Hoe kijkt een vrijwilliger van De Brug Hasselt vzw tegen die criteria aan?

Wat betekenen de criteria voor een vrijwilliger?

Sommige vrijwilligers doen meer dan enkel een handje toesteken tijdens de wekelijkse ontmoetingsdag. Hun taken nemen soms de hele week in beslag. Als beginnende vrijwilligers geven ze zich op voor enkele karweien die ze goed aankunnen maar stilletjes aan groeien ze mee in de vereniging. Hier en daar vangen ze dan wel iets op over de zogenaamde ‘zes criteria’. Deze criteria zouden een soort richtlijnen zijn voor de armenverenigingen. Wie ze toepast wordt door de overheid erkend als een vereniging “waar armen het woord nemen” en kunnen een subsidie krijgen. Maar wat bedoelt men met “het woord nemen”?; wat betekent dat, een “criterium”? en hoe zijn ze tot stand gekomen? Als beginner stel je je dat soort vragen nog niet en je denkt daar ook niet echt over door. Dat komt omdat je je in de vereniging veilig en beschermd voelt en omringd bent door mensen die je verstaan. Zelf heb je veel twijfels en is je geloof in eigen kunnen zwaar aangetast. Zodat mensen die achter je staan, je vertrouwen en aanmoedigen heel belangrijk zijn.

Op een keer word je gevraagd om naar een vergadering te gaan. Dat lach je dan weg. Spontaan flitst door je hoofd: wie … ik ? Ik toch niet! Ik kan dat niet! Dat is niks voor mij! Je bewondert de ervaren vrijwilligers voor wie vergaderen de gewoonste zaak is, zelfs tot in Brussel toe. De allereerste vergadering die ik volgde zal ik nooit meer vergeten. Ik stapte met een klein hartje de vergaderzaal binnen en vulde de aanwezigheidslijst in. Ik dacht: “zie me hier nu staan op deze lijst tussen al die andere namen van mensen uit het stadsbestuur , de ocmw's, de professionele verenigingen ...” Ik volgde de agendapunten, luisterde, probeerde zo veel mogelijk te begrijpen maar zei niets. Er werd veel verwezen naar statistieken en dan dacht ik: waar blijft de mens in die statistieken?, maar dat durfde ik niet hardop te zeggen. Ik zat daar en dacht: hoor ik hier wel thuis? Ik voelde me zo klein. Ik voelde me niet zo op mijn plaats. Maar terug in de vereniging gaven de andere vrijwilligers me een schouderklopje en zeiden: “je hebt dat goed gedaan, de eerste stap is gezet en de volgende keer zal het gemakkelijker gaan”. Tijdens de maaltijd hoorde ik weer iemand over de criteria vertellen en over het Vlaamse Netwerk. Hij legde uit hoe belangrijk het is om aanwezig te zijn op vergaderingen, overlegmomenten en allerlei besturen .”Wij moeten daar aanwezig zijn”, zei hij, “de meeste instanties weten heel weinig over de wereld van armoede en is het onze taak om hen dat te vertellen”.Wat een kracht en energie en zelfvertrouwen straalde hij uit! Ik dacht: zo wil ik ook zijn. En mijn interesse was gewekt!

Toen ik de criteria voor het eerst gelezen had begreep ik ze niet zo goed.

Van woorden als emancipatie, participatie, dialoog … ben ik de betekenis gaan opzoeken in het woordenboek zodat ik ze begreep. De criteria zijn door en voor de arme mensen gemaakt om onze verenigingen de mogelijkheid te geven deel te nemen aan vergaderingen met de bevoegde overheidsinstanties. Zodat er van beide zijden met respect naar elkaar geluisterd wordt en dat op maat van onze doelgroep. Nu begrijp ik ook veel beter de vrijwilligers als ze over hun acties vertellen en ook de kracht en energie die ze eruit halen.

Men zegt altijd “iedereen heeft rechten”. Dat is ook zo. Maar als je in armoede leeft dan heb je het gevoel dat je geen rechten meer hebt omdat je je bijna overal uitgesloten voelt en niet meer mee kan in de maatschappij. We spiegelen ons vaak aan de gewone mens, de gemiddelde burger, omdat deze niet moet nadenken over zijn rechten, over wat hij zegt, vraagt of kiest. Een arme heeft vaak de moed niet meer om iets te zeggen, te vragen of de mogelijkheid om te kiezen. De gewone burger kan zich ’s avonds na het eten de vraag stellen: ’t is lang geleden dat ik nog eens naar de cinema ben geweest, zouden ze niks goed draaien? Of: zouden we dit jaar met de eigen auto of met het vliegtuig op vakantie gaan? Natuurlijk kan de gewone burger zich ook niet alles permitteren: bij wijze van besparing zal hij dan maar een kleiner model auto kopen! De keuzemogelijkheden van mensen in onze doelgroep zijn van een gans andere orde: koop ik vandaag een vers brood?; durf ik naar buiten gaan?; kan ik naar de dokter?, … Het is absoluut nodig dat die twee werelden, die van de 'normale' burger en die van de arme mens, elkaar kunnen ontmoeten en beter leren begrijpen.

Bij de tweede en de derde vergadering voelde ik me niet meer zo klein en dom.

Ik weet nu dat ik hier op de vergadering hoor te zijn want ik heb een stem die mag gehoord worden. Straffer nog: ik moet hier zijn, ik weet immers wat armoede is en moet hen vertellen wat dat betekent. Ik heb het recht om in dialoog te gaan en het woord te nemen voor de anderen die dat niet kunnen. Ik ben uitgegroeid tot een vrijwilliger die samen met de vereniging aan de emancipatie en verandering van maatschappelijke structuren kan meewerken. De steun van de vereniging en de richtlijnen van de zes criteria geven mij de kracht om er te mogen zijn en op te komen voor onze doelgroep.