Brevet

Algemeen:

Groepen van maximum 8 honden per uur en per 2 keurmeesters, reuen en teven door elkaar.

Loopse teven kunnen enkel deelnemen bij afzonderlijk ingerichte brevet proeven.

De honden die voorgebracht worden tot het afleggen van de brevet proeven moeten tenminste 12 maanden oud zijn.

Enkel honden welke houder zijn van het attest van sociaal gedrag kunnen deelnemen aan het brevet.

Elke geleider dient, alvorens het terrein te betreden, het werkboekje van de hond in te leveren op het secretariaat. Indien dit niet gebeurt, wordt de hond geweigerd.

Enkel voor het behalen van het brevet gehoorzaamheid programma (GP) is, bij eventuele mislukking van een oefening, een herkansing mogelijk doch slechts voor max. twee oefeningen. De punten worden dan berekend op het totaal der te verdienen punten op de betreffende oefening doch slechts maximum de helft van dit totaal kan worden toegekend. Wanneer op een oefening reeds een herkansing zonder slagen heeft plaatsgevonden, is een tweede herkansing verder uitgesloten .

Officieel brevet.

De proeven voor het behalen van een brevet staan open voor alle honden waarvan de eigenaar lid is van een club, aangesloten bij de Koninklijke Kynologische Unie Sint Hubert (KKUSH).

Enkel honden met een stamboom dewelke erkend wordt door de KKUSH en de Fédération Cynologique Internationale (FCI), krijgen het officieel brevet

van de KKUSH dat zal afgeleverd worden met volgende vermelding:

- Uitmuntend: 85%

- Zeer Goed: 70 %

- Goed: 60% van de punten

Om het brevet te bekomen, moet de hond tenminste 50% van de punten behalen op elke oefening en 60% op het totaal van de te behalen punten. De hond die dus een onvoldoende heeft voor een oefening of 10 punten (of meer) verliest op "algemene houding", kan onmogelijk het brevet behalen.

Maximum 2 mislukte oefeningen mogen éénmaal overgedaan worden maar indien de herkansing lukt, wordt slechts de helft van de punten op deze oefening toegekend. Er kan slechts herkanst worden zolang er kans op slagen is.

AAN DE LEIBAND: 15 PUNTEN

Een leiband van ca 1.2 m lengte, in leder of nylon wordt toegelaten. Lange, zware en / of z.g. dubbele lijnen worden, in verband met het "wegbergen" bij oefeningen waarbij de hond "los" dient te werken, afgeraden. Zeer dunne lijnen (koorden), die bij de hond pijn kunnen veroorzaken worden verboden.

Een "vaste halsband" evenals een zogenaamde "strop halsband" in leder of nylon of een "strop ketting" worden toegelaten.

Tijdens de oefening zal de geleider de vrije arm normaal, vrij en natuurlijk bewegen. De leiband wordt gedragen in de linkerhand als de hond links loopt en in de rechterhand als de hond rechts loopt. Hij wordt zodanig gedragen dat hij voldoende loshangt, niet hindert en geen invloed uitoefent op het volgen van de hond.

- Brevet proef:

De geleiders verzamelen in front met telkens 3 m. tussenafstand, er worden steeds 7 slalom punten voorzien,( eventueel aan te vullen met kegels ).

Een geleider vertrekt met de hond aan een kegel ter hoogte van de eerste geleider en gaat, in normale pas, op ongeveer 1 m. voorlangs de rij wachtende geleiders. Aan het eind gekomen wordt teruggedraaid om vervolgens in slalom tussen de rij wachtende geleiders en honden te gaan naar de plaats van vertrek waar de oefening dan dient afgewerkt te worden met de hond "aan de voet" (1 bevel).

STRAFBEPALINGEN:

- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt

- Volgen op minder dan 0.5 m. doch niet correct naast de geleider: maximum verlies van 3 punten (Kan dichter = K.D.)

- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten,・.) zal bestraft worden met maximum 2 punten..

- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 m. verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.

