IX-25 Brandes, Johan Coenrad

Johann Conrad Brandes (IX-25)

alternatieve spelling: Johan Coenraad

ouders: (naar verluidt: Christoph Brandes en Anna Gelesia Bök)


geboren: Eisenach (Dld) 26-11-1701

gedoopt: (luthers)

overleden: [Den Haag] 27-3-1781

begraven: Den Haag 2-4-1781


beroep: hoofd van een school, kostschoolhouder (tot 1765)

woonplaats / adres: Den Haag (1742), Bodegraven (1742) (Brugstraat 5, 1747), Sassenheim (1766), Den Haag (Gerbrandstraatje, 1769-1781)


relatie (1): trouwt Bodegraven 21-10-1742


Maria Hoogeveen (IX-26)


ouders: Arij Willemsz Hogeveen en Appolonia Jansdr. Hercules


geboren: Delft

gedoopt: Delft 28-11-1708

overleden:

begraven: Bodegraven 10-1-1752


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2) trouwt Bodegraven 9-7-1752


Rose de Illens


ouders:


geboren: Zwitserland?

gedoopt:

overleden: [Den Haag?] na 31-7-1800

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Dordrecht (1752), Bodegraven, Sassenheim, 's-Gravenhage (1781)

weduwe van Guillaume Combij


kinderen:

Johann Conrad Brandes (1701-1781), tekening door Jan Brandes, privé bezit.

Jan Brandes (1743-1808), zelfportret uit 1786. Bron: bulletin Rijksmuseum

handtekeningen van Rose de Illens, la veuve Brandes; Gerrit Brouwer en Maria Brouwer geboren Brandes; Louise Keurenaar, geboren Brandes, en Henriette Brandes onder de akte van 2 sept. 1782

biografische aantekeningen


Johann Conraad Brandes trok om onduidelijke redenen begin 1742 van Eisenach naar Den Haag, waar hij als lid van de Lutherse kerk ingeschreven werd op 8-5-1742. Kort daarna verhuisde hij naar Bodegraven, werd binnen een paar maanden ouderling van de lutherse kerk, opende er een school en trouwde al op 21 oktober 1742 met Maria Hogeveen, dochter van de commies van ’s lands arsenaal te Delft. Hij koopt op 20-12-1747 Huis, erf en tuin nr 5 in de Brugstraat te Bodegraven. Hij verkoopt op 1-8-1765 de Franse School (Huis, erf en tuin met schoolmeubilair) huisnr 53 in Bodegraven voor fl 5.500,- aan Adriaan Gey. Brandes koopt vervolgens een dubbel huis in Sassenheim, en in 1769 een huis in het Gerbrandstraatje in Den Haag, waar hij met zijn gezin gaat wonen.


kind 1 Jan Brandes (1743-1808)

(bron: Bulletin van het Rijksmuseum 1986, ed. 2, p 67-81)

Jan Brandes studeerde theologie in Leiden en Greifswald, en werd in 1770 beroepen bij de Lutherse gemeente in Doetinchem. In 1778 werd hij beroepen naar Batavia. Hij kreeg al snel een conflict met de gevestigde kerkorde van Batavia, voelde zich er steeds minder thuis en ook niet erg verantwoordelijk voor zijn gemeente. Daarentegen werd hij een productieve tekenaar/schilder van het dagelijkse leven en van dieren en insecten in Nederlands Indië. Hij had een grote talenkennis, interesse in botanie en natuurlijke thema's en in godsdiensten en rituelen. Hij was een belezen man. Als theoloog was hij star en conservatief, en hij genoot van de feodale verhoudingen op zijn Zweedse landgoed, waar de pachters gedwongen werden om twee dagen per week herendiensten te leveren. Over de kwaliteit van hun werk was hij niet te spreken.

Op 25 augustus 1785 stapte hij, met zijn zoon Jan, aan boord van de Oostindiëvaarder "Stavenisse" om via Ceylon en Kaap de Goede Hoop naar Nederland terug te reizen. Daar arriveerde hij eind juni 1787. Tijdens de lange terugreis had Brandes besloten niet in Nederland te blijven, maar de uitnodiging van zijn vriend Johan Wimmerkrantz voor een verblijf in Zweden te aanvaarden. Hij bleef eerst nog korte tijd bij zijn zus Mietje en haar man Gerrit Brouwer in Amsterdam. Eind oktober vertrok hij naar Zweden, en met zijn bescheiden kapitaal kocht hij per 1 januari 1788 het adellijke landgoed Skälsebo van ongeveer 18 hectare.

Al in maart 1788 trouwde Brandes met Maria Charlotte Wimermark.


kind 7: Lodewijk Brandes (1757-in/na 1782)

Een enkele keer tilt iemand een glimpje op van de sluier der geschiedenis: De Fiscaal van Demerary, baron van Grovestins, vraagt aan de Commandeur en Raden in 1779 om Lodewijk Brandes enige tijd op water en brood te zetten, omdat hij zich als deurwaarder arrogant gedraagt op een manier die niet door zijn staat of afkomst gerechtvaardigd is, en zich als deurwaarder 'indolent' gedraagt: lui, dus.


bronnen


* 1701. Johan Conrads geboortedatum is ontleend aan het boek over Jan Brandes. In een brief in het dossier Brandes op het CBG staat dat Johan Conrad Brandes geboren is op 22-12-1701, en is overleden op 27-3-1781, op 79-jarige leeftijd. Die data zijn volgens de brief ontleend aan de achterzijde van een portretschilderij.

