Taalkrachtige activiteiten in de zomerschool
Hier vind je inspiratie om op een leuke manier aan taal te werken. Je krijgt heel wat ideeën voor concrete activiteiten. Die ideeën zijn per thema geordend en daarbinen nog eens in drie fases: instappen, inoefenen en vastzetten.
Instappen: (leer)activiteiten om het thema in te leiden, om voorkennis en ervaringen op te roepen, om belangrijke woorden en concepten te verkennen, om zin te krijgen in het thema ...
Inoefenen: (leer)activiteiten waarin de taal een belangrijke plaats inneemt. Belangrijke woorden komen herhaald aan bod en de kinderen worden gestimuleerd om te spreken, lezen, luisteren, schrijven ...
Vastzetten: (leer)activiteiten die ervoor zorgen dat de kinderen nog eens aan de slag moeten gaan met de belangrijkste woorden/taal uit het thema. Als begeleider kun je zo merken of de kinderen mee zijn en de taal verworven hebben.
Verschillende activiteiten kun je ook in een andere fase gebruiken. Belangrijkste is en blijft dat de kinderen bijleren en een fijne vakantie hebben met uitdagende en afwisselende activiteiten.
Thema 'Op stap'
Instappen
Kinderen krijgen afbeeldingen van uitstapjes te zien. Ze kiezen er eentje en vertellen waarom ze die zouden kiezen. Vraag zeker door: wat maakt dat ze daarvoor kiezen? Wat zouden ze zeker niet doen? Enz.
We spelen 'Reis rond de wereld'. Tijdens hun 'reis' komen de kinderen foto's en woorden tegen die ze aan elkaar moeten linken. Of achteraf bespreken we welke foto's ze gezien hebben. Dat kan opnieuw tot gesprek leiden.
Tijd voor een quiz! Wie herkent de afbeeldingen van leuke bestemmingen? In de volgende rond moeten de kinderen andere afbeeldingen bij de juiste bestemming indelen. Intussen benoemen we wat erop de foto's te zien is.
Kinderen vertellen iets over hun favoriete bestemming. Ze kunnen foto's zoeken ter ondersteuning.
Wie is er al eens op stap geweest met de trein? Hoe ging dat?
Links leggen: welke begrippen horen bij elkaar? Wat is de link? Eventueel kunnen ze gekoppeld worden met afbeeldingen. Of het omgekeerde kan ook: wat past er niet in het rijtje? Waarom niet? We verkennen samen de context en leggen al links ...
We hebben onze rugzak bij ons. Wat steekt erin dat ook op uitstap nuttig kan zijn? Wat zou je er nog insteken? ... Of grootser: we vullen onze koffer en kiezen uit een hele hoop voorwerpen de relevante. Kunnen we ze al benoemen? Of we maken er ineens 'Ik ga op reis en ik neem mee ...' van.
Inoefenen
We knutselen zelf kaartjes voor de trein. Wat staat er eigenlijk allemaal op zo'n kaartje?
We nemen er de kaart van België/Europa ... bij. Daarop plakken foto's van leuke bestemmingen. De kinderen worden reisleider en stippelen hun ideale parcours uit. Hoe gaan ze van punt a naar punt b? Oh, en wat eten we onderweg?
We spelen met allerlei vervoersmiddelen. Intussen benoemen en bevragen we gericht wat we doen: 'De trein rijdt op de sporen', 'Waar gaat die vrachtwagen naartoe?' ...
Je vindt het zo leuk dat je zelfs zou willen blijven slapen op je bestemming! Maar waar kan dat? Op de camping? In een huisje? ... Tijd voor een rollenspel: is er nog een kamer vrij? Misschien moeten we op voorhand wel een berichtje schrijven ...
We gaan op stap met onze kaart in de hand! Wie beschrijft de weg? Welke woorden hebben we daarvoor nodig? Uiteindelijk gaan de kinderen echt op stap op het terrein. Iemand leidt met de kaart. Of je geeft uitgeschreven instructies om de weg te vinden. Wie komt er als eerste aan?
Of we gaan echt ergens naartoe! We zoeken de weg, we moeten ter plaatse iets doen, vragen ... Er staan dus 'echte' mensen voor ons!
Vastzetten
We halen onze afbeeldingen er weer bij en verspreiden ze in de ruimte. We draaien aan het rad of gooien met de dobbelsteen om onze bestemming te bepalen. Wie kan er naar de juiste foto lopen?
Je hebt folders bij van verschillende bestemmingen. Maar er ontbreken woorden. Wie vult aan?
Tijd voor een entry ticket! De kinderen moeten 'in de trein stappen'. Dat kan alleen als ze een kaartje tonen met de juiste info op. Lukt hun dat? Of hebben ze nog even hulp nodig om op de trein te geraken?
We hangen een grote (wereld)kaart op. Kunnen we op basis van berschrijvingen de juiste plaatsen aanduiden?
We spelen een inleefspel. Kinderen stappen op de bus, het vliegtuig ..., maar ze weten nog niet waarnaartoe. Kunnen ze met de tips van de buschauffeur, de steward(ess), de piloot ... raden waar ze heen gaan? Ze mogen natuurlijk zelf vragen formuleren - en krijgen er geregeld eentje terug ...
