XI-19 Haeffkes, Jan

Jan Haeffkes


ouders: Jan Havekes en Armgard NN [filiatie niet bewezen]


geboren:

gedoopt:

overleden: na dec. 1666 (na 1682?)

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie: trouwt voor 1647


Geertruid Decherinck (XI-20)

alternatieve spelling: Gertruijt Deggerinck, Truijcken


ouders: Johan Decherinck en Fenneke Haeckenbroeck


geboren:

gedoopt:

overleden: na 1662

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


Kinderen:

    1. Abraham Haeffkens/Hofkes, geboren:
      overleden: Winterswijk 1723
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt Winterswijk 1684
      Elisabeth Eppenhoff, geboren: 1650
      overleden: 1716
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders: Herman Eppenhoff (XI-35) en Henrica Willink (XI-36)

    2. Geertruid Hofkes, geboren: 1685
      overleden: 1686
      Hendrik Hofkes, geboren: 1687
      overleden: 1723
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      relatie: trouwt 1709 zijn volle nicht
      Geertruid Eppenhoff, geboren: 1688
      overleden: 1726
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      ouders: Jan Eppenhoff en Stijntje Walijen

  1. Elsken Haeffkens, geboren:
    overleden: 2-1-1721
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Winterswijk 22-4-1685
    Wessel Hoedemaker (Wessel Claesen), geboren:
    overleden: na juni 1709
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Klaas Hoedemaker (XI-17) en Grietje Reurink (XI-18)

    1. Jan Hoedemaker, geboren: ca 1690
      overleden: 1723
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      relatie: trouwt ca 1618
      Helena te Rutbeke, geboren: ca 1690
      overleden: ca 1748
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      ouders: Berent te Rutbeke en Hilleke ten Bouwhuijs

    2. Tobias Hoedemaker, geboren: ca 1695
      overleden: voor 1763
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      relatie: trouwt Winterswijk 28-4-1731
      Geertruid Boesink, geboren: Winterswijk 1700
      overleden: na 1734
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      ouders: Tobias Boesink en NN

    3. Anneke Hoedemaker, geboren: ca 1690
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      relatie:

  2. Fenneken Haefkens, ?-voor 1695, X 1682 Hendrik Hoedemaker, VOLGT X-10

  3. Jan Haeffkens, geboren:
    overleden: voor 1697
    beroep:
    woonplaats / adres: Zutphen
    relatie: trouwt
    Steventjen Worm, geboren:
    overleden: na okt. 1716
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders

    1. Joris Haefkens, geboren: voor 1697 (voor 1672 zelfs: in 1697 volwassen)

    2. Fenneken Haefkens, geboren: voor 1697

    3. Gerrit Haefkens, geboren: voor 1697

  4. Ermgard Haeffkens, geboren:
    overleden: voor 1697
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    Jan van Wullen, geboren:
    overleden: na 1698, voor 1702
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    Hij hertrouwt voor 1698 Catharina Schutte

    1. Geertruid van Wullen, geboren: voor 1697

    2. Claes van Wullen, geboren: voor 1697

biografische aantekeningen


In 1647 worden Jan Haeffkes en Truijcken Decherinck het "jonge echtpaar" genoemd. Tussen 1647 en 1651 kopen Jan Haeffkes en Truijken Decherinck van haar stiefvader en moeder respectievelijk het erve en goed de Kijvit in Aalten (buurtschap Heurne), de Boeinck Bree op het Schulten Es bij Winterswijk en (na de dood van moeder) de rechten op het huis van wijlen Jan Decherinck, aan de Meddoschestraat en Markt in Winterswijk. Dat huis wordt in 1697 door de (erfgenamen van de) kinderen van Jan en Truijken verkocht.

In 1654 kopen zij de halve Watergoorden bij het dorp Winterswijk en in 1663 de Clandermans Stede in Winterswijk (buurtschap Woolt)


bronnen


lit: kwartierstaat Schothorst

* 1639, 14-2: ORA Bredevoort [voluntaire prot 411, fol. 11]: Erschenen Jan Haeffkens die bekande voor sich sijner huijsfrouwen und Erven, oprechter wetlicker schuldt schuldich te sijn Aelken Gevers, wed: van zal. Derick Abbinck und haren erven die Summa van sestich Dall.: hollants, voor welcke vorschr. Summa hij Haeffkes gemelte Aelken Gevers offt derselver erven vermits desen geset ende gestellt een stuck Bowlandts die Ileberges Bre genant Inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Medehoe gelegen, omtrent van twie schepel geseij, welck vorschreven stuck jae(r )lix beseijen und regieren, waervan Sie Aelken vorss. offt erven Acht jaeren nae den anderen volgende dit 1639 Jaer eerst beginnende tott het jaer 1646 incluis toe wannehr die derde garve voor den Landtheer eerst affgetrocken, het gewass mitten stroo sall heffen und boeren. Und die gemelte sestich dall: hiermede doot, quijt und betaelt sijn.. Alles dennoch bij veronderpandongh sijner gueder sonder exception und argelist. [NB: deze akte kan ook gaan over Jan Haeffkens senior]

* 1647, 6-7: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1647 fol 60v]: Erschenen Henrick Holtman Fenneken Hackenbroecks eheluijden, eens- und Johan Havekes Truijken Decherinx eheluijde, anderdeels, und exhibierden den gerichte seker schriftelick ende onderschreven Verdrach, versoeckenden hetselve woortlicken te protocolleren, ende hun daervan Copie voor geboer te verlehnen, und hebben t'selve mit hant halm und monde als rechtens bestedigt, sonder exception und argelist. Luijdende gemelte Verdragh van woorde tott woorde als volgt: Ihm Jahr unsers Heeren und Zehlichmacherss Jesu Christi alssmen schrifft Ein tausendt sechs hundert Viertzich Sieben, den 20. Maij olden stijless Ist ein freundtlich Vertragh mit den Ersamen Hinderich Holtmans Vatteren, und seine Liebe hausfrow Fenneken Hackenbroecks alss Mutter, mit ihren Schon Sohn Johan Havekes und seine liebe hausfrow Truijken Decherinck zugetragen. Dergestalt dass gemelter Hinderich Holtman mit consent seiner lieben hausfrauwen Fenneken die Kinderschicht oder Maechscheidt, so aufgerichtet Im Jahr 1633 den 4. Maij festiglich gehalten werden solle ohne einigen bespierungh, folgender weise: Dass Johan Havekes mit seine hausfrow Truijken Decherinck, erstlich van ihrens zahligen Vatters Johan Decherinck, naelatenschap, laut Maghscheidt hiervon opgericht ist, genieten sollen Achtijn hundert gulden, den gulden tott 20 str. hollants, daerneben Twehundert gulden wegen verstahende Rente, ist t'samen an gelde Tweeduijsent gulden. Daerneben den Jungen Ehelauthen freij mitgegeben wegen verstahende Rente, Einen garten gelegen up den Schulten Esch, tuschen Herman Lahrbergs goorden, und Blesius Volmers, ihr Landt mit einen Ende an des Kosters garden und Hinderich Holmans Landereij, Den anderen goerden so gelegen beij des Schulten brugge, tusschen den gemeijen grunde und Herman Lahrbergs sein Groenlandt, mit einen ende an der beke tegen die Wenings Maete, den anderen Ende schietende an dass Armen hoeveken, sall Jan Havekess mit seine hausfrow Truijken Decherinck erfflich ter halffscheidt behalten und stundlick genieten. Noch sall Johan Havekes mit sein hausfrow, nach den doot ihrer lieben Mutteren Fenneken Hackenbroecks, die behausungh binnen Wenterschwick, stehende an Dries Goesen behausungh ter seiten, schietenden langs der Medehoeschen Strate, mit einen Ende an Cornelis Smitz behausungh, Impfahll der Vatter Holtman die Mutter uberleben worde sechs Jahr nach ihren absterben gebrauchen und bewohnen sall, so aber gemelter Holtmans binnen die Zeit todts verfahrde, sollen gemelte Eheleute stundtlich die Wohnungh innehmen und bewohnen, noch aussrichtungh die reparatien so von Holtman und die Moeder gethan seindt an den Hausesollen halb von die erffgenahmen Holtmans , halb von Truijken Decherinx verrichtet worden. Noch meinen Schoen Sohn Johan Havekes mit seine Hausfraw freij mitgegeben et Lappenbrinckess haeveken. Noch versprochen den Jungen Eheleuten meine behausungh mit nahmen Boeincks hauss tot einer pandtschaft von 400 dall. mit et browhauss, und den Hoff ter achter Jahrliches voor die interesse ad 20. dall, den dall tott derig stuivers, weile noch ein ander daerin wohnet, soll stuntlich die rente angehen biss tott den tijdt dat der Vader Holtman ihnen Eheleuten die 400 dall. erleggen werden, Und ihnen die loese so forhen ½ Jahr upsagt mit belieben dess Vatters. Noch transportiere an meinen schoon Sohne Johan Havekes mit seine Haussfraw 8 schepel geseij freij landt, gelegen up den Ariesfelde, waervan Hind. Bloemess 6. schepel geseij in die bow hefft, gelegen twischen Hoeness bloemenacker und et Vicarien landt, Noch van Vaderen Holtman 2 schepel geseij gelegen twischen Hoeness und Vicarien landt, alss schietende an die Heijde na die Lohrseit an die heijde und middelwegh. Vor die Summa van 600 gulden hollandts gelt freij unbeschweret. Noch geloben mein Sohnen und unse dochter Truijken 800 gl. hollandts gereide, beij verlattunge von tellen sette ihnnen tott ein Underpande die Boeinck brede, gelegen up den Schulten Esch van 6. schepell geseij. Noch setze ihnnen tott ein Underpandt dat Boijncks Stuckessken van 2. schepel geseij, gelegen up den Schulten Esch tuschen Laerbergs und Lijssken Kranen landt. Van diese beijde benoembde stucke die 3. garbe auss zu mahnen, tegens interesse. Wir Undergeschriebene alss Ohmen bekennen so an die andere seiten geschrieben und verteijkent ist, eindraglich Dat wijr solches seint oerverkommen. in Urkundt der Wahrheit wie an der ander seiten gespecificiert. Anno 1647 den 20. Maij oldens stijless mit unseren eigenen handen underteijkent, wass underschreven: Johan Wennemar, Tonnis Decherinck, Jan Helnijs, Henrich Holtman, Fenneken Hackenbroeck genandt Holtmans, Johan Havekes, Gertruit Decherinck, die huijsfrow van Jan Hoeffkes.

Eodem 6. Julij (1647) - Erschenen Henrick Holtman Fenneken Hackenbroecks eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor genoechsame erstadongh ende walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben haer respectieve Schoon Soon ende dochter Johan Haevekes Gertruidt Decherincks eheluijden und haeren erven, Enen gaarden up den Schulten Esch tuschen Herman Laerberges goorden und Blesius Volmers landt, mit eenen ende an der Koepers garden und Henderich Helmes Landereij Noch eenen halven gaerden gelegene bij den Schulten brugge tuschen den gemeinen grunde und Herman Laerbergs sijn Groenlandt, mit eenen ende an die Beeke tegen die Wenings mathe, den anderen einden schietende an dess Armen hoveken, Voorts die behuijsinghe binnen Wenterswick, strekende an Dries Goesen behuijsongh ter sijden, schietenden langs die Medehoesche strate, mit enen ende an Cornelis Smits behuijsingh, daeran die Moeder Fenneken Hackenbroecks die tugt inholts voorgemelten contracts sall hebben te genieten. Item een Haeffken off Gaerdeken dat Lappenbrincks haveken, Item Acht schepell geseij Landes gelegen up Arisfeldt tuschen Hoenesch bloemenacker und Vicarienlandt. Item noch Twie schepel geseij oock op den Arisvelde, gelegen tuschen Hoonesch und Vicarienlandt, schietende na die Lahrsijdt an die heijde und middelwegh, Alles voorss. mit desselven toebehoer recht ende gerechtigheit, voor kummerfrij, uijtbescheiden van oldes daeruijtgaende beswaer, Deses gecediert und uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh aller haerer goederen, sonder exception und argelist.

Erschenen Henrick Holtmans Fenneken Hackenbroecks eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor een walontfangene Summa geldes onderbenoempt, in pandtschap sampt rostlicken besit, nutz und gebruijck avergelaten und verkofft te hebben ahn haren respective Schoon Soon ende Dochter Johan Havekes Gertruidt Decherinx eheluijden und haeren erven, sekere Behuijsinghe genoembt Boencks huijss sampt hoff daerachter mit Browhuis gereedschap, inden Darpe Wenterschwick tuschen Kortbeken ende Kosters Jan Kreijls behuijsinge gelegen, Deses pandtsche wijse gecediert ende uhtgegaen, daerop mit hant ende monde gerenunciert. Die Loesse een halff Jaer te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt, mitte Summa van Vierhondert Dall., den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott Vijfftijn placken gerekent, te loesen vrijen ende quijtkopen. Alles sonder exception ende argelist.

Erschenen Henrick Holtmans Fenneken Hackenbroecks eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor een walontfangene Summa geldes ondergemelt, in pandtschap sampt rostlicken vreedsamen besit, nut ende gebruijck avergelaten und verkofft te hebben an haeren respective Schoon Soon ende Dochter Johan Havekes Gertruidt Decherinck eheluijden und haeren erven, een stuck landes die Boeinck brede genant, opten Schulten Esch omtrent van sess schepel geseij, tuschen Laerberghs ende Lijsken Kranen Landerijen gelegen, item het Boeincks stuckessken van twie schepel geseij gelegen opden Schulten Esc tuschen Laerberchs und Lijsken Kranen Landt. Deses pandtsche wijse gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant und monde gerenuntiert, Die Loesse een halff Jaer beijdersijts te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Martini, viertijn dage daernae onverhaelt, mitt die Summa van Achthondert Caroli gulden, , te loesen vrijen ende quijtkopen. Alles sonder exception ende argelist.

* 1647, 28-9: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1647 fol 70v]: Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Coernoten Peter Cloeck Johan ter Woort. Erschenen Henrick Holtman Fenneken Hackenbroeck eheluijde, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes ondergemelt in pandtschap sampt rostlicken vreedtsamen besit, nutz und gebruijck avergelaten und verkofft te hebben an Johan Haeffkes Truijken Decherinck eheluijden, haere Comparanten respective Schoon Soon ende Dochter ende deren erven het Erff ende goedt die Kijvit genoembt, inden Kerspell Aelten Buerschap Heurne in vornere bepalingen gelegen, mit desselven toebehoer und gerechtigheit, daetelick antevangen, Deses in qualiteit voorss. gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant ende monde vertegen, Die loesse een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Martini, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Driehondert Rijcx dall. te loesen. Sonder exception und argelist. In de marge: Aº 1648 den 10. Augusti, bekanden Jan Haeffkes ende Truijken Decherinx, dat hun dese pandtschap affgeloest ende betaelt worden. Ergo Vacat.

* 1649, 8-8: ORA Bredevoort [volunt prot 416, fol. 51v]: Erschenen Henrick Holtman Fenneken Hackenbroeck eheluide, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Haeffkes Truijken Decherincks eheluijden und haeren erven, die Boeinck Bree voor den Dorpe Wenterswick opten Schulten Esch, tusschen Weddincks und Jan Hardes landerijen gelegen, mit eenen einden an Blesius Volmers landt, mitten anderen anden gemeinen Wegh schietende, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, (fol. 52) verner und beter verschrijvinge und vestniss gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandonge harer goederen, sonder exception ende argelist.

* 1651, 10-7: ORA Bredevoort [voluntaire prot 417, fol 71]: Erschenen Henrick Holtman die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelte Summa geldes rechtes steden ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Haeffkes Truijken Decherincks sijner huijsfrouwen und erven, sodane tucht ende verbeteringe, sampt recht ende gerechtigheit, so hem krafft Maechgescheits enigsins an wijlen Jan Decherincks behuijsinge binnen Wenterschwick ande Medehoosche strate ende Marckt respective gelegen ende schietende, is competierende gewesen, deses gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception und argelist.

* 1654, 18-12: ORA Bredevoort [voluntaire prot 418, fol. 114v]: Erschenen Adolph Holtman, die bekande voor sich Grietgen Berntsen van Echte, sijner huijsfrouwen, daervan genoechsamer Volmacht beloofde bij te brengen und sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Haeffkes Truijken Decherincks sijner huijsfrouwen ende haeren erven den halven Watergoorden voor den Darpe (Fol 115) Wenterswick in sijne Kennelicke bepalongen gelegen waervan Koper d’ander helffte toestendigh voor doorschlechtigh kummerfrij, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, waerschap, verner ende beter verschrijvinge ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh aller sijner gereiden ende ongereiden goederen, hebbende offt krijgende, in wiens Heeren Landen die gelegen, giene uijtgesondert, om sich daeran casu evictionis te verhaelen, sonder exception ende argelist.

* 1657, 1-6: ORA Bredevoort [volunt prot1657, fol. 33v]: Erschenen Dijrick Clanderman, Aelken Eheluijden, die bekanden voor sich ende haeren Erven, voor eene welontfangene Summa geldes rechter Jaerlixer pension avergelaeten ende verkofft te hebben ahn Jr. Adrian van Eerde ten Pleckenpoell enden sijnen Erven, Drie dall., den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij ende op Meijdach 1658 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande haeren Comparanten goorden, den Beeckgoorden genant, naest Jr. Eerdens nije Mölle gelegen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten ende schaden mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loesse een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt met die Summa van Vijfftich dall., obgemelter geweerden, te loessen. Alles bij peene van pendinge als voorschreven.Sonder exception ende argelist. in de marge: Anno 1663 den 21 Maij erschenen Jr. Adriaen van Eerde Heer tot den Pleckenpoel van dese obligatie te dancke voldaen ende betaelt sij, in sulcke dat hij, Jr. Eerde, die penningen van Jan Haefkes heeft ontfangen. Ergo vacat. T. Bronckhorst, landtschrijver.

