Techniek & Technologie leerjaar 2
Maak een Draai-apparaat
Bewerken & Produceren
Maak een Draai-apparaat
Bewerken & Produceren
Bij het Draaiapparaat zorg je dat een draaiende beweging veranderd in een op- en neergaande beweging.
Dat ga je doen door een 'nokken-as' en een 'nokkenwiel' te maken.
Nokken-as: een ronde schijf met een 'nok' er op. Deze nog duwt een stang op en neer.
Nokken-wiel: een ronde schijf met een as in het midden en een een as 'uit het midden'. Deze tweede as kun je als handvat gebruiken om de as in het midden rond te draaien.
De functie - dat wat het moet doen - zie je bij de eisen voor dit werkstuk.
Je ontwerpt/bedenkt de onderdelen wel zelf.
Er is geen technische tekening waarop staat hoe groot alles precies moet zijn.
Ontwerp en maak een voorkant en een achterkant voor een draaiapparaat dat voldoet aan ALLE eisen die hieronder staan.
Figuurzagen doe je NIET met de machines maar met de hand-figuurzaag.
Maak je draaiapparaat met behulp van de werkvolgorde en de aanwijzingen hieronder
Hier zijn de metaaldraden de drijfstangen voor de oren. Het hoedje is aan het stokje gelijmd en gaat dus ook op en neer.
Hier is de handel waarmee gedraaid word gelijk de neus van het figuur. Om de drijfstangen zijn ritejes met kralen geschoven.
Hier zijn de handen aan de metaaldraden gelijmd. Het hoofd is hier weer op het stokje gelijmd.
Teken je ontwerp voor de voorplaat en de achterplaat op papier, knip het uit en teken het over op 4mm dik triplex.
Zaag nu de ontwerpen uit en werk ze met vijl en schuurpapier netjes af.
Leg de plaatjes op elkaar. Zet ze vast met tape.
Boor in het midden, op 50mm vanaf de onderkant, met een boor van 4mm een gat. Boor daarna het gat groter met een boor van 6,5mm.
Zaag van een strook van 40mmm breed een plankje, zo lang als de voorplaat van het draaiapparaat.
Schuur de plank.
Lijm de plank aan de achterkant van de voorplaat.
Neem het blokje van 38mm X 38mm en teken er diagonalen op.
Boor in het midden een gat met een boor van 6mm
Draai in twee zijkanten, in het midden, een schroefoog.
Let op, eerst een gaatje prikken met een priem.
Zaag van een stuk rondhout van 6mm dik een stuk van 100mm (10cm).
Lijm de stok van 100mm nu in het geboorde gat.
Neem nu het blokje van 40mm X 40mm en teken er weer diagonalen op.
Boor nu in het midden een gat van 6,5mm
Knip van een draad (dikte 1,6mm) twee stukken van 40mm lang.
Buig met een rondbektang aan elke draad een oogje.
Plaats de twee draden met oogje elk aan een kant in het blokje.
Knip nu van een draad (dikte 1,6mm) twee stukken van 100mm.
Buig aan elke kant een oogje.
Haak deze draadogen in de schroefogen van het kleine blokje.
Knijp de draadogen tot ze gesloten zijn.
Schuif het grote blokje (gat 6,5mm) over de stok die gelijmd is in het kleine blokje.
Let op: Steek de twee metaaldraden door de draadogen in het grote blok.
Controleer of het blokje soepel over de stok schuift.
Neem de twee houten wielen van 40mm.
Teken de gaten af zoals hierboven op de tekening.
Boor de twee gaten met een boor van 6mm.
Zaag van rondhout (dikte 6mm) een stukje van 60mm en een stukje van 30mm.
Schuif wiel A over de stok van 60mm en laat deze 20mm uitsteken. Lijm de stok aan het wiel.
Lijm het stokje van 30mm zoals hierboven in wiel B.
Plaats de as met het nokkenwiel tussen de voorkant en achterkant van het werkstuk.
Schuif nu het wiel met de handel op de as en lijm dit vast.
Controleer of de as soepel draait.
Lijm de voorkant aan de bodemlat.
Zet het nokkenwiel in de laagste stand. Schuif nu de blokjes met metaaldraden (stap 22) boven het nokkenwiel.
De afstond tussen de as en het bovenste blokje is ongeveer 60mm.
Controleer of het nokkenwiel goed werkt.
Teken de plaats af van het bovenste blokje, op de achterkant van het werkstuk.
Lijm het blokje op de afgetekende plaats vast op de voorkant en de achterkant van het werkstuk.
Controleer nog een keer of de nokken-as goed kan draaien en het blokje op en neer gaat.
Maak nu de onderdelen die je door de metaalpennen gaat laten bewegen. Enkele voorbeelden zie je hieronder.
Plaats de as met het nokkenwiel tussen de voorkant en achterkant van het werkstuk.
Schuif nu het wiel met de handel op de as en lijm dit vast.
Controleer of de as soepel draait.
Lijm de voorkant aan de bodemlat.
Het moet een hendel hebben waarmee je draaiende een nokken-as beweegt.
De overbrenging (van rotatie naar translatie) is weggewerkt achter een 'voorplaat' van het werkstuk.
De overbrenging laat minstens drie onderdelen bewegen die van achter de 'voorplaat' tevoorschijn komen.
De voorkant en achterkant zijn maximaal 21cm X 15cm.
In het midden heeft je werkstuk een minimale hoogte van 11cm.
De draaiende beweging moet soepel gaan
(weinig weerstand).
Je gebruikt het materiaal dat je krijgt voor dit werkstuk, restmateriaal van school en recycle-materiaal van thuis.
Het werkstuk moet binnen de tijd af zijn: Je hebt 2 lessen de tijd
Verder gelden alle eisen zoals die op de 'Cijfermeter' beschreven staan.
Beoordeel dan nu eerst zelf je werkstuk en laat het door een klasgenoot beoordelen met behulp van de cijfermeter.
Bedenk samen welk cijfer je voor je werkstuk denkt te krijgen en vertel dat de docent.