- Wanneer de hond zich meer dan 1 m. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.

- De hond "hangt in de lijn" (volgt bij gespannen leiband): -2 punten per 10m.

- Elke ruk aan de leiband door de hond of de geleider: -1 punt

- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten aan rato van de overtreding.

- Niet nemen van een voorziene hindernis: afspraak met aftrek van punten aan rato van de moeilijkheidsgraad.

- Wachten op de hond of bij het nemen van een hindernis wordt telkens bestraft naar gelang de invloed op de uitvoering van de oefening.

- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt

- Niet correct tempo wordt bestraft.

- Leiband niet correct gedragen en /of hinderend wordt bestraft met max. 2 punten.

- De vrije arm niet vrij of niet normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2 punten.

- Werk en voor het bevel van de keurmeesters: max. –2 punten.

- Hond niet aan voet: -1 punt.

IN VRIJHEID: 15 PUNTEN.

De leiband en halsband dienen hierbij verwijderd en volledig weggeborgen, niet zichtbaar voor de hond.

Tijdens de oefening zal de geleider de aangeduide weg afleggen en daarbij de armen normaal, vrij en natuurlijk bewegen.

In een rechte lijn (heen en terug) dient de geleider met de hond een weg af te leggen van 2 x 20m. en tegen een normaal tempo (normale pas). Onderweg zal hij een tegenganger (geleider met hond) kruisen hond aan hond op 2m. afstand, zonder daarbij van de beschreven route (rechte weg) af te wijken. Het omkeren wordt uitgevoerd naar keuze van de geleider. De oefening wordt afgewerkt met de hond "aan de voet" (1 bevel).

STRAFBEPALINGEN:

- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt.

- Volgen op minder dan 0.5 m. doch niet correct naast de geleider: max. verlies van 3 punten (K.D.)

- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten,・) zal bestraft worden met maximum 2 punten.

- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 m. verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.

- Wanneer de hond zich meer dan 1 m. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.

- Wanneer de hond zich meer dan 2 m. verwijdert van de geleider: -3 punten per overtreding.

- Wanneer de hond zich meer dan 3 m. verwijdert van de geleider: verlies van alle punten.

- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten ・ rato van de overtreding.

- Niet nemen van een voorziene hindernis: afspraak met aftrek van punten ・ rato van de moeilijkheidsgraad.

- Wachten op de hond of bij het nemen van een hindernis wordt telkens bestraft naar gelang de invloed op de uitvoering van de oefening.

- Niet correct tempo wordt bestraft.

- Wanneer de hond (in GP1) de houding niet aangenomen heeft: -2 punten, -1 punt per bij bevel.

- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt

- Armen niet vrij of normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2 punten.

- Werk en voor het bevel van de keurmeesters: max. –2 punten.

- Hond niet aan voet: -1 punt.

TERUGSTUREN: 15 PUNTEN.

De hond en de geleider nemen plaats op een afstand van 10m van een vooraf aangeduide plaats. De geleider vertrekt met de hond naar die plaats. Daar aangekomen geeft de geleider aan de hond het bevel om te "liggen". De geleider gaat terug naar het vertrekpunt en roept de hond op in "zit voor・ (1 bevel) en in "voet"・. Vervolgens wordt de hond teruggestuurd naar de plaats. Voor het aannemen van de "lig" houding is er één bevel toegelaten. Er worden 5 punten toegekend voor het oproepen ( in zit voor en voet) en 10 punten voor het terugsturen. Er wordt steeds gewerkt op teken van de keurmeester. De hond krijgt 20 seconden om terug naar zijn plaats te gaan.

De plaats om terug te gaan is het midden van een vierkant met 3m zijde, afgebakend door 4 kegels. De geleider gaat met de hond aangelijnd, naar de plaats. De hond wordt afgelijnd en de leiband wordt op de grond gelegd. De plaats van de hond is op of naast de leiband. Bij het terugzenden mag er gelijktijdig een bevel gegeven worden met de stem en een teken met de arm. Wanneer de hond bij het terugsturen binnen de denkbeeldige zijlijnen van het vierkant ligt is er geen aftrek van punten.

