40 Shades of Green
40 Shades of Green
Een trip naar Ierland stond al wat langer op het lijstje en het moest er deze zomer maar eens van komen. Gedurende de Covid tijd had ik voldoende tijd gehad om e.e.a. voor te bereiden en te plannen. Er moesten immers ook wat ferry’s geboekt worden voor zowel de heen- als de terugreis. De heenreis via Duinkerke (Frankrijk) – Dover (Engeland) en Fishguard (Wales) – Rosslare (Ierland) en terug vanaf Dublin (Ierland) – Holyhead (Wales) en Harwich (Engeland) – Hoek van Holland.
De motor en wij waren er klaar voor. Op zondag vertrokken we met mooi weer richting België zodat we op de maandag ons niet hoefden te haasten voor de boot naar Dover. Van tevoren nog contact gehad met Meneer Kees om bij hem even een stop te maken. Bij Meneer Kees werden we rond het middaguur dan ook hartelijk ontvangen met een bakkie koffie met gebak. We eindigden die dag op een camping te Ieper (België). De andere morgen lekker op tijd vertrokken. Mooi weer en qua tijd hadden we speling zodat we grotendeels binnendoor richting Duinkerke hebben gereden. Bij de ferry aangekomen sloten we netjes aan achter een groepje van de West-London Harley Riders, zij waren op de terugreis van een weekend in België, Harleydag Assenede. Vanaf de White Cliffs of Dover moesten we nog een zestigtal kilometers rijden naar een van tevoren geboekt hotelletje te Lenham, Dog & Bear. De laatste 200 meter werd uiteindelijk wel een dingetje. Vanwege een zwaar ongeval werd het verkeer omgeleid door de aanwezige politie. Ondanks dat we er bijna waren dienden ook wij de omleiding te volgen. Deze omleiding was niet aangegeven. Het ongeval was immers net gebeurd. Gewoon maar het overige omgeleide verkeer volgen over het zeer smalle weggetje en een schuin oog op de navigatie houden vanwege ons eindpunt. Uiteraard kwam het verkeer ook daar tot stilstand en uiteraard en jammer voor mij op het moment dat het weggetje stijl naar beneden afliep. Leuk met 35C en een helm op je kop, met de rechterhand de rem handle vast en met een been op de voetrem. Op enig moment heb ik mijn helm aan Irene gegeven en na een goed uur kwam er gelukkig beweging in de rij. Ik had geen tijd meer om mijn helm op m’n knar te plaatsen dus uiteindelijk zonder helm aangekomen bij ons hotelletje. Was wel even lekker zo zonder helm met de kop in de wind. De politie keek wel even vreemd op daar waar ik over de andere zijde van de wegafsluiting het kruispunt overstak. Oververhit maar we waren er.
Dog & Bear hotel is een typisch Britse old style inn, lekker schots en scheve oude kamers, goed eten en een goed biertje, zeker met deze buitengewone warme zomerse temperaturen. Na een English breakfast mooi op tijd vertrokken richting Fishguard in het zuiden aan de westkust van Wales. Een rit welke grotendeels over de M25 en M4 zou gaan. Eerst om London heen! Geen interessante rit (snelweg) maar nodig om de kilometers te maken. De andere dag hebben we immers de oversteek naar Ierland. In de namiddag arriveren we op een camping, gelegen op ongeveer 5 minuten van de ferry. Je kan daar ook aan glamping doen dus voor het gemak een luxe hutje genomen.
's Ochtends na het ontbijt nog even door het havenplaatsje Fishguard gereden om vervolgens daarna bij de ferry in de rij aan te sluiten. Het is er niet druk dus tijd voor een bakkie. De overtocht duurt ongeveer 3 1⁄2 uur met een rustig zeetje. In Rosslare zijn we vlot door de controle en via een supermarkt stop arriveren we kort daarna op de camping. Dat blijkt een grote familie camping te zijn met activiteiten. Druk dus, het is maar voor één nachtje. Op tijd het tentje opgebroken, de zooi opgeladen en gaan! Het is mooi weer en zeer rustig op de weg. We rijden door de plaats Waterford en bezoeken even de H-D dealer daar. Deze is niet groot, echter de graffiti buiten op de muren is geweldig. We komen aan in Cobh, een havenplaatsje en vinden een parkeerplaats op de boulevard. Het is warm, zéér warm en dus tijd voor een ijsje.
Forty Shades of Green...
Als een van de grootste Atlantische havens in Ierland was Cobh het vertrekpunt voor 2,5 miljoen van de zes miljoen Ieren die naar Noord-Amerika emigreerden tussen 1848 en 1950. De Titanic maakte haar laatste stop in Cobh (dat toen Queenstown heette) voordat zij op 11 april 1912 de Atlantische oceaan opging voor haar eerste, en enige, reis naar New York. Ook lag het eerste stoomschip dat van Ierland naar Engeland voer afgemeerd in Cobh, evenals de Sirius, het eerste stoomschip dat de Atlantische Oceaan overstak (bron: Wikipedia).
We vervolgen onze weg naar Clonakilty, waar we op een farmcamping een leuk plekkie krijgen toegewezen om de tent te planten. De kat van de camping vindt het wel gezellig zo bij ons en blijft de hele avond lekker lui bij ons rondhangen. De wegen zijn best wel smal en lopen zwaar af in de bermen (een bolle weg dus), waardoor ik dus als zijspanrijder zo nu en dan behoorlijk scheef aan de linkerzijde van de weg hang en flink het stuur moet tegenhouden. Ook geeft dit het gevoel dat de bak omhoogkomt in bochten naar rechts. Niet echt ontspannen rijden dus rustig aan.
Vandaag rijden we richting Killarney over grotendeels de N-71, via Skibbereen en Bantry. Het is rustig, de lucht is blauw en het weer is mooi! De weg is smal zoals gezegd maar prachtig. In Glengarriff doen we een lunchstop en bekijken we al het moois in the Quill’s woollen market. Via de Caha pass en een stop bij Molly Gallivans cottage, waar een druïde over de vallei tuurt, arriveren we mooi op tijd op de camping in Killarney. Ook maar even wat boodschappen doen. Vandaag staat de Ring of Kerry op het programma. Een hele mooie route langs de Atlantische kust van Ierland. Deze route maakt deel uit van de Wild Atlantic Way, welke we de komende dagen zullen blijven volgen. We vertrokken wederom mooi op tijd. Het was lekker rustig op de behoorlijk hobbelige en bochtige weg richting de Ring of Kerry. Stuiteren dus. Via Ladies View, Molls Gap, het ontwijken van een paar koeien op de smalle weg en een koffie break in Sneem beginnen we aan de Ring of Kerry. Het luchtje is blauw de zon schijnt, beter kan niet. Het blijkt een prachtige rit te zijn met vergezichten over de vele baaien met witte stranden. Zo nu en dan stoppen we voor wat foto’s te maken.
Na een aantal kilometers komen we aan in Waterville. Een mooi plaatsje aan de kust waar ook nog eens een standbeeld van Charlie Chaplin staat. Charlie blijkt dus helemaal geen Ierse roots te hebben maar kwam daar jaren achtereen op vakantie en was zeer geliefd in het dorp. Een mooi moment voor een lunchstop. Later rijden we door het plaatsje Caherciveen waar ik het idee heb dat ik op een talud rij, zo schuin loopt de weg daar door het dorp af. Ik moet het stuur goed vasthouden. We komen
’s middags halverwege de middag aan op een camping in Glenbeigh. Even gauw een boodschapje doen op wandelafstand en er vallen drie druppels regen. ’s Avonds voor de tent krijgen we bezoek van ene Jozef, een Ier die een tiental jaren in Amsterdam heeft gewoond en gewerkt (met verslaafden). Hij spreekt behoorlijk goed Nederlands blijkt en vertelt ooit het ‘Lich’ te hebben gezien. We krijgen z’n hele levensverhaal te horen. Het is geen onaardige kerel, maar hij begint wel erg door te slaan met zijn evangelie verhaal. De andere morgen komt hij tijdens ons opbreken nog even afscheid van ons nemen met de bijbel in zijn hand. Het zal toch niet? Nee... hij wenst ons een goede reis en zal ons nooit vergeten?! Een bijzondere man.
We volgen de Wild Atlantic Way richting Tralee en via een nog kleiner weggetje belanden we bij een hele mooie baai met idem strand te Ballybunnion, voor een koffiebreak. Het is mooi weer en iedereen is daar onderweg naar het strand.
