Het Huis Heinaut

De uitwerking in Harlingen, Dokkum en Stavoren 

Voor de eerste generaties zie: Leeuwarden


A.

Tak A Gerardse Linie is uitgestorven in 1838 en overgedragen aan tak D.*

IV.a. Mr. GERARD HEINSIUS, hoogstwaarschijnlijk een zoon van Hein Gerrits van Bijllandt en Catrijn van Stinstra, geb. (Leeuwarden) ca. 1636, mr. (ter Admiraliteit) (1672), kastelein voor de Hoogedele Mogendheden ter Admiraliteit in Friesland (1702), commissaris (ter Admiraliteit) (1706), † Harlingen na 08-12-1702 en † voor 1706 (zie o.a. het fam.arch. Van Eeghen). Gerrit trouwde in Harlingen 20-05-1666 met Margrieta HARDENFELD, geb. ca. 1643, † na 1718, dr. van Daniël Hardenfeldt geb. Graf. von Sterneberg, van Fürstentum Minden (Oostfriesland), en Geertje Gerardus LANGEWOLT. Margrieta heeft een broer Pieter Harteveld ged. Franeker 17-09-1651. Gerard werkte gedurende de Engelse oorlog mogelijk voor de Hanzeatische Steden bij de Friese resident Lieuwe van Aitzema als de klerk Gerard Heyns die omstreeks april 1670 te Harlingen woont om met de klerk Jan Pesser (Persijn, Presser) geheime documenten te kopiëren voor de gedeputeerde ter Staten van Friesland Epo van Bootsma werkzaam bij de Staten-Generaal (Hist. vol.1 p.85 en BWN dl.15). Mr. Gerrit Heins is op de Voorstraat in Harlingen als Geref. lidmaat aangenomen op 27-04-1672.  Margaretha Harsvelt, huisvrouw van Mr. Gerrijt Heins aan de Voorstraat, is Geref. aangenomen in 1674. Antje Cornelis is in 1676 de dienstmaagd van meester Heinsius aan de Voorstraat en Maike Doekes is in 1679 de dienstmaagd van Mr. Gerryt Heins. Gerrijt Heius tot Harlingen ontvangt op 28-09-1682 van de Ontvanger Generaal 46-14 ter saecke van de verteringe door de heeren Aylva en Sixma tot sijn huijse gedaen. Gerrit Heijnsius en Margareta Hartsvelt hebben in Amsterdam bij notaris Simon van Sevenhoven op 27 november 1687 een testamentaire quitantie van ƒ95 volgens een akkoord van de commissarissen op een testament uit 1679 van wijlen Wyger Jacobs Swartebock (i.e. Swartzenborch, Swartzenberg?). Zie in Amsterdam de huwelijksvoorwaarden 08-12-1702 en lijst van aanbrengsten van Agneta Heinsius waarbij haar vader Gerard Heinsius en de moeder Geertruida Hartjes van Jan van Eeghen assisteren in het Familiearchief Van Eeghen en het archief van Amsterdam. Margrieta Hartefeld wed. van de commissaris Gerard Heijnsius heeft in 1706 een afrekening van een aanzienlijke wijnschuld, mogelijk een zakelijke restschuld. Margaretha Hartevelt, weduwe Gerrit Heins, is in 1718 ƒ33 schuldig aan Bauke Fockes Agricola, als voogd over Belike van Vierssen. Zie voor Gerard Heinsius bij het geslacht Van Eeghen zijn dochter Agneta Heinsius, genoemd in Nederland’s Patriciaat jg.45 Van Eeghen p.151.

V.a. Ds. GERARDUS HEINSIUS V.D.M., geb. Harlingen ca. 1671, theol. student aan de Universiteit van Franeker (1689), predikant te Oosterbierum 1694-1736, praeses op de Synode van Leeuwarden (1724), en eigenaar van een boerderij met stemrecht nr. 47 te Wirdum (1728), † Oosterbierum 22-04-1736, begr. ald. in de kerk. In de boeken met de lidmaten van de kerk te Harlingen staat op 17-11-1693 dat binnengekomen is: Gerhardus Heijnsius studiosus van Franeker. Gerardus trouwde (1) ca. 1695 met Gesina N.N. [VAN ROORDA], geb. 1668, † Oosterbierum 25-05-1725, begr. ald. in de kerk, links naast de grafsteen Heinsius-Rinia. Haar nakomelingen zijn vooralsnog onbekend. Gerardus trouwde (2) in IJlst 14-10-1725 met Anna Margareta RINIA, ged. Leeuwarden 03-10-1684, † Oosterbierum 12-10-1726, begr. ald. in de kerk, dr. van Dr. Frederick, advocaat aan het Hof, zie Stamboek Friese Adel II-141, en Petronella Bonnes van HANIA, zie Stamboek Friese Adel I-206. Gerardus trouwde (3) ca. 1727 (niet overgeleverd) met Janke CRANS, ged. Leeuwarden 17-07-1700, † Berlikum 1742, dr. van Klaas en Ytje Wijbrandus NOORDENBOS. Van de kerkklok in Oosterbierum leest men: "Petrus Overney heeft my gegoten in Leeuwarden 1709 A. v. Haersolte, grietman, A. v. Idsinga kerkv., G. Heinsius V.D.M. Jelle Tjeerds kerkv." met hun familiewapens (zie Afbeeldingen). In de kerkrekeningen van Oosterbierum staat op 25-12-1713 te lezen: betaalt aan [mijn zuster] Angenieta Heijns 34,19 wegens geleverde ijserwerk aan kerk en pastorie. Op 12 juni 1724 is Ds. Gerhardus Heinsius, predikant te Oosterbierum, vanwege de Grote Synode in Leeuwarden, gekozen tot Praeses uit alle predikanten (Boekzael, 1724, dl.18, p.124). Sjoerd Cuperus (1916) schrijft nog van hem: “Het moet erkend, de tucht werd vaak op grillige wijze toegepast. Voor hetzelfde misdrijf ontvingen verschillende personen zeer ongelijke straffen. G. Heinsius uit Oosterbierum werd wegens ontijdigen bijslaap voor 6 weken geschorst, maar J. Cramer van Hindeloopen kwam om hetzelfde misdrijf vrij". Deze tak is uitgestorven in mannelijke lijn in deze generatie met overdracht aan de Gerardse linie. Uit dochter Margaretha Heinsius het nageslacht Odolphi.

V.b. CATHARINA HEINSIUS, ged. Harlingen 07-08-1672, † voor 19-03-1713. Catharina is in 1693 Geref. aangenomen wonende aan de Havenspoort. Catharina trouwde ca. 1696 met Everhardus DROGENHAM, geb. (Sexbierum) ca. 1670, bakenmeester (1697), bakenmeester van de Provincie Friesland (1715), bakenmeester op den Abt ter Admiraliteit in Friesland, † voor 06-12-1725, verm. zn. van Dirk Andries en Tziedts Piers. Everhardus hertrouwde in Sexbierum 19-03-1713 met Trijntje Dirks van OOSTERWAL. Evert betaalde in 1719 nog ƒ27 belasting, maar enkele jaren later is op 06-12-1725 Matthijs Beilanus door Gedeputeerde Staten van Friesland aangesteld tot bakenmeester op den Abt in plaats van E. Drogenham. In 1744 is de weduwe genoteerd met een gezin van 4 personen. In 1749 is de weduwe van bakenmeester Drogenham opgenomen met een gezin van 5 personen,  † na 1749. Hieruit het nageslacht Drogenham.

