XIV-1899 Bruijn, Lucas Claesz

Lucas Claesz Bruijn


ouders: Claes Bruijn en NN


geboren: Alkmaar ca. 1570

gedoopt:

overleden: Alkmaar ca. 1604/1605

begraven: 


beroep: Fabriekmeester van Alkmaar (1604)

woonplaats / adres:


relatie: trouwt Alkmaar 15-10-1595


Hilgont van Foreest (XIV-1900)


ouders: Jan Jordensz van Foreest en Johanna Jans Bollen


geboren: Alkmaar ca. 1576

gedoopt:

overleden:

begraven: Alkmaar 1-7-1626


beroep: 

woonplaats / adres: 


hertrouwt 1606 Jan Pietersz Hoochtwoud (ovl. na dec. 1614)


Kinderen:

Biografische aantekeningen


Bronnen


* 1595, 30-9: Regionaal Archief Alkmaar NA. huwelijkse vw van Lucas Claesz Bruijn en Hillegont van Foreest [5-170170v, scan 344]: Huwelicxe voorwaerden tusschen Lucas Claesz Bruijn en Hilgont van Foreest: Lucas Claesz Bruijn ter eenre, ende d’eerbare maghet Hilgont van Foreest Jansdr., geassist met Jannitgen Jansdr. haer moeder en Dirck van Foreest haer oom, ter anderen zijde. Lucas Bruijn brengt ten huwelijk in al zijn bezittingen. Hilgont brengt in een gerecht tiende part (die haar moeder haar belooft te geven) van alle goederen die haar moeder bezit. Ze belooft dat, als ze iets aan een van haar andere kinderen als huwelijksgeschenk geeft, Hilgont daarin zal volgen. Ze zullen van hun ingebrachte goederen een specificatie maken en die ondertekenen. Als Hilgont als eerste overlijdt zonder kind na te laten dan zullen de vrinden en erfgenamen van Hilgont afstand doen van de goederen die zij heeft aangebracht en die zij bij successie, erfenis e.d. heeft gekregen en haar kleren, juwelen en kleinodiën: Lucas Claesz zal die aan zich nemen en behouden; maar als er wel kinderen achterblijven, dan erven zij niet alleen hun  moederlijk erfdeel, maar ook duizend gulden per kind uit de goederen die Lucas Claes heeft aangebracht. Mocht Lucas Claesz als eerste kinderloos overlijden dan krijgt Hilgont niet alleen wat zij in het huwelijk heeft ingebracht en tijdens het huwelijk heeft georven, maar ook alle goederen die Lucas Claesz in dit huwelijk inbrengt en tijdens het huwelijk erft, zonder iets te hoeven uitkeren aan de familie van Lucas. Mochten er wel kinderen zijn, dan wordt de nalatenschap gedeeld: de ene helft voor Hilgont van Foreest en de andere helft voor de kinderen. Aldus, gedaan binnen Alkmaar ten huize van Jannitge Jansdr. staende aen de noordzijde van de Langestraet. Getuigen: Dirck Dirckszn, oud burgemeester, en Pieter Corneliszn, dienaar des goddelijken woords (w.g. nots)

* 1595, 15-10: Regionaal Archief Alkmaar: DTB Alkmaar: Lucas Claessen Bruijn, wonende op de Nieuwe Sloot, en Hilgont van Foreest Jansdr, de naegelaeten doghter van Jan van Forreest 

* 1604, 9-1: Regionaal Archief Alkmaar, NA Alkmaar nots H.J. van der Lijn [17-31]: uijterste wille van Lucas Claes Bruijn, fabrijckmr. deser stede, ziekelijk te bedde, maar redene, memorie en verstand ten volle gebruikende. Wenst dat zijn lieve huisvrouw Hillegont van Foreest met de kinderen in het huis zal blijven zitten, ongescheiden, en alle goederen, geld en actien zal blijven houden, zo lang zij ongehuwelijkt zal blijven. Als zij wel hertrouwt, dan moeten de goederen gescheiden en gedeeld worden. Daartoe authoriseert Lucas de heren Pieter Floriszn van Teijlingen, burgemeester, en Jan Pietersz Stoop, Schepen, met last en macht om zijn huizen an andere goederen te verkopen en de gelden te beheren ten nutte en profijte van zijn vrouw en kinderen. Ten behoeve van de gereformeerde armen bespreekt hij op het huis waarin hij nu woont één pond vlaams s’jaers, en ten behoeve van de stadsarmen zes gulden ’s jaers op het huis staande en leggende tegens de Breestraet over – uit te oefenen door de burgemeesters. Verder benoemt hij Pieter van Teijlingen tot voogd over zijn kinderen. Opgemaakt in zijn huiis op de Lange Nijenwesloot. (niet door Lucas ondertekend) 