* 1708, 28-11: Stadsarchief Delft: DTB Delft dopen (getuige): 28-11-1708: Marija Hoogeveen, dr.v. Arij Willemse Hoogeveen en Pleuntie Jans, get: Pieter Hoogeveen, Lijsbet Leenders, Marija Willemse Hoogeveen.

* 1742, 26-9: familysearch Gaardersregister Bodegraven deel 2.II 1736-1742: “Hebben haer ten huwelijkse staete aengegeven Jan Coenrad Brandes meerderjarig jonghman, geboortig van Eysenagh, gelegen in het Hartogdom van Saxen, laest gewoont hebbende in ’s Hage, met Maria Hogeveen, meerderjarige dochter, geboortig van Delft, beijde wonende alhier, als gehorende onder de classis van drie gulden, is voor beijde ontvangen f 6,-“;

* 1742, 21-10: familysearch, DTB Bodegraven ondertrouw [7-97]: "Jan Coenrad Brandes, J.M., geboren te Eijsenag in het Hertogdom van Saxen, laast gewoond hebbende in ’s Hage, nu woonende te Bodegraven, met Maria Hoogeveen, J.D., gebooren te Delft, nu woonende te Bodergraven. Welk huwelijk voltrokken is den 21 October 1742 in de kerk alhier."

* 1743, 11-8: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 183: Den 11 augustus 1743 hebben Jan Conrad Brandes en Maria Hoogeveen egtelieden haar Zoontje Jan laete doopen. Stond bij den doop de vader alleen

* 1744, 25-12: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 185: Op den 25 Decemb. 1744 Is gedoopt Jacob Martinus, Zoontje van Jan Coenraad Brandes en Maria Hoogeveen, als doopgetuigen stonden Maria Carrais (?) en Jan Jacob Dusterop

* 1745, 25-12: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 186: Op den 25 Decemb. 1745 hebben Jan Conrad Brandes en Maria Hoogeveen hun dogtertje Maria Johanna laate doope. Als doopgetuijgen aangegeven Maria Cahais en Jan Jacob Dugterop

* 1748, 1-8: schepenacte Bodegraven dd 20-1-1748, invnr 7, acte 99, fol. 133: Johan Conrad Brandes koopt Huis, erf en tuin nr 5 in de Brugstraat te Bodegraven

* 1749, 22-7: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 188: Op den 22 juli 1749 is gedoopt het kind Carel. Ouders Jan Carel Brandes en Maria Hogeveen. Staande de Vader alleen

* 1750, 16-11: familysearch: Gaardersregisters Bodegraven (deel 2.III. 1743-1751. Geheel doorzocht Zonder index!). Aangebragt bij Jan Coenraad Brandes het lijk van sijn kint ongedoopt overleden als gehorende onder de classe van f 3,- (dus niet, zoals bijna allen, pro deo!)

* 1751, 25-11: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 190: Op den 25 november 1751 is gedoopt het kind Lodewijk: Jan Coenraad Brandes, Maria Hogeveen

* 1752, 10-1: familysearch: Gaardersregister Bodegraven deel 5.I 1751-1762. Overlijden. Heeft de heer Jan Coenraad Brandes aangeevinge gedaan weegens het lijk van sijn huijsvrouw Juffr. Maria van Hoogeveen als gehoorende onder de classis van f 6,--

* 1752, 10-6: DTB Dordrecht ondertrouw [91-202]: De heer Jean Coenraad Brandes, wed:r van Maria Hoogeveen, woond te Bodegraven met juffrouw Rose des Illants, wed. van Guilliaume Cambij, woond alhier, volgens attestatie van ondertrouw van Bodegraven dd 23 junij 1752. Den 9 julij 1752 attest gegeven

* 1752, 23-6: DTB Bodegraven ondertrouw Invnr. 7, p. 153: Ondertrouwd den 23 Junij 1752 De Heer Jan Coenrad Brandes, weduwnaar van Maria Hoogeveen woonende alhier en Mejuffrouw Rose des Illants weduwe van Guillaume Combij nu wonende te Dort, welk huwelijkalhier is Voltrokken den 9 Julij ’s avonts om vijve 1752

* 1752, 23-6: familysearch: Gaardersregister Bodegraven deel 3.I 1751-1772. Huwelijken. Heeft hem ten huwelijken staate aangegeven Jean Conraad Brandis wedr. van Juffr Maria Hogeveen, woonende alhier met Juffr Rose d’Illens, weduwe van de heer Guillaume de Combij woonende te Dordregt als gehooren onder de derde classis dus voor de bruijdegom ontvangen f 6,-

* 1753, 15-4: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 190: Den 15 april 1753 is gedoopt het kind Louise. Ouders Jan Coenrad Brandes en Rose (desiljang is doorgehaald) des Illents. Getuijge moeders zuster

* 1755, 5-1: familysearch: DTB Bodegraven Doopboek Inv. Nr 12, p. 191: Op den 5 January 1755 is gedoopt het kind Henriette. Ouders Jan Coenraad Brandes; Rose des Illents. Getuijge Henriette Remy.

* 1765, 1-8: schepenacte Bodegraven 1765 invnr 8, acte 89, fol 104 v: Johan Coenrad Brandes verkoopt op 1-8-1765 Huis, erf en tuin met schoolmeubilair huisnr 53 in Bodegraven.