V.c. Mr. DANIEL HEINSIUS, ged. Harlingen 18-09-1674, admiraliteitscommissaris (1697), commissaris (1706), commies ter recherche (1717), kastelein ter admiraliteitscollege Leeuwenburg (1725) en ijkmeester (1729) voor de Hooged. Mogendh. ter Admiraliteit in Friesland (zie o.a. handschr. Haagsma), betaalde in 1736 ƒ33:06:10 belasting en bij de volkstelling van 1744 ƒ25 belasting voor een gezin met 4 personen, † na 1746. Daniel Heins Admiraliteits Commissaris op de Abt op de Lanen is Geref. aangenomen in Harlingen op 29-01-1697. In de Westerkerk heeft Daniël Heinsius reeds in 1696 een dochter genaamd Joukje. Daniël trouwde in Leeuwarden 15-01-1693 met Catharina VAN SANDE HOGENGRAF, ged. Leeuwarden 08-03-1672, † na 1713, dr. van Coenraad Jans, goudsmid, en Jouckien Jans. Catharina Coerts huisvrouw van Daniël Heins is Geref. aangenomen in 1694 op attestatie van Leeuwarden. Daniël is genoemd (admiral commissioner) in enige plakkaten bij de admiraliteit in Amsterdam, Kaap de Goede Hoop en Batavia in scheepsbrieven, secrete stukken, controle wijnlicenties, lokale examinaties, transporten van slaven, controle likeurlicenties, kerkelijke zaken, controle tabakslicenties en bij lokale defensiezaken (zie Letters despatched, 1696-1708). Daniël heeft enkele zakelijke werken geschreven. Daniël Heins (1703): "Lijk-cypres gevlogten over den dood van Johan Croon als zijne edele op den 22 Juny in een heevig zee-gevegt doodlijk gequetst is overleeden op den 2 July 1703" (Harlingen, 1703. Uitg. Freerk Schotsman); Daniël Heins (1714): "Klink-dicht ter onsterflijken roem van Geörg d'Eerste koning van Groot-Brittangnien gekroond op den XXXI. van Wijnmaant MDCCXIV" (Harlingen, 1714. Uitg. Frederik Schotsman); Daniël Heins (1727): "Klinck-dicht ter bruiloft van Saco van Idsinga, mede raad en advocaat fiscaal wegens 't Ed. Mog. Coll. ter Admiraliteit in Friesland en Aritia Lyklama à Nyholt". Daniël is bevorderd bij een conflict met commissaris Koen: Resolutieboeken Admiraliteit Harlingen (1717): Veneris den 5de Maart 1717. Praesint de heeren Aijlva, Haren, Fiscaal, Secretaris. Op het geproponeerde ter vergaderinge gedaan, is na voorgaande deliberatie goedgevonden ende verstaan dat Daniël Heijns wederom bij provisie op het jacht verordineert tot het waarnemen van de recherge op den Abt, gelijk in voorgaande jaaren in bedieninge zal worden gecontinueert, zoo als gecontinueert wordt mits dezen, tot en ter tijd toe haar Ed. Mo. nader zullen hebben gedisponeert omtrent de differenten tusschen de commissaris Koen en hem Heijns, voor als nog ongedecideert hangende. En zal extract van dese haar Ed. Mo. reso[lutie], de voorschreven Daniël Heijns worden ter hand gestelt om te strekken tot zijne narigtinge. Daniel woonde in Kasteel Leeuwenburg dat te koop gezet is in februari 1731. Verkoop van Kasteel Leeuwenburg, verhuurd aan en gebruikt door de Friese Admiraliteit en bewoond door kastelein Daniël Heijnsius (Tresoar,13-16, inv.nr.247, procl., f.14ra). Hij zou dit gebouw in 1725 bewonen (zie Frieslands Zeegeschiedenis, p.592), maar werd op dit adres al vanaf 1716 als gebruiker geregistreerd. De Leeuwenburg is in het jaar 1703 in gebruik genomen door de Admiraliteit. Hieruit de kinderen bij generatie zes. 

V.d. AGNETA HEINSIUS, ged. Harlingen 27-03-1676, burgerse en winkelierse in ijzerwaren te Harlingen, † na 30-08-1730. Agneta is in 1696 Geref. aangenomen als jonged. wonende aan de Havenspoort. Agneta trouwde (1) in Amsterdam 08-12-1702 (huw.vw. 06-10-1703) met Jan VAN EEGHEN, geb. Amsterdam 16-07-1676, adelborst ter V.O.C., koopman op de Tesselse kade te Amsterdam, later boekhouder V.O.C. te Batavia, † Amsterdam 07-11-1720, zn. van Jacob en Maria BOCXHOORN. Agneta trouwde (2) in Leiden (otr. Amsterdam 22-08-1727) 27-09-1727 met Cornelis DE COCK GRAVIUS, van Den Hoorn op het eiland Texel. Mr. Johan Ortt, commissaris voor het Huwelijk in Amsterdam, attesteert dit huwelijk echter naar Leiden, vanwege haar huwelijksvoorwaarden met Van Eeghen. In 1708 koopt Agneta Heijns, burgerse en winkelierse, het huis Zuiderhaven 19, van Yda van Quickelenbergh met Laas Haselaer en Tjaard Bouwens voor ƒ1300. In 1706 en 1713 leent Agneta, burgerse, winkelierse te Harlingen, ƒ300 van haar moeder, Margaretha Hartvelt, weduwe van de commissaris Gerrit Heins. In 1713 koopt Agneta, het huis aan de Vijverstraat in Harlingen voor 66 goudguldens van Dr. Georgius Hiddema. Agneta heeft in 1713 een 10-jarige zoon Jacob van Eeghen die in de kost is bij haar moeder Margarietha Hartsveldt. In de kerkrekeningen van Oosterbierum [broer predikant] staat op 25-12-1713 te lezen: betaalt aan Angenieta Heijns 34,19 wegens geleverde ijserwerk aan kerk en pastorie. In 1715 verkopen Jacob Romckes Braam en Rejer Arjen Mahui, als eigenaren van 't reversaalbrieff van Agneta, een deel van het huis Zuiderhaven 19, voor ƒ650. Op 20-06-1728 legateerde jufr. Cornelia Knol wed. Pieter Visser aan Agneta Heinsius laetstwed. Cornelis Kock won. alhier haar testatrices gouden ketting drie dik benevens een porcelijnen Japon stelletje van vuren, daer de haentjes op staen, en daerenboven 100 guldens in geld. Op 30-08-1730 is Agneta met Andries Schenck de doopgetuige van het kind Andries, een zoon van Pieter Schenck en Anna Gerrits in Amsterdam (Zuiderkerk). Zie verder voor Agneta Heinsius in Nederland’s Patriciaat jg.45 Van Eeghen p.151 (Eeghen-Heinsius). Hieruit nageslacht Van Eeghen.

VI.a. MARGRIETA HEINSIUS, ged. Harlingen 16-03-1694, begr. in het familiegraf dat Margrieta en Daniël (elk bij helfte) van hun moeder erfden (1765). Margrieta trouwde in Harlingen 17-09-1747 met Jacobus DRONRIJP, wedr. Catharina Elisabeth JORDAENS (dr. van Jacob Jordaens), ged. Den Haag 21-02-1690, havenmeester, suikerbakker, koffieschenker en mede-weesvoogd in Harlingen, zn. van Bernardus en Magdalena Pequin. Jacobus hertrouwde in Franekeradeel 27-12-1750 met Trijntje Johannes GREIDANUS.

VI.b. Dr. GERARD DANIEL HEINSIUS, ged. Harlingen 20-09-1703, promoveert in geometrie (promotor Prof. Dr. Wijer Willem Muijs) Universiteit Franeker (1726), als landmeter 08-05-1726 geadmitteerd door het Hof van Friesland, † na 08-05-1726. Mogelijk als Daniel Harsvelt (naar Hardenfeld IV.a) Geref. aangenomen in Harlingen op attestatie uit de Grave 20-11-1749. Gerard deelde niet in het familiegraf dat Margrieta en Daniël in 1765 bij helfte delen. Dit blijft een raadsel. Gerard is niet bij de Volkstelling 1744 en niet in het Quotisatiekohier 1749. Alles is overgedragen in 1838.

