PARENTEEL KLEIJN III.h Laurens L. Kleijn v Brandes
Laurens Lodewijk Kleijn
(bij KB van 3-9-1894: Kleijn van Brandes),
ouders: Laurens Kleijn en Charlotte Constantia Brandes
geboren: Demarary 12-1-1826,
gedoopt:
overlijden: Partenkirchen 6-3-1909,
begraven:
beroep: beroemd kunstschilder, conservator van het Reinharthausen te Erbach, (verhuist in 1873 uit Zutphen naar Erbach)
woonplaats / adres: Rome (1851-1868) Stuttgart, Bathmen, Zutphen, Colmschate, Dillenburg (1901-)
relatie: trouwt Stuttgart 24-9-1866
Caroline Henriëtte Emilie Donner
ouders: prof. dr. Johan Jacob Christian en Philippine Margaretha Hoff.
geboren: Ellevangen (Dld) 27-9-1843,
gedoopt:
overleden: München 13-5-1905,
begraven:
beroep:
woonplaats / adres:
kinderen:
Constantia Charlotte Kleijn van Brandes, 1867-1930, X 1893 George Frans Haspels, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.y
geboren: Rome 25-7-1867
overleden: Lochem 19-1-1930
beroep:
woonplaats / adres:
relatie: trouwt Colmsgate (Diepenveen) 7-11-1893
George Frans Haspels, geboren: Nijmegen 7-4-1864
overleden: Arnhem 16-12-1916
beroep: predikant
woonplaats / adres:
ouders: Johannes Haspels en Catharina Maria Callenbachprof. Caroline Henriëtte Emilie (Mimi) Haspels, 1894-1980, ongehuwd
Laurens Lodewijk Brandesius Haspels, 1897-1973, X 1951 Theodora C. Risselada
Catharina Maria Haspels, 1899-1980 X 1919 Johannes J. Bleeker
Philippine Margaretha Haspels, 1902-1971, X 1922 Leonard J. Plemp van Duiveland
Charlotte Constantia Haspels, 1905-1974 X 1926 Nicolaas F. Viets
Laurens Kleijn van Brandes, 1869-1922, X Dorothea Seitz, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.z
geboren: Stuttgart 13-8-1869,
overleden: München 3-1-1922,
beroep:
woonplaats / adres: 1916 te München
relatie: trouwt
Dorothea Seitz, geboren: 1878,
overleden: München ca 1944
beroep:
woonplaats / adres: (D. Seitz, wed. L. Kleijn van Brandes, komt voor in een publicatie over verlies van het Nederlanderschap in de Staatscourant dd 20-1-1937)
ouders: Heinrich Seitz en Marianne Fleischmann
Zij hertrouwt Richard Rogetzki
Dorothea Emilie Christiane Marianne Kleijn van Brandes, geboren: München 4-10-1912
overleden: Berlijn 8-4-1945
beroep: 'Medizinisch-technische assistentin'Dorle Kleijn van Brandes, geboren:
Johanna Cato Kleijn van Brandes, * 1872, X 1895 Mattheus Bussemaker, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.aa
geboren: Bathmen 1-7-1872,
overleden: na 1930,
beroep:
woonplaats / adres: Amsterdam (1917: het augustusnr van het maandblad Onze Kleeding meldt dat het lid mvr J.L. Bussemaker-Kleijn van Brandes is verhuisd van het Frederiksplein naar Tesselschadestraat 4 in Amsterdam)
relatie: trouwt Diepenveen 24-10-1895
Mattheus Bussemaker, geboren: Deventer 6-2-1870,
overleden: 31-12-1935
beroep: bierbrouwer,
woonplaats / adres: Wonen in 1930, 1931 in Basel
ouders: Barend Barlagen Bussemaker en Gertrude Bertha Geerarda Elisabeth Resius.