De NL jg 40 (1922): “Primo Augustus 1765 neemt Adriaan Gey van Jan Coenraad Brandes te Bodegraven de Fransche kostschool over voor 5500 Caroly guldens.”

* 1765, 12-8: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. M. v.d. Burch [3119 p 109]: Transport van obligatiën, capitaal fl 6000,-. Mr. Gabriel Bourcourt, gemachtigde van luitenant-kolonel George Lodewijck van Sporcken X Arnoldina Sebastiana Kien, verkopen zes obligaties van elk fl 1000,- ten laste van Holland en Westfriesland, aan Jan Coenraad Brandes, wonende te Bodegraven. 

* 1766, 3-2: familysearch 13 [film 009013730, scan 382, fol. 222]: schout en schepenen van Sassenheim verklaren dat Jan Guldemont verklaarde dat hij aan Jean Conrad Brandes twee huizen en erven heeft verkocht, naast elkaar gelegen in Sassenheim tussen de Teijlingerlaan in het noordoosten en de dorpsstraat in het zuidoosten, met Jan Rotteveel in het noordwesten en de weduwe Mees Brelofsbergen in het zuidwesten als buren. Voorzover voorhanden worden oude eigendomsabewijzen overhandigd, waarvan de laatste is van 17-9-1760. Verkocht voor fl 1100,- plus nog 100 gulden overnamekosten voor roerende goederen.

* 1773, 25-8: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. P. Roskes [4587-54]: akte van executeurschap. Jan Coenraad Brandes, wonende alhier, heeft met zijn tegenwoordige vrouw Rose d’Illens op 28-2-1753 een testament gemaakt voor notaris Jan Loopwijk in Bodegraven. Nu benoemt hij tot executeur van dat testament Joannes Cornelis van den Kerkhoff, en speciaal om uitvoering te geven van de schikking met zijn kinderen van eerste en tweede bedde, die hij aan het betreffende testament heeft gehecht. Er zijn zes kinderen (4 uit het eerste, twee uit het tweede huwelijk) en er is een huis in Sassenheim ter waarde van fl 1200,- dat hij op 3-2-1766 heeft gekocht, en er is een huis in het Gerbrandstraatje in Den Haag waar Brandes en zijn gezin nu wonen, voor fl 2835,- gekocht op een publieke vendue op 29-11-1769. Verder mogen zijn meubelen, inboedel, boeken, methematische en muziek-instrumenten niet worden verkocht maar (desnoods na taxatie) in zeven gelijke gedeeltes onder de erfgenamen (vrouw en zes kinderen) worden verdeeld.

* 1776, 20-10: Notarieel Archief Bodegraven, [invnr 886, acte 132]: dd. 20-10-1776: Dirk Brouwer en Gijsbert van Schayk te Bodegraven leggen een verklaring af op verzoek van Jan Conrad Brandes. Ze verklaren dat diens zoon Jacques Brandes in 1764 uit Bodegraven naar Indie is vertrokken als soldaat met het schip Toornvliet en dat hij in 1767 in Indie is verdronken. Hij was, toen hij vertrok, ongehuwd. Zijn moeder Maria Hogeveen is overleden; behalve zijn vader heeft Jacques nagelaten twee broeders en een zuster van vollen bedde met naeme Jan en Carel Brandes, beijde bereijkende meer dan vijf en twintig jaaren en een zuster, Maria Brandes, gehuwd met Gerrit Brouwer, als erfgenamen, "zonder eenige broeders of zusters, zoo van heelen of halven bedde off derselver descendenten in leven na te laten". [merkwaardig, want hij had beslist twee halfzussen]

* 1780, 13-12: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. S.A. van de Werve [4259-888]: akte van executeurschap. Jan Coenraad Brandes, wonende alhier, herroept het voogdijschap van notaris Joannes Cornelis van den Kerkhoff, en voor hem in de plaatst benoemt hij Casparus van der Heijden, predikant voor de Lutherse gemeenschap alhier, tot voogd. Zijn vrouw krijgt het huis in het Gerbrandstraatje waar hij nu woont en hij voor fl 2835,- heeft gekocht op 29-11-1769. Er is sprake van een annex aan het oude testament uit 1753.

* 1781, 2-4: familysearch 's-Gravenhage, Gaardersarchief RS 475 Middel op het begraven [s-Gravenhage, Begraven 1772-1805, 1714-1746 / Alle Gezindten, image 73, fol. 69]: "79 J, 4 m [79 jaar en 4 maanden oud] - Johan Conrad Brandes, versweerig in de Nieren en blaas, 2e G.K., fl 15:0:0; fl 0:15:0

* 1781, 15-12: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. B. van Meerlo [4568-186]: Henriette Brandes, meerderjarige ongehuwde dochter, wonende in Den Haag, benoemt tot haar universeele erfgenaam haar moeder Rose de Illens, laatst weduwe van Jan Coenraad Brandes. (w.g. Henriette Brandes + nots en get)

* 1781, 15-12: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. B. van Meerlo [4568-186]: Rose de Illens, laatst weduwe van Jan Coenraad Brandes, wonende te Den Haag, maakt een testament en benoemt tot haar enige en universele erfgenaam haar dochter Henriette Brandes op voorwaarde dat zij aan de andere kinderen van Rose op haar overlijden hun legitieme portie zal uitkeren. Tot executeur benoemt ze Johan Bernard Vintcent te Den Haag (w.g. Rose de Illens la veuve Brandes + nots en get)

