De professional of de ervaringsdeskundige

Willen ouders nu in het steunpunt geholpen worden door een professional of door een ervaringsdeskundige? Dit is een vraag die we als Vliegende Brigade regelmatig krijgen. Er is alleen geen simpel antwoord op. Het is afhankelijk van de ouder die de vraag stelt, de vraag die de ouder heeft, de situatie waar de ouder in zit, de steun die een ouder elders al krijgt, het aanbod van de professional en nog veel meer andere dingen. En, de vraag veronderstelt een fundamenteel verschil tussen de een en het ander, terwijl de werkelijkheid niet zo zwart-wit is.


Vertrouwen

In de gesprekken met ouders merk ik vooral dat het de ouders niet direct gaat over of iemand in de ene of de andere categorie valt. De centrale vraag voor de ouder is: kan ik de ander vertrouwen?

Om dat vertrouwen van ouders te krijgen, moeten er twee dingen gebeuren. Het eerste is dat de ervaring van de ouder serieus genomen wordt. Het tweede is dat een advies correct en betrouwbaar is. 


Stereotype beelden

Het stereotype beeld is dat de ervaringsdeskundige goed is in het eerste, en de professional goed is in het tweede. Oftewel: als ouders vooral een luisterend oor willen, moeten ze bij een ervaringsdeskundige ouder zijn, en willen ze goede informatie, dan moeten ze bij een professional zijn. Je zou er haast een keuzemenu van kunnen maken bij het steunpunt. 


De keerzijde is er ook. Het stereotype beeld van de professional die alleen denkt vanuit de protocollen en de regels van het samenwerkingsverband, en de ervaringsdeskundige ouder die alleen maar de emotie van de ouder aanwakkert. 

Echter, ik ken ervaringsdeskundige ouders die de rechten en plichten, de tlv-procedure en de jeugdwet beter kennen dan welke professional ook. Ook ken ik professionals die oordeelsvrij luisteren tot een kunst verheven hebben. 

Het loslaten van de stereotype beelden zorgt voor ruimte om echt te kijken naar de behoeften van ouders.


Samen meerwaarde bieden

De vraag is dan ook minder interessant ‘wie’ het steunpunt bemenst, maar de vraag is vooral: kun je bieden wat ouders nodig hebben om er vertrouwen in te hebben? En hoe kom je hierachter? 

In veel regio’s zijn al ouders actief in de hulp aan andere ouders. Vanuit een organisatie of groep voor ouders, zoals Balans of organisaties voor ouders van hoogbegaafde leerlingen, in vrijwillige cliëntondersteuning bij de gemeente, of een andere actieve betrokken groep. Ga op zoek naar deze ouders, zet de deur open en ga met elkaar in gesprek. Waar is vooral behoefte aan? Wie is waar goed in? Wat kunnen we van elkaar leren? 


Tot slot

In mijn werk, zowel bij de Vliegende Brigade, maar ook bij vele andere organisaties op het terrein van passend onderwijs en jeugdhulp valt mij steeds vaker iets op. Zo vaak, dat het geen toeval meer is. Veel professionals in ‘ons’ veld zijn óók ervaringsdeskundige ouder of zijn op een andere manier persoonlijk betrokken bij leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Ze brengen meer dan alleen professionele kennis naar het beleid en de uitvoering. Soms doen ze het openlijk, maar vaker is het iets wat nauwelijks ter sprake komt. Mensen in deze rol kunnen mooie bruggen slaan. Stel daarom bij een volgend teamoverleg eens de vraag: “Welke ervaringskennis neem jij mee in je werk?”