Barend Barlagen Bussemaker, * Enschede 11-9-1896 (auteur van: Ueber ein Doppel-oxindol der Benzo-dipyrrolreihe und die Darstellung des m-Phenylen-diäthylamins... Basel, 1937;)
L.L. Kleijn van Brandes (1826-1909). Bron: het geheugen van Nederland.
biografische aantekeningen
KLEYN (Laurens Lodewijk), sedert 1893: Kleyn van Brandes, geb. in de engelsche kolonie Demerary 12 Jan. 1826, overleden te Partenkirchen 6 Maart 1909. Zijn moeder was Charlotte Constantia Brandes, kleindochter van Carel, secretaris van Demerary, en van Constantia Louisa van Bergh Eyck. Zijn vader, Laurens Kleyn, uit Deventer, vertrok op jeugdigen leeftijd naar de West, verwierf daar als planter een groot vermogen en kocht na zijn terugkomst in Nederland (1830) het oud-adellijk kasteel Dorth, dat hij helaas in 1840 sloopte en plaats deed maken voor een moderne buitenplaats. De zoon, Laurens Lodewijk, bracht zijn kinderjaren in de schilderachtige omgeving van het genoemde merkwaardige kasteel door. Hij ontving zijn opleiding te Deventer, ging in 1846 op de academie van beeldende kunsten te Antwerpen studeeren, waar hij vier jaar vertoefde en nadat hij vervolgens nog een jaar te Amsterdam in het Trippenhuis had gewerkt, vertrok hij in 1851 op 22-jarigen leeftijd naar Rome. Daar bleef hij zeventien jaar, schilderde veel, copieerde in villa's en musea, maakte daar als bescheiden toeschouwer de interessante dagen van Garibaldi mee (van wien hij een portret etste), en vervaardigde het portret van den hertog van Alcantera, die den Paus als zouaaf diende. Dit trok zoozeer de aandacht, dat de gravin de Pourtales hem opdracht gaf het portret van paus Pius IX te schilderen, die dan ook eenige malen voor Kleyn poseerde en met welke beeltenis hij veel lof oogstte. Hij stond hoog aangeschreven bij prinses Marianne, wier portret hij schilderde evenals dat van haar dochter, prinses Alexandrine van Pruisen. Voor deze beide laatste portretten vertoefde hij te Berlijn: in dienzelfden tijd versierde hij de eetzaal in het kasteel Camenz (Silezië) met de stukken: Belsazar's gastmaal en de Bruiloft te Kana.
Na 1868 woonde Kleyn te Stuttgart en in Holland (Bathmen en Zutphen). Toevallig op Dorth vertoevende, toen in de kerk te Bathmen muurschilderingen werden aangetroffen (1870), bevrijdde hij de koorwanden van de bedekkende kalk- en witsellagen en maakte daarna nauwkeurige doortrekken van al het ontdekte, die een getrouwe voorstelling geven der oude kunstwerken (zie de 11 platen bij C. Leemans, Oude Muurschilderingen van de Kerk te Bathmen in Ovl. 1872). In 1872 schilderde hij de stukken in den toren te Dillenburg, die gedenkwaardige tafereelen uit het leven van prins Willem van Oranje te zien geven. In 1873 nam hij de hem aangeboden betrekking van conservator aan het museum van het kasteel Reinhartshausen te Erbach a.R. met den titel van Königlicher Hofmaler aan en verbleef daar tot 1887. Na het overlijden van prinses Marianne bleef hij in hetzelfde ambt bij haar zoon Prins Albrecht van Pruisen.
In 1887 keerde hij (na het overlijden van zijn vader) voor een poos naar Holland terug, woonde daarna tot 1891 te München en nadien te Colmschate bij Deventer.
Het museum te Reinhartshausen heeft van hem twee doeken: De Samaritaansche vrouw en Eliëzer en Rebecca. In het laatst van zijn leven begon hij aan een groot schilderij: De aankondiging van Jezus geboorte aan de herders. Een ander bekend stuk is ook: Hagar en Ismaël.