* 1605, 29-12: regionaal archief Alkmaar 940 Weeskamer [17, zesde register, fol. 50]: Annetgen en Neeltgen, kinderen van Lucas Claesz Bruijn z: geprocreert bij Hilgondt van Foreest. 

Op huijden den XXIXen decembris XVIC ende vijff compareerde voor de E. Arian Hendricxsz Rabbi ende Mr. Clement Booij, weesmeesteren, Hilgondt van Foreest de moeder vande voorsz kinderen geassisteert met de E. Jan Pietersz Stoop haer neve ende voocht in desen, Ende heeft ter presentie van de ed. Pieter van Teijlingen oudt burgemeester dese stede als testamentaire voocht vande voorsz kinderen deselve haere kinderen onder protectie van weesmeesteren gebracht met de goederen hijer nae beschreven ende dat voor so ieders erve <?>. / Eerst met het halve huijs staende aen de Zuijtzijde van de Nieuwesloot op den hoeck vande crebbensteeg daer die wed:e in woont en selffs de andere helft aff toebehoort. / Noch de helft van een huijs ende erve staende inde Langestraet op de hoeck van de Crebbesteech, daer Jacob Gerritsz tegenwoordich inne woont. / Noch de helft van ’t huijs daerbesijden, daer Huijbert Jacobsz van Lijn inne woont. / Noch de helft van ’t huijs ende erve staende inde Schoutenstraet tegens over de breestraet daer den advocaet Vaeck <?> lest in gewoont heeft. / Noch de helft van een Camer en erve staende aen de Noortzijde van de Leet naest Jan Cornelisz Smoor / Noch de helft van ’t huijs en erve staende ende leggende aen de Noordzijde van de Leet naest de Witten Oven / Noch de helft van een Camer op de Nieuwesloot naest ’t huijs daer de weduwe selffs in woont. / Noch de helft van een camer staende in de Raemen daer Maerten <?> de knoopmaecker in woont. / (in margine = i.m.: Binnen Hoorn) De helft van een huijs en erve staende buijten d’Oosterpoort in de Nieuwestadt / (50v) Noch d’helft in twee huijsgen naest malcanderen staende op de Haven op de plaetse genaemt d’Oude Doelen met de helft van de twee kelders daervan / Noch de helft van een huijs en erve staende op ’t West met de helft van een Camertgen aen ’t selve huijs. / Noch de helft van twee Camers staende naest malcander inde proost steech / (i.m. Landen) De helft van een stucke landts gelegen tot Calverdijck groot omtrent [niet ingevuld] werdt gebruijct bij Jan Jonger Jan / Noch de helft van een stucke landts gelegen tot Schoreldam inde cleijne Rekerpolder groot [niet ingevuld] werdt gebruijct bij de stomme man inde Schans / (i.m. Paert Scheeps) Noch de helft van een [niet ingevuld] paert in een [niet ingevuld] / (i.m. Renten) De helft van een lijfrente van vijftich guld: sjaers op lijve van Helpont <Hilgont> van Foreest tot laste der stad Amsterdamme verschijnnende s:ten Jan inde Somer [op Sint Jan?] / Noch de helft van een losrente van ses gulden sjaers tot laste van Corn: ende Pr: Corn:s soonen tot Suijt Scherwoude verschijnt den XIIIIen January / Noch de helft van een losrente van ses gulden sjaers houdende op (doorgehaald: Jan) Pieter Rijckertsz van Warmenhuijsen, verschijnt den VIIIen January. / Noch de helft van een losrente van III guld: sjaers houdende op Jan Gerritsz Ledenmaecker. / Noch het vierdepaert van een rente van XV guld XII stuijvers sjaers sprekende op Jan van Teijlingen in ’t Haege verschijnt inde oest vaer de weselanden <???> vierdepaert ende Grietgen van Foreest mede twee vierdepaert aff toebehoort. / Noch ten Comptoire van Dr. Adam van Foreest den helft van een somme van II C guld. lopende op interesse tegens acht ten hondert / Noch comet de kinderen de helft vande huijsraet inde gemeenen sterffhuijse <ver?