Wij niet, wij rijden verder richting Talbert. Als het goed is gaan we daar met een pontje naar de overzijde (Killimer) om de weg te vervolgen. Een paar kilometer voor de pont oversteek kan ik een groot gat in de weg niet ontwijken, vanwege tegemoetkomend verkeer. Het span wordt gelanceerd en ploft weer op de weg. Ik heb het stuur nog vast, maar die staat behoorlijk uit het lood. Ook staat de batwing naar voren. Iets verderop, bij een boerenerf, kan ik pas stoppen om de eventuele schade op te nemen. Geen lekke banden, geen olielekkages! Het stuur met een ruk weer recht kunnen zetten en de batwing was gelukkig enkel uit de bevestiging (detachable) geslagen. Dat was wel even schrikken. We kunnen gelukkig verder en bij de pont aangekomen wordt de net neergelaten slagboom nog net voor ons geopend. Hulde!
Via de N-67 komen we aan bij een groot parkeerterrein. Heel veel bussen, heel veel campers en nog meer auto’s. We zijn aangekomen bij de Cliffs of Moher. Een ‘must see’ en dus zeer toeristisch. We hebben daar dus een klein uurtje de toerist uitgehangen. Wel mooi en indrukwekkend die kust. Hoe zou het eruit zien daar met een echte westerstorm? Spooky. We wandelen terug naar de uitgang en Irene maakt een flinke misstap. Ik kan d’r net opvangen maar ze heeft toch wel last van haar voet. Dus rustig terug naar de motor, waarna we nog maar een 7 km’s hoeven te rijden naar de camping, gelegen aan deze woest en indrukwekkend ogende kustlijn, te Doolin. We snavelen die avond in de local pub. Fish & Chips onder muzikale begeleiding van een Ierse folk band. Vanwege Irene haar blessure hebben we in langzame pas terug gewandeld naar de camping. Die avond zagen we een werkelijk prachtige zonsondergang over de oceaan. We zijn nu ruim een week onderweg en vinden dat het tijd is voor een rustdag. Het weer is prachtig en warm, de camping heeft goede voorzieningen en het is tijd voor een wasje. De aantrekkingskracht van deze kust was zo groot dat we daar grotendeels hebben doorgebracht.
Het blijft een prachtig gezicht zoals die golven op de rotsen beuken. Irene had gelukkig minder last van haar voet. ’s Avonds voor de tent nog een fanatiek spelletje Yatzee gedobbeld. We rijden de andere dag over de N-67, nog steeds de Wild Atlantic Way, richting Galway. Het is maar stukje van ongeveer 80 km. Nog even een foto maken van het kasteeltje, Dunguaire Castle, wat we onderweg passeren. We komen mooi op tijd aan op de volgende camping en maken die middag vandaaruit een stevige wandeling langs de boulevard naar Galway. Ook hier blijven we een dag extra zodat we de tijd hebben om het oude centrum van Galway te bezoeken. We doen dit vanaf de camping met openbaar vervoer. Kost bijna niets in Ierland. Galway, the old centre is werkelijk prachtig en sfeervol. Leuke straatjes met pandjes in allerlei kleuren. Sommige doen gewoon pijn aan de ogen. Het is in ieder geval niet saai. In het centrum van Galway vind je ook een standbeeld van de Galway Girl. Zij wordt bezongen in verschillende populaire liedjes. Over muziek gesproken. Door het hele oude centrum staan op bepaalde plekken geweldige bandjes en soloartiesten op te treden. Het is niet voor niets dat Ierland een rijke muziekgeschiedenis heeft. Geweldig.
We laten Galway achter ons en verplaatsen ons weer een stukje over de Wild Atlantic Way, richting het gebied van de Connemara. Connemara is één van de mooiste gebieden in Ierland. Ook vindt hier nog op grote schaal turfwinning plaats. Rijdend door het gebied zie je vrijwel overal de Twelve Bens (ronde bergtoppen). Werkelijk prachtig en het lijkt wel of we ineens in een ander land rijden. Het doet een beetje Schots aan. We strekken de benen bij een uitzichtpunt over Pines Island, met op de achtergrond de Twelve Bens. Even noordelijk van het plaatsje Clifden vinden we een leuke en rustige camping. Op het terrein lopen een aantal kippen en een zeer hanige haan die erg nieuwsgierig zijn naar de nieuwe campinggasten. Als eenmaal de tent staat en wij aan een broodje zitten hebben we hun volle aandacht. Er is zelfs een kip die even de tent inloopt om te kijken of er wat te snavelen is. Ik dreig dat als ze niet opzouten er eentje in de pan vanavond zal belanden. Het doet ze weinig.