STRAFBEPALINGEN:

- Er is aftrek van punten (-1 pt per meter) voor het terugsturen van zodra de hond meer dan 1m van de plaats verwijderd is.

- Meer dan 4 meter betekent verlies van alle punten.

- Bij Bevel op Afstand (BBA) : -2 punten.

- Bij Bevel bij de hond (BB) : -1 punt.

- Niet komen in zit voor (Z): -1 punt.

- Niet komen aan de voet (V): -1 punt.

- Verandering van houding na het aannemen van de lighouding op de plaats (H): -2 pt (eenmalig).

- Voortijdig vertrek (Werkt voor Bevel WVB): -2 punten.

- Te traag komen kan bestraft worden: (Tempo T) (max -2 punten tempo ).

DOWN (BLIJVEN LIGGEN): 10 PUNTEN.

De hond moet op bevel van de geleider, na een teken van de keurmeesters, binnen de 10 sec. de liggende houding aannemen op een door de keurmeesters aangeduide, zichtbare plaats en moet 2 minuten ter plaatse blijven.

De geleider begeeft zich naar een door de keurmeesters aangeduide plaats, in een aangeduide houding en zal daar wachten op verdere aanwijzingen van de keurmeesters.

Liggen: De achterhand van de hond op de (onder)grond en tenminste één elleboog steunen op de (onder) grond.

Na het bevel om te liggen, blijven de geleiders naast hun hond staan wachten tot zij van de keurmeesters het bevel krijgen om naar hun aangeduide plaats te vertrekken op ca 10 m. voor hun hond. De geleiders mogen zich daarbij eventueel achterwaarts verwijderen. Tijdens de ganse duur van de oefening moeten de geleiders de hond kunnen zien en moeten ook de honden de geleider kunnen zien. Tijdens de oefening zullen de honden niet afgeleid of verstoord worden.

- Elk bij bevel, met stem, gebaar en dergelijke, om de hond te doen liggen: -1 punt.

- Wanneer de hond niet binnen 10 seconden ligt wordt de oefening stopgezet met verlies van alle punten.

- Aanraken van de hond of sterke hulp bij het bevel om te liggen: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten.

- De hond moet de liggende houding hebben aangenomen vooraleer de geleider zich verwijdert, zo niet: verlies van alle punten.

- Bij bevelen, met stem of gebaar, tijdens het verwijderen of van op de aangeduide plaats: -2 punten.

- De hond blijft wel ter plaatse maar neemt een andere houding aan: -2 punten (ongeacht het aantal houding veranderingen).

- Ter plaatse draaien van de hond, over 180ー (=verplaatsen van 1m): -1 punt.

- Wanneer de hond duidelijk het contact met de grond verliest met de voorhand of met de achterhand:-1 punt.

- De hond verplaatst zich: -1 punt per meter. Bij meer dan 4 m. is verlies van alle punten.

- Herplaatsing van de hond is niet toegestaan.

- Het ontwijken van hindernissen die essentieel deel uitmaken van de oefening wordt bestraft naar gelang dit invloed heeft op de uitvoering van de oefening.

- Voor de hond die andere honden stoort: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten op de oefening.

TERUGROEPEN: 15 PUNTEN.

De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is ca 30 m., in een rechte lijn . Op dit traject zullen geen onnatuurlijke hindernissen of obstakels voorkomen.

Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening. Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd gebracht bij de aankomst op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond deze "begin houding" heeft aangenomen begeeft de geleider zich

naar een door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding. Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond, eventueel bij bevelen geven om deze te doen blijven (5 gratis bij bevelen) en mag zich eventueel ook achterwaarts verwijderen.