VI.c. Ds. DANIEL HARTSVELDT HEINSIUS, ged. Harlingen 10-04-1710, student Universiteit Franeker (1727), theol. studiosus van Franeker (1732), predikant te Lollum (1735), Midlum (1738) en Harlingen (1758), betaalde in 1749 bij de quotisatie ƒ118 belasting voor een gezin met 5 personen, vermogen ƒ17.500, † Harlingen 03-03-1764, begr. in het familiegraf dat Margrieta en Daniël (elk bij helfte) van hun moeder erfden (1765). Daniël trouwde (1) in Lollum 17-08-1738 met Geertruida WALRICH, ged. Harlingen 07-12-1698, † voor 01-05-1763, dr. van Cornelius en Mayke HAARSMA. Daniël trouwde (2) in Harlingen 01-05-1763 met Trijntje GONGGRIJP, wed. Hendrik Dirks, ged. Harlingen 06-04-1706, † Harlingen voor 22-05-1770, dr. van Harmen Baukes en Geertie Berends. Juffr. Maria Coderq, geboortig van Suriname, wordt op 05-07-1762 voor burgerse der stad aangenomen, hebbende Daniël Heynsius, wegens dezelve in plaats van burgereed, belofte van getrouwigheid gedaan in handen van pres. burgemeester. Zuster Anna Coderq huwde in 1774 aldaar met Baron Jan Bentinck in garnizoen te Leeuwarden. De wed. Dominee Heinsius is ovl. voor 1771; de voogden betalen ƒ10:11:8 aan de rentmeester van het Weeshuis uit de boedel en nalatenschap van wijlen Trijntje Gongrijp wed. Ds. Heinsius wegens Dirk Piekes, op 22 mei 1770. Uit (1) met zekerheid twee zoons: Cornelis en Daniël (volgt VII). In 1747 werden geëxamineerd Everhardus Deketh (Harlingen), Johannes Beilanus (Kollum) en Johannes Hofstede (Groningen) door de examinatoren Daniël Heinsius pred. (Midlum) en Gualtherus de Vries (Minnertsga). (Boekzael, 1748, p.453). H.W. Steenstra schrijft van Daniël Heinsius of Heins dat Z.E. overleden is te Harlingen den 3den Maart 1764. (De Gids 1839, Oudheidkundige Aanteekeningen-, p.520). Zie verder de vermelding bij Tryntje Gonggrijp in Nederlandsche Leeuw jg.114, Gonggrijp p.415 (Heinsius-Gonggrijp) en in Genealogysk Jierboek 2013, p.135.

VII. DANIEL HEINSIUS, ged. Midlum 09-10-1740, student Universiteit Franeker (1756), zeepfabrikant aan het Noordijs (1766) en koopman te Harlingen (1773), † Harlingen voor 13-01-1773. Daniël trouwde in Amsterdam 05-07-1761 met Debora HARTMAN, ged. Amsterdam 29-03-1734, voogdesse stadsweeshuis Harlingen (1764), vermelding wapenborden Hannemahuis, † Harlingen voor 13-01-1773, dr. van Henricus en Elisabeth DE VALCK. Debora Hartman echtevrouw van Daniel Heinsius op het Noordijs is Geref. aangenomen 20-04-1769. Daniel verkoopt 15-10-1769 nog een pakhuis op Rozengracht 6 aan Jelle Wildschut. De boekverkoper Klaas Swerus te Harlingen verkoopt de bibliotheek, gouden medailles, opticaspiegel, globen, octant, quadrant en andere mathematische instrumenten, alsmede een clavecordium, nagelaten door Daniël Heynsius zie LC 07-04-1773. Op 18-04-1773 koopt Juffr. Maria Coderq het huis op Voorstraat 24 van wijlen Daniël en wijlen Debora kinderen. Everhardus Deketh en Nicolaas Heijnsius (VII.a) kopen op 21-04-1773 van de nagelaten kinderen van Daniël en Debora 3 kerkgraven No. GK-6, GK-42, GK-45 voor ƒ90. Uit de dochter Geertruida Heinsius het nageslacht Posthumus en het nageslacht Keizer en uit dochter Maria Elisabeth Heinsius het nageslacht Vettevogel. Dit nageslacht heeft zich normaal geregistreerd bij de verplichte naamsaanneming in 1811. Tak A Gerardse linie is hier bij Daniel Heinsius uitgestorven in mannelijke lijn in deze generatie.

Tak A Gerardse Linie is uitgestorven in 1838 en overgedragen aan tak D.*



B.

Tak B Janse Linie is uitgestorven in 1811 en overgedragen aan tak A.*


IV.b. JAN HEINSIUS, hoogstwaarschijnlijk een zoon van Hein Gerrits van Bijllandt en Catrijn van Stinstra, geb. (Leeuwarden) ca. 1639, krijgt bij zijn huwelijk in 1659 van zijn vader een dure dubbele heupring (pofbroek) voor de aller notabelsten. Is in 1670 met regerend burgemeester en hopman-kolonel Jan van Knijff (in Stamboek Friese Adel II-25), met Jelle van Camstra, de man van Imcke Idema weduwe Tobias Harmannij, en broer Cornelis de Oude aangesteld tot landvoogd over de jonge Cornelis Heinsius. Dit betreft onder meer het land op Camstraburen (Leeuwarden). Jan Heinsius verwierf mogelijk al het land van Geert Dirks Tjeerda van Geertsena, uit de tak welke uitstierf, † Leeuwarden ca. 30-08-1692, mogelijk begr. in de Galileërkerk in Leeuwarden als Johan van Bijllandt #51‡. Jan trouwde in Leeuwarden 30-10-1659 met Trijntje Nicolaasd VAN FRIESHEIM, ged. Leeuwarden 06-07-1636, † (Leeuwarden) na 1677, dr. van Nicolaas Jans en Geertje Jansen. Jan Heins voerde in 1679 en 1680 rechtszaken aan het Hof van Friesland tegen Viglius ab Aytta tot Swichum en Jan Matthijssen, de buurman van zijn vader buiten de Wirdumerpoort. In 1692 verkocht Hendrick de Conter von Jevere met Hendrina van Galen het huis buiten de Wirdumerpoort. Ene Jan van Bijll woonde in 1698 nog in de Haniasteeg te Leeuwarden.

V.a. NICOLAAS JANS HEINSIUS, ged. Leeuwarden 12-10-1664, korporaal onder kapitein Rengers bij de Fortificatiewerken te Coevorden (1692), burger en mr. kleermaker te Harlingen afkomstig van Leeuwarden laatst won. te Coevorden (1692), † Harlingen 10-05-1733. Claas trouwde in Coevorden 13-04-1692 met Alida Simonsd VAN FAESSEN, betaalde laatstelijk in 1736 de belasting, waarna het huis voor 800 is verkocht door hun zoon vroedschap Simon. Alida is mogelijk een zuster van Rijckwijn van Vaesen (Vaassen, Phaeszn, Phaesma) gehuwd met Jeltje van Waardenburg, dienstmaagd bij raadsheer van Idsinga, met een zoon genaamd Simon, geb. in Zwolle, sergeant in Leeuwarden (1706), hellebaardier van Hare Vorstelijke Doorluchtigheid te Waaxens (1712), burger van Leeuwarden (1713) en hellebaardier van Zijne Hoogheid ald. (1749), begr. Oldehoofsterkerk 27-03-1754. Claes Jansen Heins met een doopsgezinde familie is in 1694 Geref. aangenomen als lidmaat in Harlingen. Hieruit drie zonen: Jan (tak VI.a), Simon en Pieter (uitgestorven).

VI.a. JAN HEINSIUS, ged. Harlingen 14-07-1695, winkelier en schoolmeester (1749), binnenvader in het Stadsweeshuis van Harlingen (1758), † voor 1778. Jan trouwde ca. 1720 met Sytske Bernardusd HESSELIUS, ged. Tzummarum 23-01-1698, binnenmoeder in het Stadsweeshuis van Harlingen (1769), † na 25-04-1772, dr. van Ds. Bernardus, predikant, en Anna van Hogeveen.

VII.a. NICOLAAS HEINSIUS, ged. Harlingen 04-04-1728, apotheker, vroedschap 1771-1793, gezworen gemeensman 1779-1789 en diakene te Harlingen, † Harlingen 30-10-1793. Claas trouwde in Harlingen 10-12-1752 met Anna Margaretha VAN AERSSEN, ged. Franeker 23-07-1730, † Harlingen 22-06-1812, dr. van Magnus, bankhouder, en Judith Catharina DE MARÉES. Kinderen gehuwd aan Van Bicker IJzenbeek, Faber, Feenstra, Van Heimenberg, Van der Leij, Van der Let, Van Vettevogel, Van IJzenbeek de Vries, en Wiarda.

