XV-3769 Van Torenvliet, Pouwels Wz

Pouwels Willemsz van Torenvliet

 

ouders: Willem Willemsz en Clara Pouwels

 

geboren: ca. 1521 [44 jaar oud in 1565]
gedoopt:
overleden: voorjaar 1576 (tussen 27-12-'75 en 25-5-'76)
begraven: 

 

beroep: schrijnwerker/kistenmaker (1541, '50, '56), substituut schout (1565), schout van Zoeterwoude
woonplaats / adres: Leiden (St Pieterskerksteeg 'in 't Gulden Cantoor', 1553, '56, '58, '65, '73)

 

relatie: trouwt Leiden 1541

 

Marietgen Pietersdr

 

ouders: Pieter Cornelisz [Kunst] en Maritje Gerrits van Dam

 

geboren:
gedoopt:
overleden: na april 1591, voor 1596, beluid 2-5-1594?
begraven:


beroep:
woonplaats / adres:

hertrouwt Daniel Jacobsz van Leeuwen?

 

kinderen:


handtekening van Pouwels van Thorenvliet Willemszn onder de notariële akte uit 1572

Biografische aantekeningen


Als hij dertien is, verliest de jonge Pouwels Willemsz van Torenvliet zijn moeder. Hij is de oudste in een gezin met vijf kinderen, waarvan de vader schrijnwerker is. Zeven jaar later blijkt blijkt ook Pouwels schrijnwerker te zijn, en brengt hij bij zijn huwelijk de gereedschappen in die nodig zijn voor het maken van (opberg-)kisten. Voor 1569 heet Pouwels Willemsz steevast 'in 't Gulden Cantoor'. Vanaf 1569 gaat hij echter de achternaam 'Van Torenvliet' gebruiken. Vooralsnog is niet duidelijk waarom hij dat doet. Wellicht om zichzelf enige status te verlenen. Ook zijn broer gebruikt echter die achternaam (zo genoemd na zijn dood in 1587). In 1565 werkt hij als substituut schout naast Nicolaas van Barendrecht, en in 1572 is hij schout en woont hij in Zoeterwoude.

Pouwels Willemsz van Thorenvliet is een van de paar honderd mensen die actief heeft deelgenomen aan de beeldenstorm op 29 augustus 1566 in het Minderbroedersklooster in Leiden. Daags tevoren was de Sint Pieterskerk door de menigte geplunderd, daarna de Sint Pancraskerk en de O.L.Vrouwekerk. In 1571 dreigde priester Arent Thou om Pouwels Willemsz van Thorenvliet aan de galg te brengen voor zijn aandeel in de beeldenstorm. Van Thorenvliet werd gewaarschuwd door priester Vranck Ottens en door Neeltgen Jacobsdr., die kennelijk sympathie hebben voor Pouwels Willemsz en zijn vrouw, omdat die afzag van de opbrengst van een vicarie, en de opbrengst aan den hulpbehoevende priester wenste te geven. Pouwels vond dat hij zelf al rijk genoeg was: hij had immers wel fl 400,- per jaar te verteren. In augustus 1572 legde Neeltje Jacobs op verzoek van Pouwels van Torenvliet hierover een verklaring af.
Pouwels Willemsz van Torenvliet is (in 1571) regent van het hofje of klooster van Sint Anne in Leiden: in 1573 is hij de oudste en naaste van den bloede (bloedverwant) van de stichters van Sint Anne aalmoeshuis op de Hooigracht. Die stichter was Willem Claesz, in ca 1470, Pouwels overgrootvader.

In 1572, '73, '74 woont Pouwels als 'bewoner' volgens de belasting'omslag' en volkstelling op de Langebrug 63. In 1575 en '76 is hij er als eigenaar vermeld. Hij is in dezelfde jaren schout van Zoeterwoude.

In 1574, het jaar van de belegering van Leiden en het ontzet, daagt Pouwels van Torenvliet het stadsbestuur voor de rechter (Hof van Holland). In de fragmentarisch overgeleverde akte sommeert het stadsbestuur (schout, burgemeesters, schepenen en stadssecretaris) Van Torenvliet om het complete dossier te overhandigen, dan zullen zij op hun beurt hetzelfde doen.

Pouwels vrouw, Marietgen Pietersdr, stamt uit een familie van zeer prominente kunstenaars. 


Bronnen

www.historischleideninkaart.nl 

* 1534, 20-7: ELO, 0518 archief weeskamer Grote Bewijzen [283B-scan 173]: Willem Willem Willemszn zoon zijn vijf weeskinderenbrief, als Pouwels, Pieter, Jan, Adriaene ende Cornelie. Wij, Gerrit Heerman en Cornelis Paeds, schepenen in Leiden, oorkonden dat voor ons kwam Willem Willem Willemszn zn, ende bewijsde zijn vijf weeskinderen als Pouwels, Pieter, Jan, Adriaene ende Cornelie die hij gewonnen  heeft bij Clara Pouwelsdochter zijn huijsvrouwe was , zaliger gedachten, bij consent van den weesmeesteren (…) ende bij Rade en goedtduncken van Alijdt Pouwels Pietersz weduwe als oud moeder, Willem Jacob Willemszn zn als man en voocht van Alijdt Pouwelsdochter sijn huijsvrouwe, ende Pieter Heijndricxsz Buijs als man en voogd van Aechte Pouwelsdr. zijn huijsvrouwe als moeijen van de voorsz weeskinderen tzamen voor hair moeders erve eerst thien hondert gouden karolus guldens van veertich groten tstuck aan gelde daerinne dat ghereckent. Verder staat er dat Willem Willemsz het vruchtgebruik houdt van dit bewijs totdat de kinderen hun mondige jaren hebben bereikt. Tot zekerheid daarvan is er een borg: Aelwijn Meeszn, verver, de zwager van Willem Willemszn. De kleren, kleinodiën en juwelen, tot Clara Pouwels lijf behorende, staan gespecificeerd in zekere cedulle. Willem Willemsz belooft zijn kinderen ‘te houden tot hoeren mondigen Jaeren toe in eeten, drincken, clederen, schoen ende anders hoere haveninge ende gemack te doen als Redelick ende Weselick is’. Als alle weeskinderen kinderloos gestorven zijn, dan vervalt de erfenis, conform de huwelijkse voorwaarden die opgemaakt zijn voordat Clara en Willem trouwden, aan de zijde van Clara Pouwelsdochter. 

* 1541, 17-1: ELO 0508 Huwelijkse Voorwaarden [nr. 148, akte 147, scan 269]: Verschenen Pouwels Willemszn bij Rade en Goedduncken van Willem Jacop Willemszn ende Jan Willem Willemszn witmaecker, zijn oemen ter eenre zijde, ende Marijtgen Pieter Corneliszn dochter bij consent en goedduncken van Pieter Corneliszn, haer vader voorsz, ende Marytgen Geryts dochter, sijn huijsvrouwe, haer moeder ter andere zijde. “Tsamen vergaederen in wettechtigen hylicke eer dat sij bij malcander te bedde gingen”, daarom maken zij huwelijkse voorwaarden. Pouwels Willemsz brengt in het huwelijk in: fl 600,- aan gerede gelde, inboedel, huisraad als ook aan zeker “gereschepe dienende totten ambochte van kistemakerije”, en daartegenover geven Pieter Cornelisz en Marytgen Gerrits aan hun dochter mee (met consent en goeddunken van Jacob Huijgen en Quirijn Allertszn Brouwers, als voogden bij den gerechte gesteld over de voorsz, Pieter Cornelisz, zo hij inder voorsz. stede voochdije staet, en bij Rade en goedduncken van de burgemeesters als oppervoogden van Pieter Cornelisz: een huis en erve gelegen op de Nieuwe Rijn, met als belendingen Jan Reijerszn Brouwer en de erfgenamen van Jan Allertsz an de viscapel, tussen de Rijn en de Burch, vrij zonder opstal van renten. Pouwels Willemsz moet zijn schoonouders daarvoor wel fl 150,- betalen: de ene helft voor Sint Agniete 1544, de andere helft op Sinte Agniete daer naastcomende. Er wordt zeer uitvoerig besproken waar welk ingebracht erfdeel naar toe moet gaan bij het overlijden van de één en de ander als er geen of juist wel kinderen zijn. Leuk is dat de kleren, kleindodiën, “harnasch, weer en wapenen” van Pouwels naar zijn erfgenamen gaan, terwijl het bij Marijtgen gaat om “clederen, cleijnoden en Juwelen tot haer lijf behorende”. 

* 1550, 10-6: ELO, 0508 ORA Leiden, ‘Inbrengboeken’ voor verkoop van onroerend goed [invnr 73, fol. 59, scan 85]: Pouwels Wm: zn scrienwercker heeft v[er]cof[t] Sijmon Janszn van Oijen, coerncoeper,  een huys ende erve gelegen opte Nyewen Rijn. Belend: ene zijde: Jan Reyersz., wijlen brouwer. andere zijde: Allert Andriesz., appelcoeper. achter: an den Burch. Waerborg oude Jan Wms:zn witmaicker zijn oem. 

* 1553, 27-11: ELO, 0508 ORA Leiden, ‘Inbrengboeken’ voor verkoop van onroerend goed [invnr 73, fol. 88v, scan 123]: Geryt Boeckelsz Buytewech verkoopt aan Allert Quyrijn Allertszz een een huys ende erve gelegen opten Nyeuwen Rijn. Belend: ene zijde: Alijdt Dircxdr, Jan Cornelisz Kocken weduwe, andere zijde: Pouwels Willemszoen in 't Gulden Cantoer. achter: met een leedich erfgen an een scheytmuyer toebehoerende d'een helft tot desen huyse en d'ander helft Alijdt Dircxdr voors. 

* 1554, 25-5: ELO, 0501 Secretarie van Leiden [invnr 887]: Stukken betreffende een geding tussen Pouwels Willemsz en de burgemeesters en het gerecht van Leiden over een waterlozing t.l.v. een huis aan de Nieuwe Rijn, hoek Nieuwstraat. Het Hof van Hollant dagvaart de burgemeesters van Leyden in een rauwactie van Pouwels Willemsz. om hem niet lastig te vallen tijdens de duur van het geding. 1554 mei 25. [akte niet ingezien]

* 1556, 14-1: ELO, 0508 ORA Leiden, ‘Inbrengboeken’ voor verkoop van onroerend goed [invnr 73, fol. 100, scan 136]: Pouwels Willemsz scrienwercker in 't Gulden Cantoer heeft vercoft Jan Cornelisz warmoesman een huys ende erve gelegen opten Nyeuwen Rijn after die Vischcapelle. Belend: ene zijde: Joest van Sonnevelt. andere zijde: Dirck Jacopsz., coorncooper. achter: an den Burch. Is vrij zonder opstal van renten. Des zo zal Jan Cornelisz mede hebben ende behouden alle die glaesraemen, bancken ende besteden wezende in den zelven huyse, den voorn. Pouwels Willemsz. competerende ende toebehoerende. Waarborg: Jonge Jan Jansz van Rossum vleyshouwer

* 1556, 12-8: ELO, 0508 ORA Leiden, ‘Inbrengboeken’ voor verkoop van onroerend goed' [invnr 73, fol. 103-2, scan 140]: Pouwels Willemsz in 't Gulden Cantoer scrienwercker heeft vercoft Pieter Dircksz Goel een huys ende erve opten Nyeuwen Rijn after die Vischcapelle. Belend: ene zijde doorgaande: Claes Reijer Claeszn. en consorten, andere zijde: voor Allert Quijrijnszn en achter Alijdt Dircksdr, Jan Cornelis Cocken weduwe, van de Rijn tot achter opte Nyeuwestraet, vrij zonder enig opstal. Zijn borgen: Adriaen Pieterszn glaesscrijver en jonge Jan Jansz van Rossen, vleijshouwer, zwager van de verkoper. Pieter Dircksz betaalt Pouwel Willemsz XIIII hondert karolus guldens, te betalen per 200,- op alre heiligen dage eerstkomende, op welke dag Pouwel Willems het huis ontruimd moet hebben. Onder de voorwaarde dat Pouwels Willemsz en zijn nakomelingen binnen vier jaar, dus Allerheiligen ’57 ’t eerste, expirerende anno tsestich, te lossen en af te kwijten vier ponden tsjaers losrente, te lossen met fl 400,- paijments, die Claes Aelweijns en mr. Cornelis Pieterszn op Pouwels Willemsz sprekende hebben, uit zake van de koop van dit huis en erve eertijds door hem gedaan. Als Pouwels Willemsz die losrente niet betaalt, dan zal Pieter Dircksz alle jaars gedurende de genoemde vier jaar, elk jaar fl 100,- mogen inhouden, om de genoemde lossing daar zelf mee te doen.

* 1556, 17-8: ELO, 0508 ORA Leiden, ‘Inbrengboeken’ voor verkoop van onroerend goed [invnr 73, fol. 103-2, scan 141]: Jan Aerntsz smidt van Gorichom heeft vercoft Pouwels W:msz scrienwercker in 't Gulden Cantoir een huys ende erve gelegen an de Bredestraet in 't Noorteynde, met een vrije gange vyer roedevoeten breet ende wijt dairafter an leggende, uuytgaende opte Rijn. Belend: ene zijde: Pieter Willemsz warmoesman; andere zijde: Pouwels Willemsz voirsz te weten voir an de straet mit zijn poirte ende gange mitsgaders zeeckere ledich erve, ende after mit zijn huys ende erve; achter: an des voirn. Pouwels Willemsz.'s erve. Belast met XII penningen payments sjaers. Erasmus Christiaensz, laeckenbereider, stelt zich als borg waarborg voor Jan Arentsz. Als borg voor Pouwels meldt zich: Jan Willemszn, vleijshouder, zijn broeder.  

