Specials op komst
Naast informeren en steunen kennen de ouder- en jeugdsteunpunten een derde pijler: signaleren. Ondanks dat dat niet meteen de meest praktische en daarmee helpende pijler lijkt, is deze onmisbaar voor een sterk steunpunt. Weten en voelen wat leeft en speelt is immers de basis voor passende steun en informatie. De signaleringsfunctie van de steunpunten omvat een aantal specifieke opdrachten:
Het steunpunt zorgt dat ervaringen van ouders en jeugdigen gebruikt worden voor het vormgeven en verbeteren van beleid van samenwerkingsverband en partners. Dit gebeurt door structureel en systematisch ervaringen te inventariseren en analyseren en dit in samenhang te brengen met bestaande kwaliteitszorg.
Het steunpunt signaleert wat leeft in de doelgroepen en probeert samen met ouders en jeugdigen betekenis te geven aan wat er nu écht gebeurt in de praktijk (en wat beter kan).
Naast leren en verbeteren gericht op beleid en praktijk van het samenwerkingsverband creëert dit tevens een feedbackloop voor het steunpunt zelf. Het structureel werken met ervaringen geeft zicht op wat nodig is om het steunpunt actueel en relevant te houden.
In de komende afleveringen van Brigadenieuws besteden we aandacht aan hoe steunpunten invulling (kunnen) geven aan deze signaleringsfunctie. Een kleine vooruitblik:
Bij registeren (‘de harde kant’):
registreren: over strategieën en tools om bereik, bezoek en gebruik van het steunpunt te optimaliseren en goed in kaart te brengen, waarbij het vooral gaat om tellen/rubriceren/registreren van reacties en (nog) niet om de inhoud daarvan.
dataveiligheid: over veilig en verantwoord omgaan met data, privacyvraagstukken (wat mag je vertellen? wat mag je versturen? wie mag je inzicht geven?) en herleidbaarheid (hoe gedetailleerd mag het zijn?).
methodologie: over hoe je op een passende en verantwoorde manier je doelgroep selecteert (bij wie wil je signaleren?), wat de benodigde omvang is om zinvol te kunnen signaleren en hoe je de beste kwaliteit van data garandeert.
Bij evalueren (‘de zachte kant’):
werken met ervaringen: verhouding tussen cijfers en ervaringen (hoe verschillen ze en hoe vullen ze elkaar aan?), hoe gebruik je ervaringen gestructureerd, wat zijn voordelen en risico’s werken met ervaringen?.
de juiste toon in communicatie en respons verzamelen: hoe bereik je ouders en jongeren voor het delen van hun ervaring? Hoe sluit je aan bij hun belevingswereld en hun taal? Hoe combineer je talige en visuele communicatie?
Bij analyseren en leren:
duiden: hoe zet je opbrengsten van de signaleringsfunctie om in betekenisvolle inzichten en verbetering? Welke werkvormen zijn er voor duiden, wie betrek je daarbij en wat zijn gewenste opbrengsten?