KROATIE EN MONTENEGRO 2007

Zaterdag 12/5 en zondag 13/5

We zijn de zaterdagmorgen vertrokken, niet eens vroeg, het was 8h45, en toch hebben we die dag 900 km afgelegd. We overnachten op een camping in Seehammer op 30 km van de Oostenrijkse grens.

Zondag gaat het minder vlot, we hebben ook minder snelweg. Toch zijn we al tegen 17h op camping Korana op 7 km van de Plitvice-meren in Kroatië.

Maandag 14/5 – zonnig 29 gr.

Zoals gepland is de hele dag voorbehouden aan het bezoek van de Plitvice-meren. Het nationale park van Plitvice is wereldpatrimonium door de Unesco beschermd.

Het is een opeenvolging van 16 meren die trapsgewijs in elkaar lopen. Het is een magnifiek natuurgebied. Door een pendelbus worden van aan de ingang tot aan de bovenmeren gebracht. Het is nog vroeg in de voormiddag en er zijn nog niet zoveel toeristen. Vanaf de bovenste meren wandelen we over de houten vlonders die langs en tussen de meren lopen. We worden begeleid door een puur natuur orkest: de ruisende wind in de bomen, het geklater van de vele watervallen, het gekwaak van de kikkers en het gekwetter van de vogels. De meren zijn heel zuiver en van een mooie blauwgroene kleur met hier en daar turkoois schakeringen. Beekjes, bruggetjes, de sluier-watervallen waar het ene meer in het andere loopt, het vele groen van de bosjes en het mos, het kreupelhout, kleine tere bloemetjes, dit is hier het aards paradijs. Tegen de middag komen we aan het grootste meer met een eiland in het midden. Hier stappen we op een boot die ons naar de benedenmeren brengt.

Bij aankomst nemen we een half uurtje om te picknicken en daarna gaan we verder. Hier zijn de watervallen groter en indrukwekkender. De benedenmeren zijn blijkbaar erg in trek, want busladingen toeristen komen hier de grootste waterval van het gebied bewonderen.

Via hoger gelegen paden keren wij terug naar ons vertrekpunt, wat ons een prachtig overzicht geeft over verschillende meren en watervallen.

Wij voelen het in de benen na bijna een hele dag stappen, maar het was een droom van een tocht in een mooie, ongerepte natuur.

Dinsdag 15/5 en woensdag 16/5

Dinsdag is weer een heel warme dag. Wij zijn bijna de hele dag onderweg naar Dubrovnik. Het grootste gedeelte van de weg voert langs de kust. Het is een mooi, bochtig parcours, langs kleine, druk bezochte kustplaatsjes. De kustlijn is rotsachtig, soms lijken de bergen gewoon in zee te eindigen.

We vestigen ons op een stadscamping in Dubrovnik.

Woensdag gaan we met de stadsbus naar het oude, ommuurde stadsgedeelte van Dubrovnik, dat volledig verkeersvrij is. Het is een heel mooie, oude stadskern. De stadsmuren zijn volledig bewaard gebleven. We gaan de stad binnen door de Pilepoort en komen zo op de Placa (de hoofdstraat van de oude stad). De Onofriofontein (15de eeuw) aan het begin van de Placa is een blikvanger.

Vlakbij is het klooster van de Franciscanen. Aan het eind van de Placa is het Sponzapaleis waar o.a. een herdenkingsruimte is voor de slachtoffers van de onafhankelijkheidsoorlog.

Dan komen wij bij de oude haven van waar we zicht hebben op het fort van Revelin. Terug in de binnenstad zien we verder nog de klokkentoren, de St. Blasiuskerk, het paleis van de rector, de kathedraal… We slenteren door de smalle straatjes en kleine pleintjes, de straatjes met de vele restaurants waar de tafels gewoon in de straatjes staan opgesteld. Het is een sfeervolle stad, gezellig, en niet verziekt door auto’s en verkeer.

De terugweg naar de camping (4 km) leggen we te voet af. Zo zien we ook nog de nieuwe haven met in de verte de mooie spanbrug die de toegang vormt naar Dubrovnik.

Dubrovnik wordt terecht het pareltje van de Adriatische kust genoemd.

Donderdag 17/5 – zonnig 25 gr.

Vandaag staan er twee bezoeken op ons programma: het stadje Korcula op het eiland Korcula en de vesting van Ston.

We rijden over het schiereiland Peljesac naar Orebic. De weg loopt door een verlaten berglandschap en langs de kust. We laten de wagen in Orebic staan en nemen de boot naar Korcula, waar we rond de middag aankomen. Korcula zou een van de best bewaarde middeleeuwse stadjes zijn van het Middellands zeegebied. De mooie stadspoort, de kathedraal, de vestingmuur, de smalle straatjes, alles oogt middeleeuws charmant.

Het is een klein stadje en in een uurtje hebben we alles gezien en nemen de eerstvolgende boot terug.

Reeds van ver voor Ston zie je de vestingmuren die zich op de top van de heuvel uitstrekken. Aan de voet van de vesting en hoog op de heuvel ontwaren we nog ruines.

We klimmen via de muur naar een uitkijkpunt en zien de grote vierkanten van het zoutwinningsgebied waarvoor Ston ook bekend is.

Het stadje Ston werd in de 14de eeuw versterkt door 980 m vestingmuren met torens op de hoeken. Het bouwen ervan nam ongeveer 200 jaar in beslag. Het is een boeiend en merkwaardig zicht.

Het is bijna 19h als we terug zijn op de camping.

Vrijdag 18/5 – bewolkt 20 gr.

Het is zwaar bewolkt als we 's morgens vroeg vertrekken naar Montenegro. We moeten maar een 100 km afleggen tot rond Kotor en we hopen vlug ter plaatse te zijn. Niets is minder waar! Nog in Dubrovnik schuiven we minstens 45 min. aan om uit de stad te komen. Daarna volgen we de bochtige kustweg. Aan de grens hebben we geen problemen, we krijgen ons passerdokument en mogen Montenegro binnen. Het regent nu zachtjes, en dat is jammer want de kustweg is mooi.

Wel valt ons onmiddellijk het contrast op met Kroatië. De kustlijn is zeker even mooi, maar de kustplaatsjes zien er verwaarloosd uit en de weg is in slechte staat, met veel kuilen. In de omgeving van Kotor kijken we tevergeefs uit naar een camping. Aan het tankstation zegt men dat we door moeten rijden tot Budva, dat daar campings zijn.

We moeten dwars door Budva, en daar zijn overal wegwerken aan de gang, het schiet echt niet op. Tweemaal zien we een bordje camping, maar de toegangsweg is voor onze auto en caravan niet mogelijk (te smal, te steil). Even voorbij Budva vinden we dan toch een camping. Het is al over de middag, we zijn reeds 4 h onderweg voor ca. 130 km. De camping ziet er erg verwaarloosd uit: ouderwetse hurktoiletten (wel netjes) en er is slechts één douche die én kranen én een doucekop heeft. Toch gaan we niet meer verder zoeken. Een duits stel met mobilhome vertelt ons dat we geen betere campings zullen vinden.

We laten het niet aan ons hart komen, we installeren ons, eten iets en gaan dan naar het vlakbij gelegen Sveti Stefan, een stadje uniek gelegen op een schiereiland. Het stadje kan alleen tegen betaling bezichtigd worden, maar is nu nog ontoegankelijk.

We rijden verder naar Petrovac en dan het gebergte in tot aan het natuurpark Skadarsko Jezero met zijn groot meer, waarvan 2/3 tot Albanië behoort. De oevers zijn moerassig en op sommige plaatsen staan honderden waterlelies. Met zijn vele inhammen, eilandjes, het gebergte, is het meer zeer schilderachtig.

Het is bijna onbewoond gebied. Op onze kaart zijn alleen de hoofdwegen aangegeven en op een bepaald moment zijn we even het noorden kwijt. Als we op een smalle baan achteruit moeten voor een tegenligger, vragen we de man hoe we op de hoofdweg naar Citinje moeten komen. De brave man rijdt 20 km voor ons uit door de onherbergzame streek om ons de weg te tonen tot in Citinje.

Het was vandaag wel een avontuurlijke dag.

Zaterdag 19/5 – 25 gr.

We willen zoveel mogelijk zien vandaag en om 9 h zijn we reeds op pad. Eerst bezoeken we Citinje, de historische hoofdstad van Montenegro. Het bijzonder mooie 18de eeuwse klooster weerhoudt onze aandacht. In de mooie kerk is een orthodoxe plechtigheid aan de gang. Er zijn mooie muurschilderingen en prachtige iconen. Grappig is dat Alain een witte pij moet aantrekken omdat je in korte broek niet binnen mag.

Wat verder zijn de resten van een 15de eeuws klooster een een kapel waar het graf van koning Nikola en koninging Milena is (wie dat ook mogen zijn!).

Er zijn nog enkele mooie gebouwen en verschillende musea (die we niet hebben bezocht).

Dan gaan we naar het nationaal park van Lovcèn. Onderweg worden we door de polietie tegengehouden wegens te snel rijden. De boete is normaal 30 Euro. Maar op ons verzoek laat de vriendelijke agent ons toch doorrijden.

Midden in het natuurgebied op 1735 m hoogte ligt het mausoleum van de beeldhouwer en dichter Njegos. Dapper nemen we de 462 treden die deels door een tunnel naar het mausoleum met prachtige beeldhouwwerken leiden.

Van op die hoogte hebben we uitzicht op de bergen, de zee en de baai van Kotor.

We vervolgen onze weg naar Kotor.

Kotor is een bijzonder goed bewaard middeleeuws stadje. Op de rotsen boven de stad zie je nog de restanten van de vesting en de vestingsmuren.

Binnen de stadsmuren lopen de smalle straatjes met gladde, glanzende stenen naar leuke pleintjes. Er zijn een 10-tal kerken in de kleine stadje. Daar is ook de St. Triphons kathedraal met dubbele toren. Er zijn enkele oude paleizen. Het is een aangenaam, gezellig stadje.