* 1558, 8-6: ELO, Tiende Penning 1557 [p. 179]: Pouwels Willemsz in t Gulde Cantoir is eigenaar van het pand, later bekend als Uiterstegracht 33 [niet ingezien] 

* 1559, 28-11: ELO, 0508 ORA Leiden, 76B-2: huwelijkse voorwaarden [nr. 63, fol. 268, scan 125]: Jan Dircksz [van der Burch], bij rade en goeddunken van Quirijn [Dirckszn] van Bergen, zijn stiefvader, en Belie Jansdr. [Belijtgen Jansdr. de Goede], zijn moeder, en Claes Jansz de Guede [Goede], zijn oom, met Claertgen Willemsdr, bij consent en goedduncken van Pouwels Willemszn, haar broer, Mees Aelwijnszn [van Swanenburch], haar zwager, mr. Claes [Cornelisz] de Wilde, haar oom, en Cornelia Jorisdr wed. van wijlen Henrick Cornelisz de Wilde. Ze maken huwelijkse voorwaarden. Ze brengen in het huwelijk in hun goederen die gespecificeerd zijn op bijlagen, beide gedateerd op 28-11-1559. 

* 1561, 5-2: ELO Waarboek 67A [betr. Breestraat 30] [nr. A159, fol 91v, scan 97]: Lysbeth Claasdr weduwe van Pieter Willemsz warmoesman, verkoopt aan Willem Pietersz timmerman die helfte van een huys ende erve staende ende gelegen an de Breedestraete in ’t noerteynde, met de helfte van twee cameren ende heuren erven daerafteran staende, uuytgaende opten Rijn ende met de helfte van twee halve zijtgevelen totte zelve cameren behoerende, waervan de wederhelfte competeert Willem Pietersz voorn. Ende heeft belegen an d’een zijde voor Jacoba Symonsdr ende daeran Adriaen Heynricxz, tymmerman met zijn twee cameren ende erven ende met de wederhelfte van den eene zijtgevele. Ende aen d’ander zijde doergaende Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoer met zijn huysinge, cameren ende heuren erven ende met de wederhelfte van d’ander zijtgevele. Streckende voor van de Bredestraet after met de twee voorseyde cameren tot desen huyse behoerende ende voorts met een poorte ende gange gaende onder een van dezelve cameren tot in den voors. Rijn. Met servituyt dat Adriaen Heynricxzoon voors., zijnen erven ende naecomelingen besitters van de zijne voorn. twee cameren ende erven hebben ende behouden zullen heurluyder drop van denzelve cameren op ’t erve van desen huyse, zulcx ende in alre manyeren als denzelven drop nu ter tijt op ‘tselve erve valt ende zijnen loep heeft. Als borg voor de verkoopster treedt op Job Dircksz warmoesman

* 1561, 18-3: ELO Waarboek 67A [betr. Breestraat 115] [nr. A197, fol 116, scan 122]: Cornelis Pietersz van Noorde voor hem zelf en Jacob de Vrije als man van Isabella Pietersdr van Noorde; Gerrit Foeytgen als man van Margriete Pietersdr van Noorde; Baartgen Pietersdr van Noorde (bijgestaan door haar broer Cornelis) en voorts Cornelis namens zijn zuster Ermgaart Pietersdr van Noorde en namens Pieter Filipsz, nagelaten weeskind van Filips Pieters van Noorde, zijn broer verkopen aan hun oom Filips Filipsz van Noorde De helfte van de huysinge ende erve die dezelve Philips van Noorde jegenwoirdelicken bewoont ende gebruyct, dairvan de wederhelfte competeert Philips van Noorde voorn., staende ende gelegen an de Bredestrate over der stede huys. Belent ende belegen hebbende an d'een zijde voer Dirck Gerrytsz van Kessel met zijn huysinge ende erve genaemt 'De Drie Croonen', dairan de Wolstege dairneffens ondergaende, dairan Jacob Fransz, talman, dairan Lijsbeth Claesdochter, caesvercoopster ende dairan Gerryt Kerstantszoon, vleyschouwer, alias 'Dove Gerryt'. Ende aen d'ander zijde deurgaende Pouwels Willemsz. Streckende voer van de Bredestrate tot after in de Volresgraft ende voerts met een brugge gaende over dezelve graft.

* 1561, 11-9: ELO Waarboek 67A [betr. Pieterskerkchoorsteeg 15] [nr. A322, fol 191v, scan 198]: Jacob Adriaensz de Vrije (met zijn broer Gerrit Adriaensz de Vrije als borg) verkoopt aan Cornelis Pietersz glasmaker een huys ende erve staende ende gelegen in Sinte Pieterskerckstege, sulcx 'tselve nu ter tijt bewoont ende gebruyct wort. Belegen hebbende aen d'een sijde Pieter Symonsz, snijder ende aen d'ander sijde die stege daeronder gaende. Streckende voor uute voors kerckstege tot after an Pouwels Willemsz in 't Gulden Cantoors huys ende erve. [= Pieterskerkchoorsteeg 15]

* 1561, 24-10: ELO Waarboek 67A [betr. Nieuwstraat 33] [nr. A342, fol 203, scan 209]: Alijdt Pieter Stopendr (bijgestaan door Pieter Adriaensz Storm) verkoopt aan Cornelis Woutersz van Santen goudsmid drie vierendeelen van een huys ende erve staende ende gelegen op Sinte Pancraeskerckhof, mit een halve bornputh dairtoe behoirende, dair deselve Cornelis Woutersz een vierendeel inne competeert. Belegen hebbende aen d'een sijde Pouwels Willemsz in 't Gulde Cantoir mit de wederhelfte van de voirs. bornputte ende aen d'ander sijde Haesgen Willemsdr, Heynrick Cornelisz metselairs wedue mit hair poirte ende gange. Streckende voor van 't voirs. kerckhof tot after an Pouwels Willemsz.s voirs. huys ende erve.

* 1561: Historisch Leiden in kaart: blijkens het kohier van de tiende penning 1561 is Pouwels Willemsz geregistreerd als eigenaar van de volgende percelen: Breestraat 30, 32 en 34, en nr 115, Boommarkt 9-10, Pieterskerkchoorsteeg 15, Langebrug 63 en Uiterstegracht 33.

* 1562, 14-2: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Pieterskerkchoorsteeg 15] [nr. B248, fol 157v, scan 167]: Jan Pieterszn, voor hemzelf en als voogd over de zes onmondige weeskinderen van wijlen Lenaert Janszn, als Jan, Pieter, Wouter, Joostgen, Geertruijt en Beatrix, en Gijsbrecht Pieterszn en Machtelt Pietersdr, met hun broer Jan Pietersz als hun gecoren voogd, allen wonende in Woerden, hebben verkocht aan Pouwels W:mszn, wonende tot Leijden, [ende erfgenaemen van Adriana Pietersdr; ze kunnen ook tot de verkopers horen] een huisinge en erve in de Sinte Pieters Kersteege met een gange een poert achter uuytgaende in een stege voortijts genaempt Jan van Woudenstege. Met noch ses camertgens ofte huyskens daerafter ende besijden aen staende ende leggende. Des is de turffschuyere aende voorn. groote huysinghe behoirende, uuytgaende in ’t steechgen responderende in de voirs. Kerstege (eertijts genaempt Geryt Baselaersstege) oyck voor een camertgen gerekent. Belegen hebbende in ’t geheel aen d’een sijde voir Pieter Symonsz, snijder; daeraen Cornelis Pietersz ende daeraen Gerryt Baselaersstege daeronder gaende. Ende aen d’ander sijde voir Lijsbet Stehouwers cum socys; daeraen Pouwels Willemsz voirs. selver ende daeraen Heyndrick conijncooper. Streckende voor uuyte voirs. Kerstege tot after in Jan van Woudenstege. Als waarborgen voor de kopers treden op: Pieter Cornelisz van Buyten, Joris Jansz van Bremen voorspraecke (advocaat) en Quyrijn Claesz bode met de roede van Leiden. 

* 1562, 14-3: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Breestraat 115] [nr. B127, fol 81v, scan 90]: Verschenen is Pouwels Willemsz in t Vergulde Cantoer heeft verkocht aan Dirck van Velsen Pieterszn een huis en erve in de Bredestraet genaamd het Moriaenshooff, belendingen aan de ene zijde Philips van Noorde en aan de andere zijde Steven van Blinterswijck, streckende voor van de Bredestraet achter in de Volresgraft mit een brugge daironder gaende. Ende Pouwels Willemsz voorsz. lovede Dirck van Velsen voorn: ’t voorsz huis en erf te vrijwaren. Tot meerder zekerheid is gecompareerd de edele Jan Willemszn, vleijschhouwer, zijn broeder, die zich als waarborg garant stelt.

* 1563, 18-1: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Breestraat 30] [nr. B127, fol 181, scan 191]: Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoir heeft verkocht aan Jan Harpertsz snijder ten behoeve van zijn kinderen gewonnen bij Margriete Barentsdr Een huys ende erfne staende ende gelegen in ’t noorteynde an de Bredestraete. Belegen hebbende aen d’een zijde Pouwels Willemsz voors. selver ende aen d’ander zijde Arys Jansz, bierdrager. Streckende voor van de Bredestraete tot after aen Pouwels Willemsz voors. erfve. Behoudelick dat Jan Herperts en zijn vrouw samen aan dit huis ebn erve hebben en houden heurlieder lijftoch haar beider leven lang gedurende. Met servituyt ende voorwaerden dat Jan Herpertsz ende Pouwels Willemsz voors., hairen erven ende nacomelingen tot allen tijden ende haerluyden beyder believen sullen mogen besigen ende gebruycken die scheytmuyr staende tusschen hem beyden, te weten in ende deur dezelve scheytmuyr anckeren ende vestigen.Ende zullen voorts elcx aen zijn zijde op deselve scheytmuyr ten halven wegen mogen timmeren tot haer beyder gelieften al sonder contradictie van den anderen. Midts dat een yegelyck van hem beyden (indien de voors. scheytmuyr bij een van hemluyden als voors. is, ten halven betimmert werde) alsdan gehouden zal zijn zijn waterdrop te houden ende leyden op zijn eygen erfne, zonder den anderen eenige schade mitten drop ofte waterlosinge opte scheytmuyr te doen. Als waarborg compareert mede Jan Willemsz vleijshouder, den voorsz Pouwels Willems broeder 

* 1563, 18-1: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Breestraat 34] [nr. B127, fol 184, scan 194]: Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoir verkoopt aan Pieter Cornelisz van Buyten een huys ende erve staende ende gelegen in ’t Noorteynde. Belegen hebbende aen d’een sijde d’erffgenaemen van Jop Jansz, snijder ende aen d’ander sijde Pouwels Willemsz voors. selver. Streckende voor uuyte voors. straet tot after aen Pouwels Willemsz.s voors. huys ende erve. Als waarborg treedt Jan Willemsz, vleeshouwer op, de broer van Pouwels Willemsz.

* 1563, 30-1: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Arend Roelandsteeg] [nr. B127, fol 183v, scan 194]: Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoir heeft verkocht aan Jasper Jansz een huis en erve met een stal daar achter staande en gelegen in de Jacop van den Doesen stege, belegen hebbende aan d’een zijde de dwersstege responderende in den Korstege daeronder gaande, en aan d’andere zijde Pouwels Willemsz zelve, streckende voor van de steeg tot achter aan Pouwels Willemsz huis en erve, met de bepaling dat Jasper Jansz nooit een licht of gezicht mogen maken, die enigszins zoude responderen op het erf van Pouwels Willemszn. Het pand is bezwaard met een rente van 15 stuivers ’s jaars. Als waarborg treedt Jan Willemsz, vleeshouwer op, de broer van Pouwels Willemsz.

* 1563, 4-3: ELO 0508 ORA Waarboek 67B [betr. Breestraat 32] [nr. B127, fol 182, scan 192]: Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoir heeft verkocht aan Oth Huijgenszoon glaesmaicker een huis en erve met een poort en gange daar besijden onder gaende, gelegen in’t noorteynde an de Bredestraete. Belegen hebbende aan d’een zijde Jan Harpertszn snijder en dander zijde voor Pieter van Buijten Corneliszn ende daer aen d’erfgenaemen van Job Janszn, snijder, streckende voor van de Bredestraet tot achter aen Pouwels Willemszn’s erfve ende aen Willem Corneliszn houttuijns schuijr met voorwaarden dat Oth Huijgensz of zijn rechtsopvolger gehouden zal zijn op vermaning van de erfgenamen van snijder Job Jansz te doen ontruijminge van ’t somercoockentgen, nu jegenwoordelijck met pannen gedect zijnde, heurluijder drop te nae getimmert is. met servituijt ende voorwaerden dat Oth Huijgensz ende Jan Herpertszn tot heurbeider believen zullen mogen bezitten en gebruiken de scheytmuyr, te weten: anckeren ende vestigen.  Pouwels Willemsz lovet Oth Huijgensz dit huis te vrijen en waren jaar en dag (etc) ende tot meerder vestenisse is gecompareerd Jan Willemsz, vleijshouwer, zijn  broer, die de beloftes waarborgt, waarna Pouwels zijn broer schadeloos te houden. 

* 1564, 26-2: ELO 0508 ORA Waarboek 67C [betr. Pieterskerkchoorsteeg 15] [nr. C126, fol 73, scan 80]: Geryt Louweriszoon hoyckemaecker, voor hemzelven (voor driekwart) en de kerkmeesters van de St Pieterskercke (te weten Geryt Boeckelszoon Buytewech, Geryt Roelofszoon, Adriaen Ysbranszn, Dirck Willemsz), de Gasthuismeesters van het Sint Catharijnengasthuis (mr. Claes Dievoerd, Joost Jacobszn, Claes Oom Jansz, Dirck Gerritszn, Smaling en Aernt Cornelisz Lienen) en de gasthuismeesteren van het Sint Elisabeth Gasthuis (Jan Claeszn houtcoeper, mr. Reijer Janszn en Cornelis Jansz Bouman) (voor het resterende kwart) verkopen aan Claes Pouwelsz wollewever een huis en erve in de Sint Pieterskerckstege, aan de ene zijde naast Pouwels Willemsz in ’t Gulden Cantoir en aan de andere zijde Jan Jansz. sloetemaecker, aan de voorkant de steeg, aan de achterkant Pouwels Willemsz. Als borg treedt op Henrick Gerritszn, glaesemaecker. 