>norden volgende den .. Inventaris daer van ten overstaen van weesmeesteren gemaeckt ter weescamere rustende. / Compt mede de kinderen vuijt den gemeenen boel de som<m>e van LXXXVI guld: ter saecke van eenige vercochte cleden haers vaders / Lasten tegens ’t voorsz bewijs / Eerst de helft van een losrente van XXV guld sjaers losbaer met IIII C guld toecomende de kinderen van Willem Stuver / ’t Mannengasthuijs de helft van gelijcke rente ende hooftsomme. / (51v) De wed:e van Hendrick Pietersz Hoorft de helft vande hooftsomme van  driehondert guld: lopende op Interesse tegens seven ten hondert / D’erffgen: van Dremmel de helft van gelijcke driehondert gulden tegens den penn XVI. / Floris Barthoutsz de helft van tweehondert gulds tegens den penn sestien / D’erffgenaemen van Meijnert Verlaen tot Hoorn de helft van II C L guld tegens seven ten hondert / D’armen van de gereformeerde kercke de helft van ses guld: sjaers op’t huijs opde Nieuwesloot / Op de camer daer besijden de helft van de losrente van ses gul: sjaers / Op ’t huijs tegensover de breestraet ten behoude vande stadtsarmen de helft van ses guld: sjaers / Op’t huijs opt hoeckgen vande Crebbesteech in de Langestraet de helft van 14 guld: XII st sjaers / Op’t huijs daerbeseijden daer Huijbert Jacobsz in woont ten behouve van ’t weeshuijs de helft van <??> guld sjaers / Noch die memorie opt selve huijs de helft van XVI guld VIII stuivers sjaers / Op die twee huijsen tot Hoorn de helft van omtrent seven guld sjaers / Noch tot Hoorn op een ander huijs ’t welck de weduwe niet well wiste de helft van een rente van XXIII gl VIII st sjaers / Noch ten behouve van de kinderen van Bartholomeus van Terlingen die helft van sevenhondert vijftich guld: tegens den penn: XVI. / Noch aen deselve de helft van seshondert vijftich guld: tegens den penn XVI / Noch aen Catharina Jacobsdr de helft van IIII C L guld hooftsomme tegens seven ten hondert. / Compt noch die weduwe selffs vuijt den gemeenen boel volgens die huwelicxe voorwaerden tusschen haer ende Lucas Claesz haeren man gemaact soodanige vijffhondert guld als sij staende huwelicke van wijlen mr. P:r van Foreest haeren oom ’t erve genomen heeft. / Op huijden den VIIen Julij XVI C ses Compareerden voor de E. Adriaen Hendricxz Rabbi ende Jan Claesz Quinting weesmrn: de E. P:r van Teijlingen oudt burgemr. (52) ende Jan Pietersz Stoop oudt Schepen als executeurs vande Testamente van wijlen Lucas Claesz Bruijn ende de selve Teijlingen als voocht vande voorsz Annetgen ende Neeltgen ter eenre, ende de voorn: Hilgont van Foreest geassisteert met Jan Pietersz Hoochtwoudt haere man ende voocht ter andere zijde ende hebben geprocideert tot schiftinge, scheijdinge ende deelinge vande goederen hijer voren geregistreert tot desen daege tusschen de voorsz kinderen ende haere moeder gemeen geweest, naer breder vermelden vande acte van Scheijdinge daer van zijnde ende zijn de goederen ende la.. op de kinderen ten deele gevallen hijer nae van nieuws geregistreert ende mitsdien ;t bewijs hijer voren doorgeslaegen. / Eerst comet de kinderen van haere moeder de somme van driehondert ses guld: drie stuuvers IIII penn aen gelde soo vande goederen bij de moeder bij Tauxae: aen haer genomen uijte gemeene goederen als oock van eenige clederen de kinderen alleen toebehoort hebbende bij die moeder mede aen haer behouden vermeld p van de voorsz scheijdinge. (i.m.: tot voldoeninge vande III C VI guld: III st IIII penn hier ter zijden, heeft de moeder t’haeren laste genomen d’obligatie van III C gulden hooftsomme toecomende de weduwe van Hendrick Hooft, hijrde nae hij: lasten vande kinderen genaemt met het Jaer verloopt tot XXI guld: ende mits dije comp: de kinderen op de moeder schuldich te zijn XIIII gulden XVI st XII pen die de moeder uijte penn vande boelcedelle sall ontfangen ergo t bovengest articule doorgeslaegen) / Noch de somme van LXXXVI gulden die de kinderen voor uijt de gemeene boelcedulle sullen ontfangen over eenige haers vaeders clederem buijten die openbaere vercopinge vercoft ende inde gemeene boel gesmolten. (i.m.: dese 86 zijn verantwoordt in de reeckeninge van Hoochtwoudt van 23 decemb: 1614 ende mitsdien geroyeert.) / Noch de somme van LXVI guld XI st VII penn die de kinderen mede vooraff vande boelcedulle sullen ontfangen over eenige andere clederen van haeren vaeder mede inde selve boelcedulle begrepen (i.m.: ad idem als voren) / Noch