XI-55 Stenvers, Tobias

biografische aantekeningen

bronnen

* 1680, 22-11: ORA Enschede SG.028.649: Hendr: Glasemaecker caverende mede de rato voor zijn zwager Jan Claesen en zijn broeder Tobias tot Hengelo geassist met Pr. Wagelar, secht hoe dat sijn vaeder sal:r omtrent een half jaar is overleden en also dezelve tot noch toe geen inventarium van de nalatenschap gekregen is dieselve genecessiseert dieselve sijn moeder nae voorgaende consent van d'Magistraat te dien fine toe citeren concluderen derhalve dat dieselve om den gem: inventaris binnen een korten tijd over toe geven moge worden gecondemneert alles onder protest van kosten s. Benjamin Glasemaecker nomine matris versocht salvis copiam en tijdt van ses weecken. [NB: in een akte van 26-4-1680 is sprake van Jan Glasemaeckers sal:g hagengaarden]

* 1692, 3-2: ORA Enschede SG.032.0122: Greetken Oedinck heeft. in het bijzijn van haar mombaren Jan van Loggum en Andreas van Loggum bekend dat de obligatie van 16-8-1684 à fl 400:- zo van Jan Goosens, burger van Deventer, door haar kinderen Tobias, Benjamin en Jan Stenvers en Jan Hoedemaacker, Abraham en Gabriel Stenvers voor haar zijn opgenomen, en zij bekende noch schuldig te zijn (123)

* 1696, 11-5: ORA Enschede SG.001.551: marginale aantekening bij akte: op 3-8-1682 hebben Jan Ottenhoff en zijn vrouw Berentien aan Derck Claessen en Maria Warners een rente van fl 8:11:- verkocht op hun huis, gelegen tussen de huizen van burgemeester Hendrick Derckinck en Claes Hoedemaecker. Ze mogen deze hypotheek te allen tijde aflossen met de hoofdsom van fl 171:-:-. In de marge staat dat Maria Werners huisvrouw van Derck Claessen bekent dat Tobias Stenvers, tegenwoordig eigenaar van dit perceel, de schuld heeft voldaan, zodat deze schuldbekentenis geroyeerd kan worden.

* 1696, 11-5: ORA Enschede SG.001.587: marginale aantekening bij akte: op 6-4-1685 hebben Jan Ottenhoff en zijn vrouw Berentien aan burgemeester Gerhard Lasonder en diens vrouw Geesken Peck een jaarlijkse rente van zes gulden uit hun huis verkocht (nadat pogingen om de schuld die Ottenhoff aan Lasonder had uit roerende panden te betalen waren mislukt), een huis dat ligt tussen de huizen van Hinderick Becker en van Hinderick Claeszn Hoedemaacker. Ze mogen deze hypotheek te allen tijde aflossen met de hoofdsom van fl 119:10:-. In de marge staat dat de tegenwoordige eigenaar van dit perceel, Tobias Stenvers, deze hypotheek inderdaad heeft afgekocht, waardoor de schuld vereffend is.

* 1697, 28-6: ORA Enschede SG.032.0550: Dr. Munts, vertegenwoordiger van Greetjen Oodinck, wed. van wijlen Jan Stenvers, doet het eerste arrest op het huis dat Tobias Stenvers van Jan Ottenhoff heeft gekocht, gelegen tussen de huizen van Hendrik Hoedemaker en Hendrik Becker.

* 1697, 13-9: ORA Enschede SG.032.0563: Hendrick Stenvers exhibeert uit naam van zijn moeder Greetjen Oedinck justificatie van arrest tegen Tobias Stenvers, met verzoek dat hij contrahandeling verricht. Daarop verscheen Wessel Hoedemaker (Hodemaacker) als conjuncta persona van zijn zwager Tobias Stenvers, verzocht zes weken de tijd.

* 1697, 4-10: ORA Enschede SG.032.0568: Wessel Hodemaacker conjuncta persona van zijn zwager Tobias Stenvers, en geassisteerd door procureur Wagelaar, exhibeert interrogatoria en verzoekt dat de ondervraagde getuigen onder ede zullen worden verhoord, en worden beboet met fl 50,- als ze niet verschijnen.