Een nieuwe dag. Eéntje die in het teken zal staan van een rondje door het gebied Connemara, waaronder een bezoek aan Kylemore Abbey. Kylemore Abbey (Iers: Mainistir na Coille Móire, Klooster van het grote bos) is een beroemd klooster en voormalig landhuis. Het ligt vlak bij het dorp Letterfrack in Connemara in het Ierse graafschap Galway. Het neogotische gebouw werd tussen 1863 en 1868 gebouwd als landhuis (Kylemore Castle) door een rijke Engelse politicus, Mitchell Henry. Opvallend zijn de miniatuurreplica van de kathedraal van Norwich en de kasteeltuin. In 1920 werd het aangekocht door uit België gevluchte benedictinessen en sindsdien is het een klooster en van 1923 tot 2010 ook een kostschool voor meisjes. Het huis en de tuin zijn voor publiek toegankelijk. Het is een imposant gebouw dat door zijn ligging in een vrijwel leeg gebied extra opvalt. (bron: Wikipedia) De Abbey was het bezoek meer dan waard. Via kleine weggetjes rijden we door het gebied richting Clifden. Het rijden over deze smalle bolle weggetjes in Ierland blijft als zijspanrijder een vermoeiende bezigheid. Als de weg overzichtelijk is en er geen tegenliggers zijn te zien rij ik dan ook zoveel mogelijk op het midden van de weg. Maar ja dat lukt lang niet overal.
We zijn weer op de camping, de kippen zijn blij dat we er weer zijn en het ziet er naar uit dat het weer vanavond gaat veranderen. We eten die avond kip. Die avond begint het behoorlijk te regenen en dat doet het in de morgen nog steeds. Toch maar eerst de zeiknatte zooi opbreken en daarna het ontbijt doen in de gemeenschappelijke ruimte van de camping. Daar horen we dat het weer dat weekend, vooral aan de kust, weinig goeds voorspelt. We besluiten daarom om de Wild Atlantic Way te verlaten en landinwaarts te gaan. Dat bleek een goede keuze want na een aantal kilometers begon de lucht te breken en kwam de zon zo nu en dan weer voorzichtig door. Vanwege de natte start van die morgen en de kletsnatte zooi op de motor eindigden we die dag in een toch wel luxe hotel. We hadden het verdiend, zeiden we tegen elkaar.
We bevonden ons nu inmiddels in Ireland’s Hidden Heartland, in de omgeving van Athlone. Doordat we de westkust vanwege de slechte weersvoorspellingen hadden verlaten liepen we eigenlijk voor op het reisschema in Ierland. De eerst volgende camping staan we daarom twee dagen. Kunnen we ook gelijk weer even een wasje doen. Die camping was ongeveer een kwartier rijden vanaf het hotel. Een wereld reis dus maar dat vonden we niet erg. Het weer was opgeknapt en op de camping kon dan mooi de tent eerst drogen. Deze camping lag aan de andere kant van het meer en in plaats van kippen waren hier veel eenden die nieuwsgierig waren. Vanavond eend op het menu?
De andere dag bezoeken we het Clonmacnoise monastry, bekend om de vele Keltische kruizen die daar staan. Via zeer slechte weggetjes en rijdend door grote veengebieden met turfafgravingen doen we ook nog het plaatsje Tullamore aan, een bekende Ierse whiskey.