* 1782, 9-3: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. P.C. Haagen [4288-830]: Casparus van der Heide, predikant in de Lutherse gemeente in Den Haag, is door wijlen Jan Carel Brandes bij akte van 13-12-1780 aangesteld als executeur testamentair van hem en zijn vrouw Rose d’Illens van hun testament dd 28-2-1753 voor notaris Jan Loopwijk te Bodegraven, en met de echtgenote is hij voogd over onmondige kinderen. Van der Heide en d’Illens hebben een huis aan de noordzijde van het Gerbrandstraatje (volgens de laatste opdrachtbrief dd 22-11-1769 gelegen naast een gemene poort aan de oostzijde en ten westen Johannes de Puijt, een de noordzijde de weduwe Coster en aan de westzijde de Herenstraat) voor fl 2200,- verkocht, opgedragen en kwijtgescholden aan Jacobus de Blaauw. (w.g. C. van der Heide qq., De Veduve Rose Brandes geboren De Illens + nots en get)

* 1782, 19-8: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. P.C. Haagen [4289-1 tot 35]: Staat en inventaris van goederen en schulden van wijlen Jan Carel Brandes, op 27 maart 1781 in Den Haag overleden, in gemeenschap bezeten met zijn vrouw Rose d’Illens, opgemaakt ten verzoeke van de meerderjarige kinderen van Brandes uit zijn eerste en tweede huwelijk, te Amsterdam en in Den Haag woonachtig, van ds. Casparus van der Heide als executeur bij akte van 13-12-1780, en op verzoek en op aangeven van de weduwe Rose d’Illens. Baten des boedels. (a) Vaste goederen. Een huis en erve aan de Noordzijde van het Gerbrandstraatje alhier (volgens de laatste opdrachtbrief dd 22-11-1769 gelegen naast een gemene poort aan de oostzijde en ten westen Johannes de Puijt, een de noordzijde de weduwe Coster en aan de westzijde ‘s Herenstraat), door de overledene zelf bewoond geweest en op publieke veiling dd 19-11-1781 verkocht aan Johannes de Blaauw voor fl 2200,-. (b) 2 Obligaties ten laste van Holland en Westfriesland à 2,5% rente voor samen fl 3000,-. En een kleine prijsobligatie van fl 1200,- en drie van fl 200,- per stuk; Zes obligaties à fl 1000,- ten laste van de plantage Klijn Poederoijen in Essequebo genummerd 42 en 47 t/m 51; Drie obligaties ten laste van planters op de eilanden St. Croix, St. Thomas en St. Jan à fl 1000,-; twee obligaties ten laste van Olivier Nugent op zijn plantages ‘The Valley of Lajou’ en ‘Point Jacob’ op Dominica, à fl 1000,-; totaal dus fl 15.800,- aan obligaties; (c) 4 contracten van jaarlijkse aflossing en renten à fl 50,- en een schuldbekentenis/wisselbrief van Jan Brandes in Batavia dd 20-1-1780 à fl 125,- en enige loterijbriefjes; (d) contant geld: fl 1504,-; (e) gemaakt zilver: 12 lepels en 12 vorken, theedoos, hals-gespen en zakhorloge. (f) Volgens de latere annex aan zijn testament wilde Jan Carel Brandes dat in de erfportie voor de kinderen wordt toe- en aangerekend wat zij al hebben ontvangen voor bv huwelijksgift, uitzet of anderszins. Dat is als volgt: Jan Brandes “te Gorcum bij Maas fl 250,-, te Leijden bij Schilder & Bernet fl 208,-, te Rotterdam bij Maas fl 46,-, te Breda bij Zeger Quist fl 600,-, te Leijden bij de weduwe Benning fl 464,-, nog aan denzelven bij zijn vetrek fl 197, op rijs va Grijpswald fl 450,-, nog 1 ½ jaar aldaar fl 900,-, nog ’t laatste ½ jaar aldaar fl 178, op rijs naar Deutichem fl 397,-, behalve de kleren fl 3690,-. Af, voor de kost die hem had moeten geven als hij in huijs gebleven was, dat hem hiermede vergoede voor 9 jaar fl 1323,-, blijft dat hij in de boel moet restitueren fl 2367,-.”; Mietje Brandes “in Den Haag bij Juffrouw Bergheijck fl 180,-, Ter Gou bij Keurslijftmaker fl 64,-, aldaar bij Zeger Quist fl 400,-, te Amsterdam bij juffrouw Brouwer fl 600,-, bij haar trouwen fl 450,-, bij Bliek rekening weggemaakt fl 72,-, tot huur gezonden 16-9-1773 fl 100,-, tot kraam 22-4-1774 gezonden fl 50,-, aan Brouwer gegeven 8-6-1774 fl 20,-, per wissel gezondden 22-6-1774 fl 800,-: behalve de klederen fl 2736,-. Af, even als bij Jan, voor 12 jaar fl 1560,-, dat ze in de boel moet restitueren blijft fl 1176,-“; Carel Brandes “Ter Gou bij Blijland fl 700,- (is Carel in de leer geweest bij Jan Bleuland, die hem chirurgijn maakt, het vak waarmee hij naar Demerary ging?) te Woerden bij Cabel fl 230,-, tot uitrusting naar Essequebo fl 272,-, tot rijs naar Essequebo fl 248,-. (opgeteld) fl 1450,-. Af, even als bij Jan voor 7 jaar fl 1029, blijft dat hij in de boel moet restitueren fl 421,-.” Louise Brandes “te Leiden Lammers fl 400,-, in Den Haag bij juffrou Broek fl 46,- (opgeteld) fl 446. Af voor 3 jaar even als bij Jan fl 441,-, blijft dat zij in de boel moet restitueren fl 5,-“. Henriette Brandes “bij juffrou Broek fl 46,-. Dat zij moet restitueren”. Lodewijk Brandes “In Den Haag bij Bolderman fl 105,-, aan deselve bij zijn Ontslag fl 26,-, Schilder- en fluitlessen fl 66,-, tot uitrusting en reis na Essequebo fl 521,- (opgeteld) fl 718,-. Te restitueren wijl bij zijn vertrek zijn eijgen Meester wierd.” (g) Meubels en inboedel in het huis gevonden (hier alleen de bijzonderheden genoemd): een rolstoel, een ledikant met groen behangsel, een matras en twee strozakken, een hangoortafel (4x), twee wollen mansmutsen en vijf witte catoenen dito (draagt hij één daarvan op de tekening die Jan Brandes maakte?), 46 (!) beddelakens, 33 (!) kussenslopen en in totaal 120 servetten in 12 verschillende types, een orgel in een kast, twee violen, een houten kist met twee pruiken, ‘een schilderije, een klijn schilderijtie en zes prentschilderijen”, twee koperen koffiekannen en een koffiemolen. (h) alle boeken, waaronder geen van enige importantie, zijn benevens het huisorgel, twee violen zilver zakhorloge en enige mathematische instrumenten onder het artikel van ‘rariteiten’ door boekhandelaar C. Plaat op een veiling dd 21-1-1782 verkocht voor fl 466,-. (i) Lasten des boedels: fl 1044,- (namelijk de huwelijksinbreng + ontvangen erfenissen van Rose de Illens), fl 600,- wegens de nalatenschap van Jacques Brandes, zoon uit het eerste huwelijk, en in de boedel is ingebracht, en fl 75,-  die de drie kinderen uit het eerste huwelijk vanwege hun moederlijk ‘bewijs’, toekomt. Verder nog schulden i.v.m. het sterven (graf in de Grote Kerk, een doodskist, achterstallige belastingen). Rose de Illens verklaart dat deze inventaris compleet is en volledig voor zover zij weet. (w.g. Rose de Illens, la veuve Brandes, + nots en get). 

* 1782, 2-9: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. P.C. Haagen [4289-73 tot 160]: Rekening, bewijs en reliqua, en scheiding van de nalatenschap van J.C. Brandes van de executeur Casparus van der Heide, predikant in de Lutherse kerk, aan Rose d’ Illens, nagelaten weduwe van Jan Coenraad Brandes, aan Gerrit Brouwer, de man van Maria Brandes die kind uit het eerdere huwelijk was met Maria Hoogeveen, aan Cornelis Keureman de man van Louise Brandes en aan Henriëtte Brandes, meerderjarig en ongehuwd – deze drie dochters zijn de enige hier te landen zijnde kinderen van Jan Coenraad Brandes. De scheiding vindt plaats tussen deze drie kinderen, Rose d’Illens, Jan Brandes “predikant in de Lutherse gemeente te Batavia”, Carel Brandes, “wonende in de kolonie Demerary in de West Indien”, Lodewijk Brandes “wonende in de kolonie Essequebo in West Indien”. Ze krijgen elk een gelijke portie. Er wordt verwezen naar de testamentaire dispositie van 31-7-1743 van J.C. Brandes en Maria Hoogeveen voor secretaris J.C. Boute van Bodegraven en twee Schepenen, waarin de langstlevende hun kinderen educatie en alimentatie belooft te geven plus fl 25,- per kind. Er is verder een contract antenuptiaal dd 21-6-1752 voor nots. Pieter van Gelsdorp te Dordrecht, voorafgaand aan het huwelijk met Rose d’Illens. Op 12-7-1752 hebben zij hun wederzijdse goederen geïnventariseerd, waaruit blijkt dat J.C. Brandes inbracht een waarde van fl 7.400,- en Rose d’Illens fl 1.044,-. De executeurs hebben een uitspraak gevraagd van de Haagse magistraat, die omstandig (pagina’s lang!) wordt geciteerd over de manier waarop de erfenis moet worden geïnterpreteerd: gezien de daling van de waarde van de effecten van West-Indië en speciaal die van Essequebo, is het onverantwoord om bij de scheiding en deling vast te houden aan J.C. Brandes’ berekeningen in het codicil van 1780. Het huis in het Gerbrandstraatje waar daarin gewaardeerd op fl 2.835, maar is op veiling in de Nieuwe Doelen verkocht voor fl 2.200. De executeurs zagen zich, ook wegens de uitlandigheid van de zonen (Lodewijk is nog minderjarig), gedwongen de weinige boeken, mathematische en muziekinstrumenten publiek te verkopen. De zonen hebben geen gemachtigden aangesteld in Nederland, die hierin anders zouden kunnen beslissen, en door de huidige oorlog kan het ook heel lang duren voor daarin verandering is. Daarom beslist de magistraat op 20-2-1782 dat executeur Van der Heide ook hun belang mag vertegenwoordigen, zodat de scheiding en verkoop van de inboedel niet langer uitgesteld wordt, en keurt ze de verkoop van het huis en de instrumenten goed. Vervolgens wordt alle waarde opgesomd, waarbij de obligaties van Westindie wel worden getaxeerd, maar niet zullen worden verkocht. De meubels zijn publiek geveild voor fl 786:4:-, de boeken en instrumenten voor fl 466,-. De totale waarde van de nalatenschap komt daarmee op fl 6.090:7:8. De totale uitgaven (aan Rose voor haar huwelijksinbreng en aan overige lasten o.a. begraafkosten) bedragen 2769:2:8, zodat te verdelen is fl 3321:5:-. De Essequebo-obligaties zijn nog maar 50% waard van hun nominale bedrag. Inclusief de waardepapieren bedraagt het saldo fl 13.634:8:-, waar dan de fl 6800,- die J.C. Brandes ten huwelijk inbracht afgetrokken moet worden, zodat te verdelen is fl 6834:8:-. De echtgenote krijgt daarvan de helft, waardoor de gehele verdeling over 7 kindsdelen is fl 3417:4 plus fl 6800,- is fl 1459,12 per kindsdeel, waar dan weer die toe- en afrekening uit de inventaris op losgelaten moet worden. Rose d’Illens  krijgt fl 5920:16. Alle anderen fl 2348:8:10.

