Techniek & Technologie leerjaar 2
Maak een Mobile
Bewerken & Produceren
Maak een Mobile
Bewerken & Produceren
Het werkstuk dat je gaat maken heeft alles te maken met evenwicht. We noemen het een 'mobile'. Dat betekent:Beweeglijk. Als je het goed gemaakt hebt kun je door te blazen het mobile in beweging brengen en zoekt het mobile zelf weer een nieuw evenwicht.
OPDRACHT
Maak van ijzerdraad en multiplex een mooi mobile
Eisen die aan de mobiel gesteld worden:
De mobile bestaat uit vijf verschillende multiplex-vormen die met ijzerdraad aan elkaar zijn verbonden.
De onderdelen bewegen als je er langs blaast.
De mobiel heeft een mooie standaard en is in evenwicht.
De standaard is niet hoger dan 85mm en de gehele mobile is niet hoger dan 350mm
Teken op het multiplex vijf verschillende vormen voor je mobiel.
Laat de tekeningen goedkeuren door de docent.
Zaag de onderdelen uit en werk ze strak en super-glad af met schuurpapier.
Boor met een 'spijkerboor' in de zijkant voorzichtig een gaatje waar het ijzerdraad in past.
Knip van ijzerdraad een stuk van 280mm af.
Schuif dan aan de uiteinden een kleine en een grote vorm op het draad.
Leg de draad op de punt van een rondbektang.
Zoek het evenwicht-punt door de draad te verschuiven.
Buig de draad links en rechts van het evenwichtspunt strak om de bek van de tang.
Er is nu een grote lus ontstaan.
Volg nu weer de stappen 3 t/m 6, maar nu met een draad van 160mm.
Nu neem je een draad van 200mm waar je één vorm op maakt en aan de andere kant een 'oogje'.
Het oogje maak je met de rondbektang.
Zoek met de rondbektang het evenwicht en maak een kleine lus.
Neem een draad van 180mm en buig aan beide uiteinden een 'oogje'. Zie de afbeelding.
Hang de andere gemaakte onderdelen met een lus, in het haakje.
Zoek opnieuw het evenwicht en maak weer een lusje met de rondbektang.
Maak nu de standaard van je mobiel.
(Niet hoger dan 85mm)
Neem nu een ijzerdraad van 270mm.
Buig op 30mm van boven een lus zoals je hierboven ziet.
Plaats de draad in de standaard en hang de gemaakte mobiel in de lus.
Zorg voor een goed evenwicht.
Beoordeel dan nu eerst zelf je werkstuk en laat het door een klasgenoot beoordelen met behulp van de cijfermeter.
Bedenk samen welk cijfer je voor je werkstuk denkt te krijgen en vertel dat de docent.
Lever daarna je werkstuk in bij de docent.