Visie op zorg

‘We willen voor elk kind goed doen, juist daarom kunnen we niet voor elk kind gelijk doen.’

Respect voor de eigenheid van elk kind.

Kinderen verschillen in aanleg, bekwaamheid, belangstelling, motivatie, wilskracht, … Ook de tijd die een kind nodig heeft om tot leren te komen, verschilt en is afhankelijk van bovenvermelde factoren. We zien het als een uitdaging om binnen deze diversiteit elk kind de kans te geven zich ten volle te ontplooien en eigen talenten maximaal te ontwikkelen.

Daarom zetten wij ons als school ten volle in op brede zorg.

We zien de klasleerkracht als spilfiguur van de zorg voor de leerlingen die haar/hem zijn toevertrouwd. De leerkracht wordt hierbij ondersteund door de school als organisatie, door het zorgteam (taakleerkracht, SES-leerkrachten, zorgcoördinator en directeur) en door externe begeleiding waaronder CLB een onmisbare partner is.

In de dagdagelijkse werking wil de school inzetten op weloverwogen binnen-klas-differentiatie. Dit veronderstelt zowel extra uitdagingen voor de snel lerende kinderen als extra inoefening van de basisinhoud voor de kinderen die daar nood aan hebben. Waar mogelijk worden kinderen individueel of in kleine groepjes verder begeleid.

Op vlak van ‘leren samen leven’: inzicht krijgen in eigen gevoelens en inleving in de gevoelens van anderen, conflicthantering, leren lachen en genieten, werken aan een warm en veilig schoolklimaat, … willen we o.a. preventief werken via het TOEKA-project van leefsleutels.

Vanuit de klaswerking formuleert de klasleerkracht specifieke zorgvragen die verder besproken worden op een MDO (multi-disciplinair-overleg) en uitgewerkt worden in een concreet actieplan. Indien nodig wordt, in overleg met de ouders, externe hulp ingeschakeld.

De zorg op school kent haar grenzen. Wanneer alle mogelijke middelen uitgeprobeerd zijn en het engagement van ouders, internen en externen ontoereikend blijken , zal de school na rijp beraad en in overleg met alle betrokken partijen, die kinderen naar het buitengewoon onderwijs oriënteren. Dit zien we niet als falen maar wel als het creëren van nieuwe kansen naar de verdere ontplooiing voor het kind.

Binnen deze zorgtrajecten beschouwen wij de ouders als volwaardige gesprekspartners.