Studenten

Je gaat op stage!

Het doel van de BPV is dat je vak-deskundigheid ontwikkelt. Op school leer je een aantal belangrijke basisvaardigheden. Deze vaardigheden ga je verder ontwikkelen tijdens een BPV-periode bij een bedrijf.

In het huidige onderwijs gaat het erom dat je competenties onder de knie krijgt die nodig zijn voor jouw toekomstige beroep. Je bent competent als je in verschillende situaties de juiste combinatie van kennis (weten), vaardigheden (doen), houding (zijn) en motieven (willen) kan toepassen. Het gaat niet alleen om het leren doen, maar ook om het weten waarom, het kunnen toepassen in andere situaties en het kunnen reflecteren op je eigen handelen.

Algemeen

Beroepspraktijkvorming

Een belangrijk onderdeel van je opleiding is de beroepspraktijkvorming, het praktijkdeel van de opleiding. Door in de praktijk te werken, krijg je namelijk meer inzicht in het vakgebied. In de BPV leer je naast praktische vaardigheden van het beroep ook hoe je in een bedrijfssituatie moet functioneren.

Beroepshouding

Tijdens de opleiding besteden we veel aandacht aan je beroepshouding: samenwerken, feedback ontvangen en geven, jezelf en je werk presenteren, omgaan met conflicten, motivatie, flexibiliteit, verantwoordelijkheid, communicatie en zelfreflectie. Op je stage laat je zien dat je in staat bent deze vaardigheden toe te passen in verschillende praktijksituaties.

Begeleiding

Tijdens de BPV-periode word je begeleidt door een praktijkopleider (werknemer van het bedrijf) en een BPV-begeleider (docent). De BPV-begeleider neemt in de beginfase van je BPV contact op met het BPV-bedrijf om te controleren of de start van de BPV goed verloopt. Ook tijdens de stage heeft hij of zij telefonisch contact met het bedrijf en zal jou ook bezoeken op je BPV-plek. (i.v.m. Corona zal dit meestal online plaatsvinden)

Afspraken

Afspraken over de BPV

Er zijn verschillende (wettelijke) afspraken gemaakt over de BPV. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste afspraken. Neem deze goed door en zorg dat je de afspraken naleeft.

Wettelijke eis

Voordat je als student deel mag nemen aan de examens/Proeve van Bekwaamheid moet je tussen de 20-60% van je studietijd hebben doorgebracht in de beroepspraktijk. Dit is een wettelijke eis. De door de student gemaakte BPV-uren worden, als de student alle benodigde administratieve documenten zoals verslagen en urenregistratie ondertekend heeft ingeleverd, bij de studentenadministratie geregistreerd. Dit geldt alleen voor BPV-uren die de student gelopen heeft bij een erkend leerbedrijf.

Stageovereenkomst

Voordat je start met de BPV is het belangrijk om de door alle partijen ondertekende SOK (StageOvereenKomst) in te leveren bij de studentenadministratie op school. Als dit document niet is ingeleverd, mag je nog niet starten met de BPV!

Er worden drie exemplaren opgemaakt van de SOK (StageOvereenKomst); 1 exemplaar voor de student, 1 exemplaar voor het BPV-bedrijf, 1 exemplaar voor school.

De SOK (StageOvereenKomst) is geen bewijs dat het bedrijf een erkend leerbedrijf is. Het ROCvF kan deze erkenning niet geven, alleen SBB (www.s-bb.nl) kan dit doen.

Administratie

Na afloop van de BPV-periode lever je jouw BPV-verslag in, inclusief alle administratieve documenten, zoals de (ondertekende): online urenverantwoording, eindbeoordelingsformulier en eindbeoordeling BPV-verslag. Zonder deze administratieve documenten wordt de BPV niet goedgekeurd en kun je dus niet deelnemen aan de examens/Proeve van Bekwaamheid.

Inleveren van het verslag

Lever je BPV-verslag op tijd in bij je praktijkopleider, zodat deze tijd genoeg heeft het verslag te lezen en te voorzien van feedback. Na de beoordeling van je praktijkopleider lever je het BPV-verslag definitief in bij je coach. De exacte datum van het inlevermoment krijg je te horen van de BPV-coördinator, je coach of BPV-begeleider.