* 1785, 4-11: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. H. Bervoets [4309-203]: Rose de Illens, wed. wijlen Jan Coenraad Brandes, machtigt een secretaris om ten behoeve van Willem de Grijff voor fl 1800,- conform onderhandse koopakte dd 30-10-1785 een huis en erve over te dragen, gelegen aan de NZ van de Herderinnestraat, door haar op 17-6-1784 gekocht. (w.g. La veuve Brandes nee De Illens)

* 1786, 26-3: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. B. van Meerlo [4572-41]: Testament. Rose de Illens, laatst weduwe van Jan Coenraad Brandes, wonende in Den Haag, herroept al haar eerdere testamenten. Voorts legateert ze aan haar dochter Louise Brandes, vrouw van Cornelis Keurenaar te Den Haag, fl 1000,-. Ze legateert aan haar zoon Lodewijk Brandes, in de kolonie Essequebo, uit consideratie dat hij ten behoeve van zijn moeder zijn aandeel in zijn vaders erfenis heeft afgewezen, en andere betuigingen van liefde, fl 3000,-. En verder zijn haar twee kinderen haar universele erfgenamen. Ze wijst als executeur, directeur van de boedel en voogd over eventuele minderjarige rechthebbenden haar schoonzoon Cornelis Keurenaar aan, met uitsluiting van de weeskamer. (w.g. La Veuve Brandes née de Illens + nots en get)

* 1793, 10-7: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. A. van Ogten [5241-85]: testament. Rose de Illens, laatst weduwe Jan Coenraad Brandes. Ze prelegateert aan haar dochter Louisa Brandes, gehuwd met Cornelis Keurenaar, fl 200,-. Ze verklaart verder dat haar universele erfgenamen haar beide thans in leven zijnde kinderen zijn, namelijk Louisa, en Henriette, getrouwd met Willem de Grijf. 

* 1796, 21-4: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. M. Sijthoff [4414-247]: testament. Rose de Illens, laatst weduwe Jan Coenraad Brandes. Ze prelegateert aan haar dochter Louisa Brandes, gehuwd met Cornelis Keurenaar, fl 200,-, en vervolgens benoemt ze tot universele erfgenamen haar twee dochters Louisa Brandes en Henriette Brandes, gehuwd met Willem de Grijff. Haar executeurs zijn haar schoonzonen, beide woonachtig in Den Haag. (met een zeer bibberige hand tekent ze onvat: R. de Illens, wed Brandes).

* 1799, 10-5: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. N. Bervoets [5318-226]: verschenen Rose d’ Illens, weduwe van Jan Coenraad Brandes, wonende in Den Haag. Ze benoemt nu tot executeur testamentair en tot directeur van haar begrafenis haar schoonzoon Willem de Grijff, wonende alhier.

* 1800, 29-5: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. A. Petit jr [5638-134]: Op verzoek van Cornelis Keurenaar begeeft de notaris zich naar het huis van Willem de Grijff, waar hij effecten en papieren heeft geïnventariseerd, toebehorende aan mejuffrouw de wed. J.C. Brandes, zoals obligaties ten late van J.C. Zwaan en vrouwe Marianne du Long, onder hypotheek van plantage Klijn Poederoyen in Demerary, en zoals een lijst van de goederen, toebehorende aan de wed. J.C. Brandes, en door haar dochter L. Brandes in bewaring overgenomen. Al deze stukken zijn in een eiken kistje, voorzien van een hangslotje, teruggegeven aan de wed. J.C. Brandes en een reçu is gegeven aan W. de Grijff.

* 1800, 4-6: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. A. Petit jr. [5638-146]: akte van revocatie en aanstelling van executeurs. Rose d’Illens, weduwe J.C. Brandes, wonende in Den Haag, herroept eerdere voogdbenoemingen en benoemt nu tot executeur Cornelis Keurenaar.