* 1699, 20-11: ORA Enschede SG.033.078: Tobias Steinvers bespreekt, previa citatione, met assistentie van Doct Wagelar, Abraham Stenversom betalinge en voldoeninge te mogen hebben van een gerecht zevende part van 205, makende sal. cal. fl 29:6:- soo wanneer Jan en Gabriel Steinvers daar niet toe kwamen te betalen alias een vijfde partt en dat weegens verschott per resto van fl 1448:14:- so comparant per ordere van gedaagde, onder andere wegens gedaagdens broeder Gabriel Stenvers wegens queestie met wijlen secretaris Cost en wijlen Drost Bentinck heeft geaccordeert ende betaald ut sub A. alhier vertoond en bijbedongen si opus als anders breder bewijzelijk, an de gedaagde volgens zijn eigen hand alhier in originali almede vertoond toe betalen schuldig en plichtig. Verzoekende derhalve dat de gedaagde volgens Landrecht part 1 tit 4, paragraaf 5 ad agnoscendum rel difitendum moge worden aangeëischt vervolgelijk tot voldoeninge volgens reglement gecondemneerd, zulks alles onder dierbare protestatie van kosten gedaan en nog te doen, stellende met bedink van interesse salvis, et si non comparit ... (79) verzoek van de tweede citatie bedingende. Decretum. Alzo na ineischinge Abraham Stenvers niet is gecompareerd zo wordt de verzochte contumatie en tweede citatie geaccordeerd.

* 1700, 5-1: ORA Enschede SG.033.101: Compareert Wessel Hoedemaker doet namens zijn zwager Tobias Stenvers ingevolge de huijrcedul de dato den 19 mei 1695 opgerichted, door Jan Werners eigenhandig betekend en alhier in dezen gerichte bekend, omni meliori modo aanpandinge aan de gereede goederen en effecten van gemelte Jan Wenners en sulkx om daaraan te verhalen drie jaren huishuur jaarlijks ad 40 Car.Glds vrij geld waar af het laatste jaar op Pasen des afgewekenen jaars 1699 verschenen geweest, onder afslag nogtans, van alle hetgene Peter van Gog (KWS X-7) bewijselijk daar op mag zijn betaald met verzoek van denunciatie en eismakinge van kosten.

* 1700, 22-1: ORA Enschede SG.033.104: Compareert Peter van Gog, intervenierende voor zijn zwager Jan Werners, [Jan Werners is getrouwd met Hester van Lochem] segt bij examinatie van de ongefundeerde pandinge uit name van Tobias Stenfors den 5 huius tegen comparants swager voornoemd ten prothocolle gebracht, bevonden te hebben dat niet alleen daar bij van een huijrcedulle wordt gemeld, maar dat oock bij dezelve huijrsedulle wel expresse sij geconditioneert dat die beijde voorkameren haer volle regt bij vorige contractanten versproken in en voor hetzelve huijs souden sijn en blijven gereserveert relatio tot de huijrsedule ende terwijle Compar:t niet eer in staet is om met genooghsaeme verseckering teegens die nulle gedaene pandinge te connen antwoorden, offte andersints doen nae sijnen rade voor en al eer (105) den pandteijscher die bij den huijrsedul glt. contracten heeft geedeert ende bij hem comparant daar van visie sij genootensoo gesinnet comparant eer ende bevoorens sich verder in desen gederckt te elergeren, dat hij pandeijscher sal worden gecondemneert die voorgen: contracten binnen corten tijdt an desen Achtb Gerechte te sullen hebben te ederen om daer van visie genoten zijnde in den tijd van 14 dage daar nae aen dese sijde vorders gedaan te worden nae rade, presenterende niet te min comprt: al noch in klinkenden gelde an der pandeijscher te sullen betaelen soodane penn: als an hem den 12 dito uijt voorsz. hoofde heeft doen praesenteren ende bij non acceptatie den 15 dito in deesen Achtb Gerigte geconsigneert willende bij non acceptatie deselve penn:n allnog hebben en houden geconsigneert (in margine: dese penningen sijn door Tobias Stenvers en Peter van Gog weeder uit 't gerigte getrocken), mett seer gedienstig versoeck, dat van dese oblatie non acceptatie en consignatie mooge (106) worden geteickent ende aen hem Comp: van het geene den pandeijscher hier teegens onvermoedelijk mogte komen te handelen copie met 14 dagen tijdt geaccordeert terwijl sijn bediende Advc:t van huijs ende niet praesent is, edoch alles onder expresse en dierbaren protestatie van costen schaaden en interessen ofte etc. Peter van Gog heeft den 15 jann alhijr in den Gerigte geconsigneert 9 gld 7 st, gelijck sulks in het bovenstaende reces heeft gerepeteert. Wessel Hoodemaacker qqa versocht van 't bovenstaande dictaat copie si opus en tijd van 4 weecken

