XI-231 Van Eijssel, Cornelis

Cornelis Evertsz van Eijssel


ouders: Evert Schrevelszn van Eijssel en Maricken Cornelis van Asz


geboren:

gedoopt: Dordrecht 1-7-1603

overleden:

begraven: Dordrecht 11-10-1679


beroep: Visverkoper, Schout, Thesaurier, boekhouder van een kerkfonds

woonplaats / adres: Dordrecht (Visstraat, 1626) (bij de Tolbrug 1627, '28, ) (Hoek Tollebrugstraat, 1626) bij de Pelsebrug (1648,


relatie (1) trouwt Dordrecht 20-1-1626 (ondertrouwt 28-12-1625)


Janneken van Diest

(alternatief: Jenneke, Anna)


ouders: Guilliam van Diest en ?


geboren:

gedoopt: Dordrecht december 1600

overleden:

begraven: Dordrecht oktober 1626 (kraambed)


beroep:

woonplaats / adres


relatie (2) trouwt Dordrecht 16-7-1628 (ondertrouw Dordrecht 2-7-1628)


Jenneken Jansdr van Aertrijck


ouders: Jan van Aertrijck en NN


geboren: Breda ca 1610

gedoopt:

overleden: voor of in 1636

begraven:


beroep:

woonplaats / adres


relatie (3) trouwt Dordrecht 22-6-1636 (ondertrouwt Dordrecht 8-6-1636)


Beatricx Coopmans


ouders: Abraham Coopmans


geboren: Dordrecht 1608

gedoopt:

overleden:

begraven: Dordrecht 21-11-1636


beroep:

woonplaats / adres


relatie (4) Ondertrouwt Dordrecht 30-8-1637


Adriana van Gesel (= XI-232)


ouders: Govartt Jansz van Gesel en Maria Jacobs Brassers


geboren: Schiedam 1612

gedoopt:

overleden:

begraven: Dordrecht 17-10-1648


beroep:

woonplaats / adres


relatie (5) trouwt Dordrecht 2-11-1649 (ondertrouwt Dordrecht 17-10-1649)


Adriana van Casteren


ouders: Francois van Casteren en ?


geboren: Dordrecht 1620

gedoopt:

overleden:

begraven: Dordrecht 9-8-1663


beroep:

woonplaats / adres


relatie (6) trouwt Dordrecht 10-2-1665 (ondertrouwt Dordrecht 25-1-1665)


Agatha van Dongen


ouders:

geboren:

gedoopt: Dordrecht oktober 1612

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres


kinderen:

  1. Johannes van Eijssel, geboren: Dordrecht medio oktober 1626 (Doopboek: Cornelis Evertsen: Johannes)
    overleden: , begraven: Dordrecht 26-5-1679
    beroep: vishandelaar, koopman, Heemraad, Kapitein
    woonplaats / adres: Dordrecht
    relatie: trouwt Dordrecht 22-12-1652
    Johanna Govertsdr. van Wesel (zijn nicht), geboren: ca 1634, gedoopt:
    overleden:, begraven: Dordrecht 20-7-1673
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Govert Rochuszn van Wesel en Elisabeth Evertsz van Eijssel
    > hieruit kinderen

  2. Evert van Eijssel, geboren:, gedoopt: Dordrecht maart 1631
    overleden: voor mei 1632

  3. Evert van Eijssel, gedoopt: Dordrecht mei 1632 (Doopboek: Cornelis Evertsen van Eijssel – Evert)
    overleden: , begraven: Dordrecht 21-8-1636 ("betaelt den 21: een kint onder den arm van Cornelis Eeverse vijescoop.")

  4. Maria van Eijssel, gedoopt: Dordrecht mei 1633 (doopboek: Cornelis Evertsen van Eijssel – Maria)
    overleden: , begraven: Dordrecht 24-11-1639

  5. Johannes van Eijssel, gedoopt: Dordrecht juli 1634 (doopboek: Cornelis Evertsen van Eissel ende Jenneken van Campen - Johannes)
    overleden: begraven Dordrecht 7-8-1644 (den 7 – een kint onder den arm van Corenelis Eeverse van Eijsel)

  6. Maria (Maeijcken) van Eijssel, gedoopt: Dordrecht juni 1638 (doopboek: Cornelis Evertsen en Adriana van Eijssel - Maria)
    overleden:, begraven: Dordrecht 30-12-1694
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Puttershoek 1-12-1658 (ondertrouwt Dordrecht 17-11-1658)
    Francois van Bredenhof (Breedenhoff), geboren: , gedoopt Dordrecht 1-7-1629
    overleden: , begraven Dordrecht 25-1-1673
    beroep: Schout en Secretaris van Puttershoek
    woonplaats / adres:
    ouders: Cornelis Franszn van Bredenhoff en Geertruid Jansdr Schouten

  7. Beatris van Eijssel, 1639-1715, X 1659 Cornelis de Vries, XX 1678 Thomas Rijckers, VOLGT KWS X-116

  8. Govert van Eijssel, geboren: gedoopt: Dordrecht augustus 1640
    overleden: begraven Dordrecht 21-11-1690
    beroep: Oud-Raad en Schepen van Dordrecht, weesmeester
    woonplaats - adres: Dordrecht (Pelsse brugh, 1666) ("uijt den OutRaedt over de Visschebrugh", 1690: hij heeft zijn huis Oud-Raad genoemd!)
    relatie: trouwt Dordrecht 5-10-1666 (ondertrouwt Dordrecht 19-9-1666)
    Anna Maria de Namur, geboren: Dordrecht, gedoopt: Dordrecht juni 1641
    overleden:, begraven: Dordrecht 9-8-1693 ("Anna Lamuer, wed. wijlen Govert van Eijssel, uijt de oudt raedt de veen beij de visschebrugh": Nr. 27E graf van Van Eijssel)
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Jean de Namur en Maria van Casteren

  9. Marij van Eijssel, gedoopt: Dordrecht aug. 1641 (Doopboek: Cornelis van Eyssel - - Mary)
    overleden: , begraven: Dordrecht 2-1-1728
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Dordrecht 18-6-1669 (ondertrouwt Dordrecht 2-6-1669)
    Mattheus Codeus, geboren:, gedoopt Dordrecht 1-3-1632
    overleden:, begraven: Dordrecht 26-12-16713
    beroep: Apotheker
    woonplaats / adres:
    ouders: Pieter Dircksz Codeus (Codde) en Maria van den Broecke Matheusdr.

  10. Kind, begraven Dordrecht 11-2-1646 (den 11 – een kint onder den arm van Corenelis Everse van Eijsel

  11. Evert van Eijssel, gedoopt 11-11-1646 (doopboek: Cornelis Evertsen van Eijssel – Evert)
    begraven: Dordrecht 24-1-1647 (begraafboek: den 24: een kint onder den arm van Corenelis Everse van Eijsel bij de Pelsebruigh)

  12. Adriana van Eijssel, geboren: , gedoopt: Dordrecht 7-1-1652
    overleden: na 1696, in/voor 1711
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: ondertrouwt Dordrecht 15-1-1696, trouwt Krimpen aan de Lek 2-2-1696
    Pieter de Beaufort, geboren: Hulst 16-1-1660, gedoopt: Hulst 18-1-1660
    overleden: Hulst 18-12-1711
    beroep: burgemr van Hulst
    woonplaats / adres:
    ouders: Benjamin de Beaufort en Maria van Stavenisse
    weduwnaar van Anna van Erckel en Anna van Serooskercke

biografische gegevens


Cornelis Evertsz van Eijssel was een vooraanstaande vishandelaar in Dordrecht en (in 1652) schout van de Vismarkt; hij verkocht zijn zalm tot in Brugge toe, maar hij heeft ook een vordering van fl 10.000:- op de West Indische Compagnie. In 1651 blijkt Cornelis van Eijssel met zijn broers en zuster een compagnieschap te hebben voor de pacht van de 9e penning op zalm en steur in Delft, Schiedam, Vlaardingen en Den Haag

Hij was onder meer ook boekhouder van het armenfonds van de hervormde kerk (1645) en dijkgraaf van de polder Oud-Bonaventura.

Van Eijssel bezat (uit familiebezit?) landerijen in het land van Streijen en Nieuw-Bonaventura

NB: Cornelis heeft twéé dochters die Maria heten. De ene wordt 'Maria de jongste' genoemd.


bronnen


http://home.planet.nl/~vink5434/1668936.htm
http://www.uwstamboomonline.nl/passie/sites/index.php?mid=245525&kid=2147&pagina=tekstpagina Dit betreft een uitvoerige, met bronnen gelardeerde website over Dordrecht.


* 1625, 28-12: DTB Dordrecht 11.18 fol 148v: Cornelis Evertszn van IJssel, vischkooper, woonde op ’t hoeckge vande vischstraet en Janneke van Diest, wonende bij Jan de Loner, beijde van Dordt; Getrouwt den 20 Januarij 1626

* 1627, 2-2: Stadsarchief Dordrecht, 10.17 Weesboek, fol. 200v. Anna van Diest, huijsvr van Corns Evertsz van Eijssel. Op huijden den 2 februarij Ao 1627 soo sijn Corn.s Evertsz van Eijssel, weduwenaer van Salr Anna van Diest, geassist met Evert Schrevelszn van Eijssel, sijnen vader, mitsgaders Evert Rochuszn van Wesel ende Abraham van Nasch, sijnen swager ende neve respectieve ter eenre, ende Johan Vosschaert als getrout hebbende Christina van Diest, ende Johan Geerts van der Wieln als getrout hebbende Maijken van Diest, als oomen ende voogden van ’t nagelaten weeskind van Anna van Diest, genaamd Johannis van Eijssel, oud omtrent tien weken, mede geassisteert met Jacob en Dirk van Clootwijck hun behuwd ooms ter andere zijde. Ze komen overeen dat Cornelis Evertsz van Eijssel in het volledige bezit zal blijven van de erfenis, mits zij belooft zijn zoon naar behoren groot te brengen, van eten en drinken voorzien, hem leert rekenen en schrijven en een eerlijk ambacht van coopmanschap bijbrengt. En als het kind ten mondigen dage opgegroeid is, of in huwelijksen staat heeft begeven, dan krijgt hij uit de boedel fl 1800,-. Als het kind, wat God verhoede, voor zijn volwassenheid overlijdt, dan erven zijn erfgenamen die fl 1800,-. Op verzoek van de weesmeesters, die dit akkoord approberen, verbindt Cornelis Evertsz van Eijssel nog zijn “huijs ende erve staende en gelegen op de Houck van de Tollebrughstraeten aen de Lantzijde”

* 1628, 2-7: DTB Dordrecht 11.18 fol 206v: Cornelis Evertszn van IJssen, W:r van Dordrecht woon voor aen de Tollebrugge; Jenneke Jans van Aertrijck, Jongedr van Breda, woon bij de Vuijlpoorte tegenover het Kleverbladt

* 1633, 13-1: ORA Dordrecht inv. 769, f. 77: op 13 jan. 1633 verkoopt Pieter Jacobsz. van Wesel, pondgaarder en burger van Dordrecht, aan Govert Rocusz. van Wesel en Cornelis Evertsz. van Eijssel viskoper, burgers van Dordrecht, een oliemolen met een huisje daarnaast, staande achter aan 's herenvest tussen het huis van Gerrit Walburch, genaamd "het Houten Been" en het huis van Adriaentgen Arijensdr.

