VIII. Over ledigheid

("De l’Oisiveté")

Inhoud

Montaigne schrijft hier over het gevaar van het hebben van een inactieve geest, en hij denkt na over zijn eigen besluit zich terug te trekken in zijn kasteel om ongestoord, tot aan zijn dood, te kunnen nadenken. Montaigne beschrijft nietsdoen als een informele activiteit van de geest. Deze dwaalt over een veelheid van dingen. Hij voegt eraan toe dat, net als alle dingen, de geest gedwongen moet worden om niet af te dwalen. Na zichzelf te hebben uitgeleefd in mijmeringen, had de auteur zelf besloten om de dingen te noteren die zijn geest had gecreëerd.