* 1800, 31-7: Haags Gemeentearchief: 0372-01 NA nots. A. Petit jr. [5638-226]: toelage van fl 100,- aan een 70-jarige. Willem de Grijff, meester kamerbehanger, zegt dat hij in 1791 fl 2000,- heeft geleend van zijn schoonmoeder Rose de Illens, weduwe J.C. Brandes, maar die lening is in 1798 omgezet in een jaarlijkse toelage van fl 100,- die hij aan zijn schoonmoeder zal betalen tot op het moment dat zij komt te overlijden.



kind 2: Jacques Brandes

* GahetNa VOC Opvarenden: Jacques Brandes uit Bodegrave treedt als soldaat op 21-2-1764 in dienst van de VOC op het schip Thoornvliet (Torenvliet), dat op 5-9-1764 op de rede van Batavia arriveert. Op 6-12-1767 wordt de werkrelatie beëindigd wegens overlijden in Azië. In het soldijboek staat aangetekend: "Bataviaas vrijboekje 6 December 1767 fo. 21 dat verdronken en sijn boedel insolvent is". Toch beloopt het saldo van zijn soldij over de jaren in Indië fl 389:1:15.


kind 3:

* 1768, 9-2: Stadsarchief Amsterdam. DTB 614-414 en 744-359: Dese personen sijn hier op acte van M. Hoogburen, secretaris van Diemen aangeteekent Gerrit Brouwer te Diemen en Maria Johannes Brandes alhier in de Hartestraat. DTB Diemen: Op heden den 7 December 1768 compareerden Gerrit Brouwer, jongeman van Amsterdam, en wonende aan de Vierhuizen alhier, onder Diemen, geassisteert met zijn vader Jan Brouwer en Maria Johanna Brandes, jongedogter, geboortig van Bodegraven, wonende in de Hartestraat tot Amsterdam, voorsien met haar vaders schriftelijk consent, beide van de Protestantse religie, dewelken verklaarden zich te zullen begeven in de huwelijken staat (w.g. Gerrit Brouwer en Maria Johanna Brandes)


kind 7

kind 7.1 Augustus Keurenaer

* 1860, 15-6: Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage: Heden overleed, in den gezegenden ouderdom van 81 jaren, onze geliefde Moeder en Behuwdmoeder, ANNA MARIA GAADE, Wed. den Heer Augustus Keurenaer. 'sGravenhage, Uit aller naam, 13 Junij 1860. C. L. KEURENAER.


kind 9: Lodewijk Brandes

* 1779, 27-1: gahetna: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.25, p 42/43 scan 26]: "Is gelezen de req: van Hendrik Rogier te kennen gevende dat denselven eene mulatte meijsie genaamt Johanna geprocraëerd bij eenen Dorst en een Eenvrij bokkin zeedert den jare 1768 bij zig hadde gehad dat hij Suppl: & desselfs huijsvrou alle moeijte had aengewend om gen: meijsje eene goede educatie te geven; dat gem: meijsje zig nu onlangs van den Supp:t hadde geabsenteerd, zoo als hij Supp:t vermeende door quaede inductieën, alsoo gem: meijsie zig thans op de Plantage Soesdijck onthield, niet teegenstaende den Supp:t haer terugge hadde geeijst, dat L. Brandes aen hem suppliant hadde gedeclareerd haer niet terug te zullen geven, waeromme den Suppl:t versogte dat gem: mulatte meijsje mogt werden geordeonneerd om zig weder bij hem Supp:t te vervoegen en bij wijgering van dien om de starke hand. 't Hof, alvoorens te disponeeren, heeft goedgevonden 't leesen de requeste van L. Brandes, tendeerende dat de Suppliant hadde vernoomen dat H. Rogier seker req:e hadde gepresenteerd waerin de Supp:t gemelleerd wierd, derhalve ingevalle zulks zo was versogte den supp:t dat het zelve in zijn handen mogte werden gesteld ten einde deesen Hove te kunnen dienen van berigt etc; waerover gedelibereerd zijnde is de dispositie op de req: van Rogier aengehouden tot naeder en werd L. Brandes geordonneerd desselfs berigt binnen den tijd van 4 dagen nadat hem dese appointementen sal zijn verthoont ten huijse van den Heer R[aad] Fiscaal te brengen." (pagina 49, scan 29): "Is geleesen de Req: van de vrije Mulatinne Johanna Dost - te kennen geevende dat denselven bij H. Rogier geweest zijnde door denzelven zeer was mishandelt , dat zij Supp:t ale eene vrij geboorene zulx niet langer hebbende konnen sauffreeren, zig van denselven hadde geabsenteerd en den directeur van den Plan Soesdijk versocht om aZile [asiel] en bescherminge; dat zij Supp: om meer andere reeds in de req: genn: versogte dat Hend: Rogier mochte werden geinterdiceerd haar niet meerder te ontrusten en haar haere kleederen etc. als mede 2 Huiz<?> Slaven die haar Juffr in eigendom toebehooren weeder te geven. 't Hof steld hetzelve in handen van den Heer Fiscaal ten fine van Examinatie."

