Daniël Heinsius (theologie-student)

Daniël Heijnsius (Heinsius) (Gorinchem, ca. 1665 – na 1700), was een student theologie in Leiden en mogelijk een predikant in Batavia. Hij is familie van een zekere Adriaan Heinsius. 

Daniël is waarschijnlijk een broer van de doopgetuige Adriaen Heijnsius, met een onbekende doopakte gedateerd op 22 mei 1669 in Gorinchem. Woonde in 1691 bij zijn huwelijk in Leiden, geboortig van Gorinchem, op de Nieuwen Rijn. Het Album Studiosorum Leiden heeft de relatief oude student in 1691 bij rector Wolferdo Senguerdio afkomstig van Gorinchem (1691, Aug., 29, Daniel Heinsius Gorcomiensis, 26, T.). Even doorzoeken resulteerde in een tweede inschrijving: in 1688 bij rector Carolo Drelincurtio afkomstig van Gorinchem (1688, Febr., 13, Daniel Heinsius Gorinchemo-Batavus, 23, T.). Huwde in 1691 met Susanna de Moucheron. Haar vader Frederikus de Moucheron was een "kunstschilder in de Amstelkerckstraat" in Amsterdam. Daniel werd bij huwelijk geassisteerd door Jacobus Kemp. Een chirurgijn uit Haerlem die in 1685 huwde met Maria van der Walle. Susanna had mee als getuige haar meuij Catharina van der Walle. Zij was geboortig van Amsterdam en woonde op de Haarlemmerstraat. Na dit huwelijk volgde direct ook een doop in 1691 in de Pieterskerk van een dochter genaamd Johanna Heinsius. Daarbij is ook haar broer Isaak de Moucheron aanwezig. Alles verloopt voorspoedig. Hierop volgt in 1693 een tweede doop van hun zoon Frederikus Heinsius in Rotterdam. Daarbij komen we weer twee familiegetuigen tegen: Adriaan Heinsius en Anna Maria Heinsius. Dit tweetal heeft zelf ook een kinderdoop, van ene Adriaen Heijnsius, in 1693. Ze zijn ook nog doopgetuige bij een zekere Pieter van der Walle, hoogstwaarschijnlijk behorende bij haar huwelijksgetuige Catharina van der Walle, en haar Anna Wagenaar. Die lieten aldaar eerstens een zoon Adrianus van der Walle dopen, met ene Egbert van der Nagel als getuige. Pieter van der Walle was een vleeschhouwer op 't Noorteynde te Leiden. Na 1693 echter, ontbreekt van Daniel Heinsius, eigenlijk ieder spoor. Hij lijkt ook wel geldzorgen te hebben, want er is in 1693 een gelijknamige theologiestudent die een beurs aanvraagt voor vertrek naar Oost-Indië. Onwaarschijnlijk is hij ene Mr. Daniël Heijnsius in Leiden die per notariële akte een zogeheten machtiging, nodig heeft. Op 30 augustus 1700 verschenen, bij de openbaar notaris Nicolaas van Leeuwen. Iets later is er nogmaals een Daniël Heinsius bekend welke in Leiden, met de koopman Pieter Plemper borg staat voor een nieuwe poorter uit Vlissingen. Hij heeft hierna dus een dubbelganger, of het Oost-Indië verhaal is volkomen afgeketst. Hoe dan ook, in Amsterdam heeft, gek genoeg, ook Susanna de Moucheron een dubbelganger, zekere weduwe van Albert van de Calenberghe, een koper van Koffiebalen uit Genua. De Hugenoten en kooplieden behoren hier klaarblijkelijk, bij de Heinsii uit Gorinchem.