Fungi - Dikarya - Basidiomycota - Agaricomycotina - Agaricomycetes - Agaricomycetidae - Agaricales - Strophariaceae - Pholiota
(Fr.) P. Kumm., Der Führer in die Pilzkunde: 22, 83 (1871)
Pholiota is een geslacht van vlezige plaatjeszwammen binnen de familie Strophariaceae, dat wereldwijd, maar vooral in gematigde streken, voorkomt. De naam is afgeleid van het Griekse 'pholis', wat 'schub' betekent, verwijzend naar de opvallend geschubde hoed die veel soorten kenmerkt.
Belangrijkste Kenmerken
Hoed: De hoeden zijn meestal geel, bruin of olijfachtig van kleur en vaak bedekt met schubben. Het oppervlak kan, vooral bij vochtig weer, slijmerig (viscid) tot droog zijn.
Lamellen: De lamellen zijn bij jonge exemplaren vaak gelig en worden bij het ouder worden roest- of kaneelbruin naarmate de sporen rijpen.
Steel: De steel is vaak vezelig of geschubd en heeft meestal een ring of ringzone (een overblijfsel van het partiale velum).
Sporen: De sporenprint is bruin tot roestbruin. De sporen zelf zijn glad, elliptisch en hebben doorgaans een kiemporie.
Ecologie: Pholiota-soorten zijn voornamelijk saprobionten, wat betekent dat ze leven van dood, rottend hout. Sommige soorten kunnen ook als zwakteparasiet op levende bomen voorkomen, waar ze witrot veroorzaken. Ze groeien vaak in bundels of groepen.
Pholiota adiposa - Goudvliesbundelzwam
Pholiota astragalina - Goudvinkzwam
Pholiota brunnescens - Houtsnipperbundelzwam
Pholiota cerifera - Wilgenbundelzwam
Pholiota conissans - Stoffige bundelzwam
Pholiota henningsii - Veenmosbundelzwam
Pholiota highlandensis - Brandplekbundelzwam
Pholiota jahnii - Spitsschubbige bundelzwam
Pholiota limonella - Dubbelgangerbundelzwam
Pholiota lubrica - Witvlokkige bundelzwam
Pholiota lucifera - Fijnschubbige bundelzwam
Pholiota mixta - Bospadbundelzwam
Pholiota pityrodes - Rietbundelzwam
Pholiota scamba - Zijige bundelzwam
Pholiota spumosa - Sparrenbundelzwam
Pholiota subochracea - Kleine sparrenbundelzwam
Pholiota tuberculosa - Oranjegele bundelzwam