Bongo-project in Geel
We spraken met Silvie Loenders, projectverantwoordelijke (regisseur zoals zij zichzelf noemt) van het BONGO project in Geel. Ze is zelf werkzaam in Al-arm: een organisatie waar mensen in armoede het woord nemen in Geel. Als brugfiguur wil Sylvie binnen het BONGO project vooral afstemming en samenwerking voorzien tussen bestaande initiatieven om tot één geheel te komen en een aanspreekpunt zijn voor ouders, scholen, organisaties en diensten over kwetsbaarheid bij schoolgaande kinderen.
Waar staat Bongo voor?
“Bongo staat voor Bondgenoten Netwerk Gelijke Onderwijskansen waarmee we in een aantal Geelse scholen willen inzoomen op het gelijke onderwijsbeleid. We vinden het belangrijk dat we kinderen gelijk laten starten, zodat ze later evenveel kansen krijgen om op een volwaardige manier te kunnen participeren aan onze maatschappij.”
In jullie folder staat BONGO ook nog voor een dier?
“Het is een soort van antilope, een zeldzaam diertje. De bongo leeft in kleine, geïsoleerde groepen waardoor ze nauwelijks opvallen in hun natuurlijke habitat. Net zoals het in ons onderwijssysteem niet altijd opvalt dat er uitsluitingsmechanismen zijn.”
Met wie werk je samen en hoe verloopt die samenwerking?
“Er zijn verschillende partners binnen het netwerk: Dienst Gelijke Kansen stad Geel, LIGO Kempen, MIN Geel, Al-arm.
We hebben een samenwerking met twee scholen. Beide scholen doorlopen een traject op maat, elk in hun eigen tempo.
Wat goed werkt, is de module ‘ouder en school' van LIGO Kempen dat het naar school gaan en het onderwijssysteem bekijkt om van daaruit aanvullend te werken. Ik noem het de randvoorwaarden voor gelijke onderwijskansen: met de kinderen een culturele uitstap doen, ze toeleiden naar het speelplein in de vakantie, de Nederlandse taal onderhouden, sociale contacten hebben, spelenderwijs leren.
Daarnaast spelen we in op de noden van de school en de leerkrachten. We zien bijvoorbeeld dat de communicatie niet altijd optimaal verloopt bij anderstaligen. Volgende vragen worden samen besproken:Hoe kunnen we meer gericht en anders de communicatie met de meest kwetsbare ouders aanpakken? Hoe maken we brieven toegankelijker? Hoe maken we een uitgebreide infobundel van 10 pagina’s visueel aantrekkelijk? Ons voorstel om frisse, kleurrijke powerpointpresentatie in eenvoudige taal te maken doet wonderen. We doen dit samen op een informeel infomoment met koffie en koekjes.
Tot slot gaan we vrijblijvend in gesprek met de leerkrachten eerste leerjaar en zetten we in op de voorbereiding van de overgang van de laatste kleuterklas naar het eerste leerjaar.”
Hoe pak je de digitale kloof aan?
“We spelen in op de nood van de school om een digiplan uit te werken dat inzet op de digitale kloof. Tijdens het allereerste infomoment installeren we samen met de ouders Smartschool. We leggen aan de ouders uit dat dit een belangrijke communicatiemethode is voor de school.”
Good practices rond ouder-en schoolbetrokkenheid
“Ik ga met ouders aan de slag. Het niet slagen van de leerkracht en directie om een kind met slecht zicht door te verwijzen, werd na een gesprek van mij met de moeder en een warme toeleiding naar de oogarts, wel opgenomen. Die jongen heeft nu een bril en kan volgen tijdens de lessen.
Een ander voorbeeld van ouderbetrokkenheid is dat we met een viertal anderstalige ouders de decoratie voor het schoolfeest hebben verzorgd.” Good practices i.v.m. het bereiken van kwetsbare ouders.
“Tijdens het infomoment voor het eerste leerjaar heb ik uitgelegd dat ze me mogen aanspreken. Zo zijn er een aantal individuele contacten ontstaan. We hebben ook geprobeerd om een aanbod te voorzien in de vakantie zodat alle vragen rond het school-gaan bij mij terechtkwamen. Een aantal mama‘s heeft daar gebruik van gemaakt. Zo hebben we al een paar mama’s mogen ontvangen bij Al-arm. Een ander voorbeeld betreft een doorverwijzing van een mama die te laat op school aankwam. Ze kwam elke dag te voet met 3 kleine kinderen, door regen en wind. Ik verwees door naar de fietslessen van LIGO. Na het volgen van 10 fietslessen kreeg ze een fiets. Mama komt vanaf sindsdien met de fiets naar school en de kinderen zijn op tijd.
Positie van de brugfiguur: onmisbare schakel, inzetten op zichtbaarheid en vertrouwen
“Het verhaal van de brugfiguur is een verhaal dat werkt wanneer de ouders en de leerkrachten met hun vragen tot bij jou komen, maar het is moeilijk om je positie te verwerven ... Zowel naar ouders als naar het leerkrachtenkorps zit je in een moeilijke positie als welzijnswerker. Het is de bedoeling om de gezinnen aan boord te houden en heel het gelijkekansenbeleid in de school te bestendigen, soms bewandel je dan ook hun onderwijsterrein.
Ik ben een aantal momenten per week zichtbaar aanwezig aan de schoolpoort. Daarnaast ben ik ook zichtbaar aanwezig bij de oudercontacten. Bij huiswerkondersteuning wacht ik vaak samen met de ouders op de kinderen.
