Methodiek
LTER - Leiemeersen
Onderzoeksmethoden
- Vegetatieontwikkeling via Londo-opnamen en foto’s (2-jaarlijks)
- Drooggewicht van bovengrondse, door maaien verwijderde biomassa (2-jaarlijks, telkens juli en september, eventueel aanwezig riet wordt telkens apart bemonsterd)
- Nutriëntenanalyse op mengmonster van door maaien verwijderde vegetatie (2-jaarlijks, telkens juli en september, eventueel aanwezig riet wordt telkens apart bemonsterd)
- Kwaliteit van aangevoerde grondwater (voorjaar en najaarsmeting, 1 peilbuis per PQ met filter op c. 1,5m diepte; enkele PQ’s zijn bovendien voorzien van een peilbuis met continue perforatie om een beter idee te hebben van de reële kwaliteit van door planten opneembaar water)(i.s.m. team MILKLIM)
- Bodemanalyses: textuur en nutriënten in 1995 (referentietoestand). Meer uitgebreid met veenhapper, penetrologger, gutsboor enz. in 2014 en 2019 (i.s.m. team MILKLIM).
- Ammoniakdepositie door VMM: 2015 (1 meetstation), 2016 (5 meetstations)
- Bemonstering ongewervelde fauna (spinnen, loopkevers) onder invloed van maaibeheer (1982, 1983, 1984, 1985, 2010, 2020)
- Kwaliteit oppervlaktewater (in functie van overstromingsdynamiek en monitoring aquatisch habitat 3150 aansluitend op overgangsveen door team Zoetwaterhabitats)
- 2023: 1 van de 3 ‘living labs’ in Vlaanderen in het Horizon ‘Alfawetlands’ project, waarbij de koolstoffluxen in het laagveen zullen gemonitord worden