* 1636, 8-6: DTB Dordrecht invnr 11.19-123v: 8-6-1636: Cornelis Evertsen van Eissel, koopman, weduwer woonende omtrendt de tolbrugge; Beatrix Coopmans Abrahamsdr, woonende omtrendt de Pelssebrugge, beijde van Dordrecht. (i.m.: getrout den 22 Junij 1636)

* 1636, 29-6: ORA Dordrecht inv. 1606, f. 35: verklaart Neeltgen Evertsdr., weduwe van Dick Kelderman, voor een bepaald bedrag aan geld, welke zij gehouden is uit te reiken aan de kinderen, bij haar verwekt door Dirck Kelderman, verbonden te hebben een huis op de hoek van de Visstraat, staande tussen die straat en het huis van Gerrit Roelen. Borgen: Cornelis Evertsz. van Eijssel en Govert Rocusz. van Wesel.

* 1636, 21-11: DTB Dordrecht begraven 11.38-7v: den 21 een baer op den hoeck van de Tollebrughstraet aen de Lantsij voor de vrou van Corn: Evertsz van Eissel

* 1637, 20-8: familysearch: DTB trouwen Schiedam [film 008864940 scan 27]: Cornelis Evertsz wed. van Dort, Adriana van Geesel van Schiedam

* 1637, 28-8: hogenda, transcriptie Stadstrouw/ondertrouw Schiedam invnr. 713:, fol. 67v: Cornelis Evertsz. van Isel wedr. koopman won. Dordrecht X Adriana van Gesel j.d. van Schiedam, geass. met Maria Brassers haar moeder. Kanttekening: Nota t1e gebot te geven den 5e september. Rest niet te lezen.

* 1637, 30-8: DTB Dordrecht ondertrouw invnr 19-149: 30-8-1637: Cornelis Evertsen van Eissel, koopman, wednr van Dordrecht ende aldaerwoonende; Adriana van Gesel, van Schiedam ende aldaer woonende. Per schrijven van daer

* 1637, 17-11: ORA Dordrecht inv. 771, f. 42: verkoopt Cornelis Evertsz. van Eijssel viskoper aan Geerit Goossensz. Ham viskoper een huis voor in de Visstraat, staande tussen huis van koper en dat van Gerrit van Duijnen.

* 1637, 12-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.81 fol. 111 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 12-12-1637. Compareerden etc., d' eersame Hendrick Nicolaesz van Hooren Contrerolleúr vande Licenten binnen deser Stede. Denwelcke verclaerde vercoft te hebben, gelijck hij vercoopt mits desen aen Sr. Cornelis Evertsz: van Eijssel Coopman binnen deser Stede, die hiermede Compareerde ende selve Coop bekende ende accepteerde etc. Een geheel Húijs ende erffve mette Kaeije ende voorts allen sijnen toebehooren staende ende gelegen opte Nieúwhaven binnen deser Stede tússchen den húijse van Corn: Ptsz: van Mispollhoúff aende een daer úijtstreckt den Hoúte brúgge ende den húijse vande wed. ende erffgen: van Willem Bongert aende andere Zijde. Ende dat met alle alsúlcke vrijdommen, servitúijten ende gerechticheden, múijren, Goten, Waterloopen ende anders soo als den voorsz: húijse ende erffve is hebbende, volgende d' over brieven daer van sijnde, die den Cooper neffens d' opdrachte overgelevert súllen werden. Voor welcke voorn: húijs ende erffve metten aencleven vandien den voorsz: Cooper belooft heeft ende belooft bij desen te betaelen etc. [Het huis wordt verkocht voor] f 4400:0:0. [Cornelis moet o.a. ook] de 40ste pen: oortgens voor den armen Dúijts, voort Weeshúijs [betalen.] etc. w.g. Cornelijs Evertsen van Eijssel.

* 1639, 24-11: DTB Dordrecht begraven 11.38-45v: den 24 een kint onder den arm van Cornelis Everse van Eijsel op den hock van de Tollebrughstraet

* 1640, 4-6: ORA Dordrecht inv. 772, f. 106 e.v.: verkopen Matheus Rees, houtkoper en burger van Dordrecht, en Marijcken Joppen, weduwe van Franchoijs Rochusz. van Wesel, voor de ene helft en Schrevel Evertsz. van Eijssel, als procuratie hebbende van Hubertus de Bijl, wonende te Middelharnis, voor ¼ part, aan Lowijs Moleschoth, Cornelis Evertsz. van Eijssel en Gerrit Sijmonsz. van Duijnen, burgers van Dordrecht, ¾ parten in een huis, zijnde een zouthuis, staande in de Visstraat, waarvan het resterende ¼ deel toekomt aan Schrevel Evertsz. van Eijssel, belend door het huis, waar uithangt het Vlies en het huis van Geerit Goossensz. [van Colster]

* 1641, 21-6: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.83 fol. 55 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 21-06-1641. Compareerde, etc., Sr. Cornelis Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede. De welcke verclaerde hem selven geconstitúeert ende gestelt te hebben etc., waerborge voor alsúlckem moeijenissen, commer etc., [Stelt Cornelis zich garant voor een huis dat zijn overl. zwager Govert van Wesel heeft gehad] met allen sijnen toebehooren staende ende gelegen inde Pelsenstraet tússchen den húijse van wed. van Jan -.-. besemmaker aend' een sijde ende de Heeren Gracht aende ander sijde. Etc. w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel.

* 1642, 8-11: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.83 fol. 330 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 08-11-1642 Compareerden etc., Sr. Abraham Isaacsz van Sweebrúgh won. tot Breeda, den welcke verclaerde vercocht te hebben etc., aen Sr. Cornelis Evertsz: van Eijssel Coopman borger deser Stede, die hiermede de Coop accepteerde seeckere 2 mergen 181½ roeden saeijlant gelegen int lant van Esch aen Strijen inde 3de Cavel, gemeen metten voorsz: Cooper in een stúck van 12 mergen 304 roeden voor welck voorsz: Lant den voorsz: Cooper etc., te betaelen de somme van f 530:0:0 den mergen etc. w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel.

* 1644, 29-4: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.84 fol. 81 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 29-04-1644. Compareerde etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede, den welcken verclaerde vercost te hebben etc., aen Sr. Nicolaes van Hoúdaen mede Coopman ende borger binnen dese Stede, den welcken bekende ende accepteerde. Een geheel húijs ende erffve met alllen sijnnen toebehooren genaempt het rechte Cromhoút, staende ende gelegen onttrent de Pelssebrúgge naer de Vúijlpoort toe, gelegen tússchen de húijse vande wed. ende erffgenamen van Frans Rocchúsz van Wesel aend' een sijde ende de húijse vande vercooper aen d' andere sijde. Hebbende het voorsz: húijs aende sijde vande vercooper van voren tot achteren sijn halve múijre ende goten ende aend' andere Zijde soodanige vrijdommen sevitúijten ende gerechticheden van múijren goten ende anders, súlx als den selven húijse van oúdentijde is hebbende, volgens de oúde brieven daarvan sijnde. Onder Conditie dat aen desen vercosten húijse volgen sal het erffve sooverre tot effen gelijcx tiende vanden pút die opt gescheijt van beijde de húijsen is staende, (welck pút oock bij beijde de húijsen gemeen gebrúijckt ende onderhoúden sal werden) maer vorder niet noch te oock gemeen úijtganck, mits dat den voorsz: vercosten húijse hebben sal sijnen waterloop over het erffve vant húijs vande vercooper, etc., [de verdere condities worden beschreven. Nicolaes als koper betaalt]. de somme van f 3300:0:0, etc. w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel, Nicolaes van Hoúdaen.