deselff van de somme van omtrent I C LXXII guld: III st XII penn zijnde de vordere reste vande boelcedulle daer van de moeder de wederhelft compt: (i.m.: ad idem als voren) / Noch de helft van de winst en verdien van seecker paert scheeps daer de moeder de wederhelft aff toebehoort. (i.m.: dit paert scheeps is vercoft ende sijn de penn: daer van verantwoordt bij d’voorsz reeckeninge ende mitsdijen quijt) / Noch een huijs ende erve staende ende leggende aende zuijtzijde vande Nieuwesloot op de hoeck vande crebbesteech belent ende met de camer daer besijden ende belast sijnde met tweehondert gulden hooftsomme toecomende d’armen vande kercke ende ’t capele gasthuijs, de camer es onvercoft en de custingbrief rust onder de moeder. (i.m.: dit es huijs vercoft aen Hilgont Ariens voor 3000:0:0 te betaelen op 9 meije daegen als meij 1612, 1613, 1614, 1615, 1616, 1617, 1618, 1619 en 1620 telcen 333:6:10. Den <?> zijn die custingen verlopen meij 1612, 1613 ende 1614 in voorsz reeckeninge van 23 december 1614 verantwoordt. Die custingen van meij 1615, 1616, 1617, 1618, 1619 ende 1620 zijn bij de moeder in ontfang gebrocht in haere reeckeninge van 27 Junij 1620  blijvende die camer mette lasten als voren onvercoft.  / (52v) Noch een huijs en erve staende ende leggende aen de Noordzijde van de Langestraet belent met Wm: Roswinckel ten Westen ende de moeder ten oosten, belast met III gul XII st sjaers de hooftsomme gerekent tegens den penn XVIII tot XXXIII guld. (i.m.: Dit huijs is vercoft ende zijn die cooppenn verantwoordt inde reeckeninge van XXIII Decemb 1614 ende mits dijen geroyeert) / Noch een Camer met sijn erve staende op de Leet naest Smoor. (i.m.: dese camer is verruijlt aen een tuijn buijten de Kennemerpoort die de kinderen toege-eijgent is) / Noch een huijs ende erve staende ende leggende tot Hoorn opt West mette Camers daer achter ende belast met XXIII stuijvers sjaers ofte XXI guld hooftpenn: (i.m.: dit es huijsen vercoft ende sijn de cooppenn: verantwoordt inde voorsz reeckeninge vanden 23e decemb: 1614) / Noch het Oostersche huijs staende ende leggende tot Hoorn op de Oude Doelen mette kelder daer toe behorende belast met III guld XV stvrs sjaers ofte LXVII guld hooftpenn. (i.m.: dit huijs es mede vercoft en verantwoordt als voren) / Noch een stucke landts gelegen bij Schoorlerdam groot omrent vier geerssen. Dese quijtsceld: rust onder de moeder, overmits inde selve noch begrepen is een ander stucke landts dy moeder toecomende. / Noch een losrentebrief van III guld: sjaers houdende op Jan Gerritsz hoedemaecker tot Alckmaer losbaer voort hooftgelt met L guld, verschijnende den 25en Julij, besegelt bij W:m van Rietwijck ende Mr. Jan Adriaensz Scepenen in date den XXX Junij 1576. / Noch een obligatie van II C hooftsomme houdende op Dr. Adam van Foreest ontfanger metten interesse tegens seven ten hondert verschijnende den … (i.m.: dese obligatie is bij de moeder in ontfangh gebarcht in haere reeckeninge van den XXVIIen Junij 1620 ende mits dijen dit articule doorgeslaegen).  / Soeckt voorts fol LXXV. / (75) Begint fol: L. ; Annetgen en Neeltgen kinderen van Lucas Claesz Bruijn. / Lasten jegens de goederen voren geroert. / Eerst de helft van tweemael LXII guld X st over die twee aest <?> custingh van ’t huijs naest de Witten Oven te verschijnen meij 1607 ende 1608 telcken voor de kinderen helft XXXI guld V st (i.m.: dese custingen sijn betaelt en verantwoordt inde reeckeninge vande 23 decemb 1614 ende mitsdijen geroyeert. / Noch aen de kinderen van Wm: Stuijver een obligatie van IIII C guld: jegens den penn XVI verschijnende den XXII January. (i.m.: Dien van gelijcken dese obligatie) / Noch aen de weduwe van Hendrick Hooft een obligatie van III C guld hooftsomme tegens seven ten hondert verschijnende in Julio. (i.m.: dese obligatie met het verloop is bij de moeder t haeren laste genomen volgens t geene op t eerste articule van ’t bewijs geteijckent staet ende mitsdijen hier doorgeslaegen.) / Noch