* 1564, 14-3: ELO, 0508ORA Waarboek 67C [betreft Pieterskerkchoorsteeg 15; nr 138, 79v, scan 87]: Jan Pietersz voor zichzelf en als voogd over de kinderen van wijlen Lenaert Jansz, genaamd Jan, Pieter, Wouter, Joostgen, Geertruijt en Beatrix Lenaerts zonen en dochters, allen wonende in Woerden, ook Ghijsbrecht Pietersz en Machtelt Pietersdr. (geassist met haar broer, de voorgenoemde Jan Pietersz), allen erfgenamen van Adriana Pietersdr., hebben verkocht aan Pouwels Willemsz <Toorenv:?> te Leiden, een huizinge en erve in Sinte Pieters Kerklstege,  achter met een gange ende poirte uuytgaende in een stege voirtijts genomt Jan van Woudensteg, mette betsteden, cleercassen, voetschamels, bancken ende anders in den voirs. huyse jegenwoirdich zijnde, wijlen behorende Adriana voirn. Ende alle dat daer aen of inne aert ende nagelvast is, met alle de glaesraemen. Ende hiertoe noch zes camerkens ofte huyskens daerachter ende besiden aen staende ende gelegen des is een turffschuyer aen de voirn. grote huysinge behorende uuytgaende in ’t steechgen responderende in de voirs. Kersstege voirtijts genomt Gerit Baselaersstege ooick voir een camerken gerekent. Met zulcke voirwaerden ende servituyten van timmeragien als ‘tselve van outs geweest bij de voirn. Adriana beseten ende metter doot geruymt es. Belegen hebbende de huysinge ende erve mette cameren aen d’een zijde voir Pieter Symonsz, snijder, daeraen Jacob de Vrije ende daeraen de voirn. Gerit Baselaerstege daeronder gaende. Ende aen d’ander zijde voir Maritgen, de weduwe van Claes Symonsz ende daeraen Huych Baerntsz, goutsmit ende daeraen Henrick Dircxz, knijncoper. Streckende voir uuyte voirs. St. Pieterskerckstege tot after in de voirs Jan van Woudenstege. Belast met 1 nobel pj die men betaalt met 56 stuivers aankomende de Calanderbroeders van OLV; 50 stuivers pj aankomende de Commandeur van St.-Pieterskerk; 10 stuivers aankomende de heijligen Geest [Weeshuis]. Waarborgen: Pieter van Buijten, Cornelis Joris Jansz van Bremen, voirspraeck, en Quirijn Claeszn, bode met de roede. De koopsom is door Pouwels Willemsz betaald met een schepenschuldbrief. 

* 1564, 21-5: gahetna.nl 3.03.01.01 Hof van Holland: Decreten [3275/1564/330]: Jonkheer Gielis van den Eynde, schildknaap (esquier), impetrant en eigenaar, verkoopt bij willig decreet aan Pouwels Willemsz huis en erf strekkend van het Marendorp noordwaarts tot de Achtergracht (met ten oosten de Lombardsteeg, en ten westen de Hollandse-Kerksteeg) [akte niet ingezien] 

* 1564, 1-7: ELO, 0508ORA Waarboek 67C [betreft Haarlemmerstraat 172-174; nr 186, 109v, scan 118]: Pouwels Willemsz int Gulden Cantoer verkoopt aan Jan van Doren Govertsz een huysinghe ende erve staende ende gelegen binnen deser stede in Marendorp, genaempt ‘De Oude Lombaert’. Belegen hebbende aen d’een zijde een waterstege die genaemt wert de Lombaertsteghe daeronder gaende ende aen d’ander zijde de Hogelantschekerssteghe daer mede onder gaende. Streckende voor uuyt Marendorp tot after in de Aftergraft. Voor de lasten etc. wordt verwezen naar de bijgeleverde stukken, die ook dienen als waarborg voor de verkoop.

* 1564, 14-8: ELO, 0508ORA Waarboek 67C [betreft Pieterskerkchoorsteeg 11; nr 214, 128, scan 136]: Jan Jansz slotenmaker (met Adriaan Arentsz scheepmaker als borg) verkoopt aan Aal Gillisdr weduwe van Jacob Jacobsz kramer, Een huys ende erve staende ende gelegen alhier in Sincte Pieterskercksteghe. Belegen hebbende aen d’een zijde Cornelis Willemsz Knijser ende aen d’ander zijde Davidt Egbertsz, voorspraeck. Streckende voor uuyte voors. Kercksteghe tot after aen Pouwels Willemsz.s erfne.

* 1564, 9-10: ELO, 0508ORA Waarboek 67C [betreft Breestraat 28; nr 234, 139v, scan 148]: Willem Pietersz timmerman verkoopt aan Andries Jansz bierdrager een huys ende erve staende ende gelegen in 't noorteynde an de Bredestraet. Belegen hebbende aen d'een sijde Jacoba Symonsdr ende an d'ander zijde Jan Harpertsz, snijder. Streckende voor uuyte Bredestraete tot after aen Willem Pietersz.s voors., Pouwels Willemsz ende Adriaen Henricxz.s tymmermans huysen ende erven. Ende voorts mit een poorte ende gange uuytgaende opten Rijn loopende tusschen Willem Pietersz ende Pouwels Willemsz.s voors. huysen ende erven. 

* 1565, 8-1: ELO, 0506 NA nots. Storm [invnr 1, akte B2 fol 40, scan 54]: gecompareerd de eerzame en discrete heer Cornelis Janszn, pastoor van Onze Lieve Vrouwekerk in Leiden, oud omtrent XLIX (49) Jaren, Claes Janszoon de Goede, Schepen der voorsz stede, oud omtrent 50 Jaren en Pouwels Wms:zn int Gulden Cantoor, poirter der zelver stede, oud omtrent 44 Jaren. Zij getuigden, ten verzoeke van de schout Nicolaes van Berendrecht, met ziel en zaligheid in plaats van ede wat hier volgt. Eerst verklaart Pouwels Willemsz hoe dat hij, naar zijn beste onthoud in de maand van Mei of Juni of daaromtrend – dag en uur weet hij niet meer – daar bij <ende pnp:> geweest, gehoord en gezien heeft , gaande met de voorgenoemde schout langs de Bredestraet binnen Leiden, als dat ene Arent Gerrijt Eeuwoutszn, wonende binnen dezelve stede, komende bij de voorsz. schout, jegens dezelve schout zeide hoe dat hij enige actie of penningen (doorgehaald: van custinge) gecoft hadde, spruijtende uijt (doorgehaald: zekere scretkrene <?> sprekende op) de vercofte huijsinge ende erve van Anthonis Franszn brouwer, bij den zelven Berendrecht bij (doorgehaald: executie) decrete gecocht, die eenige crediteurs toegescht waren, welke cope hij daeromme den voorsz. Schout als coper van de voorsz. huisinge pn:teerde. Daer op de schout zei: ik ben tevreden u die te goede te scelden, dan also ghij verzocht hebt (ingevoegd: als voogd van de weeskinderen van Quijrijn Claes Garbrantszn) aen Pouwels Willemsz, mijne substituijt (deposant alhier) aan ’t voorsz. huis te <per>anen om zekere verschenen penningen den kinderen competerende, die ghij begeert te hebben en niet tevreden wilt wezen dat ik u de rentebrieven zal leveren, zulks wij bij tussenspreken van wijlen mr. Jacob de Milde geaccordeerd waren. Ben daeromme tevreden indien gij de rente nog wilt hebben in plaats van ’t geld u de <penn> bij u gecoft te vrede te stellen (scan 55) of diergelijke woorden. Daer Aernt Gerrytszn op antwoorde, zeggende Ick zal Quirijn Claeszn (wezende medevoogd van de voorsz. kinderen) daar mede of spreken, ik ben tevreden indien hij ook tevreden is, of in effecte diergelijke woorden sceijdende zulks van malkanderen. Voorts getuigden de genoemde drie deposanten dat zij daarna in het huis van de genoemde schout waren, waar de genoemde Quirijn Claeszn door de schout ontboden werd, en ook inderdaad verscheen. Ze hoorden onder andere dat Quirijn jegens de schout zei: “Gij zegt altijd dat gij de rentebrieven wilt leveren, maar gij doet het niet”, waarop de schout antwoordde dat hij de weeskinderen niet wilde verongelijken of op rente-kosten jagen, en zei: “ik ben tevreden de kinderen van heur verschenen penningen rente te laten volgen, vanaf het moment dat die verschenen zijn, met of zonder rentebrieven, en daar wil hij ook wel een zekerheid voor stellen. Quirijn heeft daarmee ingestemd en is vervolgens weg gegaan. Pouwels Willems verklaart nog dat hij op Driekoningen laatstleden op verzoek van de schout samen naar Hof geen <?> is gegaan ten huize van Quirijn Claesz, vragende of hij jegens Pieter Starck, deurwaarder van het Hof van Holland niet gezegd heeft dat hij wel tevreden was om de rentebrieven van de schout te ontvangen, zoals Pieter tegen de schout heeft verklaard, waarop Quirijn antwoorde dat hij hem die opdracht niet gegeven had. Pouwels en Quirijn zouden tevreden zijn, als de weeskinderen bezwaard waren met de rentebrieven, in zoverre Aernt Gerrits daar ook tevreden mee zou zijn, waarop Quirijn tegen Pouwels zei: ga zelf naar Aernt Gerrits en zeg hem wat je mij nu gezegd hebt, ik zal hem er morgen ook op aanspreken. Waarop Pouwels naar Aernt Gerrits toegegaan is, en hem vertelde wat er met Quirijn Claesz besproken was. Aernt Gerrijts zei dat hij daartoe niet begeerde te verstaan. Dit alles is de waarheid. Nicolaes van Berendrecht heeft hiervan een akte gevraagd. 

* 1566, 30-4: ELO, 0508 ORA Waarboek 67C [betreft Rapenburg 118-120; nr 516, 271v, scan 280]: Pouwels Willemsz in 't Gulden Cantoir' verkoopt aan Pieter Jansz timmerman een huys ende erve gelegen op Steenschuyr. Belegen hebbende aen d'een zijde de stede Arcke ende aen d'ander zijde d'erfgenamen van de wedue van Mees Does. Streckende voor uuyt Steenschuyer tot after aen de Arck voors. Belast met 52 stuivers pj mh of zh (volgens een aangehechte decreetbrief)

* 1569, 24-5: ELO, 0508 ORA Waarboek 67D [betreft Breestraat 34; nr 208, 89v, scan 97]: Pouwels Willemsz van Torenvliet (met zijn broer Jan Willemsz vleeshouwer als borg) verkoopt aan Jan Cornelisz snijder een huys ende erve staende ende gheleghen in 't noirteynde van de Breedestraet. Beleghen hebbende aen d'een sijde Oth Huyghensz, eertijts schipper ende aen d'ander sijde de kinderen van Job Janss, snijder. Streckende voer van de straet tot after aen des voers. Oth Huyghenss.s huysinghe ende erve. Vrij en onbelast. Voldaan met schepenschuldbrief van 150 gld 

* 1569, 13-12: ELO, 0508 ORA Waarboek 67D [betreft Langebrug 59-61; nr 266, 118, scan 125]: Hendrick Dircksz metselaar heeft een schuld van een jaarlijkse losrente van 30 stuivers aan Dirck Cobel van der Loo; als onderpand ondermeer: sijn huys ende erve staende ende ghelegen opte Volresgraft. Belegen hebbende aen d'een sijde Pouwels Willemss van Torenvlyet ende aen d'ander sijde mr. Phillips Coddensteghe daeronder gaende. Streckende voer uut de voers. graft tot after aen Pouwels Willemss.s erve. 

* 1570, 16-3: ELO, 0508 ORA Waarboek 67D [betreft Lange Mare; nr 316, 146, scan 154]: Pouwels van Toernvlijet Willemsz heeft verkocht aan Cornelis Adriaenszn, broeder in den gerechte, de helft van een huis en erve waarvan de wederhelft al eigendom van Cornelis Adriaensz is, staande op de Maeren, met de belendenen, lasten en servituten zoals vermeld in de schepenen-waarborgbrief die door deze akte is gestoken. 

* 1571, 23-4: NL-LdnRAL-0519 Armen Weeshuis [invnr 660]: Sententie van het Hof van Holland in het proces van Pouwels Willemsz. [van Toornvliet], koper van een huis in de Pieterskerk[choor]steeg waarvan de vorige eigenaars de erfgenamen van Adriana Pietersdr. waren, tegen de broederschap, over de ten bate van de broederschap op het pand gevestigde rente, 1571 apr. 23. Met kwitantie ten behoeve van Jan van Brouchoven, 1571. 

* 1571, 31-5: ELO, 0508 ORA Waarboek 67D [betreft Breestraat 34; nr 540, 211v, scan 270]: Claas Joppensz kuiper poorter van Leiden verkoopt aan Meynsgen Joppensdr zijn zuster, een derdepaert van een huys ende erve gelegen in 't Noorteynde, mitsgaders noch een cleyn huysken daerafter aen gelegen, vanwelcke voors. twee huysen d'voorn. Meynsgen tweederde paerten competeren. Belent hebbende in 't geheel aen d'een zijde voor Ulrick Simonss, smidt, daeraen Willem Cornelisz, timmerman ende aen d'ander zijde Pouwels van Thoornvliet Willemss, ende daeraen Jan Pancraeszoon, mede-timmerman. Streckende voor uuyt het Noorteynde tot after in de Rijn. 

* 1571, 28-7: ELO, 0508 ORA Waarboek 67D [betreft Nieuwe Rijn 82; nr 576, 229, scan 287]: Pouwels Willemsz van Torenvliet verkoopt aan Willem Kerstantsz timmerman een vierdepaert van een huys ende erve gelegen opte Gansoort, daer d'ander twee vierdepaerten Willem Kerstantsz voorn ende 't vierdepaert Cornelis Heynricxz schrienwercker off competeren. Belegen hebbende in 't geheel aen d'een zijde Adriana Franssendochter, houtcoopster, Cornelis Havicxz.s weduwe ende aen d'ander zijde Willem Kerstantsz voorn. zelver. Streckende voor uuyten Rhijn tot after aen Willem Willem Bouwensz.s schuyr. 