* 1644, 26-8: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.84 fol. 315 [not. J. Schoormans] vermeldt: [Testament]

Op Húijden den 26-08-1644. Compareerden etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede, sieckelijck te bedde Leggende doch sijn verstant etc. Verclaerde eerstelijck Johannes Cornelisz van Eijssel sijnen voorsoon geinstitúeert te hebben voor sijn Vaderlijcke súccessie ende erffenisse, boven de Somme van f 1800:0:0 die hem voor sijn moederlijcke goederen competeren inde Somme van f 6200:0:0 maeckende samen mette voorsz: f 1800:0:0 ter somme van f 8000:0:0. voor ende in plaetse van de vúijtsettinge [uitzet] die hem, van sijn moederswegen Conpeteert, ende daer en boven noch een vrije vischstal sijnde een van vijftichen gelegen opte Groote Vischmarkt binnen deser Stede. Onder welcke voorsz: somme hij in betaelinge sal mogen aennemen seecker stúck weijlants groot 4 mergen 349 roeden, gelegen in Oútbonaventura onder Seelishoeck, voorde somme van f 3200:0:0. Voorts Verclaerde hij Testateúr Maeijcken Cornelis van Eijssel sijn voordochter boven de somme van f 3200:0: die haer Competeren voor haere moederlijcke goederen ende waer toe hij Testateúr de selve bewijst voor de vúijtsettinge die hij daer toe gehouden is te doen, de Somme van f 600:0:0. Noch geinstitúeert te hebben voor hare Vaderlijcke Súccessie ende erffenisse inde somme van f 4800:0;0 maecken samen met haren voorsz: moederlijkce goederen ende vúijtsettinge de somme van f 8600:0:0. Ende noch verclaerde hij Testtateúr sijne vijer [4] naerkinderen geprocúreert bij Adriana van Gesel sijne Jegenwoordige húijsvr. voor haere Vaderlijcke súccessie ende Erffenisse geinstitúeert te hebben súlcx hij doet mits desen Elcx inde somme van f 4000:0:0 boven ende behalven haere alimentatie op verdinge ende úijtsettinge die sijne voorsz: húijsvr. daer aen gehoúden blijft te doen naer haeren staet ende goede discretie. Ende alle welcke voorsz: respective úijtreijckingen hij Testateúr verstaet. Dat sijne jegenwoordige húijsvr. aen sijnne voorsz: voor ende naerkinderen eerst gehoúden sal wesen te doen, soo wanneer ijder van henlúijden ten mondige daegen off geraden húwelijcke staete gecomen súllen sijn. Ende gedúijrende welcke tijt sij genieten sal de vrúchten ende het Innecomen van dien, alsoo sij daertegen de alimentatie gehoúden is te doen. Etc., [Cornelis bepaalt dat als een kind overlijdt zonder getrouwd te zijn of nazaten te hebben, dat dan dat erfdeel onder de andere kinderen die nog in leven zijn, wordt verdeeld]. Ende noch verclaerde hij Testateúr gelegateert ende gemaeckt te hebben aen Johannes Schrevelsz van Eijssel sijn broeders soontgen de somme van f 200:0:0 die ten behoúve vant' selve kint opt Comptoir vande gemeene middelen súllen moeten wesen, beleijt 6 weecken naer sijns Testateúrs overlijden, ende oplopen ten behoúve vant' selve sijn broeders soontgen tot dat hij ten mondigen daegen gecomen sal wesen. noch verclaerde hij Testateúr gelegateert etc., aen de húijsaremen staende onder de bedieninne vande diaconie vande Dúijtse gemeente deser Stede de somme van f 335:0:0 bestaende in 2 orden op de admiraliteijt residerende binnen Rotterdam. Ende noch aen Maeijcken Jansdr. nichte van sijns testateúrs húijsvr. de somme van f 50:0:0. ende in alle ende ijegenlijckende vordere goederen soo roerende als onroerende actien Crediten ende in schúlden, gelt, goút, silver etc., [Cornelis bepaalt dat alle schulden betaald moeten worden voor de erfenis verdeeld kan worden en geeft Adriana van Gesel daar toe machtiging. Als voogden benoemt hij] Srs. Schrevel Evertsz van Eijssel ende Geerit van Dúijnen sijnen broeder ende swager respective, etc. w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel.

* 1645, 3-1: ORA Dordrecht inv 775, f. 1: Cornelis Evertsz. van Eijssel, boekhouder van de NG diaconie te Dordrecht, verklaart in die hoedanigheid te tranporteren aan Arijen Pietersz.molenaar een huisje, staande op stadsgrond buiten de Vuilpoort aan de dijk, genaamd de Dorrenboom, achter het huis van Aert Hendricksz. vormdraaier, welk huisje de diaconie is aangekomen bij overlijden van Lijsbeth Cornelis.

* 1645, 8-3: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.84 fol. 299 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 08-03-1645. Compareerde etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede. Ter eenre. Ende Sr. Job aertsz Welbooren daersvan vant lant was deser won. in Strijen. Ter andere Zijde. Ende Verclaerde sij Compten: metten anderen overcomen, verdragen etc., te hebben bij forme van Mangelinge ofte coop, over de naergenoemde pertijen van Landen henlúijden elcx respective toebehoorende. Te weten de voorn: van Eijssel sal aen de voorn: Welbooren leveren ende t sijnen believen opdragen etc., de nombre van 9 mergen 126 roeren weijlants gelegen int lant van Esch inde derde Cavel, belent ten noorden de tweede Cavel, ten oosten de gemeenlants wech, ten súijden de gemeene lants vliet ende ten deele den voorn: van Eijssel, met lijsbet van Eijssel, ten westen de heer advocaet Mr. Adriaen vande Hoeck. Waer en tegen den voorn: Welbooren aenden voorsz: van Eijssel sal opdragen ende transporteren oock t sijnnen believen de nombre van 8½ mergen weijlants gelegen int outlant van Strijen, in 2 pertijen, te weten de 6 mrn: aende meúlenwech belent ten westen de heer Dijckgraeff Reijnier de Vos, ten noorden de gemeene Scheijdelff, ten oosten -.-.- ende ten Zúijde de voorsz: Meúlenwech. Ende de vordere 2½ mergen gelegen aenden bovenwech belent ten oosten Pr. Jan Joostensz, ten Zúijden ende Westen Adriaen Teúnisz Verweel ende ten noorden den voorsz: bovenwech. Etc., [Van Eijssel en Welbooren doen aan ruilverkaveling, mocht het land als het nagemeten is groter uitkomen dan aangegeven dan zal Welbooren een meerprijs van f 500.00 per mergen betalen aan Van Eijssel.]. w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel.

* 1645, 22-5: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.84 fol. 354 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 22-05-1645. [In deze akte staat beschreven dat Cornelis] als boeckhoúder van de húijsarmen der diaconie vande Dúijtsche gemeente etc. [geld uit een gift heeft ontvangen voor de kerk.]

* 1646, 10-4: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.85 fol. 78 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 10-04-1646. Compareerde etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede, den welcke verclaerde geconstitúeert etc., te hebben Sr. Hendrick Hendricksz Coopman tot Brúgge gevende den selven volcomen macht, aúthoriteijt ende speciael bevel omme úijt sijns Constitúants naeme etc., te vorderen reeckening ende bewijs ende reliqúa vanden mijnmeester vanden visse tot Brúgge voorsz: van 88 Salmen bij hem Comparant t'sedert den 05-02-1645 totten 11-04 daeraen volgende van hier derwaerts gesonden de pen: hem Comparant daervan comende te ontfangen qúitantie daervan te geven als dat behoort. Etc. [Cornelis wil voor de geleverde zalmen geld zien.] w.g. Cornelijs Evertse van Eijssel.

* 1646, 7-5: ORA Dordrecht inv. 775, f. 106v: verkoopt Lowijs Moleschot, burger van Dordrecht, aan Cornelis Evertsz. van Eijssel, burger van Dordrecht, 1/4 part in een huis, zijnde een zouthuis, staande in de Visstraat tussen het huis, waar uithangt het Vlies en het huis van Gerrit Goessensz.

* 1646, 3-10: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.85 fol. 202 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 03-10-1646. Compareerde etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede, den welcke verclaerde etc., machtich gemaakt te hebben etc., Sr. Willem van Borssele Coopman tot Amsterdam, etc., [uit naam van Cornelis moet Willem geld vorderen van] actien van f 10000:0:0 capitael als hij Comparant inde geoctroijeerde West Indische Compie. ter Cameren binnen Amsterdam voorsz: etc., heeft te ontfangen. Etc., w.g. Cornelijs Evertsz van Eijssel.

* 1646, 12-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.85 fol. 347 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 12-12-1646. Compareerde etc., Hendrick Joosten vander Beeck, Pieter Jansz Kalraet ende Servais van Oyen alle borgers deser Stede, de welcke ter Instantie ende ten versoecke van Jan Both Viscooper mede borger deser Stede, gesamentlijck hebben geattesteert, getúijcht ende verclaert bij Waere Christelijcke woorden etc. Hoe dat hen Compten: alsnoch seer wel bekent ende Indachtich is, dat sijlúijden opt Stadthúijs op te wacht sijnde des nachts tússchen woensdach ende donderdach den 14de ende 15de november voorleden gehoort hebben dat Monsr. Cornelis van Someren haeren Vendrich jegens den reqt. verhaelt heeft, int' bijwesen ende aenhooren van hen Compten: ende andere vande Wacht, hoe dat hij des maendachs daer te vooren voorden afslach gehadt hadde van Corn: Evertsz van Eijssel won. inde Nieijsst., eenen Cabbelliaú ende dat hij daer voor f 4:0:0 aen hem betaelt hadde. Verhaelende mede dat het een púick visch was ende henlúijden wel gesmaeckt hadde opte reijse. Verclaerende mede dat den voorn: van Zomeren mede verhaelde dat Lovijs Molenschodt den voorsz: Cabbelliaú hem f 5:10:0 gelooft hadde ende úijteindelijck op f 4:0:0 was geaccordeert. Etc. w.g. Henderijck Vander Beeck. Pieter jansen Calraet.

* 1648, 10-9: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.87 fol. 276 [not. J. Schoormans] vermeldt: [Testament] Op Húijden den 16-09-1648. Compareerde etc., Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede etc. gesont van Lichame etc. Dewelcke verclaerde om sonderlinge goede rederen ende confideratien hem hiertoe porrende ende bewegende, úijt sijnne vrijen onbedwongen wille, liberalijcken toegevoecht ende bewesen te hebben etc., aen sijnne 3 kinderen geprocúreert bij Joffr. Adriana van Gesel sijnne Jegenwoordige húijsvroúwe. Elcx de somme van f 2000:0:0 maeckende voor haer drijen, f 6000:0:0 ende dat boven ende behalven de f 9000:0:0 daer inne de voorn: sijnne húijsfroúw volgens haeren Testamente op húijden etc., gepasseert heeft. Welcke voorsz: f 2000:0:0 hij aen elck der voorn: sijnne kinderen belooft heeft súlcx hij belooft mist desen aende selve elcx úittereijcken ende te betaelen etc., [Cornelis stelt dat als hij overl. is alles zo als beschreven aan zijn kinderen moet worden uitgekeerd.]. w.g. Cornelijs Evertsz van Eijssel.

