W E D E R O P B O U W

INDIEN -

Indien ge met bezonnen hoofd alom beroering kunt aanschouwen,

Paniek en dreiging om u heen met kalme blik kunt gadeslaan;

Indien, waar ànd'ren aan u twijf'len, gij u zèlven kunt vertrouwen,

Maar tòch die twijfel aan uw trouw óók kunt vergeven en verstaan;

Indien ge wachten kunt, het juiste tijdstip met geduld verbeiden,

En, als een lastertong u treft, gij laster slechts met waarheid keert;

Indien, vervolgd door haat, ge tot geen wrokgevoel u laat verleiden,

En daarbij nimmer met uw deugdzaamheid of wijsheid paradeert;

Indien ge dromen kunt - nochtans u niet door dromen laat regeren;

Indien ge denken kunt, maar niet uw heil zoekt in gepeins alléén;

Indien ge alle wisselingen van het noodlot kunt trotseren,

En rustig koers houdt, langs de klippen van triomf of rampspoed heen;

Indien ge kunt verduren, dat een schelm het woord, door u gesproken,

Verdraait, vervalst, en dan voor goede munt verkwanselt aan een zot;

Indien, als 't werk van héél uw leven voor uw ogen wordt gebroken,

Ge 't weder opbouwt, met gereedschap deels versleten, deels kapot:

Indien ge, met de fondsen, door uw vlijt en spaarzaamheid verkregen,

Een bod naar rijkdom hebt gedaan, een sprong gewaagd naar méér gewin,

En 't is mislukt... en àl uw leed hebt ge voor iedereen verzwegen:

Uw hand grijpt weer de ploeg, en ge begint opnieuw bij het begin;

Indien ge, als het moet, uw zinnen en uw zenuwen kunt dwingen

Uw doel te dienen, ook al ging hun energie reeds lang teloor,

Opdat ge nog één laatste ruk aan hun vermogens kunt ontwringen,

Waaruit ge onverwachte wilskracht put voor het bevel: Zet dóór!

Indien ge met de menigte, maar óók met Vorsten kunt verkeren,

Moreel en geestelijk de kern van beide in uw hart omvat;

Indien wèlmenend vriend, noch fèl-verbitterd vijand, u kan deren;

Indien een ieder voor u mee-telt, maar ge niemand overschat;

Indien ge nóóit een kostbare minuut onnuttig laat verlopen,

Maar elke vliedende seconde naarstig arbeidt aan uw plan,

Dàn ligt de weg naar Vrede, Voorspoed en Voldoening voor u open,

En - wat oneindig méér betekent - dàn, m'n zoon, zijt ge een man!

RUDYARD KIPLING, 1910