'Jungle speed' met afbeeldingen binnen het thema. Er ligt telkens een woord en we draaien afbeeldingen om tot de juiste afbeelding bij het woord verschijnt. Of omgekeerd. Wie kan op het juiste moment als snelste de totem pakken?
Thema 'Bouwen'
Instappen
We nemen een half uurtje om met heel wat materiaal een stad te bouwen (kan met blokken, Lego, autootjes, speelgoed ..., maar ook met groter materiaal). Achteraf kijken we wat er allemaal in onze stad te vinden is. Hoe heet dat allemaal? En missen we misschien nog iets?
Memory met soorten bouwwerken, wertuigen .... Op één kaartje staat het soort werk/werktuig ... afgebeeld (huis, appartement, brug, kanaal, fabriek ...), op het andere de naam ervan. Wie kan het meeste juiste paren vormen?
Een filmpje dat aansluit bij het thema, bv. van Bob de Bouwer voor de jongste kinderen. Achteraf bespreken we wat we gezien hebben, wat er gebouwd werd, wat daarvoor nodig was ...
We doen een aantal proefjes over stabiliteit. Wanneer blijft onze constructie staan en wanneer valt ze om? Hoe komt dat? Waar moeten we op letten?
We gaan even op stap in de wijk en letten speciaal op de gebouwen. Hoe zien ze eruit? Wat valt op? Wat vinden we mooi of net niet? Of is er misschien ergens een werf in de buurt waar we naar kunnen gaan kijken?
Iedereen zoekt een foto van een bouwwerk dat hij/zij mooi vindt. Wat maakt het zo mooi? Reik taal aan die de kinderen helpt om hun foto te beschrijven.
Inoefenen
Samen bouwen: iemand leest het plan, iemand voert uit. En omwisselen maar! Kunnen we dit telkens met minder ondersteuning (bv. van veel naar weinig afbeeldingen erbij geven)?
We spelen 'Monopoly' of 'Hotel' of ... Kortom, tijd voor een spel waarbij we de woorden over bouwen/gebouwen frequent gebruiken.
We maken een echte bouwhoek, met stenen, hout, gereedschap ... We maken samen iets en beschrijven intussen wat we doen.
Tijd voor de gereedschapsestafette! Ieder team krijgt een lijstje met voorwerpen die ze moeten gaan zoeken. Om er te geraken moeten ze een parcourtje afleggen waar ook nog bouwopdrachtjes wachten (torentje bouwen in bepaalde kleur e.d.). Welke ploeg kan als eerste alle juiste voorwerpen verzamelen?
Op welke manier kunnen we in ons huis de lamp laten branden? We experimenteren met eenvoudige schakelingen, zonne-energie, proefjes (bv. stroom uit een sinaasappel) ...
We lezen een boek over bouwen, bv. uit de 'Willewete'-reeks. Daarin zitten ook al spelletjes, een afsluitende quiz ... vervat.
Wanneer wordt een huis een 'thuis' Ook hier kan een boek inspiratie bieden (bv. 'Samen gaan bouwen' van Oliver Jeffers). Na het lezen kunnen we een collage maken om te tonen wat we zelf belangrijk vinden.
Gereedschap vermist! Leg heel wat soorten gereedschap op tafel. Neem er één weg. Eén vrijwilliger moet telkens, door vragen te stellen, achterhalen welk stuk gereedschap er weg is.
Het mag wat specialer ... wat meer design! We bekijken en beschrijven foto's van designvoorwerpen (speciale tafels, stoelen, zetels ...). Daarna bouwen we zelf een designvoorwerp (ev. in miniatuur). Uiteindelijk houden we een designbeurs waarop iedere designer zijn/haar werk kort voorstelt.
Vastzetten
Wie is de beste aannemer? Iedereen krijgt een set blokken (bv. van Lego) en moet volgens de instructies bouwen. Er komt heel wat woordenschat (delen van een huis, kleuren ...) aan bod. Je kan de kinderen ook in duo's laten werken, zodat ze kunnen overleggen en extra spreekkansen krijgen.
We bekijken foto's/filmpjes van bouwwerken en/of -werven. We spelen uniekertje: wie kan zoveel mogelijk begrippen opschrijven/opnoemen die al in de zomerschool aan bod gekomen zijn en die we herkennen op de foto of in het filmpje? Dit kan ook in de vorm van een Kahootquiz e.d.
Tijd voor Jenga 2.0! Schrijf of plak op elk blok (korte kant) een woord dat of afbeelding die met 'bouwen' te maken heeft. Geef de kinderen ook kaartjes met categorieën erop (bv. gebouwen, gereedschap; of zelfs nog specifieker: gereedschap om iets vast te zetten ...). Ze draaien telkens een kaartje om en moeten een blok kiezen dat aan de omschrijving voldoet. Doel blijft: zorg ervoor dat de toren niet valt!
Tijd voor een rondleiding met Google Maps en Streetview! Kinderen tonen elkaar (in kleine groepjes) een stukje van de wereld dat ze 'mooi gebouwd' vinden. Ze beschrijven het en leggen uit waarom ze het mooi vinden. Zijn ze er misschien al geweest?