* 1648, 16-9: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.87 fol. 277 [not. J. Schoormans] vermeldt: [Testament] Op Húijden den 16-09-1648. Compareerde etc., d' eerbare Joffr. Adriana van Gesel húijsvroúw van Sr. Corn: Evertsz van Eijssel Coopman borger deser Stede etc., sieck in den stoel sittende, doch haer verstant etc. [Adriana stelt dat Cornelis de eenige erfgenaam is. Hij mag met de goederen naar eigen goeddunken doen.] haeren man [zal] schúldich ende gehoúden wesen de 3 kinderen die hij bij haer Testarice geprocúreert heeft te alimenteren ende onderhoúden in eeten, drincken, Cleedinge ende reedinge etc., te betaelen de somme van f 9000:0: etc. ende daer en boven haer Testatrices 2 paer goúden braseletten ende haer hartringsken, noch 1 goúden naelt, noch 1 púnt van een diamenring etc.,[Adriana vermaakt deze goederen aan haar 3 kinderen. Als voogden stelt zij aan] den voorn: haeren man ende daer beneffens Daniel Jorisz Oosterbaen borger tot Schiedam, ende Jacob Vosmaer Coopman tot Rotterdam haeren swaegers etc. Noch verclaerde sij Testatrice te legateren aen Marija van Gesel, haer broeder Jacob van Gesel sdochter daerover sij Compte: metere is, tot een pilgifte de somme van f 50:0:0 eens. Noch aende húijsarmen staende onder de bedieninge vande diaconie vande Dúijse gemeente binnen deser Stede de somme van f 100:0:0 eens. Ende van noch aen Grietie Doortrie haer Testatrices nicht won. tot Schiedam de somme van f 25:0:0 eens. w.g. Adrijana van Gesel.

* 1648, 17-10: DTB Dordrecht begraafboek invnr 11.38, fol: den XVIIe een baer voor de huijsvrouw van Cornelis Evertsz van Eijssel bij de Pelsebrugh. Vijer mael luijens

* 1649, 17-10: DTB Dordrecht ondertr invnr 11.20-40v: Cornelis Evertsen van Eijssel Coopman, Wed:r, wonende bij de Pelse bruggh – met Jffrou Adriana van Casteren Francoisdr, jongedochter, woonende bij de wijnbrugghbeide van Dordrecht. Zijn getrout den 2 Novemb 1649

* 1650, 1-3: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.89 fol. 134 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 01-03-1650. Soo hebbe ick onderschr: Nots: Ten versoecke van Sr. Teún Schúl Coopman binnen deser Stede, mij mette naer genoemde getúijgen getransproteert ten húijse van Sr. Corn: Evertssz van Eijssel mede Coopman binnen deser Stede etc., als getroíwt hebbende Joffr. Adriana van Casteren. Ende den Sr . van Eijssel geinstrúeert ende bekent gemaeckt hoe dat int verwúlssel vanden kelder vant húijs dat voorsz: Schúl bewoont, eenige reeten off scheúren sich openbaeren, waerúijt hij ende veele andere lúijden, hen des verstaende oordeelen, t' selve in vreese te staen van intestorten, ende een groot ongelúck ende schade te veroorsaecken t' welcke tijdelijcke ende sonder langer úijtstel diende verhoet, ende met voorsichtichheijt versorcht behoorende te werden. Waertoe den voorsz: van Eijssel versocht hebbe, sonder úijtstel ordre te willen stellen. Waeromme ick door last als vooren, geprostesteert hebbe etc., jegens de voorn: Sr. van Eijssel inne voorsz: qúaliteijt, ende allen anderen dient aengaen soúde mogen, van alle costen, schaden, intrest en ongemacken ende ongelúck die hier van soúde mogen comen te vallen ende hem prostestant off de sijne wedervaeren. Omme allen t' selve aen hem off anderen dient aengaen soúde mogen te verhaelen, met al súlcken recht ende soodanich als hij te raede vinden sal. Waerop de voorn: Sr. van Eijssel te antwoort gaff. Dat de voorn: Sr. Schúl t'voorsz: húijs gehúijrt hadde, soo als het staet, ende t' gene doort afbreecken vanden húijsen vande Ed: heere van Barendrecht soúde mogen openbaeren hij niet ende conde beteren, maer dat t selve bij den heere van Barendrecht gedaen ende voorsien mosten werden. Begerende in geene Costen, Schaden, Intresten off ongemacken gehoúden te sijn ontslaende den voorsz: Schúl van nú af aen vande húijre vant voorsz: húijs indien hij daer úijt belieft te verstrecken ende tot sijn perijckel daer inne niet gesint is te blijven. Ende soo hij meijnt eenige actie van protest te hebben dat hij de selve Jegens de voorn: heere van Barendrecht moste Instrúeeren etc.

* 1651, 26-10: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.90 fol. 337 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 26-10-1651. Compareerden etc., Srs. Cornelis Wens, Capteijn Lowijs van Molenschodt, Capteijn, Corn: Evertsz: van Eijssel, Capteijn, Geerardt van Dúijnen ende Capteijn Schrevels Evertsz van Eijssel. Dewelkce verclaerde ende bekenden metten anderen in Compagnie te wesen int pachten vanden 9de pennick van Zalm en Steúr ende vissserijen. Van welcken pacht vanden 9de pen: ende visserie den voorsz: Schrevels Evertsz van Eijssel bekome noch schúldich te sijn. Eerst over de 9de pen: van Zalm ende Steúr over Delft, Schiedam, Vlaardingen ende Den Hage een somme van f 4560:0:0 waerop betaelt is. Eerst bij Franchois de Brie een somme van f 1000:0:0, noch bij Elisabeth Everts van Eijssel gelijcke somme van f 1000:0:0. noch bij Corn: Everstsz van Eijssel gelijcke f 1000:0:0. Ende noch bij Capteijn Geerardt van Dúijnen met de Erffgenamen van Cornelia Everts van Eijssel sijn húijsvr. Zar. gelijcke somme van f 1000:0:0. Is samen f 4000:0:0. Daervan sijlúijden qúitantie hebben met actie nam Cossaút, soo dat daer moch resteert aent Comptoir te betaelen een somme van f 560:0:0. noch verclaerde ende bekende den voorsz: Schrevel Evertsz van Eijssel schúldich te wesen over pachtinge vande visserije genaempt de Pelsaerts of de Cosiijntiens over den Jaeren 1650. eerst aende heer advocaet vande Meer als rentmr. vanden heer van Boverwaert een somme van f 2541:0:0 ende noch aen den heer Goúnaer de somme van f 825:0:0 maeckt samen t'gene och rest te belaelen de somme van f 3926:0:0 etc., [waarvoor de anderen borg staan voor de schuld worden obliagties uitgegeven, gekocht door de anderen.] w.g. Cornelis Wens, Lowijs van Molenschodt, Cornelis Evertss van Eijssel, Gerijt van Dúijnen.

* 1651, 17-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.90 fol. 368 [not. J. Schoormans] vermeldt: [Testament] Op Húijden den 17-12-1651 Compareerde etc., Joffroúw Adriana van Casteren húijsvr. van Sr. Corn: Evertsz van Eijssel, gesont van lichaeme etc. Verclaerde gelegateert ende gemaeckt te hebben etc., aende voorn: haeren man 1 paerle snoer. Ende in allen ende ijegelijcke vordere goederen soo roerende etc., [Adriana stelt dat haar kind of kinderen universeel erfgename(n) is of zullen zijn. Als er geen kinderen inleven zijn dan stelt zij] Anna Maria de Namúr haere sústers Dochters, onder expresse Conditiën, etc., [als Anna overl. is maakt Adriana tot erfgenaam de kinderen van] de heer Mr. Jacob vanden Eijck haeren Oom Zar., voor d' een helft. Ende op haere naeste vrienden ende erffgen: van haere Vaderssijde voorde andere helft, etc., [Adriana bepaalt dat aan haar man of zijn kinderen f 10000.00 betaald moet worden]. Ende noch aen t' kint van Willem vande Roer ende Catharijna vanden Eijck haer nichte genaempt Jacob vande Roer tot een gedachtenisse de somme van f 100:0:0 etc. [Adriana stelt als voogden aan] den voorn: Sr. Corn: Evertsz van Eijssel haeren man ende d' Heer Jacob van Casteren haeren neeff won. tot S'Hertogenbosch, met last ende macht etc., [de weesmeester worden niet uitgesloten]. w.g. Aderiana van ijsel.

* 1652, 8-1: ORA 778, f. 79v: Cornelis Evertsz. van Eijssel, achtraad van Dordrecht, verkoopt aan Thielman Abrahamsz. Zeebergen, burger van Dordrecht, een huis op de hoek van de Tolbrugstraat Landzijde tussen het huis van de erfgenamen van Jacob van de Poel en Tanneken Wagenaers en de Tolbrugstraat, niet anders belast dan met een losrente van 6 gl. 5 st., die Cornelis Roelantsz. Schouw daarop sprekende heeft. Waarborg: Evert van Wesel, burger van Dordrecht.

* 1652, 6-2: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.90 fol. 395 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 06-02-1652.

Compareerden etc., Srs. Arent Jansz van Demt, oút 73 Jaeren, Geerard van dúijnen, oút 51 Jaeren, Laúrens van dúijnen, Oút 52 Jaeren, Arijen Aeldertsz van Bommel, oút 51 Jaeren, ende Johannes van Eijssel Oút 36 Jaeren, alle vercoopers ende gewesen deeckens vant Vischcoopersgilde binnen deser Stede, de welkce verclaerde ter Instantie ende ten versoecke van de Heer Corn: van Eijssel Thesaúrier deser voorn: Stede, als Schoút vanden Vischmarckt, gesamentlijck hebben geattesteert, getúijcht ende verclaert, bij waere Christilijcke woorden in plaetse van Eede, hoe dat haer Compten: seer welbekent is, dat den Heere reqt. inde voorn: qúalitijt als Schoút van de Vischmart, ende sijnne voorsaten int'selve ampt, soo lange sij Compten:, elcx int Gilde, ende in bedienige vant'sleve geweerst sijn, altijts geobserveert, ende gebrúijckt is, dat den Schoút vande Vischmart ontboden in alle vergaderingen vant' voorsz: Gilde soo ordinaris als Extraordinair, soo wel Generaele vergaderingen, als lúijden ende deeckens, off van deeckens ende achtenmannen. Ende dat den Schoút altijt voorsz: vergaderingen, de penn: gepacht ende alle omvragen heeft gedaen, sonder daaer tegen ooijt eenige oppositie ofte te spraecken, bijde deeckens, achtmannen ofte gemeene Gildebroeders, is geschiet. Eijndende Heermede Haere depositie etc. Accord[eer]t.

