Een van de meest raadselachtige Nunspeetse kunstschilders uit het begin van de 20e eeuw is Johan Cop. Voor het item in de Virtuele Oudheidkamer over Cop klikt u hier. Klaas Roodenburg noemt het onderzoek naar deze schilder een obsessie. In zijn eerste boek over de Kunstenaars op de Noordwest Veluwe had hij 1 schilderij van Cop gevonden, in zijn tweede boek nog 2, allemaal paarden. Bij gebrek aan veel informatie over Cop's oeuvre, vermeldt Roodenburg ook informatie over een huis dat Cop aan de Groote weg liet bouwen. Het huis op de hoek van de Beukenlaan heet tegenwoordig Landscrona en de Groote weg heet nu F.A. Molijnlaan.
In 1908 ontwierp J.F.L. Frowein, architect te 's Gravenhage, een huis voor J. Cop, te bouwen op de percelen Nunspeet sectie A 1867 en 371a. In hetzelfde jaar tekent de gemeentearchitect voor gezien. Op de eerste verdieping is een atelier met daglicht uit het Noorden en een donkere kamer.
Afb. uit Streekarchivariaat, bouwdossiers
In dj (dienstjaar) 1910, d.w.z. anno 1909, staat het huis kadastraal op naam van Johan Cop, kunstschilder te Nunspeet. Uit de kolom "Waaruit getrokken" blijkt dat de vorige eigenaar van de betrokken percelen Maatschappij "De Veluwe" was. Zelf zien? Klik op de illustratie voor een vergroting.
In het Gedenkboek Veluvine uit 1945 wordt gememoreerd dat mevrouw Molijn na het overlijden van haar man enige tijd in pension ging in de villa Landscrona. Dat zal in of kort na 1912 zijn geweest. Mevrouw Molijn was niet bij Cop in pension, want volgens het lijstje woonplaatsen van Cop uit het eerste boek van Roodenburg was Cop al in 1911 naar Den Haag vertrokken. Dat is nog even gecontroleerd in het bevolkingsregister en het klopt (met dank aan Els van Nieuwenhuijzen, Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe). Na Cop waren volgens de digitale samenvatting van het bevolkingsregister de hoofdbewoners van het huis: Koopsen, Vogels-de Rooij en De Lange.
In het boek van Jan Plender, Nunspeet en de Veluvine, is de bovenstaande tekst uit het Gedenkboek overgenomen en geillustreerd met een foto van Landscrona uit een latere periode. Vermoedelijk was geen oudere foto beschikbaar, tussen de foto's in de beeldbank van het Streekarchivariaat is die in ieder geval niet te vinden.
Het Kadaster vermeldt in 1916 als woonplaats van Cop Scheveningen. Dat was voor hij zich in 1917 weer voor een paar maanden in Nunspeet vestigde. Volgens de gegevens van Roodenburg was dat niet in het huis aan de Groote weg dat nog steeds zijn eigendom was, maar in het pension van Liewe Bosch aan het Lievevrouwenwegje. Volgens het kadaster werd het huis in 1917 door Cop verkocht, dus mogelijk was Cop die paar maanden in Nunspeet om zijn zaken daar af te wikkelen. Roodenburg vermeldt dat hij zich vanuit Nunspeet in Scherpenzeel vestigde.
Uit het boek Nunspeet, vergeelde beelden uit het verleden door Ellen MacGillavry en Frans van Marsbergen komt pagina 93 met Landscrona en mejuffrouw A. de Lange. Zij overleed in 1929.
In deze overlijdensadvertentie komt een mogelijke inspiratiebron voor de naam Landscrona naar voren.
In 1930 kreeg Huize Landscrona telefoon no. 146.
Blijkens het kleine nieuws in februari 1949 was Landscrona te koop.
In 1974 werd schilder/musicus Jos Lussenburg geinterviewd ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag. Onderweg naar Lussenburg's huis bij het Oranjepark in Nunspeet komt de interviewer langs Landscrona en omgeving. "Het moeten tevreden mensen zijn die er wonen."
In 1980 komt Landscrona voor in een interview met Ellen McGillavry. Zij heeft goede herinneringen aan Landscrona. In 1982 schreef zij samen met Frans van Marsbergen het boek Nunspeet, vergeelde beelden uit het verleden, waaraan hierboven pagina 93 is ontleend.