* 1660, 13-2: ORA Bredevoort [volunt prot 1660, fol. 42]: Erschenen Jenneken Lucas, Weduwe van zal. Derck Havekes, mit Derck Claessen haeren in deser saeken erkorenen ende toegelaetenen Momber, die bekande voor s(ich) mit authoriteit haeres Mombers voorss. ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes ondergemelt - dewelcke tott dempinge ende affloesse van andere Creditoren Gerichtelick verschreven geweest sijnde, angewendet sijn - rechter Jaerlicker pension avergelaeten ende verkofft te hebben an Jan Havekes ende Jurrien Willinck, haeren respective huijsfrouwen ende deren erven, Acht gulden Jaerlix op Petri ende op Petri Sestijnhondert twie ende t’sestich eerst te verschijnen, (Fol. 42v) stellende daervoor t’onderpande haer huijs binnen Aelten, voorts alle haere geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension sampt hinder kosten ende schaeden, mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loesse een Vierendeel Jaers te voren te verkondigen voorbeholden, ende alssdan op Petri, mit die Summa van twiehondert gl. te loessen, Allles bij peene van pendinge als voorss. Sonder exception ende argelist. In de marge: A° 1663 den 12. Octobris erschenen Jan Havekes ende Jurrien Willinck die bekanden van dese Summa te dancke voldaen ende betaelt te sijn. Ergo Vacat. T. Bronckhorst Landtschrijver.

* 1661, 16-10: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1661, fol. 39]: zitting te Aalten. Erschenen Christina van Basten wedwe zal. Henderick Helmes geassistiert met Jan Höffekes haerer tott deese acte speciaelick erkorenen ende toegelaetenen mombers, die bekande met auctoriteijt haeres Mombars voors. voor haer ende haeren Erven voor eene welbetaelde summa geldes rechtes steden ewigen ende onwederroeplijcken erffcoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Rudolph Romp ende sijnen Erven haere vercooperschen behuijsingh in die voorstadt tott Vreden negst (Fol. 39v) die Koesteege eenerzijdts, d’ ander zijde ae(n) den Fahrt naer den gaerden tott Wente(r)swick mitt den eenen eijnde aen Roose(linck) kamp situirt ende gelegen voor allodiael (ende) kummervrij, sonder eenigh beswaer, (mett die) reserve datt die weduwe vercooperschen haere kinder den Osstall sullen hebben te (ge)nieten, Deeses in maeten voors. gecedier(t) ende uijtgegaen, darop mitt handt ende monde ve(r)tegen, gelaevende vercoopersche an cooperen ende haeren Erven wahr ende wahrschap nae Lan(dt)rechte te præstieren, bij veronderpandongh haerer soo tegenwoordigen als toecoemenden goederen, Sonder argelist.

* 1662, 27-2: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1662, fol. 10]: Erscheenen Rutger Poelhuijs, Jan Haevekes, Willem Schutte, Jan ten Bengevoort, ende Abraham Peters die bekanden voor sich ende haeren huijsvrouwen, daervoor de rato cavierende ende haeren erven, voor een welbetaelde summa geldes erfflick overgelaeten ende verkofft te hebben aen Jan Sevinck, Aeltjen sijn huijsvrou deese naevolgende parceelen bouw-ende hoijlandts tott het goet Schulte van Huppels goet genoembt, gehoorende in den Kerspel Wenterswijck Burschap Medehoe gelegen, Eerstlick een parceel die Schoppers Woort geheeten, mette eene sijdt aen Simmelts hoffsteede ende d’ander aen Simmelts landt gelegen, metten eenen eijnde aen Simmels stege, ende den anderen aen Sevincks steege schietende, ten twieden een parceel op den Sevinck Esch, mette eene zijdt aen die Stegger maete mette ander an Sevinck landt, met het eene eijnde aen die Sevinck steege, met het andere aen Sijbinck landt gelegen, Ten darden noch een stuck op den Sevinck Esch, tusschen Sevinck landt d’eener zijdt aen Sevinck landt metten andere aen den weg door den Esch gaende metten eenen eijnde aen den Helmerinck gaerden, mettet ander aen Sevinck landt gelegen, Ten vierden een hoeck plaggen Vreeden geheeten die Schulten Vruchte int Haenevelt aen Simmelts Goorkamp gelegen, ten vijfften die gerechte halffscheijdt van die Steggers maete mett d’eene zijdt langs den Sevinck Esch met d’ander aen Dieters grundt gelegen, mett den eenen eijnde aen die olde Beecke mett den anderen aen die Sevinck steege schietende, welcke voorn. Parceelen die vercoopers aen den Cooper hebben gecediert ende opgedragen, gelijck sij doen mits deesen, voor doorschlechtig kummervrij, nergents meede beswaert als gemeijne Heeren lasten opt goet staende, pro quota ende nae advenant toe dragen, ende hebben voorts wahr ende wahrschap verner ende beeter verschrijvinge ende vestenis belaevet als Landtrechtens, onder verbandt haerer goederen, sonder bedrog ende argelist.

* 1662, 7-7: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1662, fol. 26v]: Erscheenen Jan Volmer, Jan Havekes, Jan ten Bengfort ende Willem Schutte, sampt ende sonders, die bekanden voor sich – haere huijsvrouwen, daervoor sij de rato cavierden - ende Erven in eenen steden vasten ende onwederroeplicken Erffcoop voer een welbetaelde summa geldes getransporteert ende avergelaeten te hebben, gelijck zij transportieren, overlaeten ende cedieren krafft deeses aen Jan Schulte te Borninckhave, Geesken te Boevelt Ehluijden, ende haeren Erven een gedeelte des goedes Haertman, in den Kerspel Aelten burschap Haert gelegen, voor doorslechtig kummervrij Erffgrondt uijtbesondert Heeren Schattingen, naer advenant des gecofften aendeels het goet Haertman te sullen leveren, bestaende het voors. gedeelte in volghende naemhaffte parceelen, te weeten, den Steenkamp met een stucke hietgrondts, schietende den Steenkamp nortwaerts met eenen eijnde aen Slottbooms gaerden, ende Suidtwarts aent’ Heetveldt offte Heetgrondt voornoembt, westwaerts langes Cloevers grondt, ende Oostwaerts aen Slottbomms Vaeltcamp, ende het stucke Hietgrondts is gelegen Suidtwaerts anden Heet Veltcamp, Noortwaerts aen den Steenkamp, Westwaerts aen Hartmans grondt, Oostenwaerts aen den weg, Een kempken, geheeten het Hietfeldt, met een stucke landts gehieten het bruggenstucke, het Heetfeldts kempken, gelegen zijnde met den eenen eijnde aen die Hoffsteede, met den anderen eijnde ende een zijdt langes den Heelwegh, met d’ander zijde aen die Cloevers beecke, ende het Bruggenstucke, gelegen sijnde met eenen eijnde aen Borninckshoff Bruggenstucke , met den anderen eijnde aen Jentinck landt, met eener zijdt nae die Jentinck beecke, met d’ander sijdt nae Borninckhoffs landt die Spregge genoembt (Fol. 27) voor doorslechtig kummervrij grondt, uijtgenohmen Heeren Schattingen, ende gemeijn Landts beswaer. Deeses gecediert ende uijtgegaen, ende darvan met handt, halm ende monde vertegen, vestenisse wahr ende wahrschap beloefft nae Landtrechte ende hebben Cedenten specialicken tott eene vaste wahr ende wahrschap gestelt die overige Landerijen onder des goede Haertman gehoorende, Sonder arg offte list.

