskenhuizen - St. Nicolaasga

Op sportief gebied hield hij zich bezig met touwtrekken.

In 1953/54 waren er problemen met de Coöperatieve Zuivelfabriek in Langweer. Douwe had ook aan die fabriek geleverd. Al sinds 1947 was er sprake van ruilverkaveling van Wollegaast. Ook de boerderij van Douwe en Fetje was er bij betrokken. Op 22 oktober 1952 werd er door alle betrokkenen over gestemd. Hierbij werden thuisblijvers als voorstemmers aangemerkt. Het bleek dat de lijst van kiezers ook een aantal reeds overleden eigenaren bevatte. Een grote meerderheid stemde voor de ruilverkaveling. Als onderdeel van de ruilverkaveling werden er een aantal boerderijen gebouwd. Eén ervan kwam aan Douwe en Fetje. In december 1954 vond de verhuizing plaats.

Het eerste half jaar was het afzien: er was nog geen elektrische stroom.

In juli 1958 ontstond er hooibroei op de boerderij. De brandweer van Doniawerstal was niet bij machte de brand te blussen, die van Woudsend werd te hulp geroepen.

Gezamenlijk kreeg men de brand onder controle. Er ging alleen een hoeveelheid hooi verloren.

Hij werd ouderling in de Geref. Kerk van Woudsend.

Dominees daar waren toen W.A. Jelsma en C. Gros.

Hij leed aan longemfyseem, en overleed daaraan op 30-5-1965.

Zie afbeelding links en de grafsteen hieronder.

Grafsteen, met urn van Geeske