Je hebt twee kansen om je verslag in te leveren. Lukt het je niet om je verslag in te leveren tijdens deze twee momenten, dan moet je een derde kans aanvragen. De coach zal beoordelen of je een derde kans krijgt om je verslag in te leveren.

Verantwoordelijkheid

Als stagiair blijf je student. Dat betekent dat je geen eindverantwoordelijkheden hebt. Je spreekt met je praktijkopleider duidelijk af welke verantwoordelijkheid je kunt dragen in het contact met collega’s, deelnemers en / of opdrachtgevers.

Beroepsgeheim

Je houdt je aan de beroepscode, zoals die geldt voor de medewerkers van het BPV bedrijf. Dit betekent dat privé-informatie over collega’s, deelnemers en/of opdrachtgevers niet buiten het bedrijf mag worden besproken. In je BPV-verslag kun je het beste geen volledige namen noemen.

Afmelding (bij ziekte)

Je meldt je af bij het BPV bedrijf. Daarnaast meld je je ook ziek bij de opleidings-administratie van school. Bij 3 of meer dagen ziekte neem je contact op met je coach via de mail. Het aantal ziektedagen houd je bij in je online urenverantwoording in het Eduarte portaal.

Vakanties en vrije dagen

Je bent tijdens je BPV periode werknemer in het bedrijf en hebt dus niet automatisch vakantie op het moment dat er schoolvakanties zijn. Je mag wel vrije dagen opnemen. Je hebt tijdens je BPV periode recht op dezelfde hoeveelheid vakantiedagen als er schoolvakanties zijn. Vrije dagen opnemen doe je altijd in goed overleg met je praktijkbegeleider. Heb je hierover vragen, stuur dan een e-mail naar de BPV-coördinator Mark Wijnands (m.wijnands@rocvf.nl)

Voortijdige beëindiging BPV

Mocht je, om welke reden dan ook, voortijdig moeten stoppen met de BPV, dan neem je direct contact op met jouw BPV-begeleider, coach of de BPV-coördinator Mark Wijnands. Gezamenlijk met jouw Praktijkopleider vul je het "vroegtijdig beëindiging stage formulier" in en stuur je naar je BPV-begeleider.

De BPV-periode

Vooraf aan de BPV-periode

Vooraf aan de BPV wordt er op school een voorbereiding gedaan in de BPV-lessen. Tijdens deze lessen ga je onder andere op zoek naar een geschikte BPV-plek, stel je leerdoelen op (POP), werk je aan een creatief CV en professioneel portfolio en schrijf je een goede sollicitatiebrief. Onderstaand de checklist 'Vooraf aan de BPV-periode'.

Checklist vooraf aan de BPV-periode

Tijdens de BPV-periode

Tijdens de BPV-periode wordt er van de student verwacht dat hij of zij naast de werkzaamheden binnen het BPV-bedrijf werkt aan een BPV-verslag. Onderstaand de checklist 'Tijdens de BPV-periode'. Verderop wordt bij het kopje 'BPV-verslag' meer uitleg gegeven over de inhoud van het BPV-verslag.

Checklist tijdens de BPV-periode

Begeleiding van de BPV

Tijdens de BPV heb je als student recht op een goede begeleiding. Deze begeleiding helpt jou om je BPV zo leerzaam mogelijk te maken.

Op je BPV-plek heb je een praktijkopleider en vanuit school word je begeleidt door één van de docenten van het ROC. In de regel is dit je coach maar dat kan ook een andere docent zijn. Dit is dus je BPV-begeleider.


De praktijkopleider



De BPV-begeleider

De BPV-begeleider heeft contact met het BPV-bedrijf en zal BPV-bezoeken brengen. Tijdens deze gesprekken komt in ieder geval het volgende aan bod:

Verder zal de BPV-begeleider:

Om te zorgen dat de kwaliteit van de begeleiding behouden of verbeterd wordt, willen we jou (als stagiaire) vragen om aan het eind van je BPV-periode feedback te geven over de organisatie en begeleiding van de BPV. Dit kun je doen door onze digitale evaluatie in te vullen hier onder.

Alvast bedankt voor de medewerking!


Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

In een persoonlijk ontwikkelingsplan geef je aan hoe jij jezelf de komende periode wilt gaan ontwikkelen. Je stelt doelen die je wilt bereiken en geeft aan op welke manier je die doelen wilt bereiken. Je richt met een POP je eigen leerproces voor de toekomst op een planmatige manier in, want je wilt jezelf blijven ontwikkelen. Door specifiek te werken aan competenties of je eigen gestelde doelen, word je bekwamer in je beroep. De doelen worden in een POP concreet geformuleerd, zodat achteraf is vast te stellen of de doelen zijn bereikt.

De opbouw van een persoonlijk ontwikkelingsplan

1. Waar sta ik nu?

 Bij het startniveau geef je aan waar je nu staat. Je geeft hier dus aan wat je al goed kan. Als je al voldoende bekwaam ergens in bent, hoef je dit (in de komende periode) niet verder te ontwikkelen. Bij het beschrijven van je startniveau kun je aangeven dat je aan die vaardigheid/competenties geen aandacht besteedt. Daarnaast bespreek je welke vaardigheden/competenties nog niet voldoende ontwikkeld zijn. Je kunt in het volgende onderdeel van je plan daaruit een selectie maken. Je kunt namelijk niet aan alles tegelijk werken. Probeer ook een bredere blik te hanteren dan alleen te kijken naar je eigen handelen. Misschien zijn er zaken op je studie of op je werk die (met een aanpassing) aan jouw persoonlijke ontwikkeling bij kunnen dragen.

De huidige stand van zaken kan je ook in kaart brengen door een SWOT-analyse uit te voeren.

 2. Waar wil ik naartoe?

 Als je weet hoe je ervoor staat, kun je kijken naar de doelen die je in de komende periode wilt bereiken. Je kiest een aantal doelen uit en vertelt waarom je aan deze doelen wilt werken. De opdracht die je hebt gekregen zal van invloed zijn op de doelen die je kiest. Een kortetermijndoel is bijvoorbeeld anders dan een langetermijndoel. Als je werkgever wilt weten welke doelen je over drie maanden hebt bereikt, stel je andere doelen dan wanneer je studieloopbaanbegeleider vraagt wat je over vier jaar bereikt hebt en waar je over vier jaar staat. Het is belangrijk dat je doelen goed afgebakend en reëel zijn.

 3. Hoe kom ik daar?

 Als je weet wat je wilt bereiken en dus aan welke doelen je gaat werken in de komende periode, ben je klaar voor het laatste onderdeel van je persoonlijke ontwikkelingsplan. Hierin beschrijf je op welke manier je de doelen die je bij punt 2 hebt gesteld, gaat bereiken. Dit doe je door je doelen SMART te formuleren. Je geeft bij elk gesteld doel op alle punten van SMART aan hoe je het doel gaat bereiken. Elk doel vraagt om een andere aanpak en ook elke persoon is anders. Je kunt bijvoorbeeld een stage lopen om je doel te bereiken, maar je kunt ook een boek lezen. Kies een methode die bij jou en bij het doel past, zodat de kans van slagen groter is. Daarnaast neem je in ook de evaluatiemethode op in je plan, zodat achteraf vast te stellen is of je doelen zijn bereikt.

 De vorm van een persoonlijk ontwikkelingsplan

Een persoonlijk ontwikkelingsplan is, zoals de naam al aangeeft, een persoonlijk document. Je schrijfstijl mag daarom ook persoonlijk zijn en hoeft niet enkel zakelijk te zijn. De toon waarop je schrijft moet passen binnen de context waarin je je POP schrijft. Als je een POP schrijft voor jezelf, dan heeft deze een andere toon dan wanneer je een POP schrijft voor je studie of voor je werkgever. Naast de juiste toon en een goede opbouw, moet een POP uiteraard goed geschreven zijn. Zinsbouw, woordgebruik en stijl spelen hierbij een belangrijke rol.

Mediavormgeving

Leerjaar 2 - 640 uur 

--------------------------------

Leerjaar 3 - 476 uur 

Content Creator

Leerjaar 2 - 640 uur 

--------------------------------

Leerjaar 3 - 476 uur