* 1662, 7-7: op dezelfde datum verkoopt de Richter van Enschede, namens de Staten van Overijssel aan Jan Volmer, Jan Hävekes, Jan ten Bengfort ende Willem Schutte het erve en goed Haertman, gelegen in Aalten (buurtschap Haert), en het landgoed wordt van de leenplicht bevrijd

* 1663, 19-3: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1663, fol. 14]: Erschenen Warner Benninck die bekande voor sich, sijnen huisvrou en erven schuldich te sijn an Jan Haefkes en Jan ten Bengevoordt die summa van eenhondert twe ende tachtich dllr. so gemelte Haevekes ende Bengevoort ten deele an den Rentmeester ter Vile voor pacht betaelt ende daer van oock præferentie hebben als oock andersints voor hem verschooten hebben waervoor hij Comparant an haer verkoft ende gecedeert heeft alle sijn gesaei ende mestrecht om ’t selve te sijner tijt voor een prijs marckganck te mogen aftrecken, uitgesondert wat voor d’eene 50 dlr. volgens acte in dato den 5. Octobris 1662 bereits verkoft is ende wat daer mede niet betaelt kan worden, daer voor versettet Comparant alle sijne goederen, in specie sijn vrouwen andeel an die Hutterie in Cotten gelegen, om sich daer an te mogen met peindinge ende parate executie verhaelen.

* 1663, 4-7: ORA Bredevoort [voluntaire prot 1663, fol. 36]: Erschenen Derck Hoickinck genant Clanderman, Aeltien Clandermans sijn huisvrou, die bekanden und sij Aeltien met authoriteit haeres mans als hier toe erkooren ende toegelaeten Mombers voor haer ende haeren erven, voor een welbetaelde summa geldes in eenen steden vasten eeuwigen ende onwederroeplijcken erfkoop volgens koopcedul verkoft ende overgelaten ’t hebben an Jan Haefkes Truijcken Decherinck suin huisvrou ende deren erven die Clandermans Stede in die Kerspel Wenterswijck Bourschap Woolt in sijn kennlijcke limiten ende bepalinge gelegen, met den Kerckenkamp, ofte alt recht ende gerechticheit soo die cedenten an den selven sijn hebbende met alle olde ende nieuwe gerechtigheit ende allergestalt Comparant die selve tegenwoordich gebruicken ende bewoonen voor doorslechtich alodiael kommervrij uitgesondert een Roockhoen ofte 15 strs. aen den tijtlijcken Rentmr. van sijn Hoocheitz Domeinen ende gewoontlijcken dienst als oock den thiende uit den kerckenkamp, ende een rijxdlr. jaerlijckx (Fol. 36v) an die Kerckmeesters tot Wenterswijck ende sunsten gemeene lants beswaer ende schattinge, Deeses erflijck gecedeert ende uitgegaen ende hebben Comparanten daer op met hant halm ende monde vertegen waer ende waerschap belooft onder verbant van haer persoonen goederen soo tegenwoordich als toekoomende, geene daer van uitgesondertt, voorts verner ende beter verschrijvinge ende erfvestenis belooft na Landtrechte sonder bedroch ende argelist.

* 1665, 8-2: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 22v:]: Erschenen Henrick Haertman, die bekande oprechter schult schuldich te zijn wegens resterende pachtgelt an Jan ten Bengevoort en Jan Haevekes die somma van 27 guldens en 25 guldens anderhalven stuiver, geloofde die selve sommen an respectieve voornoemde persoonen onfeilbaer anstaende St. Johannes deses jaers te betaelen, onder verbant sijner gerede ende ongerede goederen, om in cas van misbetaelinge die reele en parate executie submitterende.

* 1666, 13-9: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 175]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jan Haefkes, overgaff tegens Geerdt schulte Oossinck declaratie van kosten, versoeckende hem dieselve per copiam toegesonden te worden, om quatenus velit daerop te diminueren tegens anstaende Wenterswijckschen landtgerichte an te stellen, met bedinch hij (fol. 175v) diminuere alsdan off niet, dat niettemin mette taxatie sal vervaeren worden. Obtinuit. Hiervan …

* 1666, 25-10: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 195]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jan Haefkes, repeteert tegens schulte Oossinck, overgegevene ende vermoogens relatie van Abraham Peters geinsinueerde declaratie, ende afwacht daerop bijbrenginch van diminutie, sin secus, met die taxatie te vervaeren. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van schulte Oossinck, in judicio praesent, wol sijn diminutie hebben inbedongen.

* 1666, 8-11: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 202]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jan Haefkes, repeteerdt nochmaels tegens schulte Oossinck d’ overgegevene declaratie, ende afwacht bijbrenginch van diminutie, versoeckende sunsten dat met die taxatie sal vervaeren worden. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van schulte Oossinck, overgaff vel quasi sijn diminutie. Ex officio protesteert van oppentholt, ende kosten.

* 1666, 22-11: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 207v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jan Haefkes, versoeckt nochmaels in saecken tegens schulte Oossinck dach van collatie der declaratie an te stellen. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van schulte Oossinck, kan toestaen d’ ablegatie, mits dat de diminutie daerbij gevoecht worde. Ex officio protesteert dieselve ter later tijt, ende nae veel veroorsaeckte kosten inbedongen te worden, ende verblijft nochmaels bij sijn versoeck van ablegatie. Ex officio Theben seidt dieselve veerdich te liggen, derhalven priora. Terminus tegens anstaende dinsdach over acht dagen, sijnde den ….