* 1779, 15-3: gahetna: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.25, p 138 scan 74]: Memorie van den Heer Raad Fiscaal, luijdende: Edele agtbare Heeren, Hoe ongaarne vinde mij verpligt UwEd Agtb: lastig te vallen over den deurwaerder Brandes, [en] de La Lauze, den Eersten zooals Uw Ed Agtb bewust is geordonneerd zijnde om mij op 't requeste van H. Rogier te berigten binnen 4 dagen na den ontfangst het geene dien maer niet heeft kunnen Gelusten maer wel circa 14 dagen naderhand Per occasie te doen geworden zonder een missive ten geleijde alles op eene arrogante manier aen hem niet gepermitteerd zoo door zijn Staat als andersints, en dien heer vrij wat insolent zijnde zoude uw ed Agtb demoedigl: versoeken denselven te willen Corrigeren na merites met hem te water en te brood te stellen als andersints. / ende omtrend en 2e derselver oijt het Zig niet als den RaadsHeer Macaré in mijn bood (wel bekend) aen een ijder vaert de selve tot 2e maal in deriemus bestuuren en in de kand te zetten, liggende in urst <wist?> niet wien het was daer ik onder Connectie <?> vermeene beide voor Bij vaerende hij voor een ijder moet uijthalen den Zoude versoeken deselven ook diergelijke Correctie kreeg om dan door haer an wijnig ordentelijk behouden noemende mij intussechen met alle eerbied Edelagtbare Heeren Uw Edagtb andergeh: Dienaer (w.g.) L.I.D. van Grovestins, fiscaal, Demerarij 15 maart 1779. (p 116) Waerover gedelibereerd Zijnde is Geresolveerd de beijde deurswaerders Brandes en La Lause op morgen voor deesen Hove te ontbieden en in gevalle deselve niet mogen koom en haer als dan door een der deurswaerders te doen halen ten Einde aen hun voorm: Klagten voortehouden en des weegens te Corrigeren na bevind.

* 1779, 19-3: gahetna: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.25, p 138 scan 74]: "Is op requisitie van dezen Hove binnengekomen Lodewijk Brandes dewelke is voorgehouden zijn onverschillig berigt op de requeste van Hendrik Rogier door dezen hove gerequireerd, mitsgaders de indecente manier van besorging, al het welk aan hem als deurwaarder en suppoost van dezen hove niet en past. Waar op hij heeft gedeclareert dat hij door Ziekte belet was geworden het gerequireerde berigt eerder aan den heer Fiscaal te bezorgen, en door onagtsaamheit en geensins door malice had geomitteert een brief bij het berigt te voegen met melding dae reden waarom hij het berigt niet eerder of in Persoon had besorgd, versoekende excus aan dezen Hove over zijn gedrag in dezen. Waar op aan hem door den heet President ernstig is gerecommandeert om Zig in het vervolg voor Soortgelijke reprochable handelwijze te wagten op pene van verdere correctie, en tevens hem geordonneert op morgen een nader en gedetailleerder berigt op voorschreve requeste aan dezen Hove over te brengen." NB: op 20 maart geeft Carel Brandes antwoord op het request van Hendrik Rogier.

* 1779, 22-4: gahetna: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.25, p 191 scan 100]: "Is ingekomen het berigt van Mr. L.I.D. van Grovestins rakende de vrij Mulatinne Johanna Dost waar voor zijn WelEd Gestr word bedankt en door deesen Hove geapprobeerd. (in margine: zijnde mitsdien geconcludeert dat de Mulattin Johanna Dost van haare vrijdom vrij en onverhindert zal jouisseren en haar begeven ter plaatse daar zij zal goedvinden, en wordt H. Rogier geordeonneert alle hare kleederen en verdere goederen haar toebehooren te laten volgen en af te geven.)"

* 1779, 17-11: gahetna: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.27, p. 162 scan 87]: de beschrijving van het feit dat in juli j.l. John Tuitte door de deurwaarder L. Brandes in gijzeling is genomen, op verzoek van J. Brotherson.

* 1780, 19-10: Zeeuwen gezocht: 20 Middelburgse Commercie Compagnie [invnr 550.3]: betreft documenten over de slavenhandel van de slaafgemaakten die vervoerd zijn op het schip 'Haast u Langzaam' en verhandeld in Demerary. Uit het overzicht blijkt dat slaafgemaakte nr. 50 gekocht is door L. Brandes, met als borg M.A. Lesten, voor fl. 560,-.

* 1781, 22-5: gahetna.nl: 1.05.21 Dutch Series Guyana [AB 3.29, p 176 scan 98]: "Is gelezen de requeste van Lodewijk Brandes, versoekende om sijn ontslag als Deurwaarder en exploicteur van desen Hove. 't Hoff ontslaat debn suppliant als Deurwaarder mits ter secretary onder behoorlijke inventaris overbrengende een protocol van sijn verrigtinge en alle papieren in die qualiteijt onder hem berustende."

* 1782, 6-5: gahetna.nl: 1.05.21_AZ.1.1 [scan 114 en omstreken]: L. Brandes presenteert een hele serie kopiën van wisselbrieven


openstaande vragen / discussie


Gegevens over de ouders van Johan Coenraad Brandes zijn hoogst speculatief. Volgens zoon Carel zou de familie afstammen van het adellijke landgoed Bienenruh in Bohemen. Ik heb tot dusverre geen enkele aanwijzing gevonden over het bestaan van zo'n landgoed, en evenmin over Johan Coenraads voorouders, anders dan in de brieven van Carel aan zijn broer Jan Brandes.

Opmerkelijk is evenwel het voorkomen van een Hirschmann Brandeis, een in 1793 geboren arts, vertaler en historicus. Hij combineert de namen van Johan Conrads grootouders, en kan daarom uitstekend een achterneef van Johan Conrad zijn; hij is wel 90 jaar jonger dan Johan Conrad. (zie Deutsche Biographie)

Gelesia is een zeer zeldzame Italiaanse voornaam. Een Duitse vrouw met de naam Anna Gelesia zou dus wel terug te vinden moeten zijn.