* 1571, 13-11: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 1: Heer Raso van Treslong deken van de St.-Pancraskerk heer Jacob Jansz priester en kanunnik van de St.-Pancraskerk en Pouwels Willemsz van Torenvliet als regenten van St.-Annahofje op de Hooigracht verkopen aan mr. Pouwels Arentsz Vos licentiaat in beide rechten een huys ende erve staende ende gelegen opte Hoygraft naest 't voors. clooster. Zulcx ende in alre manieren als 'tselve jegenwoordelicken getimmert ende gemaect staet, met alle dat daer inne ende aen aert ende nagelvast es, mitsgaders de glaesramen daerinne wesende. Belent ende belegen hebbende aen de noortzijde de gange 't voors. convent off clooster toebehoirende ende an de zuytzijde Willem Willem Arentsz, cum sociis. Streckende voor uuyt de voors. Hoygraft tot after aen 't oratoer van 't voors. convent, mitsgaders zeeckere huyskens daertoe behoirende ende an des voors. Willem Willemsz.s erve. Mit expresse voorwaerden ende conditien dat de voors. mr. Pouwels Vos, zijnen erven ende nacomelingen ofte besitters van dezen huyse op een roede nyet en zullen mogen betimmeren, besetten noch beletten 't orator van 't voors. convent. Ende zullen de voors. comparanten ende heure nacommers die scheytmuyer responderende onder de zolder van 't voors. toratoor ofte capelle altijt tot hare costen dezelve mogen doen ophaelen ende affschieten, zulcx hemluyden dat gelieven ende goetduncken sal, wel verstaende dat 't licht alsnu daerop staende toegeleyt sal mogen werden indien dat voors. aratoor zoeverre streckende es. Met verder comditien dat de coper gehouden sal wesen te geheugen? ende te gedogen als dat die deur uytgaende in de gange van 't voors. clooster gesloten ende gegrendelt sal werden als die voorpoorte naer ordonnantie van 't voors. clooster gesloten sal werden. 

* 1571, 13-11: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 2: Heer Raso van Treslong, deken van Sint Pancraeskerk in Leiden, Jacob Jansz., priester en kannunik van dezelfde collegiale kerk, ende Pouwels van Thoornvliet Willemsz, als regenten van ’t hof of klooster van Sinte Anne, hebben uit naam van dit convent en met toestemming van de regeerders van de stad aan Dirckgen Vlacxdochter, weduwe wijlen Pieter Maertsz een huis en erve in de Onze Lieve Vrouwensteeg verkocht, tussen een huis dat toebehoort aan het klooster Jerusalem en ’t huis van Reijer Thijmanszoon, tinnengieter.

* 1571, 1-12: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 5v: Mr. Pouwels Vos, licentiaet in beide rechten, heeft een schuld aan de regenten van het Sinte Anneklooster vanwege de koop van een huis aan de Hooigracht. Daarvoor vestigt hij een rentebrief van fl 31,- per jaar (op een hoofdsom van ruim fl 450,-). Pouwels van Thorenvliet Willemsz is één van die regenten.

* 1572, 18-4: ELO 0506 NA nots S.L van der Wuert [invnr 2, p. 145, scan 70]: In een verklaring van Henrick van Brouckhoven ten  behoeve van Lourens Mouweris van de Oude Wetering, opgesteld ten huize van Willem pouwelsz, treedt Pouwel Willemsz (doorgehaald: Van Thorenvliet) op als een van de getuigen. (w.g. Pouwels van Thorenvliet Willemsz +, nots en get) 

* 1572, 9-6: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 66v: Heijndrick Dirckszn metselaar verkoopt aan Dirck Cowel van der Loo een losrente van 30 stvrs jaarlijks. De comparant (de metselaar) geeft als verzekering bij het contract zijn huis en erve gelegen op de hoek van de Volresgracht en de Mr. Phillips Coddensteeg, belend aan de ene zijde de steeg en aan de andere zijde Pouwels van Thoornvliet Willemszoon 

* 1572, 8-8: ELO 0506 NA nots S.L van der Wuert [invnr 2, p. 241, scan 118]: Adriaen Jacopszn, hoedemaker, oud omtrent 44 jaar, met zijn vrouw Neeltgen Jacopsdr., oud ca. 45 jaar, poorter en poorteres van Leiden, verklaren op verzoek van Pouwels van Thorenvliet Willemsz als man en voogd van Marijtgen Pietersdr als patronesse van zekere vicarie in de Sint Pancraetskerk in Leiden op onselievevrouwen altaar, gevaceert bij heer Adriaen van Dam, vicarius, dat ze weten dat deze Adriaen van Dam rond Pasen 1571 is overleden en daardoor de vicarie gefaseert heeft. Zij verklaren ook dikwijls gehoord te hebben dat Pouwels huisvrouw patronaresse en gijster van deze vicarie is, en ze weten ook dat heer Arent Thou, priester, “tot diversche reijden aens den requirant doen versoecken heeft om de gifte van de voorsz vicarie van hem te hebben, maer dat den requirant hem tselve weijgerde zeggende dat hij rijck genoug was ende wel vierhondert gulden tsiaers hadde te verteeren ende dat hij daer een ander schamel priester mede begeerde te versien diet van noodt hadde”. Neeltgen Jacopsdr verklaart nog dat zij in juli 1571 in het bijzijn van priester Vranck Ottens tegen Arent Thou zei: “ghij en zult die vicarie nijet hebben want ghij genouch hebt te verteeren ende hij zalder een ander schamel priester mee versien. Daer de voorsz heer Arent haer deposante voor antwoort op gaff, in presentie van heer Vranck vrsz: zegt hem (menende den requirant) dat ick hem aen een galg wel brengen zal, daer zij deposante op zeijde waerom zoude ghij dat doen, wat heeft hij (…) (doorgahaald: gedaen). Hij heeft int Minnebroeders convent geweest ende heeft aldaer gebeeldestermt doen den fruwel tot Leijden was, (ingevoegd: dat sal ik hem bewijsen met zeeckere getuijgen) (doorgehaald: zoo en zal hij geen gister van de voorsz vicarie wesen) (ingevoegd en weer doorgehaald: ende als hij aen den galge hangt). Verclaerde voorts de voorsz Adriaen Janszoen deposant alleen, dat sijn voorsz huijsvrouwe nadat zij thuijs gecomen was hem tgunt voorsz staet verhaelt heeft om den requirant te waarschouwen dat hem de voorsz heer Arent aen een galge (doorgehaald: soude willen) brengen, twelck hij deposant gedaen (doorgehaald: heeft) ende den requirant (ingevoegd: zulcx) gewaerschout heeft, ende verc <laar-> de mede dat de voorsz heer Vranck daer naer tegens hem deposant seijde dat hij gehoort hadde vuijt monde van de voorsz Thou dat denselve Thou den requirant aen een galge wilde brengen. Present<erende> in cas van recolemente alle tselve bij haerluijder eede <…> te affirmeren ende bevestigen” (etc) 

* 1572, 28-11: ELO Gedwongen Lening 1572 [Langebrug 63]: Pouwels van Thoornvliet Willemsz is bewoner van de Langebrug 63.

* 1572, 6-12: ELO, 0508 ORA Waarboek 67E [betreft Pieterskerkchoorsteeg 17; nr 169, 90, scan 91]: Cornelis Pietersz glasmaker verklaart hoe dat Pouwels Willemsz van Torenvliet hem reeds lange tijd geleden heeft toegestaan dat hij comparant heeft mogen timmeren ende vestigen seeckere zijne galerie wesende gedect met pannen an de zijtmuyr van des voors. Thoornvliets cleyne huysinge ende erve uuytgaende in de dwersstege ende responderende beneffens de kerckstege van Sinte Pieterskercke alhier. Aen welcke voors. galerie d'selve Thoornvliet hebbende es een vrijen waterdrop van zeven duymen breet. Soe is 't dat hij comparant voors. bij desen belooffde den voorn. Thoornvliet langes d'voors. galerie metten ancleven vandien te doen ontruyminge van zeven duymen breet ende dat tot allen tijden als 't hem bij de voorn. Thoornvliet ofte sijnen erven behoorlicken gedenunchieert ende vermaent zal werden. Ende oick denzelven Thoornvliet te laten behouden een waterlosinge onder deur de voors. galerie tot in den Kerckgraft toe. 

* 1573, 30-1: Erfgoed Leiden e.o., 0508 ORA Waarboeken 67E fol 94 [scan 95]: gecompareerd Pouwels van Thoornvliet Willemszn, poorter dezer stede, bekende verkocht te hebben aan zijn zoon Willem van Thoornvliet Pouwelszn een huis en erve in de Sint Pieterskerksteeg, genaamd Vergulden Comptoir, mitsgaders een turfschuijr en woonhuijs, beide responderende in de dwersstege uitkomende in de voorsz Kerkstege, belegen hebbende aan de ene zijde Pieter Sijmonsz Dou, daar aan Cornelis Pietersz glazenmaker, aan dandere zijde Sijmon Dammiszn, steenhouwer, en naast de comparant zelve, strekkende voor van de kerksteeg tot achter aan het huis en erf van de comparant, vrij van lasten uitgezonderd 56 stuivers per jaar pacht. De verkoper is betaald met een Schepen verzegelde schuldbrief van Leijden, op zekere termijnen te betalen; / De volgende akte is een schuldbekentenis van Willem van Thoornvliet pouwels voor de aankoop van het genoemde huis, schuldig aan Pouwel Willemsz van Thoornvliet, zijn vader, fl 1000,-, te betalen fl 100,- op meidage 1576 en dan vervolgens elk jaar op meidag fl 100,- totdat alles is afgelost.

* 1573, 16-5: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 113: … mitsgaders Pouwels van Thorenvliet Willemszoon, die mede als waerborge voor ons compareerde --- i.v.m. een huizenverkoop. 

* 1573, 19-9: ELO 0506 NA nots S.L van der Wuert [invnr 3, p. 137 scan 100]: Op verzoek van Marijtgen Joost Eeuwouts molenaers weduwe in Leiden, gaat de notaris langs bij Pouwels van Thorenvliet Willemsz, schoudt van Zoeterwoude, en Cornelis <Luijtenszn??> en hebben hen geïnsinueerd: Marietgen appelleerde van alsulcken dach van schuttinge als de schoudt op huijden datum van desen doen leggen hadde. Ende bij zoe verde zijluijden jegens de geinteriecteerde appelatrice ijet wilde attempteren dat deselve Marietgen protesteerde van attemptaten, costen, schade en interessen ende naerdien zijluijden nijet zelven hadden horen insinueren gaven elcx ter antwoorde dat zij hoorden en zagen ende versochten de voorsz Marietgen aen mij Notario voorsz haer hiervan geëxpedieert te worden openbare akte. 

* 1573, 28-9: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 128v [scan 130]: Dirck van Welsen Pieterszn neemt tot zijn last en belooft te betalen de helft van fl 12,- sjaers losrente, die mr. Andries Allertszn als erfgenaam van Allert Andrieszn boeringaertman, zijn vader, op de generale goederen van wijlen Jacob Pieterszn z.g. heeft spreken, op de verschijndag en aflossing die te lezen is in de origele brief hierover, welke helft Pouwels Willemszn van Thorenvliet zeeckere jaeren voerleden op de coope van ’t Moriaenshoofd tot zijnen laste aengenomen ende oversulcx tot nog toe gedragen en betaald heeft, zulks hij ook gehouden is te betalen fl 6,- over de helft voorseijt die Jacobi anno 74 zullen verschijnen, belovende hij comparant Pouwels Willemszn en alle anderen des noods zijnde van de helft hiervan schadeloos te houden, waartoe hij verbindt de huisinge Int Moriaenshooft, gelegen binnen Leiden aan de Bredestraat, belend aan de ene zijde de huisinge van wijlen Philips van Noerde en aan de andere zijde Steffen van Blijterswijck, streckende voor van de Bredestraat tot achter in en door de Volresgraft

* 1573, 24-11: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 141 [scan 142]: Gecompareerd Maritgen Garbrandsdochter nagelaten weduwe van Cornelis Corneliszn van Zassenhem, bijgestaan door gecoren voogd Jan van Hout, secretaris van Leiden, verklaart dat zij bij Pouwels van Thoornvliet Willemsz, als de oudste en naaste van den bloede van de fundateurs van Sint Annen aalmoeshuisinge op de Hooigracht binnen Leiden, bij advies van de regeerders van dat huis, gegund, geconsenteert en te rechte aalmoese toegelaten is de bewoninge van een van de huiskens of kamerkens van dit aalmoeshuis, met zodanige aalmoesen, profijten, emolumenten en vervallen als vanouds gewoonlijk is. (Marietgen levert voor die kost en inwoning een lijfrentebrief in van zes gulden sjaers en als ze in het huis komt te sterven, dan vervalt haar nalatenschap aan het Aalmoeshuis, op haar lijfskleren na die naar haar moeder en zuster gaan, en ook mag ze zelf beslissen naar wie haar huisje in Zassenhem (Sassenheim) gaat of, als het verkocht is, mag ze de opbrengst zelf verteren; mocht ze tijdens haar leven verhuizen, dan moet ze de helft van haar meubels t.b.v. het huis achterlaten.

* 1574, 3-1: ELO 0506 NA nots Jan van Hout [invnr 43A, p. 395 scan 271]: De notaris heeft zich op verzoek van de schout, burgemeesters, schepenen en secretaris van Leiden vervoegd bij Pouwels Willemsz van Thorenvliet en hem de navolgende insinuatie gepresenteerd: de schout, burgemeesters, schepenen en pensionaris van Leijden doen bij desen versoucken aen Pouwels Willemsz van Thorenvliet copie authentijck tot heuren costen van alle alsulcke certif<…> ende <…> daerop dezelve Van Thorenvliet hem funceert in zijn man… van Reformatie bij he.. op ten XXVII Januarij LXXIIII van den Hove van Hollant vercregen ten eijnde zij zelfs in heur regard mogen weten wat hem bij en ten dage doemen… tot verstandt van heur luijder ere ende afleringe, calumni… remillatch doen ende of van materie zal zijn omme henl: per.. te maecken dan niet dat mede zij in’t respect van de tegenwoordighe staet deser stede gereet te sijn omme terstont termijn te houden ende defensie ende anders te.. naer behoeven ende presenteren den voorsz Thorenvliet mede terstont te leveren gelijcke copie van tgunt daer zij henlieden mede sullen willen beh…ende protesteren bij refus van eijs van retardere ende ongerief begerende des … het gesustineerde ende van … antwoorden ende van vrsz acte gemaeckt te werden 

* 1574, 1-7: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 196v: Pouwels van Thorenvliet Willemszn en Aelbrecht Dircxzn, drapier, zijn de voogden over het weeskind Dirck Hendrikxsz, zoon van Hendrick Dircxzn, apotheker, gewonnen bij Neeltgen Dircksdr. Na het opmaken van de erfenis concludeert de apotheker Mees Corneliszn dat er fl 230,- voor het weeskind over blijft.

