Een groot gedeelte van de familiegeschiedenis speelde zich af in Graauw en Langendam in Zeeland.
In de 13e eeuw behoorde de parochie van het vroegere Graauw toe aan de Cisterciënzer abdij Ter Doest te Lissewege (België) en later aan de Abdij Ten Duinen te Koksijde (België). Bij het dorp lag een uithof van deze abdijen. Het gebied overstroomde meermaals zoals ten gevolge van de inundatie van 1585. De dijken werden toen tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) opzettelijk doorgestoken door de Staatsen om de verplaatsingen van de Spaanse troepen te bemoeilijken.
Dit had een desastreuze economische situatie voor Zeeland tot gevolg en het oude Graauw ging verloren.
In januari 1682 braken de dijken nogmaals door, ditmaal tijdens een stormvloed. Na de herdijking in 1684 van de Melopolder vernoemd naar de landvoogd Francisco de Melo en de zuidelijker gelegen Willem-Hendrik-polder in 1687, ontstond ten westen hiervan het huidige Graauw als een dijkdorp, een lintbebouwing aan de binnenzijde van de zeedijk.