Op 3 meter van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen. Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen, zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen is niet meer toegelaten bij de herkansing. Op het teken van de keurmeester roept de geleider de hond in zit voor (1 bevel), vervolgens en weer op een teken van de keurmeester roept de geleider de hond aan de voet. Bij de oefening is het tempo de voornaamste factor. Tempo kan echter vari・en volgens het temperament van de verschillende rassen. Hiermee zullen de keurmeesters rekening dienen te houden. Niettegenstaande kunnen honden

die niet rechtstreeks, te langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen bestraft worden.

STRAFBEPALINGEN

- Elk bij bevel voor het doen aannemen van de begin houding: -1 punt.

- De geleider vertrekt alvorens de hond de begin houding heeft aangenomen: -1 punt.

- Elk bij bevel om op de aangeduide plaats te blijven: -1 punt.

- De hond verandert duidelijk van houding vooraleer hij opgeroepen wordt: -1 punt.

- De hond verplaatst zich vooraleer hij opgeroepen wordt: -1 punt per meter.

- Het "markeren" door de geleider van eventuele hindernissen die door de hond moeten genomen worden, wordt bestraft aan rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.

- Elk bij bevel voor terugroeping -2 punten.

Voor deze 2 punten krijgt de geleider 10 sec. (ononderbroken) om de hond te "lokken". Bij een onderbreking van deze 10 sec lokken en herbeginnen worden telkens opnieuw 2 punten afgetrokken. (In de handen klappen wordt ook als bij bevel beschouwd evenals het veranderen van houding door de geleider).

- Van de plaats verwijderen door de geleider is niet toegestaan (verlies van alle punten).

- Langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen door de hond wordt bestraft (tempo): telkens max. -4 punten.

- Onrechtstreeks komen kan worden bestraft. (telkens maximum -2 punten).

- Sterk afremmen door de hond wordt bestraft max. -4 punten.

- Onderweg, na het oproepen, duidelijk stilstaan door de hond: - 5 punten per keer.

- Een "niet-natuurlijke" houding van de geleider kan worden aanzien als constant bij bevel (interpretatie van de keurmeesters): bestraffen aan rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.

- Niet komen in zit voor: -1 punt.

- Niet komen in voet: -1 punt.

HOUDINGEN: 10 PUNTEN.

Deze oefening wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de keurmeesters. Zij bepalen de plaats van de hond, de plaats waar de geleider zich moet opstellen en de houding die de hond moet aannemen bij het begin van de oefening (de voorlopige houding). Telkens op teken van de keurmeesters zal de geleider de hond nog 3 andere houdingen doen aannemen. Per houding mogen slechts 2 bij bevelen gegeven worden. Na meer dan de voorziene bevelen per houding wordt de oefening gestopt echter met behoud van het tot dan toe behaalde aantal punten. In vrij en open veld, met de hond aan de leiband, naast of voor zich, zal de geleider, op aanwijzingen van de keurmeesters, het bevel geven aan de hond voor het aannemen van de voorlopige houding "liggen". Vervolgens, telkens op teken van de keurmeesters, zal de geleider de hond de houdingen "zitten", "staan" en terug liggen doen aannemen.

Punten verdeling: 2 - 2 - 3 - 3

STRAFBEPALINGEN.

- Elk bij bevel voor de houdingen, door geluid of gebaar of een late reactie (ook voor de V.H.) =: -1 punt.

- Vooraleer de geleider zich van de hond zal verwijderen, moet deze, op bevel van de geleider, de voorlopige houding aangenomen hebben. De geleider blijft daarom bij de hond tot de keurmeesters het teken geven om naar de aangeduide plaats te vertrekken. Indien, na het verwijderen van de geleider, de hond van houding verandert en er bij bevelen nodig zijn voor de voorlopige houding, zal de geleider deze nodige bijbevelen geven van op de aangeduide plaats.

- Verplaatsing van de hond: -1 punt per meter.

Na meer dan 3 meter verplaatsen, wordt de oefening gestopt, echter met het behoud van de tot dan toe behaalde punten.

- Wanneer in de oefening een hindernis is ingebouwd, geldt deze voor de ganse oefening en kan hiervoor punten afgetrokken worden: -1 punt per houding.