* 1666, 4-12: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 211v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jan Haefkes, versocht op huiden in termino tegens schulte Oossinck ablegatie van declaratie ende eene ordeldrager te nomineren. ’t Gerichte ordonneert ablegatie ende nomineert tot ordeldrager Jan ter Pelckwijck.

* 1666, 6-12: ORA Bredevoort [invnr 126, fol. 217v]: Dr. Theben, volmachtiger van schulte Oossinck, overgaff die voor desen inbedongene diminutie, versoeckende daerop taxe nae landtrechte. Ex officio Dr. Weddinck volmachtiger van Jan Haefkes, alsoo die diminutie post lapsum et praefixum terminum is bijgebracht, contendeert tot rejectie, ende dat in contumaciam mooge recht gedaen worden.

* 1697, 10-5: ORA Bredevoort [voluntaire prot 433 fol 118, scan 282]: Erschenen Abraham Haeffkens voor sich ende sijn huijsvrouw Elisabeth Eppenhoff de rato caverende voor een vijftepart, Wessel Hoedemaecker voor sich, en voor sijn huijsvrouw Elsken Haeffkens de rato caverende, oock voor een vijfte part, Berent Willinck als momber van Filistina, Gertruijt, Anneken en Claes hoedemaecker onmundige kinderen van wijlen Fenneken Haeffkens bij Hendrick Hoedemaecker ehelick geprocereert ende de rato voor derselver vader Hend. Hoedemaeker caverende, gelijckvals voor een vijftepart Hendrick ten Bengevoort Ceurnoot tot Wenterswijck als momber van Joris, Fenneken en Gerrit Haeffkens, onmundige kinderen van wijlen Jan Haeffkens, tot Zutphen en de rato voor derselver moeder de Weduwe van gemelten Jan Haeffkens Steventjen Worm benoemt caverende, insgelijcks voor een vijfte part ende Jan van Wullen voor sich, ende Gerrit Meijs als momber van desselfs onmundige kinderen Gertruijt en Claes van Wullen bij wijlen deselver moeder Ermgart Haeffkens ehelick verweckt, oock onder hun voor een vijfte part Erfgenaemen van wijlen Jaen Haeffkens en Gertruijt Deggerinck die bekenden, naer voorgegaane consent van den Heer Officier met advijs van Rechtsgeleerden tot de alienatie en opsichte van d'onmundigen voor een wel en te dancken betaelde summa geldes erffelick vercoft, en bij desen gecedeert, getransporteert en opgedraegen te hebben aen Willem Goossens ende Anneken ten Brinck, Eheluijden, en derselver erven het naegelaetene huijs van wijlen der Verkooperen respective Vader en Bestevaeder Jan Haeffkens en moeder en Bestemoeder Gertruijt Deggerinck voornoemt, en daer van geerft, gelijck het selve binnen Wenterswijck aende Marckt ter eene sijde aende Meddehosche straate, en aan de andere sijde naest Willem Waliens alias Boesen huijs notoirlick is geleegen, met alle op- en dependentien, oude ende nieuwe rechten ende gerechticheeden van dien voor allodiael commervrij nergens als met ordinarisse Heeren en Lants lasten beswaert, en vijff stuijvers thins aenden Heer tot Pleckenpoell jaerlicx bekennende Comprtn. jeder in sijne respective voornoemde qualiteijt, en voor derselver en hunner respective principaelen quoten daer van ten eenemaal onterft ende ontrechticht, en den voornoemden kooper sijn huijsvrouw en Erven daer aen geerft en gerechticht te sijn, met beloften van waer en waerschap in cas van evictie onder verbant ende submissie als rechtens daer op hantastinge gedaen.

* 1697, 18-11: ORA Bredevoort [volunt. prot. 433, scan 316]: Verkoop door Steeventjen Worm, wed. ende boedelhoudersche van wijlen Jan Haefkens den jongen, in desen geassisteert met Hendrick ten Bengevoort als haeren gekooren momboir, voorts hij Hendrick ten Bengevoort als genomineerden curator van de onmundige kinderen bij Jan Haefkens ende Steeventjen Worm, naementlick Fenneken en Gerrit Haefkens, oock Joris Haefkens, voorts Hendrick Hoedemaecker voor hem selfs ende neffens Berent Willinck als geconstitueerden mumboir sijner 4 kinderen, nl. Christina, Gertruijt, Anneken en Klaes Hoedemaecker bij voorn. Fenneken Haefkens ehelick geprocreëert de rato caverende, voorts Jan van Wullen nomine uxoris Armgard Haefkens, hij Jan van Wullen voor hem selfs ende naemens sijne onmundige kinderen bij voorn. Arngard Haefkens ehelick geprocreëert, Wessel Hoedemaecker nomine uxoris Elsken Haefkens daer voor de rato caverende, oock Gerrit Meijs als meede mumboir der voornoemde kinderen van Jan van Wullen, tesaemen als erfgenaemen van Jan Haefkens den ouden, aen Abraham Haefkens en Elisabeth Eppenhoff ehel., den Weenen goorden, het lant op den Schulten Esch, de Groote Bree op den Arrisvelt, de halve Hobinck maethe.

