XIV-4591 Van Mildert, Bartholomeus

Bartholomeus van Mildert


ouders:


geboren: Antwerpen

gedoopt:

overleden: [Amsterdam] tussen 1626 en 1629

begraven:


beroep: bontwerker, pelletier

woonplaats / adres: Emden (1592, ’96), Amsterdam (1598-) (Kalverstraat in de 2 Vossen, 1616)


relatie (1): trouwt


Catalina Costers (XIV-4592)

alternatieve spelling: Catelijna de Coster


ouders:
 

geboren:

gedoopt:

overleden: [voor 1596] Amsterdam ca 1615

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2): ondertrouwt Amsterdam 31-8-1616


Elisabeth Floris


ouders: NN en Lysbeth Frederiks
 

geboren: Antwerpen

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Amsterdam (1602, ) (Hoek van de Slijkstraat, 1616)

weduwe van Abraham Dircksz


kinderen:


biografische aantekeningen


kind 2. Abraham van Mildert.
Bontwerker, dichter en toneelschrijver en lid van de Rederijkerskamer d’Egelantier. Hij leverde in 1616 in Parijs een bijdrage aan het liber amicorum van Wybrand Simonsz de Geest.
MILDERT (Abraham van). Schreef twee treurspelen, Virginias (Amst. 1618), een soort herdersspel, door de Duitsche Academie vertoond en Harcilia, bekend omdat de held midden in een woord sterft, zonder de laatste letters uit te spreken! Voorafgegaan door een sonnet met zijn spreuk ‘Liefd' noch’ onderteekend, werd het in 1632 te Amsterdam gedrukt. Ook een klucht bestaat er van zijn hand: Boertighe Clucht van Sr. Groen-Geel (Amst. 1633 en 1643). In de Nieuw- Jaar- Lieden utghegheven by de Nederduydtsche Academi komt ten jare 1618 een gedicht voor met de spreuk ‘De muerte vida’, misschien de zijne, en in de jaren 1620-1621 gedichten onder zijn devies: ‘Weest milt’ of ‘Liefd' noch’. Blijkbaar was hij dus lid van Coster's Academie, daarnaast waarschijnlijk ook van de ‘Eglentier’, af te leiden uit de opvoering aldaar van zijn Harcilia. In het Album Amicorum van Wibrand Sijmonsz de Geest (van 1611) treft men een Hollandsch sonnet aan van ‘Abraham van Mildert, in Parijs’, met de spreuk: ‘Aensiet 't recht’. Waarschijnlijk was hij ook met Bredero bevriend: aan 't slot van diens Angeniet (1638) geeft v.M. een gedicht met zijn spreuk ‘Weest milt’ een ‘La mort en vie’ onderteekend en onder de Lyck-dichten over 't af-sterven des aerdighen endevermaerde Poeëts Garbrant Adriaensz Brederode (In Alle de Werken, 1638) komt er een voor van A. van Mildert. Misschien bestaan er meer gedichten van hem. In een auctie-catalogus van 't jaar 1772 wordt zijn klucht van 't jaar 1633 vermeld met de bijvoeging: ‘benevens verscheiden dichtstukken v. denzelfden auteur.’
Oud- Holland VII (1889) p. 239; J.A. Worp, Geschiedenis van het Drama en van het Tooneel in Nederland I (1908) p. 260, 310, 323, 355, 443; Naamlijst van een... verzameling Tooneelspelen. verzameld door een Liefhebber (Dr. Leempoel) te Rott. 22 April 1722 verkogt.

[Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek dl 5] 


Bartholomeus Abrahamsz van Mildert, ‘wereldlijk priester’ sterft op 19-9-1661, en laat zijn nalatenschap na aan de armen van de katholieke kerk. De executeurs testamentair proberen het meest naaste familielid, Bartholomeus’ volle neef Guillaume Verbiest, openheid van zaken te geven en bij het sterfhuis te betrekken, maar Guillaume Verbiest wil de erfenis voor zichzelf hebben en doet een beroep op plakkaten en reglementen van de provincie Holland en West-Friesland, waarin het verboden is aan geestelijken om goederen na te laten aan katholieke instellingen. De executeurs zeggen dat Verbiest zichj vergist: er is geen poging gedaan om de erfenis toe te delen aan ‘geestelijke personen, kloosters of gestichten, geestelijke instellingen of geestelijke armen’, zoals in het plakkaat van Holland en West-Friesland wordt verboden. 


bronnen


* 1599, 19-8: SA. Amsterdam, 5039 Poorterboeken [93-67]: Bartholomeus van Mildert, bontwerker, heeft de poortereed gedaan en het poorterrecht betaald. 

* 1611, 14-5: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw [415-89]: Heijnrick Verbies, van Antwerpen, wijnverlater, 26 jaar oud, (tussen geschreven: 24 aug) wonende op de NZ Melkmarkt, geassist met Guille Verbiest en Agneta Missoens, zijn vader en moeder, ter eenre, en Anneken van Mildert, van Eemden, oud 19 jaren, (tussengeschreven: 13 aug) wonende in de Kalverstraet, geassisteert met Bartelomeus van Meldet en Lijntgen Kosters, hare vader en moeder, ter andere (w.g. Hendrick Verbist, Anneken van Mildert)

* 1611, 9-6: SA Amsterdam 5075 NA nots Palm Mathijs [427-15511]: Op verzoek van Adam van Garnees bezoekt de notaris het woonhuis van Bartholomeus van Mildert, peltier: de insinuant verzoekt van Bartholomeus van Mildert betaling van 43 pond, 6 schellingen acht groten volgens zijn (Bartholomeus’) obligatie t.b.v. een Abraham Andrieszn verleden, onder protest van de reeds gemaakte en nog te maken kosten. Al het welk de huisvrouw van de voornoemde Mildert, overmits hij niet thuis was, antwoordt: ‘ick sal ’t mijn man aendienen’. 

* 1612, 27-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen Oude Kerk [5-33]: doop van Sara, dr.v. Heinrik Verbiest en Anne van Meldert, get: Gilliaem Verbiest en Katlijn van Meldert

* 1614, 4-8: SA Amsterdam 5062 Kwijtscheldingen [23-185]: [akte doorgehaald, i.m. mededeling over nieuwe akte dd jan. 1615] Jacob Gerritsz Burghertsz heeft verkocht, opgedragen en kwijtgescholden aan Bartolomeus van Mildert, bontwerker, een h+e in de Calverstraet, daar lendenen van zijn de erfgenamen van Jodocus Hondius aan de noordzijde en Claes Jansz Vischer aan de zuidzijde, voor van de straat tot achter aan het huisje genaamd het Lijesch, eertijds toebehoord hebbende Burchman Cornelisz met een uitgang in het Rode Leeuwsteegje

* 1614, 4-8: SA Amsterdam 5063 Schepenkennissen [reg 17 f. 279v]: Gecomp. Bartelmeus van Mildert, bontwerker, geliede schuldig te wezen Jacob Gerritsz Burgertsz de som van fl 2000,- spruitende uit de koop en custinge van een h+e in de Calverstraat, af te lossen in halfjaarlijkse termijnen op 1 mei en op allerheiligen, uiterlijk 3 maanden na de verschijndag. Borgen: Jacobus van de Rogiere en Gerrit Anthonissen, vettewarier.

* 1615, 14-1: SA Amsterdam 5062 Kwijtscheldingen [23-185]: Betreft hetzelfde huis. Verwezen wordt naar de eerdere verkoopbrief dd 4-8-1614 die verbeterd is. ook staan er marginale verwijzingen naar een akte uit 26-9-1577 en 31-8-1611, betreffende vooral ook Hondius.