aen d’ erffgen van Dremmer III C guld Hooftsomme jegens den penn XVI verschijnende meij (i.m.: die is voldaen als blijct bij de reckeninge van den 23 decembris 1614 ende mits desen geroyeert. / Noch aen de kinderen van Bartholomeus van Teijlingen ses hondert vijftich guld jegens den penn XVI verschijn ende den XIIIIen february (i.m.: dit is voldaen als voren) / Noch aen Florius Barthoutsz tweehpondert guld: hooftsomme jefens den penn: XVI verschijnende in Julio. (i.m.: dit is voldaen als voren) / Is voorts goetgevonden dat de voorsz Jan Pietersz Hoochtwoudt sall aennemen d’adm inistratie van der kinderen goederen sulcx hij die selve aennam mits desen, belovende daer van te verantwoorden nae behoiren. / Is mede bewillicht inde helffte die moeder met consent haers mans aengenomen die voorn haere kinderen te onderhouden de tijt van ses jaeren eerstcomende in cost ende clederen, elcx voor de somme van hondert guldens sjaers ende dat sulcx te <naden de seue soe ..> Jaeren van nieuws te sien aengaende gehandelt sall worden behoudel dat bij ’t overlijden van de moeder de voorn: Hoochwoudt hijer inne niet gehouden sall zijn. (i.m. dit accordt is de 23e decembris 1614 noch gecontinueert voor twee Jaeren, mits dat de huijre van t huijs daerinne begrepen is.) / (75v) Op huijden den XXVII Decembris XVI veertien compareerde voor die (…) weesmeesteren de voorn Jan Pietersz Hoochtwoudt met Hilgondt van Foreest zijne huijsv: ende hebben reckeninge, bewijs ende reliqua gedaen van administratie die zij van der voorsz kinderen goederen gehadt hebben zedert de Jaere XVI C ses tot desen daege toe ende blijven bij eijnde van reeckeninge schuldich als meer ontfangen dan uijtgegeven hebben die somme van tweehondert seventich guld XII st VI penn (i.m.: Dese 219:12:6 zijn bij de moeder Hilgondt van Foreest verantwoordt in haere reeckeninge van XXVII en Junij 1620). / En zij hebben voorts ten behoeve van voorsz kinderen ter weescameren gebracht die naevolgende goederen als in uijtgeve van de reeckeninge gebracht. / Eerst een stucke lants genaemt de Steenplaets groot vijff geerssen twee smeesen acht roeden gelegen in de banne van Outdorp gecomen van der kinderen moeder. / Noch een obligatie van vijffhondert guld: hooftsomme op Andries Mathijsz verschijnende met den intresse dan dijen den ….. rustende onder die moeder. / Op huijden den XXVIIen Junij 1620 compareerde voor de E (…) weesmeesteren Hilgondt van Foreest ende heeft ter presentie van de voorn. Annetgen Lucas haeren dochter reeckeninge ende bewijs gedaen vande administratie die zij van haere kinderen goederen gehad heeft zedert date van haere overleden mans leste reeckeninge tot desen daege toe en blijft bij eijnde van reeckeninge schuldich als meer ontfangen dan uijtgegeven hebbende de somme van twee duijsent twee hondert ses ende tsestich, een stuijver ses penningen. (i.m.: dit sloth is voldaen met d’opdrachte van ’t huijs ende ses open erve <?> hijer nae geroert. / Op huijden den VIIten Julij XVI een en twtintich compareerde voor (…) weesmeesteren die voorn: Hilgondt van Foreest ende heeft ter presentie van de voorn: Annetje Lucas haere dochter tot vuijtekeringe vande voorsz kinderen ende tot voldoeninge van ’t voorsz sloth van reeckeninge die zelve kinderen in handen gestelt ende t haeren behoude opgedraegen ’t huijs ende erffve staende ende leggende (…) Zuijtzijde vande Langestraet belent met Pr: Jansz goutsmith ten oosten ende Jan Jacobsz gaerntwijnder ten westen ende daer aen te verhaelen ’t voorsz sloth van reeckeninge met de Interesse van dien. / Op huijden den XXIXen January XVI C vijff ende twintich Comp: voor de E. (…) weesmren Aris Lubbertsz als man ende voocht van Annitgen Lucas ende Lenert Claesz Bruijningh als man ende voocht van Neeltgen Lucas ende heeft uijt de weescamer deser Stede gelicht de goederen hier voren gereg:t ende daer mede bekent van ’t voorsz bewijs ende de weescamere voldaen te sijn ende mitsdesen tselve bewijs geroy:t. 