* 1697, 18-11: familysearch, ORA Bredevoort [433, scan 317]: Hendrick Hoedemaecker voor hem zelf en neffens Berend Willink te samen momboiren van Hoedemakers onmondige kinderen bij wijlen zijn vrouw Enneken Haeffkens ehelick geprocreëert, voorts Wessel Hoedemaeckervoor hem selfs en namens zijn absente huisvrouw Elsken Haeffkens, pro quota heredes van wijlen Jan Haeffkens de oude hebben het bij magescheid aan het toebedeelde 1/5 deel van het erve Elverdinck onder buurtschap Woolt (Winterswijk) verkocht aan Frederick te Voortwijs en diens vrouw Andrea Walien

* 1697, 18-11: familysearch, ORA Bredevoort [433, scan 318]: Erschenen de erfgenamen van wijlen Jan Haeffkens, namelijk de weduwe van Jan Haeffkens geassisteert met haar soon Joris Haeffkens, Abraham Haeffkens, Jan van Wullen gewezen man van zal: Armgardina Haeffkens en Gerrit Meijs als momber van haar kinderen, Berent Willink als momber over Fenneken Haeffkens kinderen, en Wessel Hoedemaecker als man en momboir over zijn huisvrouw Elsken Haeffkens hebben hun halve huis in de Wooltstraat verkocht aan Jacob Levi en zijn erven.


kind 1: Abraham Haeffkens

* 1691, 22-7: ORA Bredevoort [volunt prot 431, fol. 45]: Aelbert Grevinck en zijn huisvrouw Meghtelt Crabbenborg hebben op 8 augustus 1690 verkocht aan "Abraham Haefkens en beijde gebroederen Gerrit Jansen van der Sluijse haer Ehel. inhebbent reght en pantpenningen in erve en goed Hevinck in Meddehoe notoirlijck gelegen", "dogh alsoo 't den Comprt: doemaels ontdoght was dat sij Arnoldus ten Broeck op den 8 april 1690 in 't selve goet gevestight hadden (..) en alsoo sij cooperen Abraham Haefkens en Gerrit Jansen van der Sluijse 't gecofte en betaelde goet Hevinck niet kommervrij souden kunnen besitten, soo is 't dat sij comparanten om alle verwijderinge deesentweegen voor te komen aennemen en belooven in tijd van vier dagen dat den achterstandigen intree aan gemelde Ten Broecke contant erlight worde, en dat hij Ten Broecke off goetlick off reghtelick van 't hecken der vrughten des voorn: goedes Hevinck desisteere." Dat alles opdat Haefkens en Van der Sluijs kunnen oogsten, en binnen een half jaar zal Ten Broeke van al zijn rechten ontheven worden. In het vervolg komt nog een keer "Abraham Haefkens en gebroederen van der Sluijs" voor. in margine: 17-3-1696: Deese acte en 't effect van dien is door Haefkens bij nadere acte van transport in dato 17 marti 1696 aen Joost en Derck Schutte gecedeert etc.

* 1693, 2-5: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 112]: Willem Dulmen en zijn vrouw Derckjen lenen fl 150:- van Abraham Havekes en zijn vrouw, tegen 5% rente, en als dat niet prompt betaald wordt de derde garve uit de Dulmers Veerstenkamp.

* 1693, 17-11: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 132]: Henrik Hansen alias Scholten zegt dat hij enkele maanden geleden ten behoeve van Abram Haeffken in Amsterdam 100 rijksdaalders had gekregen om naar Winterswijk te brengen, maar die penningen zijn onderweg vermist. Omdat Henrik Hansen niet graag zou zien dat Abraham Haefkens de schade alleen moet dragen, bekent hij schuld voor fl 200,-, tegen 10% rente, want Haefkens heeft hem fl 50:- kwijtgescholden. In de marge een aantekening van 2-3-1697: de schuld is afbetaald, de schuldbekentenis kan geroyeerd worden. [zie ook de akte dd 5-11-1693, scan 136]

* 1695, 25-1: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 168]: Hendrick Frecken en zijn absente huisvrouw zijn aan Abraham Haefkens en Elisabeth Eppenhof fl 1000,- schuldig. Marginale aantekening: op 9-11-1701 zegt Abraham Haefkens dat de schuld is voldaan.

* 1696, 18-2: ORA Bredevoort [volunt prot. 433, fol. 6, scan 229]: Sijn H.Welgeb. Heere Joost Hendrick van Asbeeck tot den Dravenhorst, bekent op 6-5-1676 opgenomen te hebben van Aelbert Grevinck een summa van 3000 gl. en daarvoor verbonden te hebben het erve Sevinck in Meddehoe gelegen. Abraham Haefkens en Gerrit Jansen van de Sluijse hebben dien pantpenninck op 8-8-1690 gerechtelick bij koop aen sigh gebraecht. Nu wordt den vollen eijgendomb off het recht van melioratie off losse, soo hij comparant op het goet Seevinck heeft, opgedragen en gecedeert aen Abraham Haefkens en dessen huijsvrouw Elisabeth Eppenhoff. Hierbij is gereserveert dat, wanneer Asbeeck binnen 3 jaar aen Haefkens komt te restitueren hetgeen deze voor de melioratie betaelt heeft ad 150 gl. met den interesse ad 5 per cento, Asbeeck den eijgendomb van 't goet Seevinck sal behouden en hij Haefkens in sijn recht van pantschap sal blijven staen.

* 1698, 17-3: familysearch ORA Bredevoort [433, scan 330]: Frederik te Voortwijs en zijn vrouw Andrea Walien verkopen enkele precies omschreven percelen van het goed Elverdinck aan aan Abraham Haefkens en Elisabeth Eppenhoff en aan Jan van Wullen en Catharina Schutte

* 1698: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers [arch 92, collectie Vermeij, invnr 7]: Acte van overdracht door Frederick te Voortwijs en Andrea Walien, echtelieden, aan Abraham Haafkens en Elisabeth Eppenhof, echtelieden, en aan Jan van Wullen en Catharina Scholten, echtelieden, van nader omschreven percelen, behorend tot het goed Elverdinck, gelegen in de buurschap Woold, kerspel Winterswijk; authentiek afschrift

* 1700, 9-5: ORA Bredevoort [volunt prot. 487]: Geert ten Poelhuis, Stijne ten Coolenbergh ehel., bekennen 200 caroli gl. geleent te hebben van Abram Haefkes, Elisabeth Eppenhof ehel.,, belaevende die summa jahrlijx te verrehnten tegens 6 ten hondert, verbindende haere persohnen en goederen in specie haer gerechte aenpart aen de Hoeve in Medehoe gelegen.

