Het DMR signaal heeft tot doel de beschikbare frequentieband optimaal te gebruiken. Hiervoor gebruikt DMR een techniek die eruit bestaat om 2 stations, beurt om beurt te laten zenden. Deze techniek noemt “Time Devision Multiplexing” TDMA. Vermits voor DMR gekozen is om 2 tijdssloten te gebruiken hebben we zo twee gescheiden kanalen op één frequentie. Deze noemen we “Timeslot” TS1 en TS2.
Door het omzetten van een analoog spraak signaal in een reeks van getallen, kan het signaal wiskundig “gecomprimeerd” worden. De methode die hiervoor gebruikt wordt heet een vocoder (voice encoder-decoder) en deze voor DMR is van het type AMBE++. Wanneer twee partijen een gesprek willen aangaan, dienen beide dezelfde vocoder te gebruiken. Vandaar dat D-STAR, DMR, dPMR niet zonder meer elkaar “verstaan”. Echter binnen DMR is er een internationale afspraak waardoor toestellen van verschillende fabrikanten allemaal dezelfde “taal” spreken en de “spraakoverdracht” onderling gegarandeerd is.
Echter de digitale wereld bied nog heel wat meer mogelijkheden, die al dan niet van type toestel en fabrikant kunnen verschillen. Zo zullen diensten zoals berichten, gps data, data overdracht en telemetrie niet altijd onderling bruikbaar zijn en beperkt zijn tot één of een aantal fabrikanten.
Dit heeft in België in het verleden geleid tot een beslissing om via groepsaankopen toestellen van het merk Hytera aan te schaffen. Ook alle repeaters in België zijn van het merk Hytera, wat een garantie bied op compatibiliteit en inter-connectiviteit.
Laat nu juist inter-connectiviteit de sterkte van het DMR netwerk zijn en je begrijpt deze keuze.
Alle relais zijn verbonden aan een “Master DMR server” die de gedigitaliseerde audio en berichten doorschuift naar de desbetreffende relais. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om zowel nationaal maar ook internationaal “gespreksgroepen” of “TalkGroups” TG’s genaamd op te zetten, waarop meerdere gebruikers hetzelfde gesprek kunnen volgen of er aan deelnemen.
Deze DMR master software is van het type “BrandMeister” en wordt ontwikkeld door radio-amateurs. Ook dit is een keuze. Er bestaan nog andere merken van software, al dan niet met specifieke mogelijkheden.
Vermits goede afspraken binnen een wegennet leiden tot minder “ongevallen” is er eveneens een noodzaak tot goede afspraken binnen het DMR netwerk. Deze afspraken worden genomen in consensus door de “Sysop meeting”, een verzameling van radio-amateurs die allen “beheerder” zijn van een relais. De uitslagen van deze meeting alsook de richtlijnen en afspraken zijn terug te vinden op de website ham-dmr.be. Ben je DMR gebruiker dan zal je deze actieve gebruikers snel leren kennen.
Als DMR gebruiker wordt je herkent op het netwerk aan de hand van je ID. Een DMR ID bestaat uit een 7 cijferige code die in België begint met 206. Deze code is wereldwijd uniek en dient aangevraagd te worden op de http://register.ham-digital.net/ site. Het gebruik van een niet toegekende ID, leidt tot problemen en het is daarom noodzakelijk om, alvorens met experimenten aan te vangen, een ID aan te vragen.
Het basis principe binnen DMR is gebouwd rond het gebruik van “gespreksgroepen” of “TalkGroups” TG’s. Een gespreksgroep kan je voorstellen als een “doeladres” of “bestemmeling” van je bericht. Naar analogie met geschreven berichten kan je een “private bestemmeling” hebben, wat “Private call” wordt genoemd of een ganse groep van bestemmelingen tegelijk adresseren, een “Group call” genaamd.
“Private call” wordt zo veel mogelijk vermeden, vermits wij als radio-amateurs een “sociale” gemeenschap zijn en de ter beschikking staande infrastructuur niet opeisen voor “privé en eigen gebruik”. Je kan echter een “Private call” gebruiken om een bericht te sturen, zoals “QSY to TG2067” om zo je collega te vragen een gespreksronde op te starten op een bepaalde “Group call” of “TalkGroup”. Tekstberichten zijn hiervoor een handig tool.
Wij gebruiken dus voornamelijk TG’s. Een relais kan bepalen welke TG wordt uitgezonden indien deze actief is op het netwerk. Hierdoor kunnen luisteraars gesprekken volgen en er eventueel aan deelnemen. Dit maakt het mogelijk om zelfs vanuit het buitenland je Belgische collega’s te benaderen door de juiste TG te kiezen.
Denk er wel aan, dat de afspraken in het buitenland anders kunnen zijn dan deze in België en niet alle TG’s overal ter beschikking zijn.
Binnen de TG’s kennen we twee verschillende vormen in gebruik. Een TG kan “statisch” of “dynamisch”(on demand) zijn. Een statische TG is analoog aan een “radiostation”. Is er wat te horen dan wordt het uitgezonden op dat relais. Een “dynamische TG” is niet hoorbaar totdat een gebruiker een “aanvraag” doet door met de juiste TG instellingen op te roepen op een bepaald relais. Enkel dit relais zal vanaf dat moment gedurende een bepaalde tijd de gekozen TG door laten om zo een eventueel tegenstation de kans te geven om een gesprek op te starten.
Principieel zijn er maar enkele TG’s statisch en een ganse rist dynamisch ingesteld op een relais. Vermits de keuze bepaald wordt door de sysop kunnen deze instellingen per relais verschillen.
Om een gesprek te kunnen “horen” moet je ook “toestemming” hebben. Dit wordt verkregen door de betreffende TG in te stellen in je “RX list”. Dus wanneer er een uitzending is met een TG die jij niet in jou RX list hebt gezet, hoor je niets, maar is de frequentie wel bezet. Wens je zelf een uitzending te doen, zal je verwittigd worden door een “channel busy” signaal en kan je uitzending niet plaats vinden. Vandaar dat het wenselijk is om alle TG’s die gebruikt worden in je RX-list te plaatsen.
Begrijp je nu ook waarom een “Private call” wordt afgeraden? Zou je alle “private call’s” willen horen, dan zou je RX lijst oneindig lang moeten zijn, wat praktisch niet realiseerbaar is.
Kort samen gevat: