Er wordt gewerkt met het programma Mondeling Nederlands.
Dit programma is gericht op de luister- en spreekvaardigheid van de leerlingen. Hierbij krijgen de kinderen een grote hoeveelheid woorden aangeboden. Het programma is verdeelt in vier cursussen van 8 modules.
Elke week krijgen de leerlingen een kleine toets over de woorden van de week. Na elke cursus ( na 8 weken) worden de leerlingen getoetst op hun verworven woordenschat.
Naast het programma Mondeling Nederlands wordt het programma Horen, Zien en Schrijven gebruikt, waarin de geleerde woorden worden geoefend in een schrift en op de computer.
Ook wordt gebruik gemaakt van het programma Zien en Snappen welke een visuele ondersteuning biedt op beide programma’s
Het leesprogramma sluiten we aan bij het niveau van de leerling. Kinderen die nog niet gealfabetiseerd zijn zullen starten met het leren van de letters en klanken om vervolgens te leren lezen.
Naast de dagelijkse omgangstaal hebben leerlingen ook specifieke schoolse taalvaardigheden nodig. Met behulp van het programma Nieuwsbegrip met Weerwoord worden de schoolse taalvaardigheden getraind. In deze lessen komen begrijpend lezen en luisteren aan bod. De teksten sluiten aan bij de actualiteit. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van Actief Leren Lezen en Leesweg.
De sociale en emotionele ontwikkeling doen we in de vorm van onder andere drama- lessen, mede aan de hand van verschillende methodes. Met grote regelmaat worden de regels en omgangsvormen besproken en uitgespeeld in toneelstukjes. Hoe help je elkaar? Hoe laat je merken dat je iets niet wilt of niet leuk vindt? Welke regels zijn er in school? Misschien zijn er wel andere regels dan in het land waar je vandaan komt. Dit alles ondersteunen we met beeld- en plaatmateriaal en eventueel handpoppen.
Rekenen behoort ook tot het specifieke programma van de nieuwkomersklas. Er wordt gezorgd voor een rekenaanbod op het niveau van de kinderen. We proberen zoveel mogelijk ‘kale’ sommen aan te bieden. Later worden de sommen steeds taliger. Er wordt gewerkt met de methode Getal en Ruimte en vanaf groep 4 met Snappet, waarbij de leerling eigen leerdoelen krijgt. Ook wordt er geprobeerd aan te sluiten bij de methode van de moederschool.
De leerlingen sporten mee met leeftijdsgenoten en worden ingedeeld in een groep binnen de drie basisscholen in Middenmeer. De leerlingen sporten twee keer per week.
Voor de sportlessen hebben de leerlingen een t-shirt, een korte broek en gymschoenen (met een witte zool) nodig. Dit graag meenemen in een tas. Deze mag op school blijven (van vakantie tot vakantie).
Na elke 10 weken vindt er een schriftelijke rapportage plaats, die bestemd is voor de ouders. Deze rapportage wordt door de leerkracht van de nieuwkomersklas met de ouders en de leerling persoonlijk doorgesproken, ook wordt deze naar de moederschool gestuurd. Na 40 weken zal de rapportage worden overgedragen en tips meegegeven worden voor de moederschool (de school van aanmelding).