Het is dinsdag vandaag en donderdag hebben we de bootoversteek naar Wales. We verlaten Ierland niet zonder een bezoek aan Dublin. We hebben genoeg van de hobbelige weggetjes en verplaatsen ons over snelweg richting een camping in de buurt van Dublin. Deze camping blijkt een camping te zijn waar de meeste bezoekers net van de ferry afkomen of weer richting de ferry gaan. Een grote camping met de juiste voorzieningen. Vandaaruit is het ook mogelijk om met de bus naar het centrum te gaan. De busrit duurt ongeveer 45 minuten. Je ziet gelijk e.e.a. van de stad en kost maar euro 2,60 (waarom betaal je in NL altijd de hoofdprijs?). Dublin valt onder de categorie gave steden. Mooie gebouwen, kleurrijk, sfeervol, vele straatartiesten, standbeelden van Molly Malone (o.a. bezongen door de Dubliners en het officieuze volkslied van Dublin), Luke Kelly (zanger van de Dubliners), Phil Lynott (zanger & gitarist van Thin Lizzy) en een Rory Gallagher corner in de vorm van een bronzen elektrisch gitaar aan de muur in de beroemde oude wijk Temple Bar. In die oude wijk bevinden zich vele Irish pubs met als hoogtepunt de Temple Bar. Je weet niet wat je ziet als je daarbinnen staat. De city dagtrip hebben we daar dan ook afgesloten met een pint onder het genot van Ierse volksmuziek. Natuurlijk is het allemaal toeristisch maar het is niet overdreven vol in de stad. Zeker een sfeervolle stad om nog eens te bezoeken.
We hebben pas in de middag de oversteek naar Wales dus kunnen rustig aandoen. Onze buurman blijkt een Fransoos te zijn die ook een trip Ierland aan het maken is op zijn Moto Guzzi 850-T3 California. We zijn hem al op verschillende locaties op de Wild Atlantic Way tegengekomen. Hij doet een bakkie met ons mee maar het blijft moeilijk lullen. Hij spreekt eigenlijk helemaal geen Engels en vertelt ons de technische problemen welke hij heeft gehad met zijn motor onderweg. Met mijn steenkolen Frans en handen en voeten kom ik er uiteindelijk achter wat hij bedoelt. Een heel technisch verhaal en dat op z’n Frans. Wij wensen hem een veilige en verder goede reis. Op naar de ferry. De weg naar het havengebied volg ik via het centrum van Dublin. Leuk om even door het centrum te knallen. Na een oversteek van ongeveer 3 1⁄2 uur arriveren we in de haven van Holyhead. Korte tijd later vinden we de camping. Dat blijkt een farmcamping te zijn. We zijn de enige gasten daar en mogen zelf een plekje zoeken op het lege weiland. Lekker rustig na de stadscamping en de stadsdrukte. De enige nieuwsgierige toeschouwers die we hebben zijn een kudde kalveren achter het prikkeldraad.
We verlaten het eiland Anglesey (Wales) via de oude brug, maar niet zonder eerst een koffiestop te hebben gemaakt in het beroemde plaatsje met de 58 letters; Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch
(In het Engels vertaald: St. Mary's Church in the hollow of white hazel near a rapid whirlpool and the Church of St. Tysilio near the red cave).
De Woolen Mill, een megagrote souvenirwinkel met restaurant, is leuk om even te stoppen en rond te neuzen. Ik was daar al eens eerder geweest maar Irene nog niet. Via een route door Snowdonia, in het noorden van Wales, vinden we in de middag wederom een farmcampsite in de buurt van Birkenhead (Engeland), dat aan de westoever ligt van de rivier Mersey. Yep, we zitten vlakbij Liverpool! Op de camping horen we van Trevor, het campingbaasje, dat het openbaar vervoer staakt in Engeland maar dat het centrum van Liverpool via één van de tunnels, onder de Mersey door, goed te doen moet zijn. Het is maar een kilometer of tien.
Vandaag gaan we een dagje bezoek Liverpool doen. Via de tunnel met daarin halverwege een afslag naar links vinden we een perfecte parkeerplaats van het span. Het is druk en sommige straten zijn afgezet. Er loopt veel politie rond. Het blijkt op deze zaterdag gayparade te zijn in Liverpool. Dat was me eigenlijk al opgevallen tijdens het vinden van een parkeerplaats vlakbij de pier in het centrum. Een kleurrijk gebeuren met veel suikerspin pruiken en halve blote billen, niet echt mijn ding. Bij mannen dan hè. We zien al wandelend naar het centrum prachtige oude gebouwen. Eén gebouw kan zo model hebben gestaan voor de oude Batman series in Gotham city. Bizar. Het is een korte wandeling naar het oude centrum van Liverpool en al gauw bevinden we ons in Mathew Street.
