Mr. Jacob Heynsius (priester)

Jacob (Jacop, Jacobus) Heynsius (Edam, ca. 1619 – Hoogwoud?, na 1646), student Leuven (1641), was een geliefd pastoor in het Westfriese Ilpendam.

Studeerde aan de universiteit van Leuven waar hij 26 januari 1641 geregistreerd is. De roomsgezinden in Westfriesland voerden in 1646 tal van argumenten aan bij de Amsterdamse kapitein der Schutterij Frans Banninck Cocq, de bekende vaandrig welke mogelijk in 1642 geschilderd is door Rembrandt van Rijn op de Nachtwacht, om de 'priester' Jacob Heynsius, destijds een burger van Edam, naar Ilpendam, over te halen. De afgevaardigden van Purmerland en Ilpendam dienden namelijk gezamenlijk een verzoekschrift bij hem in dat gedateerd is op 8 juli 1646. Banning de Cock zou niet alleen vroedschap en kapitein van Amsterdam zijn, maar zich tevens, naar de gewoonte van vooraanstaande notabelen in die tijd, Heer van Ilpendam (willen) noemen. Het is onduidelijk waarom de smeekbede juist aan hem geadresseerd is. Mogelijk was de Westfriese gemeenschap geadviseerd om uiterst behoedzaam te werk te gaan, aangezien dit een benoeming voor katholieken betrof. Daartoe beloofde men in dit Smeekschrift het plakkaat van Verlatinge te zullen respecteren en oproer van en weerspannigheid bij de katholieken te zullen weerhouden. De benoeming zal uiteraard afgeketst zijn op het musket van Frans Banningh Cocq, want enige tijd later is Jacob Heijnsius niét daar in Purmerland opgenomen, maar wel in de kronieken van Hoogwoud e.o. terecht gekomen. In het kroniek is van de schepenen namelijk een zogenaamd schuldboek (shult) bewaard, waarbij de oude protocollen van een zekere Jacob Heynsius zijn overgeleverd, in zijn werkzame leven secretaris der (Hof)-Stede en Heerlijkheid Hoogwoud. Protestantse edelen geven, met die afwijzing in Ilpendam, de katholieken, tegen het einde van de 80-jarige oorlog, klaarblijkelijk nog eens duidelijk te verstaan, dat de gereformeerde godsdienst, de staatsgodsdienst is, én blijft. Er is in die tijd een andere Jacob bekend die geboren is rond 1607, een zoon van de predikant Josias Heinsius. Deze Jacob is dus mogelijk familie van de mensen die daar later leven zoals Carel Heynsius van Willigen, afkomstig van Hoogwoud, Petrus Heinsius, uit Monnickendam, en Michiel Heijnsius, de baljuw van Hoogwoud. Westfriesland heeft daarmee zo haar eigen protestantse geschiedenis. Nog in 1726 zijn de nazaten van Banning Cocq met Jacob Heinsius druk doende om de pacht van het land in Opmeer per machtiging te innen. Aan het Hof van Holland speelt ook in 1651 nog een dubieus zaakje (alles aldaar) over de inning van goederen waaronder kloostergoederen. De twisten tussen katholieken en protestanten leveren zo in Westfriesland nog altijd de nodige gevoeligheden op.

Bronnen, noten en/of referenties

·         Kerkhist. Archief Verzoekschrift

·         Scheltema 1873 Missive Nr. 6

·         West-Friesland Oud en Nieuw 1939

·         Graftekst Michiel Heinsius

Label: Frans Banninck Cocq: Friese Biografie

© 2019 F.N.Heinsius