* 1652, 10-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.114 fol. 465 [not. J. Reijns] vermeldt: Op Húijden den 10-12-1652. Compareerde etc.: overlúijders gilt ende deeckens als nametlijck Steven adriaensse Schen ende Arendt jansen van Demt overlúijder Cornelis Evertszn. van Eijssel Schoút.

* 1653, 29-3: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.91 fol. 105 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 29-03-1653. Compareerde etc., Srs. Cornelis Evertsz van Eijssel ende Geerardt van Dúijnen, voor haer selven als haere mede standers, Ter eenre. Dirck Poúwelsz, Pieter Jansz, Arijen Jansz Visser, Pieter Arijensz ende Teúnis Jansz, Willem Cornelisz aelder, Corn: Cornelis, Arijen Jansz soo voor haer selven etc., Ter andere Zijde. Ende verclaerden sij Comparenten metten anderen overcomen, verdragen ende geaccordeert te wesen, etc., nopende het bevisschen van de Stadt Dordrechts ende Schútterijen, Visscherijen. Inde Riviere vande Merwede indier voegen ende manieren hier naer volgende. Te weeten, dat de voorn: Vissers de voorsz: Visscherijen bevisschen súllen op al súlcken Conditiën als d' heeren vúijtgevers bevoorwaert hebben (3 alhijer gehoúden werden als offe geinfereert waeren) alleen met Segens ende vloúwen ene ander drijvent want, ende voor de maende maert ende april alleen den steeck inde conditien gemelt etc., namentlijck met 2 Schúijten ende 2 Segens, doch indien bevonden wierde dat de 3de Schúijt ende Segen noodich waer, dat de Vissers de selve als dan mede soúden moeten gebrúijcken. Ende daer en boven noch soo veel Schúijten ende vloúwen ofte drijffwant om naer Salm, Steúr ofte Elft te visschen, als men als bevinden noodich te wesen tot meeste benefitie ende profeijt van de Visserijen etc., de Visschers tot haeren Costen súllen moeten besorgen etc. Gelijck sijlúijden mede gehoúden sijn ende aennemen bij desen, de Rivieren t haren Costen schoon te maecken ofte doen maecken dat met de selve beqúamelijck met de Segens, Vloúwen ende ander drúijvent want want, sonder verhinderinge sal comen gebrúijcken ende bevisschen etc., [zo lang het contract duurt, de verdere condities worden beschreven. De eerst genoemde vissers zullen] alle den Salm, Steúr ofte Elft door Godes Zegen aldaer gevangen werden, te leveren tot haeren Costen binnen dese Stadt Dordrecht aenden affslach opte penne ende verbeúrte als inde conditie mette de heeren vúijtgevenrs gemaeckt etc., [De verponding p.j. is] f 146:17:0 vandien. Ende 9 Salmen des Jaers voor de 3 Schútterijen etc., ofte f 4:0:0 tot keúre vande heeren Schútmeesters etc. w.g. Geeridt van Dúijnen.

* 1654, 31-10: [bron onduidelijk, betreft Huiseigenaren Dordrecht in de Houttuinen]: jonkheer Aurelius Augustinus en Theodorus Turcq, als mede-erfgenamen van Aletta van Beverwijck, weduwe van Dominicus Boot, verkopen aan Guilliam Claesz.Weijkmans, glasmaker en burger van Dordrecht, een huis in de TSL, staande tussen Cornelis Evertsz. van Eijssel, achtraad van Dordrecht, en de Gevulde Gracht. De koper is schuldig aan Elisabeth van Deuren. Borg: Hendrik Jansz. Lou, haakmaker en burger van Dordrecht.

* 1655, 3-11: Stadsarchief Rotterdam, NA nots J. Delphius [invnr 18 akte 137, pg. 404-407]: Jannetgen Goverts van Gesel, weduwe van Jan Rom, wonend op de Nieuwe Haeven, ziek te bedde, benoemt de kinderen van haar broers en zussen tot erfgenamen. De ouders zullen totdat die kinderen trouwen het vruchtgebruik genieten. “Doch met reguarde alleen van de kinderen van haar overleden zuster Adriana van Gesel verwekt op Cornelis Evertsz van Eijssel van Dordrecht, is haar expresse begeerte dat hun vader geen usufruct aan rente van de goederen die die kinderen erven, zal mogen trekken”. Hun erfdeel zal dus door de voogden en administrateurs moeten worden beheerd, en de rente steeds op het kapitaal worden bijgeschreven. De gereformeerde kerk en het weeshuis van Rotterdam erven elk fl 100,-. Zij benoemt Cornelis van der Dussen, weesmeester te Schiedam [en man van Margareta Brassers], en Jacob Vosmaer, haar zwager, tot voogden en administrateurs. Zij prelegateert de Caffabonten mantel (jas) aan Janneken van Gesel, haar zus, gehuwd met Jacob Vosmaer, die zij van haar overleden zus Adriana heeft geërfd.

* 1656, 13-4: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.93 fol. 359 [not. J. Schoormans] vermeldt: [Testament] Op Húijden den 13-04-1656. Compareerden etc., d' Heer Corn: van Eijssel inden achten deser Stede, gesont van lichame, gaende ende staende verstant ende redenen hebbende. Verclaerde hij dat sijnen Zoon Johannes van Eijssel voldaen heeft sijnne moederlijcke goederen, ende begrootinge vandien. Waermede hij Testateúr wilt dat hij hem voor voldaen sal hoúden. Wijders verclaerde hij Testateúr aen sijnne 3 andere voorkinderen in voldoening van haer moeders goederen ende tot vergrootinge vandien elck bewesen ende gemaeckt te hebben súlcx hij doet bij desen het gene hiernaer volcht, omme naer sijnen overl. te genieten, indien hij Testateúr de selve off eenige vandien bij sijnen leven van haere moeders goederen niet ende voldoet als namentlijck. Eerst compt Marija van Eijssel voor haer moeders goet volgende desselfs Testament f 3200:0:0, waertoe hij Testateúr deselve noch maeckt f 1800:0:0 comt samen f 5000:0:0, in voldoeninge vant welcke hij Testateúr de selve sijnne dochter Maria van Eijssel maeckt ende bewijst 5 mergen lants int -.-. Strijen aenden nieúwenwech beneffens het lant van Sr. Sijmen Cornelisz de Vries ende daertoe aen gelde úijtte gereetste incomende pen: f 2000:0:0 is samen de f 5000:0:0. Baetris, Govert ende Marija de jongste sijne kinderen Comt elck voor haer moeders goet f 3000:0:0. Waertoe hij deselve elck maeckt om redenen hem daertoe bewegende f 2000:0:0 comt voor ijder f 5000:0:0, in voldoeninge vande welcke hij Testateúr de selve maeckt ende bewijst t' gene volcht, te weten Baetris van Eijssel een stúck lants groot 6 m[e]r[ge]n 190 roeden gelegen in nieúw bonaventúra naest het lant vande Heer Johan debbit Zar. sijnde selven weijde (die hem wel Cost f 750:0:0 den mrn:) voor f 700:0:0 den mergen. Is f 4400:0:0 ende daertoe f 600:0:0 aen gelde úijtte gereetste Incomende pen:. is samen f 5000:0:0. Govert van Eijssel de helft van 11 mergen lants gelegen int oúdelant van Strijen aende nieuwewech naest het lant vanden dijckgraeff Vos (twelcke hem Cost meer als f 675:0:0) tegen f 600:0:0 de mergen. Is f 3300:0:0 ende daertoe in gelde úijtte gereetste Incomen pen: f 1700:0:0 maeckt damen mede f 5000:0:0. Ende Maria van Eijssel de Jongste 7 mergen 400 roeden lant gelegen in Barendrecht inde Sijdewij. Dat hij Testateúr gecost heeft met boel vande Heer Coopmans Zar. (voor f 750:0:0 de mrn) tot f 600:0:0 de mrn: beloopt f 4600:0:0 ende daertoe f 400:0:0 etc., samen mede f 5000:0:0 begeerende dat alle de voorsz: sijnne kinderen de voorsz: goederen ende aengewesen pen: súllen trecken ende genieten in plaetse van Haere Moederlijcke goederen. Ende dat deselve daermede oock Contentement súllen moeten nemen. Wijders verclaert hij Testateúr dat alle sijnne kinderen voor Vaders goet eerst voor afgemeten ende trecken súllen elck f 5000:0:0 mede naer volgende gespecificeerde goederen ende partijen, als Eesrtelijck Johannes van Eijssel sijne Oústen Zoon sal hebben de portie ende gedeelde hem Testateúr Competerende inde ambachtsheerlijckheijt van Dúbbeldam (daerin den selve soo veele heeft als den Testateúr) ende dat voor de somme van f 4527:0:0 gelijck hem Testateúr de voorsz: sijne portie Cost ende noch 2 Húijsen inde Tollebrúghstraet samen voor f 700:0:0 maeckt f 5227:0:0. ende súlcx dat hij daer aen ten overen hebben een úijtkeren sal moeten aen sijnne súster Maria van Eijssel f 227:0:0. Maria van Eijssel sal hebben een stúck lants leggende inde Súijdthoeck bijde Klem sijnde schoon weijlant groot 6 mrn: 87 roeden etc. Noch eenen achtsten dach Zegen inde Leck voor f 500:0:0 soo die Jongst vercost is. [Maria net als iedereen f 5000.00.] Beatrcx van Eijssel sal hebben een stuck lants groot 5 mergen 393 roeden, gelegen in Nieúw bonaventúra naest het lant van Vander Hoeck, etc., [met rente brieven ook f 5000.00]. Govert van Eijssel sal hebben de weder helft vande 11 mrs weijlant int Oúdelandt van Strijen etc., noch sijns testatteúrs Vischstal etc., noch de helft vant' soúthúijs staende inde Vischstraet etc., [totaal ook f 5000.00]. Maria van Eijssel de Jongste sal hebben 5 mergen 60 roeden lants aenden meúlenwech int oúdelant van Strijen, achter belelt de erffgen: van Ena dircx Wed. was van Arnoúlt Cools, etc., [totaal ook f 5000.00]. Ende Adriana van Eijssel sal hebben een stúck weijlant gelegen int oúdelant van Strijen aende meúlenwech dat den Testateúr van Job Aertsz Welbooren heeft gehandelt sijnde púijcklant groot 6 mergen etc., [totaal ook f 5000.00]. Etc., [Cornelis stelt dat iedereeen gehouden is de goederen zoals hij heeft laten beschrijven te aanvaarden. Cornelis] prelegateert ende voorúijt gemaeckt te hebben etc., aen sijnen oútsten Zoon Johannes van Eijssel sijnen Wapenrinck, ende [h]oorlogie, ende aen Govert van Eijssel sijne Jongsten Zoon alle de mantels ende rocken tot sijns Testateúrs lijve behoorende. Ende de vordere sijns Testateúrs Cleederen van linnen ende wollen aende voorn: sijns Testateúrs beijde Zoonen omme onder henlúijden te parten ende deelen. Ende noch verclaerde hij Testateúr gelegateert etc., aen de húijsarmen staende onder de bedieninge vande diaconie vande Nederlantsche gemeente binnen deser Stede, 2 ordomantien vande gecomitteerde raden ter admiraliteijt binnen Rotterdam gegeven op haeren ontfanger generael Johan van IJck. Inhoúdende f 350:0:0 etc. [Cornelis stelt nu als voogden aan] Srs. Johannes van Eijssel sijnen Zoon ende Rochús van Wesel sijnen neef, [zoon van zijn zuster Elisabeth] ende de selve sijnen Soon bevelende de administratie van sijns Testateúrs naer te laten goederen etc., [te regelen]. w.g. Cornelijs van Eijssel.