Binnen de school loop ik regelmatig rond of zit ik te werken in een lokaal, waardoor de leerkrachten me kunnen aanspreken als ze zich zorgen maken over gelijke onderwijskansen bij kinderen. Leerkrachten kunnen me bijvoorbeeld inschakelen om kinderen door te verwijzen naar de logopedie.
Ik denk dat het heel waardevol is om een brugfiguur in de scholen te zetten. Ik zie heel sterk wat dat doet met ouderbetrokkenheid, wat dat ook doet naar het installeren van gelijke onderwijskansen voor het kind. Ik zie ook wat dit doet voor ouders en voor het sensibiliseren van directies en leerkrachten binnen de school. Op momenten dat je als brugfiguur in de school bent en een stukje aanvaard wordt, zie je dat leerkrachten een andere bril opzetten en zich bewust worden van armoede en diversiteit. Dat is heel belangrijk als we gelijke onderwijskansen willen creëren.
Opzetten van een andere bril
“Het volgend voorbeeld gaat over een eye-opener voor de school.Er was een misverstand i.v.m. het al dan niet mogen deelnemen van ouders aan praktische taken voor het schoolfeest. In een brief ontstond de misvatting dat dit alleen bedoeld was voor ouders van het oudercomité. Dankzij mijn tussenkomst is er een verduidelijking geweest naar deze ouders toe. Natuurlijk zijn er ouders bereid om hun handen uit de mouwen te steken en te helpen waar ze kunnen. Daarna volgde er een positieve reactie van de directie en de leerkrachten: ‘“ e zijn echt wel betrokken op hun kinderen, écht wel betrokken op het schoolgebeuren, ze willen echt graag helpen.’
Een andere reactie vertaalde zich als volgt: het niet aanwezig zijn van de ouders op een oudercontact, krijgt nu een andere nuance: ‘Het was moeilijk voor hen om te komen of ze waren niet of onvoldoende vertrouwd met de werking van het maken van afspraken voor een oudercontact. De uitspraak daarvoor klonk zo: ‘e hebben geen respect voor de leerkracht of de school.”
Welke signalen vang jij op en zijn er mogelijke oplossingen?
“Een eerste signaal is de sterke nood aan huiswerkbegeleiding dat zowel door de school als ouders wordt aangehaald. Zelf kan ik ze terugbrengen naar drie pistes die ik zeker zal voorleggen op een lokaal overleg in functie van het bespreken van gelijke onderwijskansen.
Ten eerste is er een gebrek aan betaalbare huiswerkbegeleiding. De mogelijkheden op de private markt zijn te duur. De zoektocht naar andere mogelijkheden is ingezet.
Ten tweede is er het digitale leerplatform: hier vragen ouders veel ondersteuning van ons. Zij ervaren de digitale kloof aan den lijve.
Ten derde is de school ook vragende partij om het huiswerkbeleid intern eens te bekijken.
Een ander signaal gaat over de drempel naar het vakantieaanbod voor de kinderen: de onbekendheid met het aanbod, een te hoge financiële drempel. Daardoor hebben kinderen soms gemiste kansen om tijdens de vakantieperiode contact te hebben met leeftijdsgenootjes en om Nederlands te oefenen.”
Waar haal jij jouw Inspiratie , en kun je tips geven voor alle lokale bondgenoten netwerken?
Ga zeker op zoek naar gedragenheid.
Probeer ook de brug te maken tussen de onderwijs- en de welzijnscultuur.
Leer vooral heel veel van de ouders zelf, want ook als brugfiguur kijk ik vanuit een witte middenklassebril. Ik ben mij bewust van het feit dat ik dat doe. Ga vooral luisteren naar het verhaal van de ouders en probeer dat in de school mee te geven.
Als brugfiguur sta je aan een schoolpoort en heb je op zich weinig te bieden dan jezelf; ga aan de slag met een concrete kleine basiswerking zoals een briefje vertalen ..en laat het dan een beetje zijn werk doen.
Leid toe, werk een beetje aanklampend om de eerste stappen te kunnen zetten.
Veilig voelen van de ouders, opbouwen van een relatie: heel fijn dat je aan de schoolpoort staat en een mama komt langs met de fiets met de kleine en roept : oh Silvie alles goed, ik moet wel snel door. Dat is zo’n dankbaar moment.
Investeren in duurzame relaties: jou kennen als brugfiguur, je aanspreken als je toevallig aan het winkelen bent, is van onschatbare waarde.
Tips voor onze werking als ondersteuningsaanbod?
“Een klankbordfunctie met Martine is altijd interessant om samen een stand van zaken te bekijken en samen te reflecteren, ook de zoektocht naar verankering van het project op langere termijn vind ik waardevol.
Daarnaast zijn een thematische uitwisseling (brugfiguren) en regionale uitwisseling met andere projecten ook verdienstelijk.
Heb je nog een persoonlijke boodschap? Waar loop je wat tegen aan, maar wat biedt ook perspectief?
“Mijn droom is een brugfiguur in elke school. Op die manier kunnen we bij kinderen preventief werken om de vicieuze cirkel van uitsluitingsmechanismen te doorbreken. Ik geloof daar echt in!
Ik wil graag afronden met een voorbeeld waar ik tegenaan bots. Wij hebben een onderwijskansenbeleid. Iedereen heeft recht op onderwijs. Op 1 september starten alle kinderen gelijk en op 2, 3 en 4 september zien wij al een onderscheid, zien wij dat er van die volledige gelijkheid geen sprake meer is. Denk maar aanhet ontbreken van turngerief op dag twee, de eerste echte oefeningetjes op het digitale platform die ontbreken,net zoals het schoolmateriaal dat niet volledig is.Daar moeten we blijvend op inzetten!”