XIV-1857 De Ruijch, Pieter R

Pieter Rutgerszn de Ruijch (= XIV-1881)


ouders:


geboren: ca 1522

gedoopt:

overleden: na 13-5-1588

begraven:


beroep: Raadslid van Amersfoort (1548, '50, '52, '53, '62, '76) Schepen van Amersfoort (1555, '58, '60, '61), Burgemeester van Amersfoort (1557, '59)

woonplaats / adres: Amersfoort


relatie: (trouwt voor 1558)


(Fijtgen NN?)


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

biografische aantekeningen


Peter Rutgersz de Ruijch is lid van de magistraat van Amersfoort, en was, in elk geval gedurende twee jaar, ook burgemeester van de keistad.


bronnen


* 1544, 30-9: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-3, 107v]: Goert van Snueell, Cornelis Duwer als twee naaste vrienden en magen van vaders zijde van Dywertgen van Snueel, onmondig kind van wijlen Huich van Snuell, Herman Ruich en Willem Evertsoen als twee naaste vrienden en magen van moeders zijde en als vier vierdelen van het onmondig kind. Fytgen, de weduwe van Huich van Snuel met Jan Pijll momber, hebben gezamenlijk gegeven en opgedragen aan Peter Rutgersoen de Ruych de vrije eigendom van het vierde deel van een vierdell land gelegen op onze stadtmeent, gemeenschappelijk bezit met genoemde Peter en zijn zusteren gemeen. Belendingen: aan beide zijden Geryt Soest Jacopsoen, boven en beneden openbare wegen. [akte niet ingezien]

* 1555, 25-1: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 108v]: Adriaen van den Burch, president van het Hof van Utrecht, vernieuwt de wet namens de stadhouder dezer landen de heer Van Beveren: Burgemeesters: Cornelis Volckenss en Jacob van Westrenen Schepenen: Meester Geryt van Schayck, Wolff Rees, Gijsbrecht van der Maet, Anthonis Pouwelss, Peter Rutgerss, Ghijsbert Spruyt, Peter Hoefkens. Camerair: Jan Brant. Scholt: Vincent van den Houve. Secretaris: Lodewijck Botter

* 1557, 6-1: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 163]: Op Heylige Drie Coningen Dach 1557 heeft Loo Gillekens, raad in het Hof van Utrecht vernieuwd die van de wet binnen Amersfoort. Schout: Vincent van der Houve bij commissie perticulier; Secretaris: Lodewijck Botter bij commissie perticulier; Burgemeesters: Jacob van Westrenen en Peter Rutgerszn; Schepenen: Ghijsbert Botter, Henrick van Rijn, Anthonis Brant, Jan Pyel, Rutger Pueyt, Roeloff Janss, Frans van Zyel, Hessel van Deuverden

* 1558, 26-1: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 197]: In het jaar na de geboorte Ons Heere 1558-01-26 heeft mijnheer doctor Hippolytus Persijn, president des konings bij het Hof van Utrecht vernieuwd die van de wet binnen Amersfoort zoals hier volgt: Schout: Vincent van der Houve bij commissie particulier; burgermeesters: Ghijsbert Botter en Wouter heere van Blocklandt; secretaris: Lodewijck Botter; schepenen: Henrick van Rijn, Henrick van Eck, Jacob van Westrenen, Peter Rutgerss de Ruych, Anthonis Brants, Frans van Zyel, Hessel van Duverden, Adriaen van Egmont; cameraer: Roeloff Janssen [akte niet ingezien]

* 1558, 25-4: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 207]: Peter Rutgerszn en zijn vrouw Fytgen en hun borg Roloff Janszn lenen een losrente van 6 keizersgulden, te lossen met 100 gulden payment van Elis Goetszn en zijn vrouw Hillitgen wonende bij Scherpenzeel (Scerpesel) met als onderpand een huis, hof en hofstede staande in de Bruelstraat gelegen tussen Willem Zuyermondt en mr. Henrik Goudt. (in margine: Op 1570-08-02 verscheen Clara, Elys Goertszn dochter, voor haarzelf en haar sterkmakende voor haar vader Elis Goertszn alsmede voor haar zusters Neeltgen en Catharijn en verklaarde dat deze rente afgelost was door Cornelis Henricxzn als eigenaar van het huis) [toeschrijving onzeker: er is ook een metselaar die Peter Rutgersz heet - de metselaar heeft in elk geval in 1561 een vrouw die Aertgen heet][akte niet ingezien]

