Klas- en leeftijddoorbrekend
– Geen klasgroepen, maar heterogene groepen (max. 24 kleuters en 36 leerlingen in de lagere school– 6 per leeftijdsgroep).
– Door wisselende samenstellingen, zowel heterogeen als homogeen, kunnen we het groepswerk beter laten renderen
– Drempel kleuterschool – lagere school verkleinen met gezamenlijke leermomenten van 5 en 6-jarigen
– Flexibel tijdsgebruik
– Flexibel omgaan met klassenstructuren, tijdsindeling, binnen- en buitenschoolse activiteiten
– Leren van de leerlingen staat centraal
Kinderen leren samen van en met elkaar
– Leerlingen ondersteunen elkaar, leren van elkaar zonder hun eigen leertraject uit het oog te verliezen. Een vlotte doorstroming naar het secundaire onderwijs van onze regio is belangrijk.
– Opnemen van verantwoordelijkheid
– Streven naar zelfontplooiing
– Zelfreflectie: de wetenschap dat ze zelf hun ontwikkeling kunnen mee bepalen
– Leerlingenraad: inspraak
– Leerlingen bewust maken van hun positie in het leertraject
Hierbij willen we de rol van de leerkracht even verduidelijken. Het is niet zo dat we leerlingen maar laten aanmodderen. Als leerkracht willen we ons engageren tot het volgende:
“De geest is geen vat dat gevuld moet worden maar een vuur dat moet worden aangestoken.”
– Streefdoel: leerlingen uitdagen om al hun mogelijkheden, hun talenten te benutten.
– De leerkracht blijft eerste aanspreekpunt: als onderwijzer, coach, mentor, bewaker van het te volgen leertraject rekening houdend met het leerplan van het katholieke onderwijs.
– Zorgt voor andere werkvormen die het samenleren bevorderen zoals tandemlezen, heterogene leesgroepen met materiaal aangepast aan het project, partnerwerk, groepswerk, …
– Flipping the classroom: instructie die de leerlingen zelf kunnen raadplegen (instructiebladen, video’s … )
– Opzetten van een uitdagende leeromgeving waarbij we bruggen en verbindingen bouwen tussen ervaringen en inhouden
– Leersituaties creëren die hen uitdagen en bijdragen tot zelfontdekkend leren
– Een degelijk leesonderwijs aanbieden met 350 minuten begeleiding voor eerste lezertjes.
Rijk aan materiaal
– Werkbladen zo opgesteld dat instructietijd tot een minimum kan worden beperkt gebruik makend van doelgericht materiaal
– Toegankelijke instructie geven
– Opdrachten geven die naar een duidelijk doel/product werken
– Aanbod van projecten zo opgezet dat lln. zowel in homogene groepen als in heterogene groepen elkaar kunnen uitdagen en versterken
– Ervaringsgericht: leren op het terrein
– Actieve ondersteuning van buitenaf
– Vakoverschrijdende projecten zodat taal als middel en doel wordt ingezet, godsdienst in ruimere context betekenis krijgt, met gelegenheid tot expressiemomenten, ICT als een manier om alles vast te leggen
Huiswerkarm
– Als leerkracht streven we ernaar om alle leerstof gekend te krijgen in de klas. Het inoefenen en de verwerking gebeuren dus in de klas
– Huiswerk draagt zelden bij tot het duurzaam leren, eerder tot het kortstondig ontstaan van vluchtige kennis die weer even snel vervliegt
– Ouders motiveren om thuis veel te laten lezen
– Taken en persoonlijke uitdagingen zonder externe hulp
– Nuttige en praktische opdrachten
– Bijhouden van een portfolio
– Leerlingen helpen plannen door het functioneel gebruiken van een agenda
Proefwerkarm
– Genormeerde toetsen die we enkel gebruiken als bijsturing van het leerproces
– Gerichte observatie
– Continu evalueren zonder een cijfer te gebruiken. We opteren om termen te gebruiken als ‘voldoende’, ‘goed’, ‘uitstekend’, …
– Functie van evalueren:
Informatieverstrekkend
Ondersteunend
Besluitvoerend
– Oudercontacten op geregelde basis om het leerproces van de kinderen duidelijk te schetsen aan de ouders
– Van examineren, waar het leerrendement zeer laag ligt, naar evalueren waardoor we het onderwijs afstemmen op de behoefte van de leerlingen
– Bij het evalueren houden we rekening met zowel het product als met het proces dat ze afgelegd hebben
Bewondering, verwondering en creativiteit
– Ervaringsgericht
– Leermomenten buiten de muren van de school
– Leerlingen stimuleren om creatief na te denken door allerlei uitdagingen te geven. Bv. zelf het schoolfeest laten plannen, uitstappen regelen, …
Open school
– Omgeving, gemeenschap betrekken
– Open communicatie met de ouders
– Actieve betrokkenheid van de ouders en grootouders
– Openklasmomenten waarbij de school opengesteld wordt voor ouders, grootouders, …
– Aandacht voor actualiteit