* 1606, 14-1: Regionaal Archief Alkmaar, NA Alkmaar nots H.J. van der Lijn [18-87]: huwelijkse voorwaarden Jan Pietersz Hoochtwoudt en Hillegont van Foreest, weduwe van wijlen Lucas Claes Bruijn, poorteresse. Geen bijzonderheden. Opgesteld ten huize en in het bijzijn van Jan Pietersz Stoop, Schepen van Alkmaar, op het Lutcoutdorp, en Jan Gerritsz Breda, poorter, als getuigen. (w.g. Jan Pietersz Hoochwoud (sic!), Hillgont van Foreest, Jan Pietersz Stoop, Jan Gerritsz en nots)

* 1606, 27-9: Regionaal Archief Alkmaar, NA Alkmaar nots H.J. van der Lijn [18-171v]: Codicil of uiterste wil van Jan Pieterszn Hoochtwoudt ende Hillegont van Foreest. Gecompareerd d’eerzame Jan Pietersz Hoochtwoudt en d’eerbare Hillegont van Foreest, geëchte man en wijf, poorter en poorteresse van Alkmaar, beide gaande en staande etc.. Ze laten elkaar over en weer, als eerststervende, na de huisraad en inboedel voor eigen gebruik, met dien verstande dat het eigendom van de helft toebehoort aan de langstlevende en de andere helft aan de nabestaanden van de eerst stervende, zonder dat er een inventaris opgemaakt hoeft te worden. Verder laat Hillegont van Foreest aan haar man na de som van fl 187:10:- aan geld en twee gouden parel-ringen en een signet waar haar wapen en dat van haar man op staat, plus een zilveren ‘reacx’ waar haar schede en mes aan hangen. Verder wil ze dat haar man, Jan Pietersz Hoochtwoudt, de opbrengst zal hebben van de landen die van hem zijn en waar hij over procedeert, in Oostfriesland, mits hij afstand doet van de opbrengst van de goederen die Hillegont toebehoren. Voorts heeft Hillegont ten behoeve van Griet, Guijertgen ende Clameijnsgen van Foreest, haar drie zusters (of bij aflijvigheid van één van hen, haar kind of kinderen) nagelaten alsulcke goederen en erfenissen als de comparanten (Hillegont en Jan) door ’t overlijden van haar zaliger moeder aanbestorven en opgekomen zijn, en die ze nog met haar zusters in gemeen (onverdeeld) bezit heeft. Verder krijgt Clameijnsgen nog Hillegonts geparste huijck mette langhe vouwen, en Griet en Guijertgen elk een falij voude hoijck. Griet nog een paar zilveren messen mer een zilveren reacxgen en Guijertgen een trouwring, terwijl Clameijnsgen nog haar zilveren onderriem met haar fluwelen tasch en het zilveren raecxgen daar aan vast, krijgt. Verder wil Hillegont dat haar goederen na haar dood niet bij de weeskamer terecht komen, ook al bepalen ordonnantien en keuren anders, maar ze wil dat haar goederen ten behoeve van haar kinderen geregeerd en geadministreerd worden door Jan Pietersz Stoop, haar neef. Dit testament is opgesteld ten huize van de comparanten op de Lange Nijentbrsloot (Nieuwesloot?) over het bruggetgen aldaar staande, in het bijzijn van hun buren Joris Pietersz (garentwijnder) en Thomas Jansz (hoedemaker) (w.g. Jan Pietersz Hoochtwoud, Hilgoont van Foreest, Jooris Pietersen, Tomas Jonsen, nots.)