- Wanneer de geleider de hond niet op de aangeduide plaats (vb een hindernis) de voorlopige houding doet aannemen: verlies van 2 punten per houding.

- Sterke hulp bij de oefening vooraleer de keurmeesters het teken gegeven hebben van het einde van de oefening: verlies van alle punten.

- Verlaten van de hond voor het teken van de keurmeesters, waarbij de hond de opgegeven houding wel aangenomen heeft: -2 punten.

VOORSTELLEN VAN DE HOND : 5 PUNTEN.

De geleid er zal de hond, die aangelijnd is, aan de keurmeesters voorstellen en zal daarbij de tanden en de lippen van de hond tonen (zoals op tentoonstellingen). Keurmeesters zal de hond betasten of hem tenminste met de hand over de rug strijken terwijl de geleider daarbij de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden.

STRAFBEPALINGEN

- Bij het beoordelen zullen de keurmeesters rekening houden met tekenen van angst, zenuwachtigheid of agressiviteit bij de hond hetgeen kan bestraft worden, eventueel uitsluiting tot gevolg hebben.

- Tegenwerken van de hond bij het tonen van de tanden en de lippen: -2 punten.

- Indien de geleider meer dan 1 minuut nodig heeft om de tanden en lippen van de hond te tonen: verlies van alle punten.

TERUGBRENGEN VAN EEN VOORWERP: 15 PUNTEN .

Een voorwerp, naar keuze van de geleider, zal door deze geworpen worden op een door de keurmeester aangeduide plaats en binnen het zicht van de hond (de richting waarin de hond het voorwerp kan zien werpen). De hond bevindt zich naast de geleider in een houding die de geleider zelf bepaalt. Op een teken van de keurmeesters zal de geleider aan de hond, het bevel geven tot vertrek. De hond zal het voorwerp gaan zoeken en terugbrengen binnen een vooraf bepaalde tijd. De hond die met het voorwerp tot bij de geleider komt zal hier in de houding "zit" moeten komen, hetzij voor of naast de

geleider. De bedoeling hierbij is om het voorwerp op een rustige manier te kunnen aannemen. Voor het doen aannemen van de houding "zit" mag de geleider één bevel geven (gratis) doch slechts wanneer de hond binnen 1 meter is gekomen. Meerdere bevelen zullen worden bestraft. De tijd die voor de oefening is toegestaan wordt gestopt wanneer de hond in de houding "Zit" is gekomen. Voor het afgeven van het voorwerp mag de geleider ook een bevel geven. Meerdere bevelen hiervoor worden eveneens bestraft. Indien de hond het voorwerp laat vallen voor de voeten van de geleider mag deze het voorwerp oprapen zonder zich te verplaatsen en zonder een bevel van de keurmeesters. Het voorwerp wordt geworpen, in een vrij en open terrein zonder hindernissen en / of toestellen, op 10 m. voor de geleider. De keurmeesters zullen daarbij de plaats aanduiden waar het voorwerp ongeveer moet liggen. De tijd voor de hond om het voorwerp te halen en bij de geleider te brengen is 30 seconden. Vanaf het ogenblik dat de hond vertrokken is krijgt de geleider ook 5 bevelen gratis om de hond aan te moedigen. Meer bij bevelen zullen echter bestraft worden. Eventueel mag de geleider achteruitgaan om de hond naar zich te lokken doch nooit een stap zetten in de richting van de hond. Indien gewenst mag de geleider ook van houding veranderen om de hond naar zich te lokken maar dit kan enkel toegestaan worden wanneer de hond op weg is naar het voorwerp, dus niet meer wanneer de hond naar de geleider toekomen.

STRAFBEPALINGEN.

- Wanneer het voorwerp foutief geworpen wordt en de hond niet vertrokken is, wordt het voorwerp door de keurmeesters op de aangeduide plaats geworpen en wordt de oefening verder uitgevoerd.

- Als de hond duidelijk en volledig van houding verandert na het werpen en voor het geven van het bevel om het apport te halen wordt bestraft met 1 punt.