* 1559, 1-3: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 241]: In het jaar 1559 de eerste maart heeft doctor Hippolitus Perschijn, president van het Hof en de Raad des Konings te Utrecht vernieuwd die van de Wet. Burgemeesters Henrick van Eck en Peter Rutgerszn de Ruych; schepenen: Henrick van Rijn, Ghijsbert Botter, Wouter van Blocklandt, Rutger Pueyt, Peter Hoefkens, Adriaen van Egmont, Peter Schay Dircxzn, jonge Jan van Westrenen; Vincent van der Houve, schout bij commissie particulier en Lodewijck Botter secretaris [akte niet ingezien]

* 1560, 25-5: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 302v]: In het jaar na de geboorte Ons Heere 1560 den 25 mei heeft mijnheer de president doctor Hippolytus Perschijn vernieuwt de Wet binnen Amersfoort. Burgemeesters: Ghijsbert Botter en Adriaen van Egmont van Meresteyn; schepenen: Jan van Westrenen, Wouter van Blocklandt, Peter de Ruych Rutgerss, Jan Pyel, Jan Stevenss, Anthonis Brant, Roloff Janszn en Claes Boo van Roomswynckel; onder commissie: Vincent van der Houve schout, en Lodewijck Botter secretaris [akte niet ingezien]

* 1577, 16-3: Streekarchief ZOU Stadsgerecht Rhenen 66 [invnr 393]: Peter Rutgersz de Ruijch, burger te Utrecht?, constitueert Bergeijck. [akte niet ingezien]

* 1582, 6-2: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-8, fol 128]: Nellitgen Cornelis, weduwe van Gijsbert van Schayck, mede voor haar mondige en onmondige kinderen met Peter de Ruych, haar momber, verkoopt aan Aert van Schayck en Weymptgen zijn vrouw een rentebrief van 33 gulden per jaar op Jacob Petersz van 26-12-1580, akte als boven voor Hermen Jansz en Gerrit Bode, schepenen. Hier Henrick Jansz, prior van Marienhof alhier, met Mr. Henrick Goudt hun momber, hebben geremunicheert en vertichtenisse gedaan van alle goed, erfenis en besterfenis daaraan het voorschreven convent, of Heer Henrick door de dood van zijn zaliger vader- en moeders enigzins gerechtigd is. Dit tot behoef van Willem Andriesz als gestelde executeur over de testamenten van zaliger Barta Henrick Coecksdochter en Goort Rutgersz als momber over de onmondige kinderen van zaliger Geertgen Jansdochter, de voorschreven Heer Henrickx' zuster. En deze verticht geschiedt zonder prejuditie van het testament van de voorschreven Heer Henricks moeder, voor zoveel hem daarvan aan mag gaan, als ook zonder prejustitie van de jaarlijkse zes gulden die Heer Henrick door zijn moeder gemaakt zijn. [akte niet ingezien]

* 1582, 13-11: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-9, fol 18(1)]: Jan Willemsz en Wulffers Helmetz als naast vierdelen van vaderszijde; Jan Willem Gerrijtsz en Henrick Dircxz als naaste vierdelen van moederszijde over Cornelis Goertz, Buijs en zijn broer Goert Goertsz, onmondige nagelaten kinderen van overleden Goert Cornelisz. verkopen een plechte op Gijsbert Petersz van 150 gulden op een huis in Utrecht in de Sinte Marienstraat, waarvan bewuste brief in handen is van de ontvanger aan Peter Rutgersz die Ruijch en Anthonis Wolff en hun erven. (i.m.: Peter Rutgersz de Ruijch heeft toegestemd dat in zijn plaats zal staan Thonis Gijsbertsz, wonend te Soest, waarvan verzocht akte; 13-05-1553. Op dezelfde dag; Peter Rutgersz die Ruijch transporteert.) (in de marge: 1583, 13-5: Peter Rutgersz die Ruijch verkoopt een plechte, in voorgaande akte benoemd aan Thonis Gijsbertsz)