* 1575, 5-2: ELO 0506 NA nots S.L van der Wuert [invnr 5, p. 56 scan 48]: Karel Gieliszn, timmerman, getuigt op verzoek van Andries Schodt (rentmeester van de geannoteerde goederen in ’t kwartie rvan Leiden en Rijnland) en Pouwels Willemsz van Thorenvliet, dat de timmerman ca. vijf jaar geleden een grote verbouwing heeft gedaan in de huizen staande over de diefstege aan de Bredestraat, tussen de Breestraat en de Rijn, met een poort en gang en met zekere huisjes daar achter, door Adriaen Jorisz onder meer andere huisjes achtergelaten, en dat hij in naam van Joost Zonneveld (die toen eigenaar en bewoner van dit huis was) die verbouwing heeft uitgevoerd en sindsdien onderhoud heeft gepleegd en de standvinken vervangen door stevige balken, nieuwe kozijnen en ramen etc. 

* 1575, 9-6: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.5, Waarboeken 67E fol 275v: Japien Willemsdr., weduwe van Pieter Ghijsbrechts, linne laeckenverkoopster, geassisteerd met Steffen Dircxz, haar gecoren voogd, verkocht aan Jan Borssz, timmerman, en Heijndrick Cornelisz, een tuin met heuren erven bij de Rijnsburgerpoort bij de Marendijck, op de uiterste kaai binnen de vrijheid van Leiden, , belend aan de Noordzijde Pieter Jansz, warmoesman, aan de Oostzijde Pouwel Willemsz int Gulden Cantoor, aan de Westzijde Jan Pietersz, en aan de Zuidzijde Jan Lucasz, goudsmid. 

* 1575, 3-8: hogenda.nl: - Leiden, Voogdenboek A (Weeskamer Leiden invnr 241) fol. 3: no. 5 d.d. 3-8-1575: Pouwels Willemsz. van Thoornvliet en Evert Quirijnsz. van Delft als voogden over het onmondig weeskind van Jan Jansz. kouckebacker gewonnen in echt bij Alijdt Dircsdr. van Zancten zijn zaliger huisvrouw. Bijgeschreven: 11-7-1575 [leesfout: betreft '76 of '77]: Mits het overlijden van Pouwels voorsz. is in zijn plaats geordonneerd Kersten Pietersz. wonende te Rotterdam in de Doelen oom nomine uxoris van het voorsz. weeskind. 7-2-1578: Mits de absentie van de voorsz. Kersten en meer andere zaken en middelen is mede tot voogd geordonneerd Willem Pouwelsz. van Toornvliet om toezicht te hebben.

* 1575, 21-12: hogenda.nl: - Leiden, Voogdenboek A (Weeskamer Leiden invnr 241) fol. 4v: no. 2 d.d. 21-12-1575: Pouwels Willemsz. en Willem Pouwelsz. voogden over Pieter oud 5 jaar en Clara oud 9 jaar nagelaten weeskinderen van Jan Willemsz. vleijshouder gewonnen bij Geerte Aelbrechtsdr.

* 1575, 27-12: Erfgoed Leiden e.o. 0506 NA nots Salomon Lenaertsz van der Wuert [nr 4, fol. 41?, pag. 715, scan 502]: een overeenkomst tussen de erfgenamen van Dirck Jansz. Coster, in het bijzijn van arbiters, is opgesteld ten huize van Wm: van Thorenvliet Pouwelsz, ter presentie van Pouwels van Thorenvliet Wmsz, Dirck Danielszn en Pieter van Zoeterwoude als getuigen en arbiters. (w.g. o.a. Pouwels van Thorenvliet Willemsz) [volgens de index bij deze akte is Willem Pouwels van Thorenvliet ca 32 jaar en waard in het Gulden Cantoer]

* 1576, 25-5: ELO 0508 ORA Waarboek 67F [betreft Levendaal 19-21; nr 50, 30, scan 38]: Joost Jacobsz, Jacob Thomasz, brouwer, Jan Korsz, Jan Ghijbrechtsz, Ghijsbrecht Dircksz Gool, allen meesters van het Sinte Catharinengasthuis in Leiden. Ze verklaren dat zij, ter betaling van de koop van een huis en erve, gelegen op Levendeel, aangekocht jegens Pouwels van Thorenvliet Willemsz, tot hun laste genomen hebben voor Maritgen Pietersdochter, diens weduwe, te dragen en te betalen aan handen van de crediteurs en schuldenaars van Wouters Arentsz Coman op 17-9-1575 ll geschat op fl 87:10:-. Ze beloven daarom Maritgen Pietersdr ter cause voortsz te vrijwaren. Belendingen: de erfgenamen van Claes Lambrechtsz, brouwer en Jacob Dircxsz, volre. 

* 1577, 24-8: ELO 0508 ORA Waarboeken 67F [betreft Maarsmansteeg 12, nr 313, fol. 206, scan 216]: Maritgen Pietersdr weduwe van Pouwels van Torenvliet, geassisteerd met Willem pouwelsz van Torenvliet, haar zoon, verkoopt aan Andries Jaspersz [van Vesanevelt], bakker, een huys ende erve staende ende gelegen alhier in de Maersemanstege deser stede. Belent ende belegen aen d'een zijde de Clockstege daeronder gaende ende aen d'ander zijde die wedue van meester Pieter, barbier. Streckende voor uuyte voors. stege tot after aen die zeepziederije van Dirck Jacobsz van der Graft. 

* 1577, 19-12: : Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.6, Waarboeken 67F [fol. 251v, scan 261]: Willem van Thorenvliet Pouwelszn, poorter van Leiden, verkoopt Pieter Gerritszn Lam, tassenmaker, ook poorter, een huis en erf in de Sint Pieterskerksteeg, belend Anneken de Milde, weduwe van Cornelis Willemsz in den Gouden Hoorn, en aan de andere kant de verkoper zelf, strekkende van de steeg tot achter aan het erf van Maria Pietersdr, weduwe van Pouwels van Thorenvliet, met als voorwaarde dat Annetgen de Milde en de nieuwe eigenaar van dit huis samen de muur en de goot die erop ligt zullen gebruiken tussen hun beide huizen staande. De comparant en Gerrit Jacobsz van der Graft (borg tegenover de Schepenen) loveden Pieter Gerritsz dit huis te waren, uitgezonderd negen comen groten sjaers met de honden die daar op staan.

* 1578, 29-3: ELO 0508 ORA Waarboeken 67F [betreft Langebrug 59-61, nr 521, fol. 337, scan 346]: Neeltgen Hendrixdr wollenayster ongehoude persoon (bijgestaan door Steffen Dircksz) Neeltgen Pietersdr haar moye een oude schaemele vrouwe ende ook onmachtig zijnde haer za. vaders huysvrouwe [die vader heette Hendrick Dircxsz, konijnenkoopman) is schuldig aan de Gastmeesters van het St Elisabeth Gasthuis 30 stuivers per jaar. Onderpand: een huys ende erve staende ende gelegen opte Volresgraft opten houck van Meester Phillips Codden stege mit een schuyre ende heuren erve daer after aen staende zulcx haer comparante vader mitterdoot geruymt ende aftergelaten heeft. Belendt ende belegen aen d'eene zijde Marie Pietersdr weduwe van Pouwels van Torenvliet Willemsz ende aen d'ander zijde onnder gaende die voors stege. Streckende voor uuyte voors graft tot afte aen die voorn van Torenvliet. Dit huis wordt op 20-8-1578 door het St Elisabeth Gasthuis verkocht aan Jan Arentsz (linnenwever) (zie Waarboeken 67G fol. 31, scan 36] 

* 1579, 20-11: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 91 folio 80v.]: Jan Pietersz. Berch voor zichzelf, Cornelis ouwe Willemsz. gehuwd met Marijtgen Pietersdr., Jan Jacobsz. gehuwd met Hillegont Pietersdr., Marijtgen Mouwerensdr. weduwe Thonis Pietersz. geassisteerd met Cornelis Jansz. haar zoon en gekozen voogd, Jan Ariensz. voor zichzelf en Claertgen Ariensdr. geassisteerd met voorn. Jan Pietersz. en Cornelis ouwe Jannen haar omen en voogden, Cornelis Gerijtsz. en de voorn. Jan Pietersz. als rechte voogden van Cornelis Jansz. en Annitgen Jansdr., nagelaten weeskinderen van Jan Neelemans verwekt bij Willemtgen Pietersdr, beiden zaliger, allen erfgenamen van Pieter Jansz. en Crijntgen zijn zaliger huisvrouw hun vader en moeder, schoonvader- en moeder, bestevader- en moeder respectievelijk, hebben geschift en gescheiden de nagelaten goederen, te weten: Eerst is Jan Pietersz. met Jan Ariensz. en Claertgen Ariensdr., zijn broeders kinderen, tezamen bij loting te beur gevallen, 12 morgen land te Zoeterwoude onder de grote molen, belend ten N: de weduwe van Pouwels van Thoornvliet Willemsz. te Leiden, ten Z: de nieuwe weg, strekkende van de Weipoortse vliet tot aan de Zuidwatering. (…) 

* 1580, 5-3: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 112 folio 103v]: Hautgen Jacopsdr. weduwe Floris Jansz. te Zoeterwoude geassisteerd met Henrick van Haften haar gekozen voogd, voor haarzelf en Dirck Jan Florisz. oom en bloedvoogd van Annetgen, Aechgen en Beatris Jansdrs. en Floris Jansz., verwekt bij de voorn. Hautgen Jacopsdr., hebben na willig decreet van de vierschaar van Zoeterwoude, waarvan 2 akten werden vertoond, een van 09-03-1579 en een van 09-04-1579, verkocht aan Ghijsbrecht Adriaensz. wonende te Delfshaven, 1 morgen 3½ hond land te Zoeterwoude, belend ten N: Ghijsbrecht Adriaensz. voorn., ten Z: de weduwe van Aelbrecht Jansz., strekkende van de Stompwijkseweg tot de oude Zwet. Belast met een losrente van f 6 per jaar t.b.v. Jan Dircxz. te Leiden. Hij verbindt hieraan een woning met 2 morgen land in de Zuidbuurt van Zoeterwoude, belend ten N: de St. Jansheren te Haarlem, ten Z: de Schinkelweg, strekkende van de Zuidweg tot in de oude Zwet. Belast met een losrente van f 13 per jaar t.b.v. Jan Dircxz. brouwer te Leiden. Daar een vrouw geen goederen mag verhandelen compareerden mede Jan Jacopsz. en Jan Pietersz. Berch, broeder en zwager van Hautgen voorn. en stellen zich borg. Jan Jacopsz. verbindt hieraan 3½ morgen land te Zoeterwoude, belend ten N: Arent Maertsz., ten Z: de erfgenamen van Gerijt van Leeuwen, strekkende uit de Zuidwatering tot aan de erfgenamen van Arien Dirck Jansz. land toe. Belast met aan pacht van 10 st. per jaar. Jan Pietersz. Berch verbindt een woning met 7 morgen land te Zoeterwoude, belend ten O: de Weipoortse vliet, ten Z: de Nieuweweg, ten W: Jan Jacopsz. voorn. en ten N: de weduwe van Pouwels van ’t Hoornvliet Willemsz. Belast met f 42 per jaar losrenten. 

* 1580, 12-3: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 116 folio 107]:Jan Ariensz. voor zichzelf en Jan Pietersz. Berch als oom en gerechte voogd mitsgaders Cornelis ouwe Jannen en Thees Jansz. mede omen van Claertgen Ariensdr., hebben verkocht aan Jan Jacopsz. buurman te Zoeterwoude, de gerechte helft van 12 morgen, mitsgaders nog 1½ morgen land te Zoeterwoude, zoals Jan Ariensz. en Claertgen Ariensdr. aanbestorven is door Pieter Jansz. en Crijntgen Willemsdr hun bestevader- en moeder en bij loting hun te beur was gevallen, belend de 12 morgen in het geheel ten N: de erfgenamen van Dirck Jan Gerijtsz. en Pieter Gijsbrechtsz. met de weduwe van Pouwels van Thoornvliet Willemsz., ten Z: de Nieuweweg, strekkende uit de Weipoortse vliet tot de Zuidwatering. Belast met f 36 per jaar. De 1½ morgen is belend ten N: de erfgenamen van Michiel Arijsz., ten O: Jan Jacopsz. zelf, ten Z: Jan Pietersz. Berch voorn. en ten W: de erfgenamen van Michiel Arijsz. voorn. Belast met een pacht van 22½ st. per jaar. Jan Jacopsz. belooft de verkopers te vrijen en verbindt hieraan de voorn. 2 percelen land. 

* 1580, 21-3: ELO 0508 ORA Waarboek 67 H [betreft Breestraat 34; akte 14, fol 9v, scan 16], Gerit Geritsz Voet snijder verkoopt aan Pieter Longespeij metselaer van Yperen een huys ende erve staende ende gelegen binnen dese stede aen de Bredestraet. Belent ende belegen aen d'een sijde Maritgen Pietersdr weduwe van Pouwels Willemsz ende aen d'ander sijde Cornelis Harmansz coperslager. Streckende voor van de Bredestraet tot achter aen 't erfie van Maritge Pietersdr voorsz.

* 1580, 8-7: ELO 0508 ORA Waarboek 67 H [betreft Pieterskerkchoorsteeg 17; akte 150, fol 115v, scan 123]: Cornelis Symonsz Stam metselaer en Dirck Pietersz timmerman, als voogden over Pieter Cornelisz naergelaten weeskint van Cornelis Pietersz glaesschryver [zoon van de glasschijver en schilder Pieter Cornelisz Kunst?] verkoopt aan Arent Cornelisz backer een huys ende erve staende ende gelegen alhier tot Leyden, in Sinte Pieters Kercstege, opten houc van Stinckstege, zulcx ende in alre manieren als 't zelve jegenwoordelick getimmert ende bij eenen Vlaming bewoont es geweest. Belent zijnde aen d'een zide voor Pieter Symonsz Dou ende after Maritgen Pietersdr, weduwe van Pouwels Willemsz van Thoornvliet ende aen d'ander zyde de voors. Styncstege daer onder gaende. Streckende voor uyt die Kercstege voorn. aen der voorn. Martigen Pietersdrs' schure en de erve

* 1580, 21-7: ELO 0508 ORA Waarboek 67 H [betreft Langebrug 63; akte 157, fol 122, scan 129]: Baernt Lambrechtsz van Boomgaertshouck verkoopt aan Jacob Warnaertsz speldemaecker een huys ende erve staende ende gelegen in de Pieterskerstege. Belent aen d'een zyde Pieter Gerritsz tassemaecker ende aen d'ander zyde Cornelis Maertensz. Streckende voor uyte voors. steeg tot achter aen Marytgen Pietersdr, weduwe Pouwels Willemsz Onderpand: Comparants huysinge ende erve, staende ende gelegen op Steenschuyr, belent aen d'een zyde Jan Ewoutsz coman ende ander zyde den Boomgaertsteeg. Streckende uyte Steenschuyr tot achter aen voorn. Jan Ewoutszs' erve toe.