- De hond die vertrekt nog voor het voorwerp op de aangeduide plaats ligt, wordt bestraft met 2 punten. In dit geval zal de geleider moeten herbeginnen Bij een herhaling wordt de oefening gestopt met verlies van alle punten.

- De hond die vertrekt vooraleer de keurmeesters een teken gegeven hebben, zal bestraft worden met 2 punten.

- De hond beletten om te vertrekken: -2 punten.

- Bij bevel tot vertrek: -1 punt. Meer dan 2 bij bevelen worden hier echter niet toegestaan.

- Elk bij bevel, met geluid of gebaar, na het vertrekken van de hond: -1 punt.

- De hond die h et voorwerp vindt en opraapt binnen de vastgestelde tijd, word t beloond met 3 punten. Deze punten zullen echter verminderd worden met de strafpunten van vooraf gemaakte fouten.

- Het voorwerp niet binnen 3 meters van de geleider brengen, wordt beschouwd als "vinden".

- Het voorwerp binnen 3 meter van de geleider brengen: -1 punt per meter.

- Niet aannemen van de houding "zit" binnen de vooropgestelde tijd: -1 punt.

- Spelen met het voorwerp of het voorwerp beschadigen wordt bestraft met maximum 3 punten, al naar gelang de ernst.

- Voorwerp laten vallen en terug oprapen: -1 punt per keer.

- Het voorwerp laten vallen voor de voeten van de geleider: -1 punt.

Opgemerkt dient te worden dat de geleiders de tijd, voorzien voor de oefening, mogen benutten.

- Het voorwerp moeilijk afgeven of brutaal afpakken van de hond: max.-5 punten.

- Helemaal niet aannemen van het voorwerp op teken van de keurmeesters en terwijl de hond bij de

geleider is: -5 punten.

- Het voorwerp niet rechtstreeks terugbrengen: -1 punt.

- Aanraken van de hond vooraleer deze het voorwerp heeft afgegeven wordt bestraft al naar gelang de ernst en de invloed op de uitvoering van de oefening (max. verlies van 5 punten).

- De geleider verplaatst zich of verandert van houding: verlies van alle punten.

- In DP en GP 1 wordt het tegen de geleider springen alvorens te gaan zitten bestraft met -1 punt.

ALGEMENE HOUDING.

Bij het beoordelen van de uitgevoerde oefeningen zullen de keurmeesters rekening houden met het gedrag en het temperament van de hond en zijn werklust. Tijdens de duur van de oefeningen moet de hond de hem opgelegde taken uitvoeren zonder tegenzin. Bij het toekennen van de punten zullen de keurmeesters rekening houden met de stiptheid en volmaaktheid van de uitvoering van de oefeningen. Een levenslustige hond zal misschien wel minder volmaakt werken maar zal dan weer andere eigenschappen bezitten die ook niet te versmaden zijn.

De deelnemers moeten ten allen tijde beleefd blijven tegenover de jury het terrein personeel en de medespelers. Ongepaste taal of ongepast gedrag van de geleider of van de hond wordt bestraft en kan zelfs uitsluiting met zich brengen.

De keurmeesters zullen ook rekening houden met het uiterlijke voorkomen van de hond en de manier van werken van de geleider. Slordig werken kan dus bestraft worden evenals te laat komen. Geleiders dewelke het terrein personeel lastig vallen om vroegtijdig hun resultaten te kennen kunnen

worden bestraft. Bevuilen van het terrein door de hond wordt telkens bestraft ("plasje" -3 punten, "hoopje" -5 punten) Elke vorm van geweld door geleiders of honden wordt bestraft met uitsluiting. De keurmeesters maken dan een kort verslag op over dit voorval. Honden die niet meer onder controle van de geleider zijn, kunnen uitgesloten worden. Tegen pogingen tot beïnvloeding van de beoordelingen kunnen sancties genomen worden. De aftrek van punten van algemene houding zullen steeds gemotiveerd zijn (opgave van de redenen).