* 1700, 19-2: ORA Enschede SG.033.115: Compareert Wessel Hoodemaacker namens sijn swager Tobias Steinvorts en leit over op het versoeck van den intervenient Peter van Gog d'huijrsedule van Jan Egbinckman sijnde van den anderen huijrman Jan Ottenhoff, gelijck hij Ottenhoff op parties versoeck mett eede sal willen verklaeren, geen huirsedule gemaackt, versogt dan nu onder protest van costen (onaangesien sekere futiele consignatie) dat bij faute van voldoninge d'opbadinge en aeneijgen: Landre: mogen worden geaccordeert, sulx dan salvis omnibus stellende met assistentie van Doctor Wageler. (116) Dr. Munts weegens Peter van Gog versogt van d'overgelegde huijrsedul door Wessel Hodemaacker qqa copiam mett den tijd van vijff weecken om inmiddels te doen nae rade mett eijsch van kosten.

* 1700, 15-4: ORA Enschede SG.033.135: Compareert Doct Munts en exhibeert in termino uijt name van Peter van Gog qqa ende desselffs gevoogden Jan Werners prothocollandum met de bijlagen tot H incluis concluderende als daarbij op ende tegens Tobias Stenvers mett versoeck dat deselve tot contrahandelinge aengeëischet en bij uijtblijven van veerder schriven versteecken moge worden, sulx stellende met eijsch van costen. Wessel Hodemaacker qqa versogt van het heeden tegen sijn swager Tobias Stenvers ingebragte copie en 4 weecken tijdt aut interim.

* 1700, 6-5: ORA Enschede SG.033.153: Tobias Steinverts door sijn swager Wessel Hodemaacker versocht contra Peter van Gog qqa prolongationem termini (weegens absentie sijns Advct:) den tijdt van 14 dagen a interim salvis quibuscunqs benificijs,

* 1700, 17-6: ORA Enschede SG.033.162: Wessel Hodemaacker naams sijn zwager Tobias Stenvers exhibeert persistit off justificatie van pandinge en met eene straffe cum documentis sub Litt ad F incluis bedingende gemelte documenten off attestatien te willen laten beëdigen soo wanneer partijen (163) de sijnige oock laat door of anders op sijn kosten sal begeeren te hebben op en tegens Peter van Gog concludeert en versogt qqa als daarbij met soeck van ineijschinge en teegenhandelinge et si non etc. salvis.

* 1700, 17-6: ORA Enschede SG.033.164: Peter van Goog versocht van 't gene Tobias Stenvors op heden mag komen te handelen copiam en 4 weeken tijdt.