VIII.a. JAN HEINSIUS, ged. Harlingen 24-02-1754, apotheker te Harlingen, Balk en Stavoren, mederaad en vroedschap te Stavoren, † na 1810. Jan trouwde in Stavoren 09-06-1782 met Belia Casparusd VAN HEIMENBERG, ged. Stavoren 28-11-1756, begr. Balk 30-12-1783, dr. van Casparus Henricus, apotheker en burgemeester, en Maria VAN MEILSMA. Uit dit huwelijk een dochter Maria Heinsius. Jan heeft zich niet geregistreerd bij de verplichte naamsaanneming in 1811. Hij is zonder vaste verblijfplaats nadat hij zijn huis op No.49 in Stavoren heeft verkocht. Zijn achterneef Auke Heinsius (zie bij tak D), commissionair te Amsterdam, kocht in 1810 nog zijn huis met land in Stavoren, i.e. de laatste vaste verblijfplaats van Jan Heinsius. Notaris Sjoerd Simons Wijma produceert met CA 20-06-1811 op 20 juni 1811 nog een laatste notariële akte van cessie waarin Jan genoemd is als apothecarius in Harlingen, samen met Alexander Verheul en Sjoerd Wiarda, te Vollenhove. Ook die akte van cessie is niet door hemzelf ondertekend. Ook in Vollenhove is geen familienaam aangenomen door Jan Heinsius, of anderen uit deze tak. Iedereen was wettelijk verplicht een achternaam, familienaam of geslachtsnaam te registreren vanwege de belasting-inning en ten behoeve van de ingevoerde dienstplicht. Op het niet aannemen staan hoge boetes, zie AC 16-11-1811. Bijna alle registers zijn bewaard. Alleen Leeuwarden, Het Bildt, Menaldumadeel, en de Eilanden, ontbreken. Men woonde in deze zijtak wellicht jarenlang buiten Friesland. De overgeleverde familiewapens bevestigen de familierelatie. Zie hierna bij afbeeldingen enkele familiewapens op de wapenborden in Harlingen. De familiegenealoog Ype Brouwers verwerpt het bestaan van de zijtak Heins in deze familie na overleg in het Frysk Genealogysk Wurkferbân "beslist geen familie". Aangezien Jan in 1811 niet werkelijk participeerde, moet men wel aannemen dat hij voortijds is overleden, maar de naam van Heinsius wel had willen aannemen, hetgeen deerlijk jammerlijk mislukte, waarmee deze familietak Heinsius hier uitstierf.

V.b. GEERTJE JANS HEINSIUS, ged. Leeuwarden 09-06-1667, is op 25-04-1697 aangenomen bij de kerk in Heerenveen met Anna Catharina van de Velde (gehuwd met Dr. Jacobus Juckema, mede-advocaat aan het Hof van Friesland), † na 25-04-1706. Geertje trouwde in Heerenveen 30-11-1690 met Johannes Goderts BORN, zn. van Godert Jans, executeur van Schoterland, en Lijsbeth Hendriks, geb. ca. 1670, † voor 25-04-1706, ca. 1704. Geertje hertrouwde in Heerenveen 25-04-1706 met Jan DRIJVHOLT, geb. Steggerda (Weststelllingwerf) ca. 1670. Uit het eerste huwelijk Klaas (1691) en Klaas (1697).

V.c. HEIN JANS HEINSIUS, ged. Leeuwarden 16-10-1670, is aangenomen bij de Remonstrantse Gemeente in Dokkum (1709), burger en mr. bakker te Dokkum (1710), opziener der Remonstrantse Kerk in Dokkum (1713), curator bij het failliet van de familie Bisschop (1721), † voor 23-03-1723. Hein trouwde in Dokkum 29-03-1716 met Trijntje Wybrens ONGERSMA, ged. Dokkum 21-09-1687, † Dokkum 24-11-1732, dr. van Wybren Ballings en Jeltje Rintjes. Trijntje hertrouwde in Dokkum 12-03-1724 met Pieter Jans JELTAMA, distillateur, vroedschap. Op 24-11-1732 is Sjoerd Osinga, vroedschap, aangesteld tot curator met de stiefvader Pieter Jeltama. Op 08-01-1735 is stiefvader Pieter Jeltama, distillateur, benoemd tot procurator over Wybren Heinsius, zoon van Hein Jan Heinsius en Trijntje Wybrens.

VI.b. WYBREN HEINSIUS, geb. Dokkum 04-09-1721, ged. ald. op belijdenis 10-08-1748, bakker met redelijk bestaan betaalt £ 24:16:- in Dokkum voor 3 volwassenen (1749), mr. bakker te Dokkum (1754), burger in Leeuwarden (1756), schipper van Leeuwarden op Dokkum (1761), † voor 02-01-1761, bij overlijden volgt een oproep in de Leeuwarder Courant LC 07-01-1761, begr. Leeuwarden (Galileerkerk) 07-01-1761. Wybren zou bij overlijden eerst te water zijn geraakt, waarna gered, bleek dat hij buiten bewustzijn zou blijven. Wijbren trouwde in Dokkum 21-04-1748 met Stijntje Eelkes HOUTERUS, ged. Dokkum 08-07-1714, begr. Leeuwarden (Galileerkerk) 17-01-1757, dr. van Eelke Annes, houtkoper, burgemeester, en Ytje Binnes. Op 09-02-1754 is Benjamin Bekius aangesteld tot curator over Stijntje Eelkes Houterus, de vrouw van Wybren Heinsius, mr. bakker. Wybren en Stijntje worden op 11-06-1756 aangenomen als lidmaat te Leeuwarden op attestatie van Dokkum. Op 02-01-1761 bevestigt Arnoldus Louw (Laurens) Adriani, mr. blikslager in de Koningstraat te Leeuwarden, dat de in zijn quartier wonende trekschipper Wybren Heinsius, trekschipper van Leeuwarden naar Dokkum, oud 40 jaren, in het water gevallen, door Lammert Fonck en anderen gered, doch zonder bewustzijn, is. Hieruit een dochter Trijntje Wybrensd Heinsius, geb. Dokkum 09-03-1752, begr. Leeuwarden 28-08-1795, welke huwde in 1775 met Marten Jansz van Nijenhuis, geb. 1748, ingekomen van Amsterdam (1778), charpentier en stemgerechtigde in het Registre Civique te Leeuwarden (1811), overl. 1816, met haar kinderen: Wybren, Jan en Stijntje. 

Tak B Janse Linie is uitgestorven in 1811 en overgedragen aan tak A.*


C.