kind 2: Neeltje (Cornelia) Lucas

* 1623 10-9: Regionaal Archief Alkmaar testament van Cornelia Lucasdr X Leendert Claes Bruijningh [104-17; gelijkluidend aan dat van haar zus Annitgen Lucas]

* 1627, 7-7: Stadsarchief Amsterdam 5075 NA nots J.C. Hogeboom […, p. 351, scan 15]: Leendert Clasz Bruijningh als getrout hebbende Neeltgen Luijcas dr., ende Thonis Clasz Bruijningh als man en voocht van Maritgen Jans Hoochwout in dier qualié voor haer selven ende in desen vervangende en haer sterck makende voor Aris Lubbertsz Roosterman als getrout hebbende Annetgen Lucas, alle kinderen en erfgenamen van sa: Hillegont van Foreest, laest weduwe van wijlen Jan Pieters Hoochtwout ende hebben geconstitueert ende machtig gemaeckt mr. Roelof van Kessel, licentiaet in de rechten, om uit hun naam te transporteren aan de linnenwever Dirck Dircksz een h+e aan de OZ van de Lombardstraat in Alkmaar

* 1670, 11-7: Regionaal archief Alkmaar: 10.3.003 NA Alkmaar nots. S. Spont [289, fol 67, scan 282]: Gecompareerd Juffr Cornelia Bruijninghs, weduwe wijlen Leendert Claassz Bruijningh, wonende binnen deze stede, maakt haar testament. Ze institueert tot haar enige universele erfgename in alle roerende en onroerende goederen, geld, actien en credieten, Hilgont van Foreest, nagelaten dochter van Jan van Foreest, haar testatrices overleden neef, of bij haar vooroverlijden haar kind, kinderen of verdere decendenten in haar plaats. Ze mogen deze goederen verkopen, aliëneren, bezwaren, belasten, zoals het haar goeddunkt. Indien Hilgont van Foreest zonder kind mocht komen te overlijden, dan zullen alle goederen (in de boedel van Hilgont) die afkomstig zijn van deze erfenis voor de helft overgaan op de kinderen van Jan Grafvinne, een vierde deel op Maria Bruijningh en haar erven, de nagelaten dochter van Maartie Hoochwout, haar testatrices overleden halve zuster, en een vierde deel op Jan van Foreest, broeder van voornoemde Hilgont van Foreest, of zijn decendenten. De testatrice behoudt zich het recht voor om veranderingen aan te brengen. (w.g. Neeltiee Bruijning + nots en get).


Openstaande vragen / discussie


De zwager van Hilgont van Foreest heet Andries Mathijsz Runman (dd 1620). Haar neef is de schepen en latere burgemeester Jan Pietersz Stoop. Stoop, zeilenmaker van beroep, was de zoon van zeilenmaker Pieter Jansz Stoop en Maria Jordensdr van Foreest.

Hilgont van Foreest heeft drie zusjes: Griet, Guijertgen ende Clameijnsgen van Foreest (in 1606)


Dat levert dus op: Jorden van Foreest met als kinderen:

Maria van Foreest X Pieter Jansz Stoop --> Jan Pietersz Stoop (?-1634), Jorden Stoop (?-1614)

Dirck van Foreest (1527-1596) X Trijn Adamsdr. (?-1602) --> Jacob van Foreest (1556-1624) X Maria van der Nijenburg (1558-1632) en (dr?) Adam van Foreest (?-?)

dr. Pieter van Foreest (?-1597) kinderloos

Jan van Foreest (?-voor 1595) X Jannetje Jans Bollen (?-na 1595) --> Hilgont van Foreest, Griet van Foreest, Guertgen van Foreest, Clameijnsgen van Foreest