* 1580, 31-7: ELO 0508 ORA Waarboek 67 H [betreft Pieterskerkchoorsteeg 17; akte 164, fol 127, scan 134]: Cornelis Symonsz metselaar, voogd van Pieter Cornelisz weeskind van wijlen Cornelis Pietersz glaeschryver, gewonnen bij wijlen Neeltgen Pietersdr ooc zaliger, eist van schuldenaar Aernt Cornelisz backer 504 Karolus gulden te 40 groten Vlaems ’t stuck. vanwege een huys ende erve staende en gelegen alhyer tot Leyden in Sinte Pieterskerkstege upten zuytoosthouc vande Styncsteg. Belent zijnde aen d'een zyde ten oosten Pieter Symonsz Dou ende an d'ander zyde ten westen de Stinckstege daer onder gaende. Streckende voor uyt de Kerckstege voorn. noortwaert aen een erve toecomende Marytgen Pietersdr, weduwe van Pouwels Willemsz Van Toornvliet. Als borg treden op: Mees Aelwijnsz, meester Jan Adriaensz chirurgijn en Jan Dircksz van Velsen, elk voor een derde deel, alle inwoonende poorters dezer stadt Leyde

* 1580, 14-9: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 143 folio 126]: Op 15-12-1579 hebben Heijnrick Neel Arijsz. en Willem Claesz. Ket als schatters daartoe verdaagd zijnde door Adriaen Cruijtpenning Willemsz. heemraadsbode van Rijnland, van wegen Jan Bruijnensz. als gaarder van het morgengeld over Zoeterwoude en de weduwe en erfgenamen van Pouwels Willemsz. van Thoornvliet, mede uit krachte van het morgengeld over Zoeterwoude, blijkens 2 pandcedullen, de ene was getekend door de heer van Noortwijk en Aelbrecht van Raephorst, hoge heemraden van Rijnland op 07-10-1579 en de andere beroerende Jacop Jacopsz. van Endegeest schout van Zoeterwoude aangaande zijn schouwboeken. De pandcedullen zijn sprekende op de boel van Willem Lourisz. in Gelderswoude. Zo hebben de voorn. schatters de schuldeisers toegeschat volgens dijkrecht op alle landen en water als de voorn. Willem Lourisz. achtergelaten heeft, gelegen in Gelderswoude, belend ten Z: de landen van Claes van Lindenburch, ten N: Claes Pietersz. van ...

* 1580, 14-9: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 145 folio 127]: Op 15-12-1579 hebben Heijnrick Neel Arijs en Willem Claesz. Ket als rechtelijke schatters daartoe verdaagd zijnde door Adriaen Willemsz. bode van Rijnland om schatting te doen vanwege Jan Bruijningsz. als gaarder van het morgengeld over Zoeterwoude en de weduwe en erfgenamen van Pouwels Willemsz. van Thoornvliet, mede uit krachte van het morgengeld over Zoeterwoude, nadat vertoond waren pandcedullen getekend door Jan van der Does heer van Noordwijk en Aelbrecht van Raephorst hoge heemraden van Rijnland, inhoudende op Jeronimus Jansz., van Jan Bruijnensz. naar het dijkrecht voor een penning vier, ter somme van f 13-16-00 en van de erfgenamen van Pouwel Willemsz., naar dijkrecht de somme van f 3-05-00 en 1 oortje, blijkende volgens de pandcedullen. De schatters hebben toegeschat een erfje in Gelderswoude waar het huis van de voorn. Jeronimus Jansz. op heeft gestaan, gelegen aan de Zwet van het voorn. land, belend ten N: en O: Jeronimus voorn., ten Z: Mouwerijn Ghijsen en ten W: de Broekweg. Vrij en niet belast.

* 1580, 14-9: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 146 folio 128]: Heijnrick Neel Arijsz. en Willem Claesz. Ket als schatters verdaagd zijnde door Adriaen Willemsz. bode van Rijnland om schatting te doen van wegen Jan Bruijnensz. als gaarder van het morgengeld en de weduwe en erfgenamen van Pouwels Willemsz. van Thoornvliet, mede uit kracht van het morgengeld over Zoeterwoude, nadat vertoond was een pandcedulle in dato 07-10-1580, de andere beroerende de erfgenamen voorn. in dato 24-08-1579, de ene inhoudende 46 st. en de andere f 10-14-00. De schatters hebben toegeschat een deel van het erf van Dirck Adriaensz. Bruijn, te weten de oostzijde van hetzelfde erf, strekkende voor uit de watering tot achter aan de zwetten van hetzelfde land, met het huis en de schuur daarop staande, mits dat Claes Maertensz. het gebruik van de schuur zal hebben tot mei 1581.Houten en ten O: de kade. 

* 1580, 24-11: ELO 0508 ORA Waarboek 67 H [betreft Pieterskerkchoorsteeg 17; akte 234, fol 173v, scan 180]: Arent Cornelisz backer is schuldig aan Jan Jansz van Catwijc losrente van 9 gulden pj, af te lossen met een hoofdsom van 150 gulden vanwege zijn huysinge ende erve staende ende gelegen binnen dese stede in de Korsteech. Belegen hebbende aen d'een zijde Pieter Symonsz Dou ende aen d'ander zijde den Stincsteechgen daeronder gaende. Streckende voor uyte voors. steech tot achter aen de schuyr van de weduwe van Pouwels Willems van Toornvliet

* 1581: historischleideninkaart.nl: in Volkstelling 1581 en Kerven 1581 bewoont Marytgen Pietersdr weduwe van Pouwels Willemsz van Thorenvliet met haer kinderen het pand Langebrug 63

* 1581: Erfgoed Leiden e.o.: Lijfrenteregisters akte nr 8: Kapitaal fl 27.1.4, rente% achtste penning (= fl 3:7:8), te betalen op 11 december. De begunstigde is Pouwel Willemsz van Torenvliet, 15 jaar. Zijn ouder (sic! het zijn z'n grootouders) Pouwels Willemsz van Torenvliet (overl. voor 1592) en Maritgen Pietersdr (overl. in/voor 1596) - vanaf 1596 zijn het Maritgens erfgenamen die de heffing betalen, met 1605 als laatste jaar.

* 1582, 6-6: ELO 0508 ORA Waarboek 67 J [betreft Uiterstegracht 33; akte 333, fol 197, scan 209]: Marytgen Pietersdr weduwe van wijlen Pouwels Willemsz van Thoornvliet, bijgestaan door haar zoon en voogd Willem Pouwelsz van Thoornvliet, tevens haar borg, verkoopt aan Adriaen Adriaensz [van Leeuwen] mandemaecker een leedich erve gelegen binnen de voors. stede opte Uyterste Graft. Belegen hebbende aen d'een zyde Maerten Cornelisz lindewever ende aen d'ander zyde Lysbeth Hendricxsdr weduwe van Adriaens Pietersz houtcoper mit haer poorte ende gange daer onder gaende. Streckende voor uyte graft tot achter aen voorn. Lysbeth Hendricxdr schuyr. De volgende akte bevat een schuldbekentenis van Adriaen Adriaensz tegenover Marytgen Pietersdr van fl 78,- vanwege deze aankoop. 

* 1582, 31-7: ELO 0508 ORA Waarboek 67 J [betreft Breestraat 34; akte 413, fol 267, scan 279]: Pieter Longesbeij van Yperen metselaer verkoopt aan Willem Jansz van Foreest gardenier een huys ende erve staende ende gelegen binnen der voors. stede aande Brede Straet in 't Noorteynde. Belegen hebbende aen d'een sijde Cornelis Hermansz coperslager ende aen d'ander sijde Martygen Pieters' dochter weduwe van Pouwels Willemsz van Thoornvliet. Streckende voor van de straete tot achter aan t' erve vanden voorn. Marytgen Pietersdr

* 1582, 19-10: ELO 0508 ORA Waarboek 67 K [betreft Breestraat 30; akte 25, fol 21, scan 28]: Grietgen Baerntsdr weduwe van Jan Harpertsz, bijgestaan door Jan van der Schulenborch en met als borg Herper Jansz schipper verkoopt aan Adriaen Willemsz lindewever een huys ende erve, staende ende gelegen binnen der voors. stede aen de Bredestraet in 't Noordheynde. Belegen hebbende aen d'een zijde Salomon Davidtsz glaesmaecker ende aen d'ander zijde Pouwels Willemsz van Thoornvliets weduwe. Streckende voor van de straet tot achter aen Jacob Pancraesz timmerman. voldaan met een schepenschuldbrief van 350 gulden ( 30 gulden contant en overigens in termijnen van 24 gulden pj)

* 1583, juni: ELO 0508 ORA Waarboek 67 K [betreft Douzastraat 7; akte 297, fol 187, scan 196]: Cornelis Cornelisz Cock echtgenoot van wijlen Aechte Willemsdr heeft een schuld bij Dirc Jansz lindewever. Onderpand: Onderpand: zijn huysinge ende erve, staende ende gelegen binnen der voors. steede opte Coepoortsgraft. Belegen hebbende aen d'een zijde Frederic Jansz ende aen d'ander zijde Pouwels Willemsz van Thoornvliets weduwe. Streckende voor uyt de voors. graft tot achter aen Frederic Jansz erve.

* 1583, 2-6: ELO 0508 ORA Waarboek 67 K [betreft Pieterskerkchoorsteeg 13; akte 241, fol 156, scan 164]: Pieter Gerytsz [Lam] tassemacker heeft een schuld bij Claes Jansz [van Rodenburch] scheepstimmerman. Onderpand: huys ende erve, staende ende gelegen binnen deser steede in de St. Pieterskercksteech, belent aen d'een zijde Willem Pouwelsz van Thoornvliet ende aen d'ander zijde Jacop Warnaertsz, speldemaecker, streckende voor uyte steech tot achter aen de weduwe van Pouwels Willemsz van Thoornvliet.

* 1583, 9-10: ELO 0508 ORA Waarboek 67 J [betreft Boommarkt 9-10; akte 439, fol 289v, scan 302]:  IJsbrandt Pancraesz buyrman ende gesworen bode in den voors. Ambachte van Warmont en Jan Pancraesz timmerman, zijn schuldig aan Claes Jobpenz naergelaeten weeskindt van Job Claesz bouman ende Appelona Symonsdr beyde zaliger gedachten, out omtrent drie jaeren. Onderpand: Twee huysen ende erven gelegen binnen der stadt Leyden voorn. aen de zuytwest zijden van den Rijn. (1) Belent zijnde te weten dat eene aen d'een zijde ten zuytoosten Willem Cornelisz, houtcooper, ende aen d'ander zijde ten noortwesten Saelemon Davitsz, glaesmaecker. Streckende voor uyte Rijn zuytwaerts aen een huys ende erve toecomende aen Maritgen Pietersdr, Pouwes Willemsz van Toornvliet weduwe, (2) ende d'ost ander opte Noortoost houc van Kaeckelaers steege, belent zijnde aen d'een zijde ten oosten die selve stege daerondergaende ende aen d'ander zijde ten westen Cornelis Harmansz, coperslaeger. Streckende uyten Rijn zuytwaert aen een huys ende erve toecomende Jan Jansz Berendrecht, smit.

* 1584, 14-1: Hogenda.nl: RA Zoeterwoude transporten invnr 44 (1578-1584) [Nr. 311 folio 275]: Hendric Dircxz. van Zanten burger van Delft gehuwd met Helena Florijsdr. van Montfoort transporteert t.b.v. de erfgenamen van Dirc Dircxz. Steen de oude, mitsgaders de erfgenamen van Mees Havicxz. tingieter, het recht dat hem volgens de brieven van decreet van het Hof van Holland toekomt tot een warmoestuin in Zoeterwoude aan de Hoge Rijndijk, welke eertijds toekwam Huijch Joostensz. pottenbakker en naderhand Pouwels Willemsz. van Torenvliet. Belend ten N: Pieter Jorisz. en ten Z: Franchoijs van Lanscroon, strekkende uit de Rijn tot de Hoge Rijndijk. De brieven van decreet zijn van 06-03-1581. De voorn. van Zanten geeft het recht over. De voorn. erfgenamen hebben besproken dat Pieter Roelofsz. appelkoper het gebruik van de tuin zal hebben voor de jaren 1584 t/m 1586 overeenkomstig de huurcedulle. Tevens transporteert hij nog t.b.v. als voren, het recht van een rentebrief van f 7 per jaar, welke de voorn. Huijch Joostensz. pottenbakker t.b.v. Matijs Engbertsz. tingieter verleden was. Prijs van de 2 opdrachtbrieven f 239, betaald met een obligatie waarvan ⅓ contant, ⅓ op 30 juni en ⅓ op 31 december 

* 1584, 10-6: ELO 0508 ORA Waarboek 67 L [betreft Langebrug 65; akte 160, fol 127, scan 134]:  Sander Aelbertsz, Aerent Jan Aertsz, Job Dircxz, Anderies Jaspersz backer ende Adriaen Gerytsz coman vervangende hare andere medebroederen alle meesteren van de huysarmen deser stede, als recht ende actie vercregen hebbende tot de gildegoederen der selver stadt Leyden, verkopen aan Jan Jansz Saly een huyzinge ofte camer met haren erve staende binnen dezer stede op te Volregraft genaemt de Comans Colff, met een halffe kelder daeronder staende zulcx ende in alre manieren die nutertijt met een scheytmuyr affgesplitst ende affgescheyden es, mit een halffve bornput daertoe behoerende mitsgaders een plaetsgen tusschen de camer ende de voors. bornput. Belegen hebbende aen d'een zijde Jan Symonsz schoemaecker met de kinderen van Aeffgen Symonsdr zijn zuster ende aen d'ander zijde de wedue van Pouwels van Thoorenvliet Willemsz. Streckende voor uuyte voors. graft tot achter aen Cornelis Maertsz zalmcoopers erve. 