Tak C Cornelis de Oude Linie is uitgestorven in 1695 en overgedragen aan tak A.*

IV.c. CORNELIS HEINSIUS, hoogstwaarschijnlijk een zoon van Hein Gerrits van Bijllandt en Catrijn van Stinstra, geb. (Leeuwarden) ca. 1641, † (Leeuwarden) na 1698, kapitein van de Friese Garde van het Corps van Oldegaleijen, guardenier en hovenier binnen Leeuwarden, woonde in het latere Coulonhuis. Cornelis Heins is op 03-04-1660 oud 18 jaar en geregistreerd bij het Gerecht als requirant, waarbij wijlen Hein Gerrits erflater is en Cornelis Arriëns (van Stinstra), houtkoper, woonachtig te Dokkum, de curator. Cornelis is in 1670 aangesteld door het Gerecht van Leeuwarden met regerend burgemeester en hopman-kolonel Jan van Knijff (in Stamboek Friese Adel II-25), Jelle van Camstra en broer Jan Heinsius tot landvoogd over de jongere halfbroer Cornelis Heinsius. Cornelis trouwde in Leeuwarden 07-11-1680 met Doetje Atses à STERRINGA. Cornelis voerde in 1682 met de dijkgraaf Boëtius van Idema en Maycke Johannes een rechtszaak aan het Hof van Friesland tegen notaris Annius Rudolphi, curator van de kinderen van wijlen Dr. Wilhelmus van Knijff, en de getuige Claeske Wouters inzake bedreiging. Cornelis koopt in 1691 een huis (het latere zgn. Coulonhuis) in de Doelestraat bij de Doelepijp in Leeuwarden van de appointeerde Everardo van Putten en Machteltje van Berchum. Meteen voor die koop verkoopt Cornelis het huis aan de Groeneweg bij de Stadsdoelen naast conrector Louwerman aan de brouwer Wouter Hendricks en Claeske Wouters. Cornelis verkoopt dat huis in de Doelestraat in 1698 aan sergeant Gerben Pieters van Statum voor ƒ475 waarna de vordering op Van Statum gecedeerd is aan Dr. Epeüs van Eelcoma, raedtsman der stede Leeuwarden. Het huis is gelegen aan de waterkant ofte vaert op de hoeck van de Doelepijp, met de algemene straat ten oosten, het diept of vaert ten suijden, heeft een opslag in de kelder en de hovinge van wijlen Mr. Coert Kleermaker ten westen en Harmen Cornelis huisinge ten noorden. In 1713 verkoopt Jacobus Mancadan dit huis bij de Doelepijp aan Anthony Coulon. Dit betreft derhalve het Leeuwarder Coulonhûs. Het bedrag van ƒ475 is in 1698 gecedeerd door het Gerecht voor Cornelis Heinsius de Jonge om al diens nalatenschappen af te handelen. Cornelis de Jonge is in 1697 overleden en de weduwe krijgt beroepshalve ten minste een vermindering van de lokale belastingen. Onduidelijk is of de erfenis wel volledig is uitbetaald. De tak van Cornelis de Oude is uitgestorven bij mannelijke lijn in deze generatie. Uit de twee dochters ontvangt hij alle erftitels Nijenhuis, Toutenburg en Gribbaldi, met al het meekomende, en al wat hoort, en geheel overgedragen aan de Gerardse linie.*

Tak C Cornelis de Oude Linie is uitgestorven in 1695 en overgedragen aan tak A.*


D.

Tak D Cornelis de Jonge Linie ontvangt uit tak A, tak B en tak C.*


IV.d. Dr. CORNELIUS HEINSIUS, hoogstwaarschijnlijk een zoon van Hein Gerrits van Bijllandt en Alijdt van Hemert, geb. Harlingen 13-03-1659 op het stins met de Pauw, chirurgijn in Enkhuizen en Bergum, stadschirurgijn in Stavoren, woont op het stins met de Pauw, het stins met de Valck en het stins met het Hooft, † Stavoren 27-01-1697. Cornelis is uit zijn moeder Alijdt van Hemert een nakomeling van Harinxma-Donia (in Stamboek Friese Adel II-25). Cornelis ontvangt ca. 1665 Johan Maurits op het stins in Franeker waar zijn moeder en stiefvader wonen. In 1668 verkrijgt zijn neef Willem van Knijff het ambt van secretaris van de Universiteit van Franeker. Cornelis is op 4 juni 1670, na het overlijden van zijn moeder in Franeker, onder voogdijschap van de regerende burgemeester en hopman-kolonel Jan van Knijff in Harlingen samen met Jelle Jelckes van Camstra en zijn eigen halfbroers Jan Heinsius en Cornelis Heinsius de Oude met de presiderende burgemeester S. Eppinga in Leeuwarden (in akte F. Jorritsma). Cornelis is opgeleid tot chirurgijn bij zijn zwager Dr. Segerus Potter, medisch doctor in Enkhuizen, gepromoveerd bij Prof. Dr. Philippus Matthaeus en Prof. Dr. Nicolaas Hoboken, welke huwde met zijn halfzuster Elisabeth Dionisius van Pontanus Lomars (Harlingen, 05-11-1647 – Enkhuizen, 14-04-1681). De chirurgijn Cornelis Heyndrikse is in mei 1676 uit Enkhuizen verwijderd door Ds. C. Hartman, burgemeester S. Buyskes en Ds. Brouwerus wegens het vergrijp 'ontijdige bijligginge'. In Bergum is ca. 1680 als nieuw lidmaat genoteerd Dr. Chirurgijn Cornelius. In Bergum huwde Cornelis vervolgens op 06-08-1683 met Minke Jacobs VAN RECALFF, geb. Bergum ca. 1660, † Stavoren 01-12-1720. Cornelis en Minke zijn op 05-09-1686 ingeschreven als lidmaat bij de Geref. Kerk te Stavoren met attestatie van Bergum. Cornelis betaalde in 1690 belasting voor 2 volwassenen en 2 schoorstenen. Mr. Cornelis Heinsius pacht op 18-08-1694 de stadsherberg van Stavoren het Vergulden Hooft voor ƒ140 met zijn compagnons de chirurgijn te Molkwerum Mr. Tiberius (Tjebbe) Tempelaer (tr. met Abeltje Allerts) en de herbergier Folkert Andries Dongerij (tr. met Magdalena Tempelaer met zoon Andries Fockens Dongerij). In het Resolutieboek van Stavoren is op 27-01-1697 genoteerd: "De stadschirurgijn overleden. Gekozen opvolger: Sipke Sallings tractement ƒ50."  Deurwaarder Jacob Jacobsz van Recalff koopt een "camp ofte fenne lants" te Noordermeer.

V.a. JEIKE CORNELIS HEINSIUS, geb. Bergum ca. 1684, † Stavoren ca. 1724. Jeike alias Jeltje trouwde in Stavoren 03-10-1706 met Jan Annes BACKER, verm. een zoon van Anne Hansen Jansonius van Moccama, ged. Stavoren 07-09-1684, eigenaar en gebruiker van 1 hoofd vrijland nr. 30 te Noorder Camperhorn (1713,1717,1735), van 14¾ pm land nr. 86 bij Vrouwmieden (1713), van 9 pm land het Fortuyn nr. 100 in de Noordermeer (1713), nr. 110 (1717), nr. 104 (1735), begr. Stavoren 11-07-1734. Jan hertrouwde in Molkwerum 30-07-1729 met Aelck Pieters. Jan voerde met broer Thomas in 1731 een proces voor het Gerecht van Stavoren met Reintje Jelles wed. Thomas Annes Backer, in leven burger van Stavoren, tegen Brechtje Paulus wed. Tjamke Everts (Recesboek 1729/50, f.37). Op 15-11-1755 publieke verkoop van het land van wijlen Jan Annes Backer gelegen in de Staverse Noordermeer, onder het dorp Molkwerum nader bekend als het Fortuynland, Fortuinstuk en het Fortuyn. Hieruit het nageslacht Backer. Uit dochter Minke Jansena Backer het nageslacht Lijcklama tot Reitsema en uit dochter Lijsbet Jansena Backer het nageslacht Elzinga zu Franckena.

V.b. HENDRIK CORNELIS HEINSIUS, ged. Stavoren 15-02-1688, geoctrooieerd zeeschipper op het buitenveer van Stavoren op Amsterdam, woont aan de Voorstraat in Stavoren en heeft een pakhuis, overl. a.g.v. de quotisatie 1749, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 23-02-1749. Hendrik trouwde in Stavoren 29-01-1713 met Rinkje Femmes VAN HARINGSMA,[30] ged. Stavoren 27-09-1691, begr. Stavoren 14-04-1775, dr. van Femmerus Roelofs, grootschipper op kofschip d' Liefde en doodgeschoten door piraten bij Hamburg, en Trijntje Anthonius VAN JONCKMAN. Hieruit dochter Trijntje Hendriks Heinsius zonder nageslacht van Rolwagen ab Canton en uit dochter Aaltje Hendriks Heinsius het nageslacht zu Schmidt à Heslinga.

