Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - incertae sedis - Polyporales - Incrustoporiaceae - Skeletocutis - Skeletocutis carneogrisea
A. David, Naturaliste Canad. 109: 245 (1982)
Skeletocutis carneogrisea, in het Nederlands ook bekend als de Grauwroze dennenzwam, is een soort korstzwam uit de familie van de Polyporaceae (gaatjeszwammen). Het is een schimmel die op dood hout groeit en witrot veroorzaakt.
Belangrijkste kenmerken en informatie:
Groeiwijze: De zwam groeit meestal resupinaat, wat betekent dat deze als een korst op het oppervlak van het dode hout verschijnt, hoewel de randen soms kunnen uitsteken en rudimentaire, beugelachtige hoedjes kunnen vormen.
Uiterlijk: De onderzijde (het hymenium, waar de poriën zich bevinden) heeft een roze-beigeachtige tot crèmekleurige of grijzige kleur.
Poriën: De poriën zijn klein, doorgaans 4-6 per millimeter.
Sporen: De sporen zijn smal en allantoïde (worstvormig).
Habitat en verspreiding: De schimmel wordt voornamelijk gevonden op dood hout van naaldbomen, zoals sparren (Picea) en dennen (Pinus). De soort is waargenomen in Europa, Zuid-Amerika en China.
Ecologische rol: Het speelt een rol in het ecosysteem door te helpen bij het afbreken van dood hout en het recyclen van voedingsstoffen (veroorzaakt witrot).
Verwantschap: De Grauwroze dennenzwam is nauw verwant aan de Witwollige dennenzwam (Skeletocutis amorpha), maar verschilt hiervan onder andere door de kleur van de onderzijde en de grootte van de poriën en sporen.
Skeletocutis carneogrisea - A. David - Naturaliste Canad. 109: 245 (1982)
Mycobank CC BY-NC-ND
Anema-Balke, J. (2009) - Pronken met de hoed van een ander. Bijzondere waarnemingen en vondsten. Coolia 52(2): 113-113
Arnolds, Chrispijn & Enzlin (2014) - Hoofdstuk 28b: Dennenbossen. Ecologische Atlas Paddenstoelen Drenthe 3: 592
Bernicchia (2005) - Polyporaceae s.l.: 504 en 759-760 (foto's)
Breitenbach & Kränzlin (1986) - Heterobasidiomycetes, Aphyllophorales, Gastromycetes. Pilze der Schweiz 2: 290
Dam & Kuyper (2016) - Veldgids paddenstoelen II: 315 (met foto)
Hansen & Knudsen (1997) - Nordic macromycetes, 3: 215
Jahn, H. (1983) - Skeletocutis carneogrisea David, ein Doppelgänger von S.amorpha. Funde in Deutschland. Westfälische Pilzbriefe 10-11: 271-277
Krieglsteiner (2000) - Grosspilze Baden-Württembergs 1: 579 (met foto)
Lohmeyer, T.R. (2002) - Porlinge zwischen Inn und Salzach- eine Zwischenbilanz nach dreißig Jahren, Teil V: Die Gattungen Bondarzewia, Fomes, Fomitopsis, Grifola, Hapalopilus, Heterobasidion, Lenzites, Meripilus, Oxyporus, Perenniporia, Physisporinus, Pycnoporus und Skeletocutis. Mycologica Bavarica 5: 28-39
Læssøe & Petersen (2019) - Fungi Temperate Europe, 2: 901 (foto)
Niemelä, T. (1985) - On Fennoscandian polypores 9. Gelatoporia n.gen. and Tyromyces canadensis, plus notes on Skeletocutis and Antrodia. Karstenia 25: 21-40
Nilsen, K.E. (2010) - Paarse dennezwam (Trichaptum abietinum) vaker in combinatie met Grauwroze dennezwam (Skeletocutis carneogrisea). Coolia 53(3): 153-156
Rivoire (2020) - Polypores de France et d'Europe: 783
Ryvarden, L. & R.L. Gilbertson (1993) - European Polypores 7: 623 fig. 333
Ryvarden & Melo (2014) - Poroid fungi of Europe: 396
Ryvarden & Melo (2017) - Poroid fungi of Europe: 373 (met foto en spore-tekening)
Shevchenko, M. & I. Dudka (2017) - Genus Skeletocutis (Polyporaceae) in the Ukrainian left bank forest steppe. Bulletin of Taras Shevchenko National University of Kyiv Series Biology 74(2): 34-36
Vesterholt (2004) - Danmarks Svampe: 91
Skeletocutis carneogrisea op internet:
NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
First Nature
NMV Paddenstoel van de maand
MushroomExpert
The Ultimate Mushroom Guide
Pilzbuch Pilzwelten
All about funghi
Guía de Setas y Hongos de Navarra
Česká mykologická společnost
Funghi in Italia
De Interactieve Paddenstoelengids
Fungipedia