* 1705, 26-10: familysearch, ORA Bredevoort [tuteele en curateele invnr 548 scan 457]: Geertken Elverdinck klaagt dat bij het afsterven van wijlen haar eheman haar voormalige landsheer Abraham Havekes al hun toenmalige goederen heeft verkocht en daaruit, zover het strekte, haar schulden heeft betaald zodat zij in een bedroefde en ellendige staat met vier kinderen bleef zitten, en haar brood met 'daghuijren' verdient. Ze heeft nu een huwelijksaanzoek van Tunnis Dieckenbosch, maar ze kan haar kinderen voor hun vaders erf niets bewijzen. Hendrik Stemert verklaart dat zijn broer inderdaad geen goederen heeft nagelaten, maar hij stelt voor dat het ene nagelaten kind door hem gealimenteerd kan worden totdat het zijn eigen kost kan verdienen, en dat zijn broeder Jan hetzelfde doet met het tweede kind, terwijl de twee overige kinderen al bereids in dienst van anderen zijn.


kind 4: Jan Haeffkens

* 1657, 6-8: ORA Bredevoort [volunt prot. 1657 fol. 43v]: Erschenen Adrian Poppinck die bekande voor sich ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes ondergemelt rechter Jaerliker pension avergelaten ende verkofft te hebben anden Hr. QuartierMeijster Dethmar Poppinck Josina Uhtens Eeheluijden ende haeren Erven, Negen ende Viertich gulden tijn str. hollants, Jaerlix opten sesten Augusti in dato deses te verschijnen, stellende daervoor t’onderpande alle sijne geriede ende ongeriede goederen, in specie sijn Erff ende goedt Wassinck inden Kerspell Wenterschwick Buhrschap Brinckhoerne gelegen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loesse een halff Jaer te voeren te verkundigen beijdersijts voorbeholden ende demnae opten sesten Augusti viertijn dagen daernae onverhalt mitte Summa van Elffhondert gulden te loessen, alles bij peene van pendinge als vorschreven, Sonder exception ende argelist. in de marge: Anno 1675 5 Januarij Erschenen Aelken Haeck ende Jan Havekes uijt Rechten Volmachte voor die Wesekamer tot Zutphen in dat den 18 Joeni ? 1674 gepasseert, soo hierbij wordt aengegeven, In qualiteit als mombers van wijlen Detmar Poppincks naegelatene kinder ter præsentie mede van desselven soone Calixtus Poppinck Vaendrager ende bekande van dit Capitael ende interesse ten volle betaelt betaelt te sijn. Ergo vacat T.Bronckhorst Landtschrijver.

* 1698, 17-3: familysearch ORA Bredevoort [433, scan 329]: Hendrick ten Bengevoort, namens de weduwe en erfgenamen van Jan Haefkens tot Zutphenverkopen 1/5 deel van "Elverdinck" en "Stroete" in buurschap Wolt in Winterswijk aan Frederik te Voortwijs, vanwelke vijfde part de halfscheijt tussen Abraham Haeffkens en Jan van Wullen te delen staat. Ook de volmacht wordt in deze akte geheel geciteerd: daar staat dat Steeventjen Worm, geassisteerd door haar zoon Joris Haeffkens namens haar onmondige kinderen Fenna en Gerrit Haefkens bij wijlen Johan Haefkens verwekt, Hendrick van Bengevoort hebben gemachtigd om van dit vijfde part de ene halfscheid te verkopen aan Frederik te Voortwijs en de andere halfscheid aan Abraham Haefkens en Jan van Wullen.

* 1702, 26-1: familysearch ORA Bredevoort [tuteele en curateele inv 548, scan 313]: Erschenen Hendrick ten Bengevoort, Gerrit Meijs als oomen en bloetmombairen van de nagelaten kinderen van wijlen Hendrick van Wullen, voorts Abr. Havekes, Derck en Wijnold Schutte als oomen en bloetmombairen van de nagelaten kinderen van wijlen Jan van Wullen, hebben die mombairschap (...) verburght onder verban t van hun personen en goederen , in absentie van Abr Havekes, tot sijn wederkomste etc. (op de omslag staat: Wed. van Wullens kinderen)


openstaande vragen / discussie


Niet bewezen is dat Jan Haeffkes de zoon is van Jan Havekes X Armgart. Het is wel waarschijnlijk, omdat in 1653 sprake is van Jan Havekes de olde, met andere woorden: hij had toen een zoon Jan, die van senior onderscheiden moest worden, dus zelf ook al volwassen was. Veel sterker is de aanwijzing dat Jan Haeffkes X Truijcken Deggerinck een dochter hebben die Ermgard/Armgart heet.

Ten derde: Jan van Wullen, Jan Haeffkes schoonzoon blijkens de akte uit 1697, figureert ook in een akte van 1726 die aangeeft dat een schuld uit 1644 aan (de erfgenamen van o.m.) Jan Haefkes X Armgart is voldaan --> zie daarvoor de akte uit 1644, genoemd bij Jan Haeffkens sr.

Wellicht dat de volgende stukken antwoord kunnen geven op vele vragen over de families Hofkes, Walien, Eppenhoff, Willink etc: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, arch 576: Fam. Scholten en verwanten te Winterswijk, invnr 70: Brieven van Theodorus van Hengel te Winterswijk als gevolmachtigde aan zijn neef en lastgever Jan van Wullen, "meester silversmidt en kasthouder in de Kalverstraat bij den Dam" te Amsterdam, inzake het onbevredigende familieoverleg rond de verkoop van een gemeenschappelijke onverdeelde boedel, bestaande uit huizen en landerijen te Winterswijk, 1770. 2 stukken [niet ingezien] - omdat in de genoemde akte van 1726 zowel Jan van Wullen als Van Hengel optreden, maar ook Eppenhoff en Willink.

Er is ook een andere mogelijkheid: in Winterswijk komt ook nog een Jan Havekes voor die voor 1647 trouwde met Theodora (Derksken) Brussen. Zie voor alle twijfels de aantekeningen bij Jan Havekes sr.

Bij de ondertrouwakte van hun dochter Fenneke in 1682 wordt van haar man gezegd dat hij zoon is van 'zaliger' Claes Hoedemaker, en van Fenna dat ze dochter is van Jan Haevekes. Het lijkt erop dat Jan dan dus nog leeft.

De bij kind 4 genoemde bron maakt duidelijk dat er in 1675 in Zutphen een Jan Haeffkens was, getrouwd met Aaltje Haeck. Omdat ook de echtgenoot Jan Haeffkens van Steventje Worm in Zutphen woonde, is het goed mogelijk dat deze Jan Haeffkens twee maal is getrouwd, eenmaal met Anna Haeck en daarna met Steventje Worm.