* 1660, 15-3: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.95 fol. 222 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 15-03-1660 Compareerden etc., d'Heere Corn: van Eijssel Thesaúrier van de reparatien deser Stede, ende Sr. Johannes van Eijssel Coopman, [zijn zoon] borger der selver Stede. Ende verclaerden henlúijden tesamen ende elck een vooral als pricipael geconstitúeert ende gestelt te hebben, als borgen voor Sr. Geerardt van Dúijnen [de man van Cornelia van Eijssel] mede coopman ende borger deser voorsz: Stede. Ende dat voor de voldoeningen ende betaelinge van alsúlcken Voornvisch als sij ofte ijemant van sijndert wegen daertoe van hen, ordre ende last hebbende in desen Jaere 1660, opten affslach tot Geertruijdenberge sal Coopen ofte doen Coopen. Beloven sij compten: tsamen ende elkc een vooral, bij gebreecke van voorn: den Sr. van Duijnen, de belooffde pen: selven ten verschijndage te súllen voldoen ende betaelen tot dien eijnde gerenúnchieert hebbende etc. w.g. Cornelijs van Eijssel, Johannis van Eijssel.

* 1662, 28-10: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.96 fol. 268 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 28-10-1662 Compareerden etc., Joffroúw Adriana van Casteren Húijsvr. vande Heer Cornelis van Eijssel Thesaurier deser Stede, sieckelijk sijnde doch gaende en staende etc., [Adriana is met Cornelis op huwelijkse voorwaarden getrouwd (worden niet vermeldt) zij legateert aan] Joffvr. Anna Marija de Namúr [de vrouw van Govert van Eijssel] haere nichte een eerlijck roú[w]cleet ter discretie vanden voorn: haeren man. Ende in alle ende gelijcke de verdere haere naer te laten goederen etc., [Adriana maakt tot universele erfgenaam] haeren voorn: lieven man d' heer Cornelis van Eijssel etc., [Cornelis krijgen de rechten over de boedel en zal gehouden] wesen haerlúijden beijder dochter Adriana van Eijssel te alimeteren ende onderhoúden etc., aen de selve haere dochter voor haere moederlijcke goederen úijttereijcken ende betaelen de somme van f 7000:0:0. in welcke voorsz: alimentatie ende daer en boven haere Testatrices Cleederen van linnen ende wollen sijde off andere stoffen etc., [als voogden over Adriana worden gesteld Cornelis en Johannes van Eijssel haar man en zwager. Mocht Adriana komen te overl. dan gaat haar deel naar de voorkinderen van Cornelis, ieder krijgt f 6000,00 en ook aan haar nicht] Joffvr Johanna Maria de Namúr. Etc. w.g. aderiana van casteren.

* 1662, 28-10: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.96 fol. 269 [not. J. Schoormans] vermeldt: Op Húijden den 28-10-1662 Compareerden etc., D' Heer Cornelis van Eijssel Thesaúrier deser Stede. Ende verclaerde tot voochdessen ende voocht over sijn onmondich dochterken, bij hem geprocúreet aen Joffroúw Adriana van Casseteren sijnne Jegenwoordigen Húijsvroúwe genommineert etc., te hebben, súlcx hij doet bij desen de voorsz: sijner húijsvrouwe ende Sr. Johannes van Eijssel sijnnen als mede den selven sijnnen Zoon als voocht over sijne andere onmondige kinderen etc., met macht omme bij overl. van ijemant van henlúijden, dat den langstlevenden, vandien vermogen sal een off meer geqúame persoonen neffens haer off hem te kiesen, etc., [deze voogden zullen aan] de weesmeesters deser Stede [een inventaris moeten leveren, die zij geven aan Adriana en Cornelis]. w.g. Cornelijs van eijssel.

* 1670, 12-6: Stadsarchief Rotterdam, N.A. nots A. Kieboom [807 akte 293, blz 409 – niet digitaal beschikbaar]: Maerten de Longe, gehuwd met Hillegont van Eijssel, Maria Joncktijs, weduwe van Evert van Eijssel, dochter, zoon en erfgenamen van Schrevel van Eijssel en Godefrida de Bije, machtigen Maria Joncktijs, wonende te Dordrecht, om van Cornelis van Eijssel, wonende te Dordrecht, de jaarlijkse lijfrente van 100 gulden op naam van Godefrida de Bije en Hubertus de Bije op te eisen. [akte niet ingezien]

* 1674, 27-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.124 fol. 285 [not. G. de Jager jr.] vermeldt: [Testament]. Op Húijden den 27-12-1674. Compareerde etc., d'heer Cornelis van Eijssel Oút Thesaúrier deser Stede. Dewelcke etc., verclaert ende gelegateert bij dese aen sijne húijsvroúw Júffroúw Agatha van Dongen de somme van fl 250:0:0 jaarlijx soo lange sij leeft tot haar onderhoút te betalen alle 6 mnd. de gerechte helfte van dien sonder dat sijne erfgenamen daar aen súllen mogen corten, ofte compenseren soodaninge somme van penningen als sij nú aan den heer comparant schúldig is etc., [Cornelis stelt dat de kosten bij Aechtgen bij het huwelijk meebracht op huw. voorwaarden zijn genoteerd]. Voorts prelegateert den heer comparant aen Maria Codeús, sijne dochter, 1 mergen ende 155 roeden Schoon weijlant gelegen in de klem, nú in húire geldende fl 40:0:0 den hoop jaarlijx des soo sal deselve sijne dochter Maria Codeús gehoúden sijn úijt te keeren aen sijne dochter Maria van Breedenhoff d'som: van f 300:0:0 welcke hij des gelijx aen den selve Maria Breedenhoff prelegateert bij desen. Noch prelegateert hij testateúr aen sijnen Sone Johannes van Eijssel sijne testateúrs sack=hologie. Noch etc., aen sijne Soon Govert van Eijssel 1/12 part in de Zegevisserije aen den Engel ende ¼ part in het schip In de Zege. Legateerde noch aen sijne dochter Adriana van Eijssel sekere 5 mergen 300 roeden lants gelegen int Oúde lant van Strien [Strijen] aen den Molenweg naast andre 11 mergen etc., om den bij deselve sijne dochter Adriana de voorsz: 5 mergen 300 roeren lants genoten te hebben in vollen vrijen eijgendom, boven haar moederlijcke erffenisse dewelcke is de somme van f 7000:0:0. Ende dit tot egalisatie van soodanige f 2000:0:0 als hij testateúr aen elx van sijne gehúwelijckte kinderen boven hare moederlijcke goederen ten húwelijcke heeft gegeven ende becostigt. Item legateerde hij testateúr noch aen den húijsarmen van de Dúijste gemeijnte binnen deser Stede de somme van f 300:0:0 die betaelt súllen moeten werden 6 mnd. naar sijns heere Comparants overl. Voorts verclaarde den heere testateúr om pregnante redenen hem daar toe bewegende, sijne sone Johannes van Eijssel tot sijn erfgenaam gemaackt, gesetlt ende geinstitúeert te hebben bij desen alleenelijck maar inde legitime portie hem naar rechten in sijns testareúrs goederen competerende aen welcke ligitime portie oock gecompenseert ende súlx daar van afgetrocken súllen werden alle tgúnt hij aen heere testateúr bevonden sal werden schúldig te sijn. Dog in alle sijne testateúrs verdre naartelaten goederen ende erffenisse daarinne verclaarden den heere testateúr te maken, te stellen, ende te institúeren bij deses tot úniversele erfgenamen zijne kinderen Maria van Breedenhof, Beatrix de Vries, Govert van Eijssel, Maria Codeús, ende Adriana van Eijssel etc., [de kinderen mogen vrij doen met de nalatenschap. Cornelis stelt tot voogd aan] Govert van Eijssel te weten tot administrerende voocht en execúteúr ende sijn schoonsoon Sr. Mattheús Codeús tot toesiensde voocht en execúteúr etc. w.g. Cornelijs van Eijssel.