* 1615, 14-1: SA Amsterdam 5063 Schepenkennissen [reg 18 f. 52]: ]: Gecomp. Bartelmeus van Mildert, bontwerker, geliede schuldig te wezen Jacob Gerritsz Burgertsz de som van fl 2000,- spruitende uit de koop en custin ge van een h+e in de Calverstraat, af te lossen op Lichtmis en op St. Pieter, steeds de helft van de verschuldigde som. Borg Jacobus van Rogier. Er staat nog iets onleesbaars in de marge: …also dese akte geroyeerd dd 1-5-1626 

* 1615, 5-3: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen Oude Kerk [5-135]: doop van Catelijn, ouders: Heinrick Verbiest en Anneken van Milden, get: Bartholomeus van Milden

* 1615, 7-12: Stadsarchief Amsterdam, NA Nots Palm Mathijs: (Hendrik Verbies, wijnverlater, poorter, zoon van Guill:m Verbies, is de man van Anneken van Mildert, die de dochter was van Bartelmeus van Mildert en Catelijna de Coster.) Hendrik Verbiest, wijnverlater en poorter deser stede, heeft opgedragen en getransporteerd aan Guill:e Verbiest, zijn vader, alle actie die hem komt in kwaliteit als man en voogd van Anneken van Mildert, zijn huisvrouw, competerende is in de erfenis van haar moeder Catelijna de Coster aenbesturven daeraf en van welcke aenbesturven goederen de vader, gen:t Bartelmeus van Mildert," zijn leven lang het vruchtgebruik heeft. Hij (Verbiest) transporteert deze goederen aan zijn vader, die ze alreeds heeft betaald. Hij en zijn vrouw doen daarom volkomen afstand van die erfenis, waarmee zijn vader mag doen wat hij wil.

* 1616, 31-8: SA Amsterdam, [DTB ondertrouw 420-279]: Bartholomeus van Mildert, van Antwerpen, bontwerker, weduwnaar van Catalina Costers, wonende in de Calverstraet in de 2 Vossen, ende Elisabeth Floris, mede van Antwerpen, weduwe van Abraham Dirxsz, verklaerende omtrent de 2 jaeren wed. geweest te hebben, wonende op de hoeck van de Slijckstraet. 

* 1623, 3-5: SA Amsterdam 5062 Kwijtscheldingen [30-108]: Sijmon Willemsz, haerwever, scheld kwijt aan Bartholomeus van Mildert, bontwerker, een h+e in de Hartenstraat, daar lendenen van zijn de comparant (Willemsz) met een gemene muur en schutting aan de Oostzijde, en Jan Aertsz. tot op 60 voeten toe en vandaar verder Jacob Jansz, met een gemeene schutting aan de westzijde, voor van de straat, tot achter aan het arf van Jan Aertsz

* 1623, 30-6: SA Amsterdam 5073 Weeskamer inbrengregisters [nr. 19-f. 41v]: Abraham van Mildert, bontwerker, heeft bewezen zijn zoontje Bartelmeeus van Mildert, oud 1 jaar, daar moeder af was Ermtgen Romboutsdr voor zijn moeders erf de somme van fl 900,-; hij behoud de goederen onder zich en als borg treedt op Bartelmeeuws van Mildert, bontwerker, zijn vader. Het behaagde Rombout Jacobsz, schoenmaker, de grootvader van het kind. Een weesmeesterskennisse van fl 900,- houdende op Luduwijn Jans, weduwe van Cornelis Florisz, huidekoper, dd 20-3-1546 in de lade gelegd in betalingen van dit bewijs.

* 1625, 6-11: SA Amsterdam: boedelinventaris van goederen toebehorende Lysbeth Frelis, gevonden in zekere ijzeren koffer Bartelomeus van Mildrt o.a. kleding, pop met kleren, klein winter schilderijtje, boeken, linnengoed, fluwelen tas, 2 oorijzers, verguld koffertje met een paar juwelen, 2 portretten van der kinderen vader en moeder, 1 van prins Maurits en prins Hendrick, landschap van Elias (zoeken op *bet* Floris)