Kleyn huwde te Stuttgart 24 Sept. 1866 met Caroline Henriëtte Emilie Donner, geb. te Ellwangen (Würtemberg) 27 Sept. 1843, overl. te München 14 Mei 1905, dochter van prof. theol. Johan Jacob Christian D. en van Philippine Margaretha Hoff. Hieruit drie kinderen, o.a.: Constantia Charlotte Kleyn, geb. te Rome 25 Juli 1867, overleden te Lochem 19 Jan. 1930, gehuwd te Colmschate 7 Nov. 1893 met den letterkundige Ds. George Frans Haspels. (bron: Nw Ned Biogr Woordenboek)
Rijksinstituut voor Kunsthistorische Documentatie RKD:
Lit: Rieke van Leeuwen, Kopiëren in Florence. Kunstenaars uit de Lage Landen in Toscane en de 19de-eeuwse kunstreis naar Italië (uitgave van het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut in Florence), Florence 1985, p. 104-106.
Opmerking In de collectie Negentiende Eeuw bevindt zich een doos met familiefoto's e.d. v. L.L.Kleyn; PDO-map ligt op: Kleijn van Brandes, Laurens L.
Kind 4:
Mattheus of Mattieu Bussemaker richt in 1895 met vele anderen de NV Enschedése Bierbrouwerij op. Hij vormt samen met Willem Helmig Stroink de eerste directie van de nieuwe brouwerij. In 1922 fuseerde de Enschedese brouwerij met brouwerij de Klok tot wat later Grolsch werd.
bronnen
kind 3 Johanna Cato Kleijn van Brandes
* 1895, 24-10: HCO, BS trouwen Diepenveen acte 38: Mattheus Bussemaker, 25 jaar, bierbrouwer, geboren te Deventer, wonende te Voorst, Meerderjarige zoon van Barend Barlagen Bussemaker en Gertrude Bertha Geerarda Elisabeth Resius, beide zonder beroep, wonende te Voorst, hierbij tegenwoordig, & Johanna Cato Kleijn van Brandes, 23 jaren, zonder beroep, geboren te Bathmen, wonende te Diepenveen, meerderjatrige dochter van Laurens Lodewijk Kleijn van Brandes, kunstschilder, en van Caroline Henriette Emilie Donner, zonder beroep, beide wonende te Diepenveen, hierbij tegenwoordig.
* 1896, 12-9: HCO, BS Geboorte Enschede, akte 482: Barend Barlagen, geboren 11 september, zoon van Mattheus Bussemaker, 26, directeur eener bierbrouwerij, en van Johanna Cato Kleijn van Brandes, wonende Zuiderhagen wijk A; als getuigen treden op Carel Roessingh, 47, fabrikant, en Willem Helmig Stroink, 44, zonder beroep.
* 1897, 29-5: Tubantia: Voor de bewijzen van deelneming, ondervonden bij het overlijden onzer moeder en behuwdmoeder, betuigen wij onzen dank. M. BUSSEMAKER, J. C. BUSSEMAKER—Kleijn v. Brandes.
* Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart: meldt het gezin van Matheus Bussemaker, geboren Deventer 6-2-1870, doopsgezind, directeur eener bierbrouwerij, komt op 22-12-1908 uit Enschede, vertrekt op 13-4-1927 naar de Rheinlandstrasse 19 in Bazel, woont in Amsterdam Frederiksplein 19 huis, vanaf mei 1917 Tesselschadestraat 217 hs. Bij hem woont zijn vrouw, Johanna Cato Kleijn van Brandes, geb. Bathmen 1-6-1872, Ned. Geref., en hun (enige) zoon Barend Barlagen Bussemaker, geboren Enschede 11-9-1896, "Chemiker", woont in 1915 twee maanden in Sas van Gent en in 1916 vier maanden in Groningen, vertrekt in januari 1919 naar Zurich.
Openstaande vragen / discussie