* 1585: ELO 0501A Stadsbestuur van Leiden, 6596 Register Vetus 1585, onroerend goed bezit [fol. 49, scan 60, betreft Breestraat 32]: Marijtgen Pietersdochter, Pouwels Willemszn van Torenvliets huijs – is getaxeert op X gulden. Vercoft bij Adriaen Willemsz Lindewever aen mr. Bouwen Jacopsz, chirurgijn (…) meije 86 nu taenvaerden (…) Salomon van Dalen (..) ex altera de.. old.. Pouwels Wmzn: van Torenvliet achter aen Jaerlix Pancraes en ’t ammermoijen acte 10.1.86. Is bij mr. Bouwen Jacobszn vercoft aen Dirck Joppen, backer, belast mit een black … gereet… solent alsboven acte den 30-4-89. Es bij Arent Reijerszn als getrouwt hebbende de weduwe van Dirck Joppen, special. verbonden voor een losrente van 18 crglds en 15 stvrs om Jacob Pancraeszn timmerman te bossen met 300 gld, act 13-11-96, reg. C fol. 101. (i.m. Is bij Aerent Heijnricx backer speciael belast om Heijnrick Egbertszn van der Hal met een somme van VIII guld te betaelen staende met hondert gulden sjaers alreheijligen anno 1598 teerste, acte den 24-11-97, Reg: fol. 85.). Etc. etc.

De zelve [Marijtgen Pietersdochter, Pouwels Willemsz van Torenvliets weduwe]: een camerken int poortgen is getaxeert op 5 gulden. Is bij Pouwels van Toornvliet vercoft aen Honesto Lopes de Havo om fl 850,- (…) acte den 30-11-1600 

* 1585: ELO 0501A Stadsbestuur van Leiden, 6596 Register Vetus 1585, onroerend goed bezit [fol. 66, scan 80, betreft Langebrug 63]: (doorgehaald: Marijtgen Pietersdochter) Wm: Pouwelszn van Toornvliets huijsken verhuert is getaxeert op 5 gulden; idem: Marijtgen Pietersdochter voorscreven haer huijsken verhuijrt is getaxeert op 5 gulden. Dezelve noch een huijsken verhuijrt ende is getaxeert op 5 gulden. Dezelve noch een huijsken verhuijrt ende is getaxeert op 5 gulden.

* 1585: ELO 0501A Stadsbestuur van Leiden, 6596 Register Vetus 1585, onroerend goed bezit [fol. 270, scan 65, betreft Uijterstegracht 134-136]: Daniel Jacobsz van Leeuwen ende Marietgen Pouwels van Toornvliets weduwen huijs dat zij verhuren is getaxeert op VIII gulden. De helfte van deze zeven kameren of huijskens zijn bij Pieter Danielsz van Leeuwen als erfgenaem van Daniels Jacobsz van Leeuwen, zijn vader za:, verkocht aan Jacob Henricksz metselaer (…) de wederhelfte van de vooresn huijskens of kamerkens Jan Jacobsz de Bondt, belent deen zijde Jacob Joosten witmaker aen dander zijde Jan Henricxz warmoesman (…) acte 29-4-99. (…) de helfte van deze huijskens is verkocht aan Jan de Bondt die de wederhelfte toekomt, met nog een huijsken op de Middelstegraft; acte den 11en Julij 1600. / Denzelven een huijs dat zij verhuijren getaxeert zijnde op III gulden. / St Niclaes graft: idem, en dat nog drie keer.

* 1585: ELO 0501A Stadsbestuur van Leiden, 6596 Register Vetus 1585, onroerend goed bezit [fol. 167v, scan 221, betreft Doezastraat 7]: Marijtgen Pietersdochter weduwe wijlen Pouwels van Toornvliets huijs verhuijrt, is getaxeert op 6 gulden. Is verkocht 10-2-1585 aan Marietgen Adriaens weduwe van Leeuwen (heel slecht leesbaar)

* 1585, 15-2: ELO 0508 ORA Waarboek 67 M [betreft Doezastraat 7; akte 74, fol 60v, scan 65]: Marytgen Pietersdr wedue van Pouwels van Thoornvliet Willemsz geassisteerd met Jacob Cornelisz Paetz haer gecooren voocht, verkoopt aan Marytgen Adriaensz wedue van Lenaert Gerytsz van Berckel een huys ende erve staende opte Coepoortsgraft met een halve zytgevel daertoe behoerende, belendt aen d'een zijde Cornelis Cornelisz Cock ende aen d'ander zijde Weyntgen Jansdr wedue van Michiel Daniëlsz volre met de wederhelfte van de voors. zytgevel, daeraen Quirijn Cornelisz schoelapper, daeraen Thijs Thijsz warmoesman, daeraen Reympgen Jacobsdr, daeraen Jan Adriaensz ende daeraen Jan Jansz, streckende vóór uyte gracht tot achter aen Cornelis Cornelisz ende Jan Jansz. Tot waarborg stelt zich Willem Pouwelsz van Thoornvliet, haer zoon

* 1585, 15-2: ELO 0508 ORA Waarboek 67 M [betreft Doezastraat 7; akte 87, fol 69v, scan 74]: Weyntgen Jansdr weduwe van wijlen Michiel Danielsz volre, geassisteert met Jacob Cornelisz Paets haer gecoren voocht en met Jacob Michielsz als borg, verkoopt aan Marytgen Pietersdr weduwe van Pouwels Willemsz van Tornvliet een derdepaert vaen een huys ende erve, staende ende gelegen opte Coepoortsgraft, daervan d'andre twee derdepaerten d'voorn. Maritgen Pietersdr toecoemende. Belegen hebbende int geheel met de halffe zijtgevel aen d'een zijde Cornelis Cornelisz Cock ende aen d'ander zijde Weyntgen Jansdr wedue van Michiel Danielsz volre; met de wederhelfte van de voors. zijtgevel daer aen Quyrijn Cornelisz schoelapper , daeraen Thijs Thijsz warmoesman daeraen Reymptgen Jacobsdr daeraen Jan Adriaensz ende daeraen Jan Jansz. Streckende voor uyte graft tot achter aen Cornelis Cornelisz ende Jan Jansz. Marytgen Pietersz is hiervoor aan Weyntgen Jansdr. 90 gulden schuldig, te betalen in term ijnen van 20 gulden per jaar. Marytgen Pieters wordt bijgestaan door Jacob Christiaensz haer gecoren voocht, en heeft als waarborg Willem Pouwelsz van Thoornvliet haer zoon.  

* 1588, 14-5: Hogenda.nl : ORA Zoeterwoude 47 (1588-1591) [Nr. 10 folio 2]: Maerten Gerijtsz. heeft verkocht aan Jan Pietersz. Sanguijn de achterste helft van een uiterdijk, in het geheel groot 1 hond, gelegen aan de Hogerijndijk, gelijk hetzelve met een sloot afgescheiden is. De wederhelft heeft hij comparant verkocht aan Gerijt Dircxz. messenmaker. Belend de achterste helft, te W: Gerijt Adriaensz. korenkoper en ten O: de voorsz. Jan Pietersz. Sanguijn zelf, strekkende van de voorsz. scheidingsloot tot in de Rijn. Belast met de helft van een gouden Wilhelmus schild per jaar, toekomende de weduwe van Pouls van Thoornvliet. Betaald met een rentebrief van f 3 per jaar, losbaar met f 100.

* 1589, 11-3: Hogenda.nl : ORA Zoeterwoude 47 (1588-1591) [Nr. 56 folio 29] Jan Pietersz. Berch wonende Zoeterwoude in de Weipoort is schuldig aan Jan Willemsz. en Lourijs Danielsz. als heilige geestmeester t.b.v. de Heilige Geest van Zoeterwoude, een losrente van f 6 per jaar. Hij verbindt hieraan zijn woning als huis, barg en schuur met poting en planting en 7 morgen 1 land daaraan behorende, gelegen in de Weipoort, belend ten Z: de Nieuwe weg en Jan Willemsz., ten W: Jan Jacobsz., ten N: de erfgenamen van Pouls van Thoornvliet Willemsz. en ten O: de Weipoortse vliet. Nog 1½ morgen land in Gelderswoude, belend ten Z: Pons Jansz., ten W: Willem Florisz., ten N: Jan Jacobsz. en ten O: Jacob Cornelisz. in de Bogert. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met de somme van f 96

* 1590, 25-1: Hogenda.nl : ORA Zoeterwoude 47 (1588-1591) [Nr. 128 folio 85]:Jan Pietersz. Berch wonende Zoeterwoude in de Weipoort is schuldig aan de weesmeesters van Zoeterwoude t.b.v. de weeskinderen van Pieter Hugensz. een losrente van f 6-15-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn woning als huis, barg en schuur met poting en planting en 7 morgen land daaraan behorende in de Weipoort, belend ten O: de Weipoortse vliet, ten W: Jan Jacobsz., ten N: de Weipoortse weg en de erfgenamen van Pouls van Thoorenvliet en ten Z: de Nieuwe weg en Jan Willemsz. / Kanttekening d.d. 07-04-1612: De rente is afgelost en de originele kustingbrief is gecasseerd door oude Adriaen Jansz. Berch.

* 1590, 4-3: Hogenda.nl : ORA Zoeterwoude 47 (1588-1591) [Nr. 131 folio 88v.]: Jan Jacobsz. van Warmondt wonende Leiderdorp heeft verkocht aan Cornelis Dircxz. wonende Meerburch in Zoeterwoude, 2 morgen land, belend ten O: de commandeur van de St. Jans heren te Haarlem, ten Z: de Puiksloot, ten W: het St. Catherijnen gasthuis te Leiden en ten N: Willempgen Jansdr. de zuster van Jan Jan Sijmonsz. Belast met een pacht van 15 st. per jaar, toekomende de weduwe van Pouls van Thorenvliet Willemsz. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met een obligatie van f 407.

* 1591, 10-4: Hogenda.nl, transcripties Grafboek Pancraskerk Leiden (inv.nr 761): Die 11e streeck (Folio 103): Nr. 6 Nu Jan Lambrechtsz. Dit graf heeft gecoft Maritgen Pietersdr. weduwe wijlen Pouwels van Thorenvliet Anthonisz. opten 10e april 1591. Overgeset den 7e october ’97 op Willem Pouwelsz. van Torenvliet; Die 12e streeck (Folio 104) Nr. 6 Dit graf heeft gecoft Willem Pouwelsz. van Thorenvliet opten 7e october 1597. Dit graf heeft gecooft Willem Dirckxz. woonende int onset van Leijden opten 16e november anno 1605.

* 1591, 20-9: Hogenda.nl : ORA Zoeterwoude 47 (1588-1591) [Nr. 312 folio 217]: Jan Pietersz. Berch wonende Weipoort ter ene zijde en Jan Jacobsz. zijn zwager wonende bij de grote Quakel in de Zuidbuurt ter andere zijde. Zij verklaren gescheiden te hebben de boedel van zaliger Pieter Jansz. en Crijntgen Willemsdr., hun zaliger vader en moeder, schoonvader en schoonmoeder respective. Jan Pietersz. Berch, mitsgaders Jan Adriaensz. en Claertgen Adriaensdr. was tezamen ten deel gevallen 12 morgen land in de Weipoort, toen belend (volgens de boelbrief in dato 20-11-1579) ten N: de weduwe van Pouwels van Thoornvliet Willemsz. en ten Z: de Nieuweweg, strekkende uit de Weipoortse vliet tot de Zuidwatering, zulks dat het erf van Jan Pietersz. Berch, waarnu zijn woning opstaat, daar mede in begrepen was en dat daarna de voorsz. Jan Jacobsz. de voorn. Jan Adriaensz. en Claertgen Adriaensdr. uitgekocht heeft. De voorsz. comparanten hebben het voorsz. land gedeeld gehad, te weten: Jan Pietersz. Berch zal in eigendom hebben gelijk hij sedertdien gepossideerd heeft 7 morgen land, het voorsz. erf daarin begrepen, tegenwoordig belend ten N: de weduwe en erfgenamen van Pouwels van Thoornvliet, ten O: de Weipoortse vliet, ten Z: de Nieuweweg en ten W: het verdere gedeelte van de voorn. 12 morgen. Hij zal tot zijn last dragen f 46 per jaar, zijnde een gedeelte van een losrente van f 50 per jaar tegen de penning 20, toekomende Adriaen Jansz. Knotter. Jan Jacobsz. is gehouden de rest der voorsz. rente als f 4 te dragen. Jan Jacobsz. zal daartegen hebben zulks hij daarvoor gepossideerd heeft, de rest van het voorsz. land tot 5 morgen, strekkende van de voorsz. 7 morgen tot de Zuidwatering. Hij zal tot zijn last dragen een losrente van f 11 per jaar, toekomende de erfgenamen van den Oosterling, mitsgaders een losrente van f 12 per jaar, toekomende Jan Brouwer te Leiden. Ter waring zijn beiden gehouden het gehele land te verbinden. Zij verzoeken dit alsnog wettelijk te approberen en verbinden hieraan hun voorsz. stuk land. 


kind 4: Pouwels Pouwelsz van Torenvliet

* 1583, 30-6: Erfgoed Leiden e.o., NL-LdnRAL-0508/3.1.10, Waarboeken 67K [fol. 186, scan 194]: Willem van Thoornvliet Pouwelsz verkoopt (met als borg Pouwel Pouwelsz van Thorenvliet zijn broer) aan Louris Claesz van Haerlem jegenwoordich wonende te Delft, Een huys ende erve, staende ende gelegen binnen deser steede inde Pieters kerkstege. Belegen hebbende aen d'een zijde Willem Jacopsz [de Bont] schoemaecker ende aen d'ander zijde de kinderen van Wouter Steen. Streckende uyte voors. steech tot achter aen mr Roeloff Snell zulcx ende in alre manieren 't zelve jegenwoordelicken betimmert ende gemaect staet ende hij comparant zelve jegens Dirck Steen in coope aengestaen heeft. De koopsom wordt voldaan met een custingbrieff 1450 gulden in termijnen van 100 gulden pj. In de volgende akte wordt die schuld geregeld, waarbij als borg voor Louris Claesz van Haarlem optreedt Jan Adriaensz pasteybacker off timmerman.