* 1676, 14-2: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.186 fol 23 [Nots J. Melanen]: "Govert van Eijsel in den outrade deser stede ende Sr. Simon van Duijnen, borger deser voorsz Stede [stellen zich borg] voor d'heer Thesaurier Cornelis Evertsz van Eijsel ende Sr Laurens van Duijnen ende dat voor sodanige salm, steur, en elff als gedurende dese loopende pacht off termijn sullen doen of laten incoopen aen den affslagh tot Geertruijdenberch door Anna Wouters aldaer wonende opten naam van Duijnen ende Eijsel [etc]. [w.g.] GV Eissel; Cornelijs van Eijssel; Laurens van Duijnen; Sijmon van Duijne; nots en get. [Er is een nagenoeg gelijkluidende akte van 7-6-1674, NA 20.185 fol 64 en van 12-7-1673, NA 20.184 fol 255 en van 21-3-1672, NA 20.184 fol 55 en 27-4-1671, NA 20.183 fol 221]

* 1677, 1-4: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel archief 20.125 fol. 31 [not. G. de Jager jr.] vermeldt: [Testament]. Op Húijden den 01-04-1677. Compareerde etc., d heer Cornelis van Eijssel Oút thesaúrier deser Stede. Etc. [Cornelis legateert aan] sijn húijsvroú Júffroúw Ahatha van Dongen de somme van f 250:0:0 etc., [hij legateert aan zijn dochters en zonen, zie ook 20.124 fol. 285 en 20.126 fol. 92]. w.g. Cornelijs van Eijssel

* 1679, 19-7: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.126 fol. 92 [not. G. de Jager jr.] vermeldt: [Testament]. Op Húijden den 19-07-1679. Compareerde etc., d'heer Cornelis van Eijssel Oút t'hesaúrier deser Stede, etc. Soo verclaerden hij Heere Testateúr gelegateert te hebben aen sijne Húijsvroúw Júffroúwe Agata van Dongen de somme van f 150:0:0 jaarlijx soo lange sij leeft tot haar onderhoút te betalen alle 6 mnd. de gerechte helfte vandien. Sonder dat sijne Erffgenamen daar aen súllen vermogen t' corten, ofte compenseren soo daninge somme van penningen als sij nú aan den heere Comparant schúldigh is, ende noch schúldigh werden sal, úijt saecke sijne húijsvr. aen hem testateúr niet en heeft betaelt, ende bij langer continúatie vande qúade fortúne hare goederen overgecomen niet connen betalen f 250:0:0 Jaerlijx voor hare mont costen ingevolge van haer=lúijder húwelijckse voorwaerden in dato 05-01-1665 etc., ten ware sijne húijsvroúw wederom qúame tot soodaninge goede fortúne dat sij sonder verminderinge ende preindicie vande gelegateerde f 150:0:0 s'Jaers úijt haere eijgen goederen conde betalen, doch sijns Testateúrs Expresse wil ende meijninge is dat indien sijne voorsz: húijsvroúwe kiest ende aenvaert het gerechte vant voorsz: legaet van f 150:0:0 's Jaers, dat in súlcken gevalle sijn húijsvroúwe ofte hare Erffgenamen tot geredertijt súllen vermogen te Eijsschen ofte te pretenderen soodaningen somme van f 2000:0:0 als sij bij húwelijcksen voorwaerden úijt sijne goederen heeft bedongen, ende oft gebeúrde dat sijns testateúrs meegemelte húijsvroúwe qúame te verwerpen ende te repúdieren het legate van f 150:0:0 s Jaers en te kiesen f 2000:0:0 bij húwelijckse voorwaerden bedongen, soo wilt ende begeert hij testateúr Expresselijck dat aen den Selve f 2000:0:0 gecort súllen werden het gúnt sijne húijsvroúwe aen hem schúldigh is ende werden sal, úijt sacke sij Jaerlijcx niet betaelt eb heeft f 250:0:0 volgens húwelijckse voor waerden. Gelijck sijns testateúrs voorn: húijsvroú oock in allen gevallen gehoúden blijft aen hem testateúr te restitúeren den Diamant Rinck waerdig 100 Rijkdaelders in een testament boeck met goúden sloten bij hem onder anderen aen haer tot een morgen hare gegeven en bij haar welkom vercost aen hem testateúr etc.

Item prelegateert den selve Comparant aen sijne dochter júffroú Maria Codeús [de 1 mergen ende 155 roeden Schoon weijlant gelegen in de klem, wordt niet meer genoemd] d'somme van f 500:0:0, item aen sijne dochter Maria van Breedenhoff de somme van f 300:0:0 etc., [Cornelis stelt dat wat de kinderen bij huwelijk hebben gekregen niet tot de erfenis behoort maar het meerdere uit de erfenis moet betalen aan de belasting, er wordt herhaald wat ieder krijgt zie voorgaande ona 20.124 fol. 285. Verder noteer ik alleen wat extra wordt beschreven] Prelegateert noch aen sijne dochter Júffroú Adriana van Eijssel den diamant rinck ende testament boeck met goúde sloten hier boven gemelt, welcke de beijde d'selve sijne dochter aenstonts naar sijn overl. sal genieten ende ontfangen, gelijck hij oock aen haar is prelegateerde het paerle=snoer het welcke hij haar albereijts heeft ter hande gestelt. Item legateert [Cornelis] aen de húijsarmen van de dúijste gemeijnte f 100:0:0 etc. Voorts heeft hij de naargelaten kinderen van sijnen overl. sone Johannes van Eijssel salr. tot sijne erfgenamen geinstitúeert, in een somme van f 5000:0:0, waar van afgetrocken ende súlx daar aen gecort sal werden een somme van f 2500:0:0 te weten f 2000:0:0 Capitaels betaelt over 3 Jaren aen de wed. betaelt. Item noch f 200:0:0 voor de selve sijne sone aen mevroúw vander Mijl betaelt, makende samen f 2500:0:0. Etc., [Cornelis maakt nu zijn 5 kinderen tot erfgenaam] Júffroúw Maria van Breedenhoff, Beatrix Rijckers, de heer Govert van Eijssel, Maria Codeús ende Adriana van Eijssel etc., [Cornelis maakt tot voogden] van sijne onmondige ergenamen d'heer Govert van Eijssel. Mattheús Codeús ende Thomas Rijckers sijne tetstaeúrs soon en schoonsonen etc. w.g. Cornelijs van Eijsel.


kind 1: Johannes van Eijssel

* 1654, 13-7: Stadsarchief Rotterdam, NA nots J. Delphius [358 akte 230, p. 653]: Johannes van Eissel, coorncooper te Dordrecht, en zijn vrouw, Johanna van Weesel, benoemen elkaar tot erfgenaam. Zij legateert aan haar broer en zusters, Rocus, Maria en Agata van Weesel, gezamenlijk 9000 gulden, gekomen uit de goederen van haar moeder, Elisabeth van Weesel. Hij legateert aan Maijken, Govert, Beatricx, Maria en Adrijana van Eijssel, zijn half-broer en zusters, ieder 1000 gulden.

* 1658, 27-4: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.113 fol 146 [not. A. Muijs van Holij] vermeldt: Op Húijden den 27-04-1658. Compareerde Aeltgen Poúwelsdr. Stadtsvroetmoeder oút ontrent 48 Jaeren húijsvroúwe van Michiel de Vos Mr. Cleermar. Ende verclaerde sij Comparante ter Instantie ende versoecke van Sr. Jacob Rogiers borger deser Stede hoe dat bij haer getúijge inde maent van Janúarij des verleden Jaers 1657 sonder den perfecten dach onthoúden te hebbe tot haeren húijse gecomen is seeckere ongetrout Vroúwspersoon genaemt Cornelia gewesene diensmaecht van Sr. Johannes van Eijssel de welcke met haer getuijge in vrijheijt op haere kamer gegaen sijnde qúijt geworden is, eenich geconcipieert bloot wesende het beginsel van een vrucht ofte kinder waer op bij getuijge inpresentie van haeren voorsz: man Gij er mede Comparerende de voorsz: Cornelia gevraecht heeft met wien sij vleeselijck geconverseert hadde. Ende wie Indien de voorsz: vrúcht intgeheel ende voldragen was geweest daer oft Vader soúde geweest sijn. Waer op sij Comaprante te samen verclaerden dat de voorsz: vrouwspersoon seijde dat het een Maeckelaersknecht was. Maer dat men het krijgen soude, alsoo hij anders haer noijt en soúde willen trouwen. Eijnde in de etc. w.g. Michiel de Vos, Aelten Pouwels.

* 1658, 3-10: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.178 fol 418 [Nots Johannes Melanen]: Johannes van Eijssel, koopman, leent fl 3000,- van Adriana Cornelisdr tegen 4,1% rente. Als borg treedt op zijn vader, Cornelis Evertsz van Eijssel, Thesaurier van de reparatiën deser Stadt. De akte wordt ondertekend o.a. door Govert van Eijssel als getuige (met een prachtig handschrift).

* 1661, 1-2: ONA Dordrecht inv. 120, f. 166: Johannes van Eijssel en Geerard Baen, kooplieden te Dordrecht, verkopen aan Arien Scheij meester steenhouwer een huis op de hoek van de Wijnstraat [Grotekerksbuurt] bij de Grote Kerk voor 2450 gl.

* 1675, 1-11: ONA Dordrecht inv. 185, f. 428 e.v.: verkoopt kapitein Johannes van Eijssel, koopman en burger van Dordrecht, voor 6400 gl. aan Pieter de Wacker, koopman en burger van Dordrecht, een huis, vanouds genaamd "het Noortsen Ros", staande aan de Landzijde omtrent de Pelserbrug tussen het huis van de weduwe van Govert van der Velden en dat van Pieter de Haen.

* 1679, 4-7: Stadsarchief Dordrecht 10.27 Weesboek fol 257: extract uit zekere despositie van Johannes van Eijssel gepasseert voor Nots Arent van <?> op den 12 april 1679, waarin staat dat hij de weeskamer uitsluit, en waarin hij tot voogd over zijn nalatenschap en onmondige kinderen benoemt: Cor: van Eijssel, Govert van Eijssel, Gerard Baen en Govert van Wesel, zijn vader, broeder, zwager en behuwd neef.