V.c. WILLEM CORNELIS HEINSIUS, geb. Stavoren, op het stins met het Hooft, 21-06-1689, ged. ald. 14-07-1689, geoctrooieerd grootveerschipper op het zeeveer van Stavoren op Amsterdam, winkelier in scheepsmaterialen, vroedschap van Stavoren, ontvanger der directe en der indirecte belastingen, burgemeester van Stavoren, kerkvoogd en ouderling bij de Nicolaaskerk, † Stavoren 23-09-1755, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 29-09-1755. Willem trouwde in Stavoren 06-05-1716 met Antje Rommerts VAN COOLKER, ged. Stavoren 08-11-1696, † Stavoren 15-11-1778, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 23-11-1778, dr. van Rommert Wabes en Hylck Auckes van Wiarda. Willem laat in 1745 een nieuw kofschip in Stavoren bouwen. Willem is in 1747 gekozen in de vroedschap. Willem is in 1753 door de stadsregering unaniem gekozen tot burgemeester van Stavoren. Willem is op 25-12-1753 goedgevonden door "U Edele Goedwillige Vriendinne" prinses Anne van Hanover, weduwe van de erfstadhouder prins Willem IV van Oranje, dr. van George II of Great Britain en Caroline of Ansbach. Antje leent na de dood van Willem eerst een bedrag van ƒ300 voor haar zoon bij Commandeur De Vries uit Koudum en dan nog ƒ1.000 voor haar winkel bij Uilke Sipkes weduwe Commandeur de Vries. Hieruit drie zonen met het nageslacht Heinsius: Hein, Cornelis en Rommert, en een dochter Hylkje. (Zie het familieportret). Dat nageslacht heeft zich normaal geregistreerd bij de verplichte naamsaanneming in 1811 en de achternaam Heinsius aangenomen die sinds 1616 in deze familie in gebruik is.

V.d. ALEIDE CORNELIS HEINSIUS, ged. Stavoren 27-09-1691, † voor 27-08-1724. Aleide alias Alijtje trouwde in Stavoren 29-12-1715 met Bruno Jansonius DE ROOS, ged. Stavoren 14-01-1691, grootschipper in het sontregister op Denemarken, Polen en Letland (1723, 1724, 1725), † voor 14-11-1738, zn. van Jan Joukes en Tjamkje Aggaeus VAN BRUNIA. Bruno hertrouwde in Stavoren 27-08-1724 met Eelkje Gerritsd. Hieruit alleen de jong gestorven Cornelis de Roos van Brunia in Stavoren.

VI.a. ROMMERT WILLEMS HEINSIUS, ged. Stavoren 30-10-1718, als gerechtsdienaar uitgebeeld op een familieportret (1755), appointeerde adsistent te Stavoren (1774), commies ter recherche te Anjum (1777), te Workum (1779) en te Stavoren (1783), begr. Stavoren 10-01-1783. Rommert trouwde in Stavoren 31-10-1745 met Pietertje Pieters RENICI, geb. 1722, belijdenis Stavoren 31-05-1753, † Stavoren 10-04-1791, begr. Stavoren 15-04-1791, dr. van Pieter Rinkes. Hieruit de landopzichter Willem Rommerts Heinsius en de majoor Pieter Rommerts Heinsius met het nageslacht in Amsterdam. Hieruit ook de familie Huizinga in Noord-Groningen.

VI.b. CORNELIS WILLEMS HEINSIUS, ged. Stavoren 29-11-1724, als grootschipper uitgebeeld op een familieportret (1755), diaken te Stavoren, † Stavoren 15-01-1780, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 21-01-1780. Cornelis trouwde in Stavoren 24-05-1750 met Lemke Nolkes VAN HOECK, ged. Lemmer 07-04-1726, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 21-09-1783, dr. van Nolke Oenes en Akke Meines. Hieruit de burgemeester Willem Cornelis Heinsius, de grootschipper Hylke Cornelis Heinsius, en de families Heinsius in Stavoren, in Enkhuizen, en in Den Helder. Hieruit ook het nageslacht van Tingena de Boer in de heerlijkheid Kuinre.

VI.c. HEIN WILLEMS HEINSIUS, ged. Stavoren 02-11-1729, als koopman uitgebeeld op een familieportret (1755), weeshuisvader in het Burger Weeshuis van Stavoren (1786), † Stavoren 11-11-1792, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 16-11-1792. Hein trouwde in Stavoren 24-10-1751 met Ida Geertruida DU BOIS, ged. Stavoren 03-09-1730, begr. Stavoren in de kerk (Nicolaask.) 02-08-1793, dr. van Leopoldus en Ytje COUMANS. Hein en Ida wonen in een deftig huis van burgemeester en lid der Staten-Generaal Tjalling Ædo Hessel Roorda van Sixma (1754). Op 28-03-1753 is grootvader Johan du Bois overleden. Hij diende het huis Oranje-Nassau 62 jaar. De erven van Hein en Ida kopen kerkgraf No.4 Letter-S op 02-08-1793; zie de afbeelding bij kolom S naast 'orgel'. Hieruit de koopman Willem Heinsius in Stavoren, de Amsterdamse commissionair Auke Heinsius en de Amsterdamse zeekapitein om de west Leopoldus Heinsius, met de families Heinsius in Stavoren, en in Amsterdam. Uit dochter Antje Heinsius ook het nageslacht van de cargadoor Hidde Zeylstra te Amsterdam in de graafschap Holland met hun grafstede Hof van Lof in de heerlijkheid Soest.

 

Memoriaalblad en heraldische reeks: Memoriaalboek

 

Memoriaaltafel

Zie verder bij de illustraties: Afbeeldingen 

*) Tak D heeft alle adellijke titels ('orvet en makket') uit tak A en uit tak B en uit tak C met wat er bij komt. Deze adellijke titels komen bij het eigendom van Rutger Corné Heinsius (1998-) bij al zijn overige adellijke titels uit zijn kwartierstaat en wat erbij hoort te zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan het Huis Heinaut, Huis Hohenstaufen, Huis Habsburg, Huis Bourbon en Huis Aragón. Denk binnen enkele generaties aan duizenden lijnen met adellijke titels. Denk in tak D vooreerst aan: baron Weber Edele van Webenau, ridder Behaghel van Flammerdinghe, koning Victor Emanuel van Italië, keizer Frans I van Oostenrijk, etc., etc., etc.. Denk bij het Huis Heinaut aan alle titels uit de adellijke hoftuin en vooreerst aan: hertog van Bijllandt, hertog van Gelre, markies van Bergen op Zoom, markies van Pontanus Lomars, graaf van Oliva, graaf van Stavoren, graaf van Hoorne, graaf van Holland, graaf van Walrich, graaf van Sande Hogengraf, graaf van Rinia, graaf van Bronckhorst, graaf van Schouwenburg, graaf van Spiegelenbergen, graaf van Stenreberg, graaf van Elout tot de Bruïna, graaf van Verhoeck, graaf van Lambergen, graaf van Beveren, graaf van Zutphen, burggraaf van het Feltene, burggraaf De Marées, baron Du Bois, baron met de Valck Vettevogel, baron van Steenbergen, baron van Aerssen, ridder van Hemert, ridder van Rheecalff, etc., etc., etc.. Aan elke erftitel zijn op hun beurt weer andere titels verbonden. Denk bij ridder Behaghel van Flammerdinghe eerst aan titels als graaf van Nassau Livonië en koning van Venetië. Rutger Corné Heinsius (1998-) is derhalve formeel de enige eigenaar van alle adellijke titels en heeft alle titels met wat er bij komt nu in concreto te krijgen. Rutger Corné Heinsius (1998-) is dan formeel, concreet en materieel: veelvoudig keizer van Oostenrijk, meervoudig keizer van Frankrijk, meervoudig koning van Italië, koning van Frankrijk, koning van Hongarije, koning van Bohemië, meervoudig koning van Rusland, koning van Noorwegen, koning van Spanje en Portugal, etc., etc., etc.. Waaronder het eigendom van alle grootvorsten, alle groothertogen en alle aartshertogen. Rutger Corné Heinsius (1998-) is dan formeel, concreet en materieel niet in de positie om de daarbij behorende ceremoniële rol daadwerkelijk te bekleden, maar verzamelt met dit overzicht wel het geheel aan orvet en makket uit historisch plichtsbesef en schaft op hetzelfde moment alle instanties, hetzij bij kerk, bij adel, bij overheid, of anders betrokken, met onmiddellijke ingang af. Dit betekent dat er buiten Rutger Corné Heinsius (1998-) geen adelheid bestaat en geen edelen met formele adellijke titels zijn zullen in de voortschrijdende tijd en ook geen instanties die hun bestaansrecht aan zijn adeldom ontlenen.