De straat waar bijna alles in het teken staat van de FAB4, The Beatles dus. Erg leuk om dat allemaal te zien en je weet niet hoeveel standbeelden je allemaal links, rechts en boven je ziet. Natuurlijk hebben we het Beatles museum bezocht en The Cavern Club, waar het allemaal begon. Eigenlijk was en ben ik altijd een Rolling Stones fan geweest. The Beatles vond ik altijd wat softer. Neemt niet weg dat dit stukje muziekcultuur natuurlijk niet mag ontbreken bij een bezoek aan Liverpool. Four lads who shook the world.
Wat ook niet mocht ontbreken, voor mij althans, was een bezoek aan het stadion van Liverpool FC. You’ll never walk alone. Terug op de camping vraagt Trevor, het campingbaasje, hoe het bezoek Liverpool is geweest. Ik vertel hem dat er ook een gayparade was. Hij rolt eens met zijn ogen en zegt mij glimlachend: “Men dressed up like women mmmh”. Die avond tijdens ons avondpotje Yatzee begint het te regenen, maar stopt gelukkig de andere morgen, waarna we toch droog kunnen inpakken. We zijn onderweg naar het Peak District en via de "Cat and Fiddle” route bereiken we de camping in Buxton. Het is prachtig mooi weer. We hebben nog twee dagen voordat we de oversteek van Harwich-Hoek van Holland hebben. Het is behoorlijk druk op de weg richting King’s Lynn. Het is warm dus voor de rest niks te klagen.
Na King’s Lynn buigen we af richting de Norfolk Coast. Een populair gebied tijdens de zomer en dus afwachten hoe vol de campings daar zullen zijn. In de buurt van Weybourne vinden we een “adults only” camping, dus geen kinderen. Plaats zat en lekker rustig. Na het eten doen we nog een wandeling naar het strand. The Norfolk Coast ligt op dezelfde hoogte als Den Helder. We hebben een nachtboot en dus alle tijd van de wereld om richting Harwich te rijden. We volgen daarom de kustroute. We doen een stop bij Horsey Gap, omdat ik heb gezien dat daar veel zeehonden te zien zouden zijn. Nou die zeehonden zijn er. Ze zwemmen in groepjes langs de vloedlijn met hun kopjes richting het strand. Wie kijkt naar wie?
We zijn evengoed bijtijds in Harwich. Vlakbij de ferry bevindt zich een hele grote supermarkt met restaurant, Morrisons, waar we voorlopig wel even de tijd kunnen doorbrengen. Gelijk daar even de laatste Engelse ponden opmaken aan Cadbury chocolade en een aantal blikken Ambrosia rice pudding en Devon custard, mijn favoriete toetje. Na
het inchecken bij de ferry betreden we onze hut, the captains cabin blijkt. Ik wist niet eens meer wat voor soort cabin ik destijds had geboekt voor de nachtelijke oversteek, maar deze werd na een lange en warme dag door ons verwelkomt. De andere ochtend in Hoek van Holland even een bakkie koffie gescoord bij een neef van mij, die vlakbij de boot woont.
Het laatste gedeelte van de reis verliep vlekkeloos, zonder verkeersdrukte en warm. Home sweet home.
Ierland is goed bevallen. Het landschap is vaak adembenemend. De Westkust is de overtreffende trap. Géén massatoerisme. De campings zijn prima. De bezochte plaatsen sfeervol en kleurrijk. De pubs? Er zijn geen betere. Dublin is een gave stad en voor herhaling vatbaar. De whiskey? Ssst...zeg ik niets over. De Ieren zelf? Zeer vriendelijk en relaxed. De wegen, vooral de kleinere, mwaah... maar dat zijn natuurlijk mijn bevindingen als zijspanrijder, links rijdend over veelal sterk naar de bermzijde aflopende wegen. Het weer? Voor Ierse begrippen hebben we denk ik veel geluk gehad. Eén nacht en ochtend regen in ruim twee weken. Niet slecht toch? Het is er niet voor niets zo groen. Forty shades of green.
Keep the rubber down.....
André van Driel