Ds. Daniël Heinsius (predikant)

Daniël (van Hartsveldt) Heinsius (Heynsius) (Harlingen, 10 apr. 1710 - ald., 3 maart 1764), predikant te Lollum, Midlum en Harlingen, was een zoon van Daniël Heinsius, commies, kastelein en ijkmeester ter Admiraliteit van Friesland, en van Catharina van der Sande Hogengraf.

Geboren in Harlingen waar zijn ouders wonen. Opgegroeid in de Leeuwenburg waar zijn ouders werken bij de Admiraliteit, centrum van de Zeemacht der Hoge Mogendheden. Zijn vader begon als commies, een buitengaats vloot-inspecteur op het Jacht voor de vaarwegen rond De Abt, een zandplaat tussen Harlingen en Terschelling, en binnengaats voor de vaarwegen langs De Lanen in Harlingen, en  klom zo op tot admiraliteitscommissaris en ijkmeester. Zijn vader heeft een flink aantal vermeldingen in het archief van de Admiraliteit, het zogeheten handschrift Haagsma, en schreef bovendien enkele werken over edelen en de Admiraliteit. Daarbij was ook een jubelschrift op de Engelse Koning: George I. Studeerde dan zelf theologie aan de universiteit van Franeker bij de belangrijkste theologen uit de Republiek. Is benoemd tot predikant te Lollum op 24 juli 1735, een klein terpdorp tussen Franeker en Harlingen. Hij huwde aldaar met Geertruida van Walrich, een dochter van Cornelius van Walrich, ook een commies, ter secretarie van het Collegie ter Admiraliteit, en van Maayke van Haarsma. Reeds na enkele jaren is hij vertrokken en in 1738 begonnen in Midlum. Daar werden zijn twee kinderen geboren: Cornelis Heinsius en Daniël Heinsius junior. Het gezin is groter, hij heeft ook andere kinderen te wonen. Het gezin is behoorlijk rijk, en hij betaalde in de quotisatie van 1749 dan ook een flinke belasting. Hij had daarenboven nog enkele Surinaamse vrouwen bij zich inwonen, de dames Anna en Maria Coderq. Anna Coderq huwde met baron Jan Bentinck, een kapitein gelegen in het garnizoen te Leeuwarden. Maria Coderq huwde met de kapitein op Suriname Pieter de Bruin. In de jaren voor het pachtersoproer 1743 en 1749 werkte Daniël ook als legerpredikant, wat betekende dat hij het leger afzonderlijk bediende met zijn preken. Het was een extra taak, voor zijn toch al drukke werkzaamheden. Hij lijkt er al wat onder vuur te liggen, generaties na hem verdedigden zich ook te vuur en te zwaard. Hij bracht het er toch goed vanaf en is emeritus verklaard op 3 juli 1758. Hij hertrouwde op hoge leeftijd met Trijntje Gonggrijp, maar overleed een jaar later op 3 maart 1764. Hij zou begraven liggen in het familiegraf van Sande Hogengraf in de kerk in Harlingen, maar dat graf is nog niet gevonden. Midlum is ook een mogelijkheid. Hij heeft enkele geschriften die hem memoreren. Zo is hij opgevoerd als examinator in de Kerkleer en heeft men in De Navorscher vragen gesteld over zijn achtergrond. Ook behandelde men hem in De Nederlandsche Leeuw.

Bronnen, noten en/of referenties

·         Het Huis Heinaut

·         Naamlijst predikanten

·         Inschrijving M. Haarsma

Label: Predikant: Friese Biografie

© 2022 F.N. Heinsius