* 1679, 26-5: Stadsarchief Dordrecht, begraafregister: "een swarte baer inden dwarsgang van de oude en de Nieuwe Breestraet voor Johannes van Eisel"

* 1680, 6-4: Stadsarchief Dordrecht, ORA 1627, fol. 108 e.v.: op 6 april 1680 verkopen Govert van Eijssel, lid van de Oudraad, Thomas Rijckert, koopman, en Mattheeus Codeus, veertigraad te Dordrecht, als executeurs-testamentair en erfgenamen van Cornelis van Eijssel, oud-thesaurier van Dordrecht, resp. hun vader en schoonvader, voor zichzelf en tevens vervangende hun mede-erfgenamen, voor 6600 gl. aan Martinus Paradijs, koopman te Dordrecht, een huis, vanouds genaamd "Mosis", met het pakhuis daarachter, staande in de Voorstraat omtrent de Pelserbrug tussen het huis van Cornelis van Dorsten en dat van Johannis van Bergen. Het pand komt aan de achterzijde met een gang uit op 's herenvest. De koper is schuldig aan verkopers een somma van 4000 gl.


kind 8: Govert van Eijssel

* 1679, 7-11: ORA Dordrecht inv. 1627, f. 71: verkopen Govert van Eijssel, lid van de Oudraad van Dordrecht, zoon van wijlen Cornelis van Eijssel, voor de helft, en dezelfde Govert van Eijssel, Gerard Baen en Govert van Wesel, als executeurs (samen met wijlen Cornelis van Eijssel) over de boedel van wijlen Johannes van Eijssel, voor de andere helft, voor 700 gl. aan Margareta van Dongen, laatst weduwe van Joost Braem, een huis of kelder met bovenwoning daartoe behorende, voorheen gebruikt als zouthuis, staande in de Visstraat tussen het huis van de koopster en het huis, genaamd "Sint Pieter", dat toebehoort aan de kinderen en erfgenamen van Jan Michielsz. Deijlman.

* 1690, 20-9: ORA Dordrecht inv. 1632, f. 117v e.v.: verklaart Jacobus van Tricht, mandenmaker en burger van Dordrecht, schuldig te zijn aan Geertruijt Francois een somma van 600 gl., verbindende de grutterij, genaamd "den Deen", die hij gekocht heeft van de weduwe van Otto de Bruijn, staande in de Heer Heymansuysstraat tussen het Koningshof en de weduwe van Otto de Bruijn aan de ene zijde en Daniël de Meij aan de andere, alsmede het huis, waarin hij woont, staande op de Groenmarkt tussen het huis van mevrouw Van Meeuwen en dat van Govert van Eijssel.

* 1690, 21-11: Stadsarchief Dordrecht, DTB begraven Grote Kerk: een baar voor de heer Govert van Eijssel uit de Oudraad, tegenover de Visbrug


kind 9: Maria van Eijssel

* 1670, 7-2: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.123 fol. 114 [not. G. de Jager jr.] vermeldt: [Testament].Op Húijden den 07-02-1670. Compareede etc., Sr. Mattheús Codeús apoteker borger deser Stede ende júff: Maria van Eijssel sijne húijsvroú de welcke etc., malcanderen te maken etc., tot eenige ende úniverseel erfgenaam in alle goederen etc., [de langstlevende mag met de goederen naar zin handelen en is voogd over de eventuele kinderen en bij volwassenheid] úijt te reijcken onder hen allen eens d somme van f 4000:0:0. etc. [Mary krijgt als Mattheus overl. f 3000,00 en Mattheus krijgt als Mary overl.f 1500,00 plus goederen en kleding en ] item alle hare ingebrachte júweelen van goút ende selver tharen lijve behoorende sonder dat daar onder verstaen werden eenichsints begrepen te sijn de 3 goúde ringen ende het snoer peerlen bij haar testatrice van hem testateúr tot een morgengave ontfangen. [Als Mary overl. voor Matheus overl. gaat het als volgt:] Ende wilt hij testateúr dat d'voorsz: f 3000:0:0 ende alle sijne kleederen, aen sijne naaste vrienden ende erfgenamen súllen werden gedistribueert etc., aen sijn testateúrs broeder Dirck Codeus de som: van f 1000:0:0 ende daar en boven noch alle sijne voorn: kleederen. Item aen sijne súster Maria Codeús gelijcke somme van f 1000:0:0. Voorts aen sijne súster Catharina Codeús d'somme van f 500:0:0. Ende laaststelijck aen sijne súster Janneken Codeús gelijcke som: van f 500:0:0 etc. w.g. Matheús Codeús, Marija van Eijssel.

* 1720, 22-5: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.823 akte 6 [not. J. Vechoven] vermeldt: Húúrcedúlle, húúrpen: onder de f 600:0:0. Op húijden den 22-05-1720, Compareerde etc., Júffroúw Maria van Eijssel, wed. van de Heer Mattheús Coddeús, in sijn Leven int' Collegie van Mannen van Veertigen der Stad Dordrecht ter eenre: ende den Eerwaerden Heer Johan Witteboll, bedienaer des Goddelijcken Woordts binnen dese Stad ter endere Zijde: dewelke verklaerde aenden anderen verhúúrt, ende gehúúrt te hebben, etc., een húijs ende Erve staende ende gelegen in de Wijnstraet deser Stad, belend den húijse van Arij Plomp Mr bakker ter eenre, ende den húijse toebehorende de Erffgenamen van mevroúw Colriús ter andere zijde, ende dat voor de tijd van 1 geheel Jaer, etc., den Heere húúrder belooft heeft Jaerlijcks een Zomma van f 250:0:0 te betaelen etc., [de huurconditie worden beschreven]. w.g. Joh. Witteboll, Maria van Eijssel wed. Coddeús.

* 1724, 22-12: Stadsarchief Dordrecht, Notarieel Archief 20.800 akte 108 fol. 551 [not. A. Cant] vermeldt: Testament onder kinderen de testateúrs gequotit. Op Huijden den 22-12-1724, Compareerde etc.: Júffroúw Maria van Eijssel, wed. van Zalr. d:Heer Mattheús Coddeús, in sijn Leven inden veertigen deser Stadt. Etc. [Mary vernietigt voorgaande testamenten en prelegateert] aen haar dogter, Júffroúw Adriana Coddeús, alle haar testatrices kleederen van Zijde, Linnen, Wollen en andere, mitsgaders alle de geschilderde familie=stúkken, geene úijtgesondert, etc. aen haaren Soon d:Heer Mattheús Coddeús, in den Veertgen deser Stadt, alle de gedrúkte en geschreve Boeken, gene geëximineert. Nogh verclaerde de testatrice te willen ende begeren bij desen, dat haare dogter en soon, etc., [alle] meúbilen, húijsraet, ende imboedel, alsmede porselainen, etc., kisten, kasten, koper en tin, etc., [erven. Wat Mary aan ieder van de kinderen al heeft gegeven is niet van toepassing op het testament. Wel legateert zij aan haar dochter Maria].een Somme van f 400:0:0, Jaerlijkx, etc., bij de voorn: haar testatrices oútste dogter en soon te samen etc., alle ½ Jaar de geregte helfte vandien ten somme van f 200:0:0 úijt te keeren etc., ende dat gedúrende het Leven vande selve júff. Maria Coddeús, etc., [dit geld krijgen de kinderen uitbetaald van de opbrengsten van de landerijen en huizen die moeder Mary heeft, enz. enz. Mary sluit de weesmeesters en weeskamer uit van de boedel]. w.g. Maria van Eijssel wed. Coddeús.


kind 12: Adriana van Eijssel

* 1696, 15-1: Stadsarchief Dordrecht, DTB ondertrouw fol. 150: De Heer en Mr. Pieter de Beaufort, wedr, out Burgermeester tot Hulst etc., met jonckvrouw Adriana van Eijssel, j.d., van Dordrecht. Den 2 febr getrouwt in Krimpen op de Leck volgens attestatie door Johan Jacob van Drunen geteijckent en door den Bruijdegom ingetrocken.

* 1699, 4-5: ORA Dordrecht inv. 1637, f. 48v: verklaren Pieter Beaufort, burgemeester van Hulst, en Johan van Herff, makelaar te Dordrecht, als procuratie hebbende van Adriana van Eijssel, de vrouw van voornoemde Pieter Beaufort, dat zij, Beaufort en zijn vrouw, schuldig zijn aan Hendrik Terwe, koopman te Dordrecht, een somma van 5000 gl., verbindende twee naast elkaar staande huizen op de Groenmarkt, staande schuin tegenover de Visbrug tussen het huis van juffrouw Toelemonde en het huis, dat wordt bewoond door Gijsbert Taaij.

* 1715, 2-5: ORA Dordrecht inv. 1646, f. 26v: verkopen mr. Lieve Ferdinand de Beaufort, schepen en raad van Tholen, als man van Maria van Beaufort, voor zichzelf en tevens vervangende mr. Hendrick van Beaufort, pensionaris van het Land van Vrie te Sluis, en Pieter Benjamin de Beaufort, burgemeester te Hulsterambacht, allen kinderen en erfgenamen van mr. Pieter de Beaufort, burgemeester te Hulst, als weduwnaar van Adriana van Eijssel, haar erfgenamen ex testamento, voor 2500 gl. aan Mattheus de Vries, boekdrukker en landmeter en Dordrecht, een huis in de Wijnstraat, dat door de koper wordt bewoond, staande naast het huis van de verkopers.

* 1719, 4-7: ORA Dordrecht inv. 1648, f. 129v: verkoopt Mattheus d'Vries, boekverkoper te Dordrecht, als procuratie hebbende van mr. Hendrik de Beaufort, pensionaris "vanden Ed. Collegie S lants van Vrije", volgens procuratie gepasseerd op 5 mei 1719 voor notaris F. de Meij te Sluis, en nog als procuratie hebbende van Pieter Benjamin de Beaufort, oud-burgemeester van Hulsterambacht, blijkens procuratie gepasseerd op 13 mei 1718 voor notaris A. Bake te Hulst, en nog als procuratie hebbende van mr. Lieven Ferdinandus de Beaufort, gecommitteerde raad van Zeeland, als man van Maria de Beaufort, volgens procuratie gepasseerd voor notaris J. Trersenier te Middelburg, allen kinderen en erfgenamen van mr. Pieter de Beaufort, burgemeester en ontvanger te Hulst, voor 4200 gl. aan Catharina van Bragt, weduwe van Adriaen Haagdijck een huis met pakhuis erachter, staande omtrent de Vleeshouwersstraat tussen het huis van de verkoper en dat van Jan Faesse.


openstaande vragen / discussie


Over Cornelis van Eijssel en Adriana van Gesel zijn notariële aktes in het stadsarchief van Rotterdam.

Er zijn voorts tal van aktes in Rotterdam over Evert van Eijssel, de man van Maria Jongtijts. Evert is kennelijk een neef van Cornelis Evertsz van Eijssel (zie ook de akte van 12-6-1670)