LEERLINGENBEGELEIDING / ONZE ZORGVISIE
Wij hebben de opdracht om voor elke leerling in kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding te voorzien.
In onze katholieke basisschool gaat er vooral een bijzondere zorg uit naar leerlingen met specifieke noden. De opdracht van ons katholiek basisonderwijs is dus werken aan de ontplooiing van iedere leerling, waarbij brede basiszorg voorop staat.
Het doel van ons onderwijs is kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden aan al onze kinderen. Zo kunnen we gelijke onderwijskansen nastreven. In onze Parkschool stippelden we met het hele team een zorgbeleid uit, zodat alle kinderen die ons toevertrouwd worden, optimale ontwikkelingskansen kunnen genieten.
Deze zorgvisie maken we concreet binnen het zorgcontinuüm. Het zorgcontinuüm beschrijft hoe het zorgbeleid in onze basisschool wordt uitgebouwd en bestaat uit vier fasen. Onderaan in het continuüm staat de brede basiszorg. Zoals een ouder voor zijn kind zorgt, zorgen onze leerkrachten voor hun leerlingen, ze houden rekening met de verschillen tussen kinderen. De klasleerkracht is de spilfiguur van de zorg, de leerkracht doet ertoe! Om optimale groeikansen te kunnen geven, worden de onderwijsbehoeften centraal gesteld. De ontwikkeling wordt gestimuleerd via een krachtige leeromgeving (preventief werken, een gestructureerde aanpak, doelgericht werken in de zone van de naaste ontwikkeling,…)
We trachten onze zorgwerking te optimaliseren via handelingsgericht werken. De onderwijs-, ondersteunings- en opvoedingsbehoeften van de leerlingen staan centraal. Een continuüm is een doorlopend, aaneensluitend geheel. Daarom staat de omtrek van de driehoek en de scheiding tussen de fasen getekend met stippellijnen. De zorgwerking op onze school vloeit ‘natuurlijk’ over naar een intensievere vorm van zorg, indien dat nodig is.
Indien nodig stemmen we ons via verhoogde zorg en uitbreiding van de zorg af op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling(en). Het gaat over leerlingen voor wie wij als school onze werking aanpassen, op wie onze leerkrachten het curriculum en hun manier van onderwijzen afstemmen en/of voor wie bijkomende middelen nodig zijn om efficiënt tot leren te komen (via differentiëren, remediëren, compenseren, dispenseren en het opstellen van een individueel handelingsplan). We vragen ons af welke redelijke aanpassingen wij als team kunnen realiseren. Onze volledige visie rond zorg is opgenomen in het zorgbeleid van de school.
Sinds het schooljaar 2018-2019 werken we met de digitale zorgmodule van Questi.
LEERLINGENEVALUATIE
Breed evalueren
Brede evaluatie gaat uit van de groei van leerlingen en volgt die groei op. Daarbij wordt de totale persoon voor ogen gehouden. We willen je kind vertrouwen geven om te leren en zich verder te ontwikkelen. Via brede evaluatie krijgt je kind inzicht in zijn eigen leerproces.
We maken volgende afspraken rond leerlingenevaluatie:
Onze evaluatie maakt deel uit van een rijke leeromgeving:
- feedback wordt zo vlug mogelijk (liefst onmiddellijk) gegeven
- de feedback is waardevol en bemoedigend (gericht op de prestatie, het voorafgaand proces en de aanpak in de toekomst, niet op de persoon)
- de lkr. fungeert als rolmodel; ze maakt zichtbaar hoe zij leert, denkt, aanpakt, faalt, herbegint, ...
- er worden bewust tijd en kansen gecreëerd voor reflectie, communicatie, ….
Naast de summatieve evaluatie (enkel de vaststelling: 'De leerling kent de leerstof wel/niet') evalueren we ook formatief (wát kent de leerling wel/niet? Hoe komt dat? Hoe kunnen we hem het best verder begeleiden?)