* 1584, 4-11: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-9, fol 87v]: Peter die Ruich, substituut schout, Frans Andriesz en Gerrit Boede schepenen, Henrick Bortsz van Lockhorst lenen een plechte van 100 gulden aan `t Sint Peters gasthuis waarop de weduwe van Aert Willemsz recht heeft van Cornelis Lijsten (= XIV-1859), mede Gerrit van Rijn als gasthuismeester van Sint Peters gasthuis. [toeschrijving onzeker: er is ook een Peter Harmens de Ruijch] [akte niet ingezien]

* 1589, 1-9: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-10 fol 97]: Aeltgen Bramer, oud omtrent negentig jaar, met meester Henrick Goudt haar gekozen momber in deze zaak, dezelfde Aeltgen haar verstand en memorie nogthans volkomen machtig zijnde, gelijk wij gerechtslieden bevonden hebben, en verklaarde, dat zij comparante sedert het jaar vijf en dartig lestleden, tot nu toe, en oversulks vier en vijftig jaren in het convent te Soest gewoond en aldaar de kost heeft gehad, en onderhouden is geweest, en dat zij binnen dezelfde tijd wel tien jaar lang in het ziekhuis, zo te bed als op een stoel gelegen en gezeten heeft gehad, vermits haar grote ouderdom, en dat men een jong persoon had moeten bewilligen om haar comparante haar gemackt te mogen doen, hetwelk zij comparante, bekennende en begerende, als hetzelfde voor zoveel in haar was te recompenseren, verklaarde te geven bij haar leven en onwederroepelijk, alle die goederen, die zij comparante enigzins zal komen achter te laten, tot behoef van hetzelfde convent, en bijzonder van mijn vrouwe dabdisse tegenwoordig regerende, om bij dezelfde abdis tgene zij comparante zal achterlaten, geemploijeerd te worden tot alimentatie en onderhoud van haar conventualen, die op deze benauwde wereld van haar goederen zeer weinig genieten. behoudende voorschreven Aeltgen comparante, haar lijftocht aan dezelfde goederen, niet willende, dat de naaste magen ofte vrienden, tzij van haar vaders of moeders zijde gecomen, daarvan ijet zouden hebben of genieten ende bijzonder en wilde zij comparante niet, dat daarvan iets zouden hebben of genieten de kinderen van zal. Henrick Aerts soon, wonende binnen Utrecht, gevende voorts macht de voorschreven abdisse om deze gift bij de geestelijke overheid tot meerdere versterkinge van dien te doen aggreren en approberen . Actum den 2e Septembris 1589 Praesentibus Peter de Ruich onderscholt Frans Andriesz. Gerrit Bode, schepenen en Liven Botter secretaris.

[toeschrijving onzeker: er is ook een Peter Harmens de Ruijch] [akte niet ingezien]

* 1591, 12-10: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-10 fol 152 (2)]: Joffrouwe Maria van Cralingen met Harman van Dompselaer haere gecoren momber in desen en heeft uit crachte van octroy haer verleent bij den hove van Utrecht in date den 27 novembris 1587 alhier vertoont en getransporteert, alle haer gerede en mobile goederen, gelt, goudt, silver gemundt ende ongemundt nijt uitgesondert verkocht aan Henrick van Meholt ende Joffrouwe Barteraet zijn huijsfrouwe. (In de marge: Actum den 17e november 1591 ter presentie van Peter Ruijch, luitenant schout, Hessel van Duijverden ende Peter Petersz, schepenen.) [toeschrijving onzeker: er is ook een Peter Harmens de Ruijch] [akte niet ingezien]


kind 2: Hermen de Ruijch --ONJUIST (zie bij discussie)

* 1613, 5-6: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-14, fol 80 (2)]: Evert Egersz van Achtevelt, deurwaarder alhier en zijn vrouw Meijntgen verkopen zeker huis en hofstede staande in de Crommestraat aan Jan van Ingen ende Geertruijt Sarcerius zijn huijsfrouw, op laste van 150 gulden hoofdsom, jaarlijks 9 gulden competerende Hermen Petersz de Ruijch. - Item Sint Peters Gasthuis 100 gulden hoofdsom, jaarlijks zes gulden; - Nog het onmondige kind van de huisvrouw van Andries Stromphel 100 gulden, jaarlijks 6 gulden en 5 stuiver. - Ende Peter van Dam 200 gulden, jaarlijks 12 gulden. Welverstaande dat de verdere lasten daarop dezelve huis bovendien verkocht was, bij de voornoemde ontvangers alrede afgelost. - Aan het Weeshuis alhier 100 gulden; - Ende so voort van Snuel als borge voor de nakinderen van wijlen Rutger Jansz de Goijer, 200 gulden hoofdsom [akte niet ingezien] [NB: Snuel komt ook voor bij Peter Rutgersz de Ruijch, zie hieronder bij opmerkingen]