* 1604, 6-9: Hogenda.nl Heilige Geest of armenweeshuis Leiden (inv 0519, vanaf dd ca 1545) [Nr. 232 folio 47 d.d. dinsdag na Jacopsdag 1415]: Wij Heijnric die Brwn Jacopsz. ende Jacop Louwensz. scepenen in Leijden oirkonden dat voir gherechte quam broeder Jan Vos procuratur des convents ende der heren des cloosters van Leijderdorp ende gaf over den heijligen geest meesters als Jan Dirc Coenensz. ende Gerijt Willaem IJsbrantsz. eenen scepen brief daer desen brief doirgesteken is, mit recht ende mit vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden den heijligen geest meesters diet nu zijn of namaels wesen zullen, mede te winnen ende te verliesen in allen schijn oft broeder Jan Vos voirsz. zelve waer. Des sijn voirwaerde waer dat sake dat dese renten tot ewigen dagen niet goet genoech en waren, so soude men dat verhalen an die viertien hont landts die Floij van Zwietens plagen te wesen ende den heren voirsz. nu toebehoren. In oirkond dese brieve bezegelt mit onse zeglen int iaer ons heren duijsent vierhondert ende vijftien des dinxdages na sinte Jacops dach. Kanttekening: Deese thijen st. hollants tsiaers zijn affgelost bij Pouwels Pouwels zoon van Thoerenvlijet regente van sinte Anne clooster ende daer voor zoe is ontfangen 10 gulden 10 stuijvers den 6e zeptember 1604, blijckende bijde blaffaert 1604 folio 9. 

* 1610, 14-12: ELO 0506 NA nots. J. Verweij [invnr. 91, fol. 293, scan 521]: Paulus van Thorenvliet, burger binnen Leiden, oud omtrent 64 jaar verklaart op verzoek van Johan Knotter. Op 21-3-1609 heeft Knotter hem verzocht om te komen in herberg De Gulden Hoorn om hem, samen met Heijndrick Gerritsz van der Eem, te assisteren bij de aankoop van vier morgen lands in Zoeterwoude: Jacob Mathijs c.s. hadden Knotter daartoe in de herberg ontboden. Toen is meermaals gezegd dat Knotter op grond van de erfpacht op het huis en de landen van Aechgen Cornelisdr, de schoonmoeder van Jacob Mathijsz, het recht op naasting heeft verworven (in 1509? of 1590?) etc etc. 

* 1628, 8-6: gahetna.nl 3.03.01.01 Hof van Holland: Decreten [3335/1628/036]: Willem Benninck; Dirck Segersz Campen; Jan Lucq executeurs van het testament van Pouwel Pouwelsz Thoornvliet, erfgenamen van dezelfde Pouwel Pouwelsz Thoornvliet, impetranten en eigenaars, verkopen bij willig decreet aan Steffen van Heusden een huis en erf genaamd De Gouden Hoorn in de Breestraat, over het raadhuis in Leiden, en een achterhuis genaamd De Palsrock, aan de Overwulfde Voldersgracht, eveneens in Leiden [akte niet ingezien]

* 1628, 8-6: gahetna.nl 3.03.01.01 Hof van Holland: Decreten [3335/1628/037]: Willem Benninck; Dirck Segersz Campen; Jan Lucq executeurs van het testament van Pouwel Pouwelsz Thoornvliet, erfgenamen van dezelfde Pouwel Pouwelsz Thoornvliet, impetranten en eigenaars, verkopen bij willig decreet aan Jannitge Jansdr van Leeuwen, weduwe van wijlen Gillis de Maas en aan Johannes van der Burch, zoon van Jannitge van Leeuwen, een huis en erf aan de Overwulfse Voldersgracht, naast de Comans Colff [akte niet ingezien] 

* 1629, 18-7: Erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots. D. Traudenius [373 no 35, scan 245]: Willem Benninc, man en voogd van Maria Willemsdr van Thorenvliet, Dirck Zegerszn van Campen, getrouwd zijnde met Catarina Willemsdr van Thorenvliet (doorgehaald: Huijch Zegerszn van Campen, te wijve hebbende Agatha Willemsdr. van Thorenvliet, alle) beijde voor hun selven, wijders Mr. Sijmon Vougen, chirurgijn, als vader ende voogd ter scheijdinge toe incluis, over de kinderen die hij geteeld heeft aan Sara Willemsdr. van Thorenvliet, Sebastiaen van Cortenhout, veertigraad van Leiden, als voogd ter scheidinge toe incluis over de minderjarige kinderen van Pauls Willemszn van Thorenvliet, wijders d’E. Machiel Mathijsz Thimaer, zich sterk makend voor Jeremias Vredelant, getrouwd zijnde met Adriana Willemsdr. van Thorenvliet (doorgehaald: ende compareerde noch mr. Jacob Verwij, licentiaat in rechten als voocht mede ter scheijdinge toe van Jonge Jan Willemsz van Thorenvliet) alle in dier qualite voor hen zelven ende voorts gelijckelick vervangende en voor hen sterck makende voor de meerderjarige kinderen van Pauls Willemsz van Thorenvliet voornt: alle in qualité mede erfgenaemen van Pauls Paulsz van Thorenvliet overleden binnen dese stede, verklarende ende te kennen gevende zij comparanten dat zij thaeren grooten leetwesen met Johan Luc nomine uxoris haren mede erffgenaem van de voornoemde thorenvliet (doorgehaald: hem tegen allen den erffgenaemen vanden voorschr. sterffhuijse opsettelicken bandeerde daerop geschapen was te) vervallen sijn in sodaenige contentie dat daerdoor henluijden verhindert werd het effectueel scheijden en deijlen van de goederen bij de voornoemde Pauls Paulszn van Thorenvliet metter doot ontruijmt en naergelaeten, in vougen dat dezelve Jan Lucq niet leijden of toelaten wil dat ijemant wie het sij ’s boedels saecken sullen werden geregeert ofte geadministreert ende sulcx deselven bij verloop van tijt nootsaeckelic in prijs, waerde en capitael soo door ’t leedich leggen vande penningen als andersins sullen moeten comen te declineren ende verminderen t welc sij comparanten ten gemeene nutte ende profijt van de respectieve erffgenaemen des voorsz boedels ende bijgevolch mede van de onmondige weesen daerinne doelplichtich sijnde, ja van Johan Luc selfs gesint wesende soveel doenlic te prevenieren ende voor te comen ende daerinne naer behoren te voorsien, soo verclaerden sij comparanten elcx in qualite [nog 3,5 pagina!] ze machtigen Joost van Sandwech notaris in Leiden om de boedel van Pauls Paulsz van Thorenvliet te beheren en administreren en in bewaring te nemen, de renten te ontvangen en de koopsommen van de verkochte huizen te innen en de penningen weer te beleggen op het gemene land van Rijnland, binnen Leijden, ten Herberge van de Swaen, (w.g. W. Benninck, D. van Campen, S. Vougen Sebastiaen Ians, M. Thimaer + nots en get)

* 1629, 19-7: Erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots. D. Traudenius [373 no 37, scan 239]: Uit krachte van de akte hierin van woord tot woord geinsereerd: alzoo door zekere voorgevallen kwestie en onenigheid onder de erfgenamen van Pauls Paulsz van Torenvliet zijn zij verhinderd om elk vrij en vranc van hun erfenis te genieten, daarom hebben zij (te weten Willem Benninck, Dirck Segerszn van Campen (beide namens hun vrouwen), Michiel Mathijszn Thimaer vanwege Jeremias Vredelant, pastor in Seijst, Sebastiaen van Cortenhout als voogd over de minderjarige kinderen van Pauls Willemsz van Torenvliet, Mr. Simon Voughen, chirurgijn, als vader en voogd over zijn kinderen geteeld aan Sara Willemsdr. van Torenvliet, en samen gelijkelijk ver vangende de bejaarde kinderen van Pauls Willemsz van Torenvliet, op 18 juli laatstleden voor nots. Traudenius wettelijke volmacht op notaris Joost van Santwech om de erfenis te administreren en beheren en het geld te beleggen op het kantoor van Rijnland, derhalve de vordere vrije erfgenamen van het sterfhuis, namelijk Huijch Segersz van Campen en Johan Luc en Mr. Jacob Verwij als voogd over het weeskind van jonge Jan van Torenvliet; als zij niet meewerken dan zal een notaris hen binnen twee weken citeren en aanzeggen om aan deze resolutie mee te doen of anders de schade op de boedel te vergoeden.

* 1629, 25-7: Erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots. D. Traudenius [373 no 36, scan 243]: Huijch Zegerszn van Campen, als man en voogd over Agatha Willemsdr. van Thorenvliet en aldus mede erfgenaam van Pauls Paulszn van Thorenvliet, overleden binnen dezer Stede, verklaart, omdat het merendeel van de erfgenamen van Pauls Paulsz op 18 juli laatstleden de notaris Joost van Sandewech te hebben gemachtigd om dit sterfhuis te administreren, dat hij zich bij deze erfgenamen confirmeert, en zelf ook Sandewech als procurator aanstelt. Hij stelt daarbij vast dat tot dusverre noch bij opdracht, noch bij wettige scheiding, beschikt is over het huis op de Breestraet tegenover het Raadhuis, bij Huijch van Campen uitten boedel aangestaan, ondanks de insinuatie die hij jegens de andere erfgenamen heeft gedaan op 21-11-1628, en omdat hij dus geen wettige titel op het huis heeft lijdt hij grote schade, en hij is beducht dat hij door deze actie alsnog meer schade zal lijden. Hij wil verder dat de administrateurs betaald worden uit (onbegrijpelijk). 

* 1629, 22-10: gahetna.nl 3.03.01.01 Hof van Holland: Decreten [3337/1629/050]: Johan van Lucq, wijnkoper te Leiden, man van Catharina Willemsdochter de Jong mede erfgenaam van wijlen Pietergen Jansdochter Nachtegaal, erfgenaam van wijlen Pouwels Pouwelsz van Toornvliet, impetranten, en Matthijs Dircxz. wonende in de Ambacht van Boxhol, eigenaar, verkopen bij onwillig decreet en onder protest van opposant Matthijs Dircxz, aan Jan Jansz Schilthouwer, te Woerden en/of aan Gerrit Symon Roeloffsz te Waverveen Veenland, water, huis en barg, schuur en boomgaard, groot 4 morgen, en een stuk land in de Ambacht van Boxhol [akte niet ingezien] 


Openstaande vragen / discussie


Zijn ooms heten (in 1541) Willem Jacop Willemsz en Jan Willem Willemsz (witmaker); in 1550: oude Jan Willemsz (witmaker) 


Zijn broer is Jan Willemsz, vleeshouwer (1556), overleden (kort) voor 21-12-1575, X Geerte Aelbrechtsdr. Hieruit twee kinderen: Clara Jan Willemszdochter (* ca. 1566) en Pieter Jan Willemszn zoon (* ca 1570)

* 1577, 22-5: Erfgoed Leiden e.o. 0506 NA nots S.L. van der Wurt [6-177, scan 245]: Gecompareert Geertge Aelberts, weduwe van wijlen Jan Willemsz, vleeshouder, machtigt Pieter Claesz snijder om namens haar op te treden.

* 1580, 27-4: Erfgoed Leiden e.o. 0506 NA nots S.L. van der Wurt [9 akte 85, scan 132]: akte van Geertgen Aelberts, weduwe van Jan Willemsz, vleeschouder: zij machtigt Barent Lambrechtsz Boomgaerts, Jacob te Bont, Jacob van Hout, Jacob Bruijneel en Cornelis Dircxz om namens haar in rechte op te treden.

* 1587, 22-8: Erfgoed Leiden e.o. 0506 NA nots S.L. van der Wurt [16-242]: Gecompareerd Geertgen Aelbertsdr., weduwe wijlen Jan Willemsz van Thoorenvliet, vleijshouder, wonende in Leijden, gezond en gaande en staande en haar verstand gebruikend, verklaart dat zij op 15-11-1585 haar testament heeft gemaakt, waarin ze wilde dat als haar dochter Claertje Jansz voor Cornelis Gerritsz, haar dochters tegenwoordige man, aflijvich zou worden, dat hij dan de helft van het vruchtgebruik zou hebben van de erfenis die haar dochters kinderen uit krachte van dat testament zouden hebben geerfd. Nu wil zij dat als Geertgen eerst sterft en Claertje Jans daarna, dat Cornelis Gerritsz dan één kindsdeel zal erven, maar als er slechts één kind is, dat hij dan éénderde deel van de erfenis zal krijgen.

In 1587 geeft Geertgen Aelbertsdr, weduwe van Jan Willemsz van Torenvliet, ook een lijfrente aan Geertgen Jansdr., 20 jaar, die overleden is op 7-10-1599, dochter van Jan Aelbrechts


Zijn zus, Claertgen Willems (als weduwe overl. na 23-8-1597), trouwt kort na 28-11-1559 met Jan Dircksz van der Burch


Zijn grootvader en ooms/tantes:

XVII-15075 Pouwels Pietersz (ovl voor 1534) X XVII-15076 Alijdt (overl. na 1534)


St. Annahofje Leiden (Wikipedia):

Het naar de heilige Anna vernoemde hofje is in 1492 gesticht op het erf achter het huis van de een jaar eerder overleden Leidse brouwer Willem Claesz aan de Hooigracht. Willem Claesz had daar reeds in 1487 een complex huizen gekocht. De ingang bevindt zich aan de Middelstegracht. De stichters van het hofje, dat plaats bood aan 13 vrouwen, waren Willem Willemsz en Clemense Willemsdr, mede namens de overleden Sophie Willemsdr, alle drie kinderen van Willem Claesz en diens echtgenote Hillegont Willemsdochter. De stichting van het hofje was een testamentaire wens van het echtpaar. Het bestuur van het hofje werd opgedragen aan de nazaten van de stichters en het kapittel van Sint Pancras; de familie nam later de achternaam Van Thorenvliet (Torenvliet, Thoornvliet) aan.