Floris zoog enkele kubieke meter ochtendlucht naar binnen, brulde het refrein van “O mijn Kempen” en veerde uit zijn bed. Vandaag was de grote dag. Het was negen uur, en om tien uur was het zover. De kroon op het werk.
Lezer, ik hoor u mompelen: ‘Grote dag? Tien uur? Zover? Kroon?’, en het feit dat u dat mompelt bewijst dat u meer wil. U krijgt meer. Het zit namelijk zo dat Floris over een speciale gave beschikte. Op een dag had hij de ontdekking gedaan dat hij, mits de nodige concentratie, dwars door een blad papier heen kon kijken. Daar niemand anders tot die krachttoer in staat bleek, groeide in Floris een geweldige prestatiedrang. Een blad, zo dacht hij, daar is geen moer aan. Een telefoongids, dàt zou pas ophef maken. Een periode van keiharde training en zelfdiscipline brak aan.
Hij begon met een vel luchtpostpapier, en toen hij daar zonder moeite een boek door kon lezen, nam hij een vel kwaliteitspapier. Dan één met ruitjes. Dan twee, en zo verder, tot hij ten slotte dwars door zijn cursus filosofie heen een film kon bekijken. Floris was zeer in zijn nopjes. Maar in de koorts van zijn ambitie begon hij zich af te vragen of papier het enige materiaal was dat boog voor zijn wil. Zou een muur…? Hij huiverde om zijn eigen vermetelheid.
Het heeft màànden geduurd voor hij zich voor de eerste maal door een Delftse tegel boorde. De maanden daarop werkte hij zich te pletter, en niet alleen bracht hij het in die tijd tot een straatplavei, maar hij reduceerde geleidelijk ook de voorafgaande concentratieperiode tot een kwartier.
Floris had nog niemand verteld over zijn resultaten, omdat hij zin had om eerst wat lol te trappen. Ik heb u immers nog niet verteld, lezer, dat Floris alleen op een appartement woonde, en dat de flat naast de zijne aan een ongelofelijke griet toebehoorde. Het adjectief ‘knap’ kreeg op slag een fletse kleur als je het wou gaan gebruiken om haar te beschrijven. Om u er een idee van te geven. Hoewel u er hoegenaamd geen idee van heeft natuurlijk. In ieder geval, ze was dermate indrukwekkend (en ook in hoge mate alleenstaand) dat Floris er niet toe kwam enige woorden die een vorm van toenadering tot gevolg konden hebben, uit te kramen. Hetgeen hem uiteraard zeer dwars zat.
Er is nog een interessante kleinigheid, lezer, waar u misschien geen weet van heeft. Mogelijkerwijs betrekt ook u een modern appartement. In dat geval is het u bekend dat uw gebuur zijn badkamer net naast de uwe heeft. Die gebouwen zijn immers zo ontworpen dat telkens twee douchecellen gebruikmaken van dezelfde leidingen. Daarom is het ook zo dat u uw gebuur zijn kraan kan horen opendraaien. Het sissende geluid van het water in de leidingen wijst erop dat hij achter die prefab-muur in zijn nakie staat. Dit, lezer, is inderdaad een bijzonder inspirerende gedachte.
En zeg nu zelf: wie door een straatplavei loert, loert op zijn dooie gemak door een prefab-muur. Deze bedenking nu, had Floris tot zijn opmerkelijke prestatie gedreven.
Het sissende geluid elke zaterdagochtend rond tienen, gaf Floris de zekerheid dat zij de gewoonte had om dan haar douche te nemen. Gehoorzamend aan een totaal irrationele en romantische drang binnen in hem, had hij het tot een gebruik gemaakt om op hetzelfde moment onder de sproeier te stappen. De gedachte dat ze zich op enkele centimeters van hem, helemaal poedelnaakt, met water uit dezelfde leiding stond te wassen, was voor hem het meest opwindende wat een jong mens zich kon inbeelden.
Floris nam geen ontbijt, want hij had ondervonden dat hij op een nuchtere maag scherper kon zien. Hij poetste zijn tanden en hield zich tot kwart voor tien bezig met concentratieoefeningen op zijn straatplavei. Daarna deed hij zijn pyjama uit, stapte in zijn douchecel en draaide de warme kraan open. Hij begon zich met volle kracht te fixeren op de muur. Die bleek van rotslechte kwaliteit te zijn, want na acht minuten had hij al een prachtig uitzicht op de andere badkamer.
Floris stond daar al vijf minuten te gapen, toen ze eindelijk binnenkwam. Zijn hart bonkte in zijn keel. Ze ontkleedde zich zo stijlvol dat hij niet voelde dat het water al ongeveer zeventig graden heet was. Maar plots kwam ze recht op hem af! Floris schrok zich rot. Hij wilde net de benen nemen, toen hij eraan dacht dat ze hem natuurlijk niet kon zien. Geruststellende gedachte! Met een zucht van verlichting begon hij zich weer te concentreren.
Ha! Daar was ze weer. Maar wat stond ze daar nu te doen? Ze was de muur aan het bekijken! Vol afgrijzen zag hij haar ingespannen blik na een minuut of twee omslaan in één van herkenning, en daar stonden ze nu naar elkaars blote lijf te kijken. Hoewel Floris enigszins verveeld was met de situatie, bedacht hij toch dat ze wel enorm veel geoefend moest hebben om op twee minuten al succes te hebben. Hij peuterde in zijn oor, glimlachte eens vriendelijk en wuifde goedemorgen. Ze wuifde terug omdat het nu eenmaal onbeleefd zou zijn om niet terug goedemorgen te zeggen, en omdat ze daar zo lullig stonden, deed ze teken van: zal ik je rug wassen? Okee, gebaarde hij terug, en hij stapte kletsnat in zijn pyjamabroek. Ik kom eraan, gesticuleerde hij nog, tof! duimde zij terug, en hij maakte dat hij op weg was. Hij grabbelde nog zijn fles welriekende kruiden mee.