Namen in de familiepublicatie Geschiedenis van het Leeuwarder geslacht Heinsius (2012)

Acquoy, Adema, Agnig, Alkema, Aloserij, Ammama, Anema, Atema, Attama, Attema, Backer, Bais, Bajema, Bakker, Banda, Barendregt, Behaghel van Flammerdinghe, Beistra, Beket, Beukema, Bitter, Bleijenberg, Bleu, Bloem, Blok, Bocxhoorn, Boelens van Heerma, Boersma, Bokma, Boon, Boonstra, Bootsma, Bosch, Bosscha, Bouma, Bousquet, Brandt, Broersma, Brouwers, Bruining, Bruininga, Bruyn, Buis, Bul, Bulart, Bullooper, Burrie, Camstra, Cannegieter, Canter van Oosten, Conter, Coolker, Corver Hooft, Crans, Cromcamp, Croon, Damstra, De Boer, De Groot, De Haas, De Heij, De Jager, De Jong, De Lange, De Marées, De Roos, De Valck, De Vries, De Vrij, De Wit, De With, De Zwart, Deeckmans, Deketh, Dekker, Delhaas, Den Oudsten, Dijkers, Dijkstra, Dokkum, Dol, Domhof(f), Dorhout Mees, Draaijer, Drogenham, Dronrijp, Du Bois, Duim, Ederzeel, Edle von Webenau, Eelman, Eibrink Jansen, Elout, Elzinga, Erbrink, Essink, Evers, Faber, Falkena, Feenstra, Feitama, Felten, Fokke, Folkertsma, Franx, Glashouwer, Gonggrijp, Gons, Gorter, Greidanus, Greiner, Groen, Groot, Gumpertz, Haagsma, Haarsma, Halbertsma, Hania, Hannema, Hardenfelt, Hardtsvelt, Harlaar, Hartgers, Hartman, Haselroth, Hasselaar, Haverveld, Haytema, Heeringa, Heerpels, Heibrink, Heijers, Heijns, Heins, Heinsius, Helleward, Hepkema, Herkstra, Heslinga, Hesselius, Heyns, Hiemstra, Hildeman, Hingst, Hinnema, Hoekstra, Hofman, Hogguer, Hollander, Holwerda, Homan, Hoogenkamp, Hoogeveen, Houterus, Houtsma, Huber, Huisman, Huizinga, IJsbrandy, IJzenbeek, Jaarsma, Jeltema, Jochem, Joltinga, Jongejan, Jonkman, Jordaen, Kaempff Prikken, Kann, Keithen, Keizer, Kieft, Kingma, Klein, Klein Hückelkoten, Knijff, Knikker, Knobbe, Koeman, Kok, Kooij, Koopmans, Koster, Koumans, Kramer, Kriens, Kroonstra, Kuijper, Kuyk, La Campaigne, Lam, Langbroek, Langewolt, Le Foittre, Lijndrajer, Lomars, Loots, Lorent, Luijke, Lutzens, Lycklama à Nijeholt, Makkink, Marées, Marks, Meeboer, Meester, Meesterenga, Meijenburg, Meijer, Meijer, Meilsma, Metsu, Michel, Miedema, Molenaar, Mondy, Montijn, Mous, Muijs, Muizelaar, Mulder, Mulder, Muller, Muntendam, Muys, Niermans, Nijenhuys, Nijhof, Noordenbos, Norel, Odolphi, Offringa, Okkes, Ongersma, Oosterwal, Oosthoek, Oranje, Otter, Oudemoolen, Paardekooper, Piebinga, Pieperiet, Pikaar, Pontanus, Popma, Postma, Postuma, Prins, Proost, Quarré, Raan, Rauen, Rheen, Reidsma, Reigersberg, Reinouts, Rengers, Rinia, Rob, Rolwagen, Roorda van Sixma, Roos, Rooseboom, Roosjen, Rosijn, Roskam, Rost, Sandberg, Sande, Santbergen, Schagen, Scharringa, Scheffel, Schellingwou, Scheltema, Schild, Schlotterbeck, Schouten, Schouwenburgh, Schut, Siccama, Siderius, Siedzes, Siestrop, Silvius, Sjaarda, Sjaarda, Smal, Smidt, Smit, Snijders, Spannenburg, Stapelman, Stapert, Steinfort, Sterringa, Stinstra, Strauss, Strijbos, Strikwerda, Swart, Swerus, Sybrands, Tamminga, Te Stroobos, Tempelaar, Terneden, Tersteeg, Teunisse, Tiemstra, Tijssen, Tilstra, Tjeerde, Tomalin, Tresling, Tuinhout, Ubink, Vaillant, Valckenier, Van ‘t Veer, Van Aerssen, Van Akkeren, Van Brandenburch, Van Buuren, Van Cammingha, Van de Veer, Van de Wint, Van de Witte, Van den Berg, Van den Heuvel, Van den Vondel, Van der Bijll, Van der Byl, Van der Hamme, Van der Leek, Van der Let, Van der Ley, Van der Meer, Van der Meulen, Van der Plaats, Van der Schuit, Van der Snoeck, Van der Steur, Van der Straten, Van der Veer, Van der Wijk, Van Deventer, Van Eeghen, Van Engeland van George I, Van Fa(a)sen, Van Haeften, Van Hannover, Van Harlingen, Van Heerma, Van Heimenberg, Van Hemert, Van Idsinga, Van Lawick von Pabst, Van Lessen, Van Neck, Van Niekerk, Van Oldegaleyen, Van Sleen, Van Swinderen, Van Tessel, Van Vassen, Van Wayen, Van Wijngaarden, Veer, Veersma, Vellinga, Verdries, Verheul, Vermaasen, Vettevogel, Vissen, Visser, Vlink, Walrich, Walstra, Waringa, Wassenaar, Weissman, Werkman, Wester, Westerbaan, Wiarda, Wiersma, Wijma, Wildeboer, Willink, Winder, Winius, Wolferts Posthumus, Wolters, Woudstra, Wringer, Wybrands, Zeijlstra, Zeldenrust, Zonnevylle, Zwaagstra, Zwaan.

Literatuur:

- Correspondentie: George I (king of England), Anne of Hanover (princess of Orange-Nassau), Hogguer (burgemeester), Jepma (onderwijs), Siderius (ingenieur-lt.kol.), Smidt van Gelder (papierindustrie), Den Tex (burgemeester), Ozinga (luchtmacht), Van Lennep (historie), Lotgering (verfindustrie), De Vreese (letterkunde), Murray Bakker-Vellema (fondsenwerving), Crone (blikindustrie), Bruinooge (statistiek), Persijn (papierindustrie), Dehing (geschiedenis), Huizinga (historie), Wolleswinkel (geschiedenis), König (golfsport), Damsté (letterkunde), Van Gerwen (historie), Lagaaij (fondsenwerving), Te Winkel (letterkunde), Verwey (letterkunde), Van Looy (letterkunde), Palstring (papierindustrie), Lousberg (golfsport), Rennen (financiële markten), Kampfraath (blikindustrie), Bouvy (blikindustrie), Dorhout Mees (familie), Bisschop (papierindustrie), Zalm (bankwezen), Van Jaarsveld (universiteit), Bruins (parlement).

- Heinsius, F.N. (2015). Een hek om het dorp Eerbeek. Het dorp dat bekend is van de papierindustrie, waar ik opgroeide. Hoogland, Heinsius.

- Driessen, A. e.a. (2014). Biografie van Jo Heinsius, apotheker met yad vashem-onderscheiding. Geen familie. In: Biografisch Woordenboek Gelderland deel 10, pp.74-77, eindred. J.A.E. Kuys e.a. Hilversum, Verloren.

- Heinsius, F.N. e.a. (2012). Geschiedenis van het Leeuwarder geslacht Heinsius. Hoogland, Heinsius.

- Goeree, S. (2010). Kampoverlevende krijgt zijn spullen terug: 90-jarige Simon Heinsius uit Heerenveen in Amersfoort. Omroep Gelderland.

- Walle, H. de (2007). Friezen uit vroeger eeuwen, Opschriften uit Friesland, 1280-1811. Franeker, Van Wijnen.