* 1613, 17-6: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, 164v]: Goort Bosch Corneliszn leeft fl 300,- van Geryt de Wilt Rijcxzn, tegen een rente van 18 gulden per jaar, met als onderpand een huis, hof en hofstede gelegen in de Krommestraat (Crommestraet), tussen een steeg en het pand van Haesgen Gerryt Henricxzn. (i.m.: de helft afgelost door Goert Bosch aan handen van Geryt de Widt (sic) Rijcxzn op 1559-10-25. Op 1613-06-17 verscheen Herman Peterss de Ruych als man van Rijckgen van Hees, dochter van Gerrit de Wilt, en verklaarde dat de wederhelft van de hoofdsom betaald is door Johan van Ingen, procureur, als possesseur van de hypotheek) [akte niet ingezien]

* 1622, 1-4: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-9, fol 95]: Akte van 3-2-1585: Henrick Woutersz en zijn vrouw Gerritgen ; Maria Wouters met haar momber Liven Botter ieder een derde deel verkopen ieder een derde deel van huis, hof en hofstede op `t Havik; de koper bezit reeds het derde deel aan Peter Woutersz van Lockhorst en zijn vrouw Jannitgen, gelegen tussen de huizen van Henrick Petersz en de weduwe van Peter Meijnsz van Westrenen. Op last van 1 Philippusgulden per jaar aan `t schoenmakersgilde; nog 1 gulden aan `t timmerliedengilde; nog 23 stuivers en 3 penningen per jaar aan Anna, weduwe van Gerrit die Wilt. (In de marge: Henrickgen van Hees en Harman Petersz de Ruijch vanwege zijn vrouw; het recht verkregen hebbende van 23 stuivers per jaar van Anna, de weduwe van Gerrit de Wilt, verklaren van de erven van Peter Woutersz zaliger en Jannitgen Jans de schuldsom ontvangen te hebben. Akte 01-04-1622)


kind 3: Lubbert Petersz de Ruijch --ONJUIST (zie bij discussie)

* 1616, 14-8: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-15]: Jacob Evertsz van Jolenbroeck en zijn vrouw Beatris Rutgers van Lienaer verkopen een kamp land gelegen aan de Vernaers Cock (?) tussen de Caper (?) en de Sint Andriespoort aan Evert van Butselaer, Lubbert Peters de Ruych, Gerrit Jansz Coedijck de Jongh, ieder voor een vierde part en Gosen Jacobsz en Evert Reijers voor een achtste part, belast met 250 gulden aan Henrickgen van Doornick, met 100 gulden aan Estvelt Brant en nog een erfpacht, gelegen tussen Harman Boden en Steven Goortren. [akte niet ingezien]

NB: nog enkele akten uit 1615


kind 4: Evert Petersz de Ruijch --ONJUIST (zie bij discussie)

* 1613, 24-9: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-14, fol 88v]: Corn[elis] Henr[icks], koperslager voor hem zelve en de hem sterckmakende voor zijn huisvrouw ende heeft getransporteerd het vierde part van zeker kleijn huijsken met een hof daeraen gelegen, gemeen met Henricus Cornelisz ende de voorschreven Evert Petersz, staande bij de Poth alhier aan Evert Petersz de Ruijch en zijn vrouw Petergen. Perceel is gelegen tussen Thonis Cornelisz en Hillebrant Zegersz. Op laste van 1 stuiver jaarlijks competerende de Onze Lieve Vrouwekapel.[akte niet ingezien]