* 1626, 13-6: SA Amsterdam 5063 Schepenkennissen [reg 26 f. 131v]: Bartholomeus van Milder geliede schuldig te wesen Willem Kemp, wijnkoper, de som van fl 3000,- uit zake van geleverde waren bij hem te dancke ontvangen belovende de selve somme te betalen tot voorsz. manniere, daarvoor verbindende al zijn goederen

* 1629, 6-6: SA Amsterdam 5061 Kwijtscheldingen [2165-180]: Schepenen verklaren dat op 23-1-1627 verkocht is Abraham Saris, peltier, een h+e in de Calverstraat, genaamd het Hoff van Utrecht, belend Claes Jansz Vischer aan de zuidzijde en de weduwe van Jodocus Hondius aan de Noordzijde. In alle schijne toebehoord hebbende Bartholomeus van Milder, voor fl 5904,- . Abraham Saris heeft dit op 21-2-1629 geaccepteerd.

* 1629, 25-6: SA Amsterdam 5061 Kwijtscheldingen [2165-183]: Schepenen verklaren dat op 23-1-1629 verkocht is Roeloff Evertsz Hoedecramer in naam en van wegen zijn moeder Stijntje Roelofs, in de Hartenstraat, belend Simon Willemsz, hairwerker, (…) Oost en Jan Aertsz (…) west etc, zoals dit bij de heeren Burgemeesteren en Thesaurieren is verkocht, in allen schijne het voorsz huis en erve toebehoord hebbende Bartholomeus van Mildert, voor fl 5425,-  gulden die Stijntje Roelofs te berde gebracht en betaald heeft. 


kind 2, Abraham van Mildert:

* 1621, 9-7: SA Amsterdam DTB ondertrouw: Abraham van Mildert, van Emden, out 28 Jaer bontwercker, wonende in de Hartestraet, ende Ermtje Rombouts, out 18 Jaeren, geassist met Rombout Jacobs, haere vader, wonende op de Keijsersgraft. De vader des Jonghmans moet sijn consent komen verclaeren voor ‘t 1e gebod. De vader Bartholomeus van Mildert consen… int huwelijk… 

* 1623, 30-6: SA Amsterdam 5073 Weeskamer inbrengregisters [nr. 19-f. 41v]: Abraham van Mildert, bontwerker, heeft bewezen zijn zoontje Bartelmeeus van Mildert, oud 1 jaar, daar moeder af was Ermtgen Romboutsdr voor zijn moeders erf de somme van fl 900,-; hij behoud de goederen onder zich en als borg treedt op Bartelmeeuws van Mildert, bontwerker, zijn vader. Het behaagde Rombout Jacobsz, schoenmaker, de grootvader van het kind. Een weesmeesterskennisse van fl 900,- houdende op Luduwijn Jans, weduwe van Cornelis Florisz, huidekoper, dd 20-3-1546 in de lade gelegd in betalingen van dit bewijs.


openstaande vragen / discussie


In 1610 treedt Bartholomeus van Mildert op als oom van de kinderen van de bontwerker Daniel van Mildert X Judith van de Bergh (zij XX Jasper Corneliszn) [inbrengregisters 15-217v]. 

Deze Daniel van Mildert is kennelijk een broer van Bartholomeus. Daniel van Mildert, bontwerker uit Antwerpen, trouwt Amsterdam 1594 Judith Jansz van den Berg; zij krijgen in 1594 een zoon Bartholomeus (get: Teuntgen Goverts). Waarschijnlijk krijgen zij ook een zoon Isaak: op 15-12-1598 wordt gedoopt Isack Mijldert, ten doop gehouden door ‘Bartelmeus Mijldert de peet Judick van Mijldert het kind heet Isack Mijldert’ – het lijkt goed mogelijk dat de vader niet, en de peetoom wel genoemd worden. 


Helemaal bijzonder is dat een Bartholomeus van Mildert in 1529 in Antwerpen deken is van de rederijkerskamer ‘De Goudbloem’ onder de zinspreuk ‘Groeyende in deugden’. Bijzonder omdat de hier genoemde Abraham Bartholomeusz van Mildert ook rederijker is, 100 jaar later.