* 1701, 14-3: ORA Enschede SG.033.269: Tobias Stenvers per procureur Gerverdinck zegt dat Jan Ottenhoff op 27-9-1691 een kamer in zijn huis verhuurd heeft aan Jan Egbinckman voor fl 20:-:-, waarbij de huisman het schoorsteengeld voor zijn last nam, en terwijl de comparant - na verkregen eigendom van het huis - op het verzoek van de huurman de huur heeft laten continueren, blijkens de hier vertoonde huurcedul en condities, heeft de huurder kennelijk het schoorsteengeld niet meer betaald. Het eerste jaar heeft Tobias Stenvers nolens volens betaald, het volgende jaar nog niet, en daarom wordt Egbinckman nu aangesproken om het ene jaar schoorsteengeld terug te betalen en voor het volgende jaar schuld te bekennen. Jan Egbinckman erkent zijn handtekening onder de huurcedul en vraagt uitstel tot de eerste rechtsdag na Pasen.

* 1711, 22-5: ORA Enschede SG.002.189: In eijgenaer parsoon erschenen Elstie Havekes, wed: wijlen Wessel Hoedem:r, alsmede pr: <procurator> Niklaas Hoedem:r en Jan van Lochem, mombr:n van d'onmondige kinderen van voorn: wed:, bekenden schuldig te zijn aan de hier na genoemden: de erfgenamen van Herm: Hermsen Holdman, fl 650:-, aan Hendr: Hoedem:r fl 500:-, aan de weduwe van wijlen Tobias Stenvoords fl 500:-, aan Lucas Nijenhuis fl 150:-, aan Ale Tesinck, weduwe wijlen de jonge Demmer fl 150:-, welke kapitalen uitmaken een somme van (190) fl 1950:-. Zij beloofd haar schuldeisers jaarlijks 4% rente te betalen, met als onderpand haar huis, gelegen tussen de huizen van burgemeester Stroink en oud-burgemeester Gerr: ten Elshoff, tegenover het huis van Gesina Menkmaat, en bovendien het destilleerhuisje met de ketel en een gaarden en de Woltersgaarden <de Woltersgaarden is in 1675 door Claes Hoedemaker aangekocht>.

* 1718, 12-3: ORA Enschede SG.002.267: Henrick Janninck en zijn huisvrouw Geertruit Steenvoortz bekenden oprecht deugdelijk schuldig te wezen aan haar moeder de weduwe van wijlen Tobias Stenvoordz Trientie Hoedemackers de somma van fl 2000:-:-, zijnde opgenomen en in goeden gangbaren gelde te leen ontvangen, tegen 4 % rente per jaar, waarvan het eerste jaar afloopt op 13-6-1719, met een wederzijdse opzegtermijn van een jaar. Als onderpand: hun huis en grond, gelegen naast het huis van Berent Paaschen, plus de hele inboedel en brouwgereedschap alsmede zes gaardens (in de marge: 3-1-1735. De weduwe van wijlen Jan van Lochem en haar zuster de weduwe van wijlen Jan Naber verklaren dat de verzettinge in de boedel van haar wijlen moeder door haar zuster, de weduwe Jannink, ten volle is voldaan)

kind 4: Geertruida Stenvers

* 1726, 4-3: ORA Enschede SG.037.230: Conditien ende voorwaarden op welke die weduwe van wijlen Henr: Jannink voor haarzelf en als moeder en wettige voogdesse van haar kinderen voornemens is (...) gerichtelijk te verkopen het huis van wijlen Engbert Jannink en zijn huisvrouw, tussen de huizen van Jan Willemsen ten Hundveld en Jan Naber senior gelegen.

openstaande vragen / discussie

Zie voor zijn ouders o.a. verre verwanten

Greetje Odink is de zus van Mettje Odinck (XII-30, de vrouw van Pieter van Lochem). In 1682 hebben zij een financieel conflict. Het gaat dan steeds om een conflict tussen de bij naam genoemde zussen, maar in SG.030.088 dd 27-11-1682 staat: Metken Odinck versocht in termino contra d'weduwe Glasemakers prolongationem.

Uit de bron uit 1680 blijkt dat Tobias een broer Hendrik, een broer Benjamin en een zus (X Jan Claesen) had. De moeder leeft nog in Enschede. Die zus is Jenneken, die trouwt met Jan Klaasz. Hoedemaker (zie XI-17)