* 1615, 25-1: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-14, fol 142v]: Jan Vonck ende Adriana van den Bosch zijn vrouw, voor de ene helft. Marten van Dompselaer gecommiteerde curateur, voor de andere helft van nabenoemde huis vanwege het onmondige kind van zal: Vonck van Dompselaer, mitsgaders Frans Andriesz en Jacob van Dam, weesmeesters indertijd, verkopen zekere woning staande in de Camperbinnenpoort, bij de voorz. Evert Petersz tegenwoordich bewoond, aan Evert Petersz de Ruijch en Petergen zijn huijsfrouw, tussen de Gemeene straat en de erven van Joris Dircxzn. Op laste van de voorn. Jan Voncks helft van 't vierendeel van 50 gulden hoofdsom, competerende Willem Augustijnsz als het recht van zekere plechte hebbende in dato op St. Bartholomeusdag anno 1530. Nog het vierendeel van 100 gulden hoofdsom competerende Willem van Dolre als het recht hebbende van zekere plechte gedateerd 28 april 1551. Item op laste van 185 gulden, 10 stuiver hoofdsom, competerende Gijsbrechtgen Henricx, in krachte ende als rest van haar plechte in dato 12 september 1604 en noch op 20 gulden, 11 stuiver en 6 penningen als resto van zijn plechte in dato 29 januari 1608. In regard van d' andere helft van 't onmondige kind op de laste van 't vierendeel van de hoofdsom van 50 gulden competerende Willem Augustijnsz, uit krachte van zijn voorschreven plechte, ende nog op laste van 't vierendeel van 100 gulden competerende Willem van Dolre uit crachte van zijn voorz. plechte.

In een akte uit 1629 blijkt zijn vrouw Petertgen Henricx te heten; in 1639 is een belendend perceel eigendom van de 'erfgenamen' van Evert Petersz de Ruijch


openstaande vragen / discussie


akte uit 1544: --> Peter de Ruijch heeft kennelijk alleen zusters, met wie hij een stuk land gemeenschappelijk bezit. Uit dat gemeenschappelijk bezit koopt hij 1/4 deel aan van D. van Snuel, de dochter van Huich van Snuel en Fytgen. Het lijkt me daarom dat Peter de Ruijch de broer is van deze Fytgen en dat er nog twee andere zussen zijn.

Zouden die andere twee zussen soms Anna Rutgersdr (X Gysbert Louwen) en haar zus Berteraet Rutgers (wed. Thoonis Louwen) zijn: de eerste verkoopt op 28-9-1565 aan de tweede de 'helft van een vierdel land' op de Stadsmeent op de Holst, gelegen tussen twee wegen, aan de ene zijde naast het land van Peter Rutgerss de Ruijch en aan de andere kant naast de erfgenamen van Willem van Liener. (NB: zie bij kind 3: in 1616 is er iemand die Beatris Rutgers van Lienaer heet; in een akte van 1612: Beatris Rutgers van Lienden X Jacob Evertsz)

Uit een huwelijkscontract uit 1612 (van Lubbert Petersz de Ruijch) blijkt dat Harmen Petersz de Ruijch, Lubbert Petersz de Ruijch en Evert Petersz de Ruijch broers zijn, en kinderen van wijlen Peter Harmansz de Ruijch en Jannichjen Jans. In 1620 is er een akte in de Weeskamer van Amersfoort, waarin sprake is van de weduwe van Peter Harmensz de Ruijgh met haar dochter Rijkijen.

In het resolutieboek van het stadsbestuur van Amersfoort (arch 1.01), invnr 16, komen betalingen voor aan Peter de Ruijch uit 1589/90. De ene keer heet hij Peter Hermensz de Ruijch, de andere keer is hij (zonder patroniem) 'onderschout'. Ik neem daarom aan dat de onderschout niet dezelfde is als de Schepen en Burgemeester uit de jaren '50 en '60, maar mogelijk diens neef of achterneef.

Sterker nog: er is een getuigenis uit 1588, waarin de onderschout Peter de Ruijch diverse oude (ex-)leden van de Magistraat ondervraagt. Onder die ondervraagden bevindt zich Peter de Ruijch, 66 jaar oud. - zie daarvoor het boek "Amersfoort 777-1580" (1878), p. 33.