- Boom, R. e.a. (2005). Stavoren 1740-1840, een verdwijnend silhouet? Stavoren, Studiegroep Oud Staveren. 

- Heinsius, Frederik (2002). Schoolmeester Auke Heinsius. In: De School Anno, jg.20, nr.4., winter 2002, pp.4-8. Onderwijsmuseum, Rotterdam.

- Heinsius, F.N. (2001). Stamreeks Heinsius. In: Ons Erfgoed, jg.9, 2001, pp.269-274. Genealogische Vereniging Prometheus. Delft, Uitgeverij Alvo.

- Lokin, J.H.A. e.a. (1999). Het Rooms-Friese recht. Nyncke Heinsius c.s. tegen de kerkvoogden van Akkerwoude, pp.144-146. Hilversum/ Leeuwarden, Verloren/ Ryksargyf.

- Heinsius, F.N. (1998). Stamreeks Heinsius. Leeuwarden, Harlingen, Stavoren, Amsterdam: 16e-21e eeuw. Amersfoort, Heinsius.

- Houten de Lange, C.E.G. ten (1998). De familie Heinsius en het Makelaers Comptoir in Amsterdam.

- Hofland, P. (1998). H.W. Heinsius eerste burger van Amsterdam. In: De eerste bezoekers van het Gemeentearchief (1848-1900). Amstelodamum 85,1998.

- Heinsius, M. (1997). Stamreeks Heinsius-Beket. Gefilmd en gearchiveerd door de Genealogical Society of Utah, Salt Lake City, Utah, United States of America.

- Heinsius, F.N. (1997). Over de chirurgijn Cornelis Heinsius. In: Genealogie: Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie. Den Haag, CBG.

- Brouwers, Ype (1996). Genealogie Heinsius. Leeuwarden, Ryksargyf Fryslân, Deel II.

- De Nederlandsche Leeuw (1996). Het tweede huwelijk van Daniël Heinsius. Volumes 113-114, p.415.

- Biest-Heinsius, L. (1994). Herinnering aan mijn jeugd in Staveren. In: 't Stavers krantsie, Vol. 9, No. 6 (feb. 1994), pp.10-12. Leeuwarden, Tresoar.

- Rooijen, Pim van (1994). De kleinste golfbaan van Nederland. Privé-domein in Eerbeek van de fam. Heinsius. Golfers Magazine, dec.'93/jan.'94, nr.8.

- Haijema, M. (1993). Hoe Pieter Rommerts en Willem Cornelis samenspannen tegen de zatlap Haijema. In: Noodlot van een Workumer Sluismeijer. Gens Nostra, 1993. 

- De Vrije Fries (1992). De Heerenveense edelsmid Lieuwe Heinsius (Voet, 281), deel 72, p.131.

- Genealogysk Jierboek (1991). Decretale verkopen: Blesdijke, Boornbergum, Dokkum, Knijpe, Leeuwarden, Oldeholtpade, Wolvega, pp.139-146.

- Wijngaarden, C.H. van (1989). Anderhalve eeuw Heinsius in Friesland. In: Gens Nostra 44, maart 1989, pp.91-95.

- Oudsten, Bas den (1985). Ashergeblift. In: Neem nou Friesland, Bruna, p.43. 

- Eeghen, Isabella Henriëtte van e.a. (1967). Over de Heinsiusketen gelegen in de Gouden Reael op 't Realeneiland. In: De Amsterdamse Boekhandel 1680-1725, deel IV, p.257. Over vervaardigers, relaties, uitgaven, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers.

- Bussy, J.H. de (1948). Herinneringen van A.W. Weissman. (Hoe instituteur A. Heinsius zijn les gaf in het voormalig Athenaeum Illustre). In: Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum, vol. 42, p.95. Amsterdam, J.H. de Busy.

- Tinbergen, D.C. (1947). Jacobus Heinsius (1872-1947). In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, pp.62-68.

- Vrijdenkers (1922). Met Johannes Lucas Heinsius naar het Parlement. In: Repertorium kleine politieke partijen, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.

- NA, jg.15, (1917). Snoeck, p.278. Zie Heinsius.

- NA, jg.8, (1910). Van Plettenberg, p.311. Zie Heinsius.

- De Navorscher (1910). Geslacht en wapenkunde zoekt Daniël Heinsius, jrg. 59, p.76.

- NA, jg.6, (1908). Snoeck, p.444. Zie Heinsius.

- Tomalin, H.F. (1907). Over de scheepstimmerwerf en exclusieve zeiljachtenverhuur van Pieter Heinsius (met de kotterjachten Dolfijn, Claudia en Fryslân, en de boeiers Stavo, Snits, Henriëtte en Marie). In: Three Vagabonds in Friesland with a yacht & a camera. Simpkin, Marshall, Hamilton, Kent, 1907. De boeiers werden in de tweede wereldoorlog door de Duitse marine in beslag genomen en naar Duitsland gebracht. De Henriëtte is in 1958 verkocht en via Koblenz naar Monaco gevaren.

- NA, jg.4, (1906). Van der Heim, p.191. Zie Heinsius.

- Heinsius, H.W. e.a. (1904). Het adres aan den Gemeenteraad van Amsterdam inzake Demping van het Naardermeer. In: Stadsnieuws.

- Fleming Day, Thomas (1903). Yachting in Holland. P.W. Heinsius, Stavoren, Holland. In: The Rudder, vol.14, p.190. Michigan, Fawcett Publications.

- Verkiezingen (1897). Bij de Tweede Kamer verkiezing is P.W. Heinsius namens Stavoren kiesman voor de Liberale Partij. Leeuwarder Courant, 9 en 14 juni 1897.

- Haagsma, S. (1895). Uit het familiearchief van Beyma thoe Kingma. In: Eenige bladzijden uit Friesland's zeegeschiedenis, p.592.

- De Vrije Fries (1886). Friesche klokke-opschriften, deel 16, pp.261-262. 

- Hoop Scheffer, J.G. de (1875). Doopsgezinde bijdragen: verzameld en uitgegeven. Vincent Heinsius en zijn erfgenamen in Suriname, pp.122-124.

- Kuyper, A. (1872). Het vergrijp der zeventien ouderlingen. Fam. Heinsius betuigt adhesie, pp.15-16. Amsterdam, H. de Hoogh & Co.

- Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij (1864). Fam. Heinsius is aandeelhouder, Naamlijst, p.18. Amsterdam, Kantoorboekhandel Blikman & Sartorius.

- Stamboek van den Frieschen adel (1846). Deel 2, Aantekeningen, Tak E. Harinxma-Donia, nr.68, IV.4, p.101. Zie Heinsius.

- Stamboek van den Frieschen adel (1846). Deel 2, Aantekeningen, Gevaerts, nr.26, p.80. Zie Heinsius bij Van der Waeyen en Van der Heim.

- Stamboek van den Frieschen adel (1846). Deel 2, Aantekeningen, Auckama-Buygers (van), nr.19, III.B, p.25 en Nalezingen en verbeteringen p.7. Zie Van Hemert.

- Stamboek van den Frieschen adel (1846). Deel 1, Plettenberg (van), Derde generatie, p.286. Zie Heinsius bij Lodewijck en zie Heinsius bij Hendrick Casimir.

- Naamsaanneming (1811). Fam. Heinsius in tak D te Stavoren. 

- Quotisatiekohieren (1749). Fam. Heinsius in tak A te Franekeradeel en fam. Heinsius in tak B te Dokkum.

- Volkstelling (1744). Fam. Heinsius in Heerenveen.

- Boekzael (1724). Leeuwaerden, July 1724. Over de Grote Synode van Leeuwarden voorgezeten door Do. Gerhardus Heinsius. Maendelyke uittreksels of boekzael der geleerde werelt, Leeuwaerden, July 1724, pp.123-124. Amsterdam, Gerard onder de Linden.

- The Letters despatched by Cape of Good Hope (1696-1708). Over de brieven van admiraliteits commissaris Daniël Heyns. Zie ook de ramp van VOC-schip Oosterland vergaan in 1697 voor Kaap de Goede Hoop met stuurman Pieter Heinsius. Cape Town, Richards.

2 / 2

© 2022 F.N. Heinsius