Om goed formatief te evalueren, trachten we zicht te krijgen op het proces dat vooraf ging aan het product: de denkweg, de aanpak, de werkwijze, de oplossingsstrategie, leermethode, …
In de evaluatie van huiswerken, oefeningen in werkschriften, toetsen, stelwerken, voordrachten, presentaties, muzische creaties, ... krijgt niet enkel het product: de uitkomst, het resultaat, .. aandacht, maar ook het proces dat vooraf ging en tot dit product leidde. (procesevaluatie)
Om alle doelen op een passende wijze te evalueren, worden harde evaluatievormen (toetsen, overhoringen, proefwerken, huiswerken, …) aangevuld met zachte evaluatievormen (observaties, besprekingen, individuele gesprekken, uitingen via een muzische creatie (bv. persoonlijk gedicht, tekening,..), rollenspellen en simulaties, vragenlijsten, zelfevaluaties, peerevaluaties, co-evaluaties, portfolio, dagboek, ......)
De kinderen van de lagere klassen krijgen op regelmatige tijdstippen doorheen het jaar een toets over een afgewerkt leerstofgeheel.
In de hogere klassen worden drie keer per schooljaar toetsen afgelegd over de leerstof van de voorbije periode (in november, in maart, in juni). Deze toetsen zijn herhalingen van reeds geleerde en ingeoefende lessen en hebben als doel een grotere hoeveelheid leerstof te verwerken en te verwoorden.
De leerling wordt bij de evaluatie met zichzelf vergeleken (niet met de klasgroep) : zijn/haar persoonlijke vooruitgang is belangrijk.
Vlaamse toetsen in het 4e leerjaar: Op het einde van het vierde jaar gewoon lager onderwijs nemen alle leerlingen, behalve anderstalige nieuwkomers en leerlingen met een individueel aangepast curriculum, deel aan de Vlaamse toetsen wiskunde en Nederlands. De school kan er wel voor kiezen om deze leerlingen toch te laten deelnemen. De klassenraad baseert zich bij de leerlingenevaluatie in de eerste plaats op de eigen observaties en evaluaties doorheen het schooljaar. Daarbij kan de klassenraad ook het resultaat van de Vlaamse toetsen als bijkomende bron hanteren. Het resultaat van de Vlaamse toetsen kan echter nooit het enige doorslaggevende element zijn in de evaluatie.
Rapporteren
Vier keer per schooljaar krijgen de kinderen van de lagere school een rapport mee naar huis. Dit geeft in woorden en in cijfers een beeld van de dagelijkse prestaties, van de leerhouding (studievaardigheden), van de leefhouding (sociale vaardigheden) en van hun welbevinden en betrokkenheid tegenover het klas- en schoolgebeuren.
Het is niet noodzakelijk dat telkens alle vakken en/of vakonderdelen een beoordeling krijgen. Aan de hand van de activiteiten van de voorbije maand(en) oordeelt de klasleerkracht welke vakonderdelen zullen gerapporteerd worden. Men let er evenwel op dat alle vakonderdelen toch geregeld aan bod komen.
De ouders ondertekenen het rapport voor kennisname.
Sinds het schooljaar 2018-2019 werken we met het digitaal rapport van Questi.
BaSO fiche (overgang 6e leerjaar – secundair)
Aan onze leerlingen van het zesde leerjaar wordt op het einde van het schooljaar, samen met het eindrapport, een BaSo-fiche meegegeven. Dit is een gegevensdocument dat per leerling wordt opgemaakt dat kan helpen om de overgang naar het secundair vlotter te laten verlopen.
Deze fiche bestaat uit 3 delen. Het eerste deel wordt in de klas ingevuld door de leerling zelf. Het tweede deel wordt ingevuld door de leerkrachten, voor het derde deel bent u verantwoordelijk.
Op het oudercontact voor de paasvakantie wordt het ‘voorlopige’ tweede luik kort besproken. U kan dit thuis nog rustig bekijken en eventueel nog aantekeningen maken.
Sinds het schooljaar 2018/2019 nodigen we onze ex zesdeklassers formeel uit op school de donderdag voor de kerstvakantie. Zij vertellen dan aan onze huidige leerlingen in het 6e leerjaar hun ervaringen over de eerste maanden in de secundaire school.