* 1552, 17-11: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 29]: Aert Claeszn en zijn vrouw Jannitgen lenen een losrente van 3 keizersgulden, te lossen met 60 keizersgulden payment van Evert Joosten en zijn vrouw Geertruyt (i.m.: op 1582-07-12 verscheen Jan Aelberts als in huwelijk ontvangen hebbende van Evert Joesten met zijn vrouw deze brief en verklaarde dat de brief met de rente afgelost zijn door Rutgertgen en Alijdt, Peter Rutgerszn dochters). [toeschrijving onzeker: er is ook een metselaar die Peter Rutgersz heet][akte niet ingezien]

* 1587, 25-2: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-9, fol 174]: Geraert Vandriesz van Breda mede voor zijn kinderen bij zijn vrouw zaliger Geertruijt, Dirck Brantszdochter verkoopt een plechte van vier rijnsgulden per jaar op Peter Both Arisz: van Sint Catrinen dag 1587 aan Rutgerten, Peter Rutgerszdochter en haar zuster Aeltgen, weduwe van Willem Bossch [toeschrijving onzeker: er is ook een metselaar die Peter Rutgersz heet][akte niet ingezien]

* 1588, 12-9: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-10,  fol 61v (1)]: Gerrit ... (niet vermeld) en joffrouw Deliana van Dolre zijn echte huisvrouw verkopen een stuk land gelegen op de eijnge, strekkende van de Soeserwech tot aan het Utrechtse voetpad toe, gelegen tussen Kapittel van St. Georgius kerck binnen Amersfoort en de vicarie van St. Anthonis behorende tot Leusden, aan Rutgertgen Peter Rutgersz. dochter. [fol 61v (2)]: Rutgertgen Peter Rutgersz. dochter verkoopt een stuk land gelegen op de eijnge, strekkende van de Soeserwech tot aan het Utrechtse voetpad toe, aan Peter Harmisz. bakker, gelegen tussen Kapittel van St. Georgius kerck binnen Amersfoort en de vicarie van St. Anthonis behorende tot Leusden.

* 1558, 25-4: Archief Eemland: Transportakten Amersfoort 0012 [436-4, fol 207]: Peter Rutgerszn en zijn vrouw Fytgen en hun borg Roloff Janszn lenen een losrente van 6 keizersgulden, te lossen met 100 gulden payment van Elis Goetszn en zijn vrouw Hillitgen wonende bij Scherpenzeel (Scerpesel) met als onderpand een huis, hof en hofstede staande in de Bruelstraat gelegen tussen Willem Zuyermondt en mr. Henrik Goudt. (in margine: Op 1570-08-02 verscheen Clara, Elys Goertszn dochter, voor haarzelf en haar sterkmakende voor haar vader Elis Goertszn alsmede voor haar zusters Neeltgen en Catharijn en verklaarde dat deze rente afgelost was door Cornelis Henricxzn als eigenaar van het huis) [toeschrijving onzeker: er is ook een metselaar die Peter Rutgersz heet - de metselaar heeft in elk geval in 1561 en '66 een vrouw die Aertgen heet][akte niet ingezien]

In het archief van het stadsbestuur van Amersfoort (1.01) zit een charter en regest van Harmen Rutgersz de Ruijch van rond 1520, waarin ook Peter Rutgerszn de Ruijch voorkomt:

[4469-164]: Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen van Soest, door Harmen Rutgerss de Ruijch, aan Evert Willamss, van het recht op het afgraven van een stuk veen achter de Soester Eng, 1520, met afschrift van een akte waarbij Cornelis Rutgerssoon, Peter Rutgerss en Toentgen Stevens weduwe, hun zuster, aan Evert Creeck overdragen een morgen bonkveen, 1532. Notarieel afschrift 1565. In duplo.

* 1520, 10-7 [regest 801]: dynsdages voir sunte Margrieten dach. Anthonis Botter Janss, schout en Henrick Henrickz, Korss Janss, Claes Loijchss en Willam Rutgerss, schepenen van Soest, oorkonden dat Harmen Rutgerss de Ruijch overdraagt aan Evert Willamss het recht op het afgraven van een stuk veen achter de Soester Eng. Notarieel afschrift op papier van Jan van Hees samen met regestnr 896, in duplo.

* 1532, 18-3: [archief 01.02, regest 896]: Henrick Geerloffz, schout, en Wouter Claess, Steven Claess, Henrick Bot Aertss en Gisbert Meyns, schepenen van Soest, oorkonden dat Cornelis Rutgerssoon, Peter Rutgerssoon en Toentgen Stevens weduwe, hun zuster, overdragen aan Evert Creeck een morgen bonkveen, aan de noordzijde begrensd door Lodewich Rutgerssenen aan de zuidzijde Harmen Rutgerss. Notarieel afschrift op papier van Jan van Hees met regestnr 801 in duplo uit 1565.