Tot slot gaan we ook nog het oude stadsgedeelte van Budva bezoeken. De stadsmuren lopen tot vlak bij de zee. Hier is nog een redelijk goed bewaarde citadel.

En hiermee is ons beperkt bezoek aan Montenegro afgelopen. Morgen gaan we terug naar Kroatië.

Montenegro heeft heel veel te bieden: een magnifieke natuur, een schitterende kust, mooie oude stadjes... maar er is nog veel te doen. In Montenegro ga je op sommige plaatsen 30-40 jar terug in de tijd. De wegen zijn in slechte staat (maar daar wordt hard aan gewerkt). Buiten de heel sjieke hotels geven de kustplaatsjes een verwaarloosde indruk. Dat zou komen omdat de eigendomsherverdeling na de recente oorlog nog niet rond is.

Toch laat Montenegro geen slechte indruk na. Het is een prachtig, bekoorlijk land.

Zondag 20/5 – 24 gr.

De verplaatsing naar Opuzen in Kroatië is ongeveer 200 km. We worden even opgehouden omdat een deel rotsblokken van een bergflank op de weg zijn gevallen, maar dan gaat het vlot. Kort na de middag zijn we in Opuzen, op een camping aan zee. De camping moet ooit heel luxueus zijn geweest, maar is nu een beetje verlopen. Het is wel netjes, dus we staan wel goed. We genieten van een rustige namiddag aan zee.

Maandag 21/5 – 28 gr.

Bij onze uitstap van vandaag moeten we weer over de grens. We gaan naar Mostar in Bosnië-Herzegovina, zo een 50 km van onze camping verwijderd.

Enkele km over de grens houden we halt in Pocitelj. Het is een klein dorp tegen de bergflank met een burcht, een moskee en een kerkje.

Dan rijden we verder naar Mostar. Hier en daar zie je nog stukgeschoten huizen, sporen van de oorlog.

Mostar is verdeeld in een Kroatisch deel in het westen en een moslimdeel in het oosten van de stad. In het Moslimdeel ligt de oude kern met de legendarische brug "Stari Most". Deze brug was een meesterwerk van barokke Ottomaanse architectuur, maar werd in de recente oorlog volledig verwoest. Sinds 2004 is de herstelde brug terug open.

De steegjes langs de rivier zijn druk. Sommige winkeliers dragen de Servische klederdracht, maar je zien ook veel gesluierde moslimvrouwen.

In het nieuwe stadgedeelte zie je naast heel mooie hotels soms nog erg beschadigde gebouwen. Hier en daar zie je foto's van hoe erg Mostar was beschadigd tijdens de oorlog. Eigenlijk was bijna alles stukgeschoten. Mostar laat dus niet alleen omwille van zijn speciale schoonheid een diepe indruk na.

Op de terugweg gaan we nog naar het bedevaartsoord Medjugorie. Naar mijn smaak is het te modern en te kitscherig.

Als laatste gaan we nog naar een natuurgebied, een natuurlijke habitat van reigers en andere watervogels. Het gebied ligt er compleet verlaten bij. Alleen enkel roeste platte schuiten waarmee er vroeger op de dichtbegroeide rivieren en zijriviertjes werd gevaren, liggen er nog.

Men was er wel aan het werk, dus misschien wordt het opnieuw geëxploiteerd in de nabije toekomst.

Dinsdag 22/5 – 28 gr.

Wij verhuizen naar een camping nabij Trogir. Het is een mooie camping vlak aan zee. Vanuit ons zeteltje genieten we van de "Belvedere". We kijken uit op de zee-inham met zijn vele kleine eilandjes.

's Avonds gaan we uit eten op een terrasje.

Woensdag 23/5 – 28 gr.

In de voormiddag brengen we een bezoekje aan Omis, dat vroeger een piratenstadje zou zijn geweest, en rijden we door de Cetinakloof, die ons maar matig kan boeien.

Dan gaan we naar Split. De oude binnenstad van Split bestaat eigenlijk uit de overblijfselen van een ommuurd paleizencomplex van de Romeinse keizer Diocletianus (300 n C.) met Griekse en Romeinse bouwstijlen. Het rechthoekige plein (Peristill) met de zuilengalerij, en ernaast de achthoekige toren (vroeger mausoleum van Diocletianus), met nog eens daarnaast een romaanse klokkentoren, doen verbijsterend aan door de verschillende stijlen.

Er zijn de half ondergrondse gewelven, waar nu marktkraampjes zijn opgesteld en de resten van de tempel van Jupiter. Via heel smalle steegjes kom je in de haven met een mooie moderne esplanade.

Veel boeiende tegenstellingen in Split!

Rond 15h30 zijn we terug om van de verkoelende zeebries te genieten op de camping, want het valt niet mee om met 29 gr. door de smalle straatjes van Split te lopen.

Donderdag 24/5 – 30 gr.

Het nationaal park van Krka is het doel van ons bezoek vandaag. Het is het gebied van de rivier Krka, een brede rivier met vele stroomversnellingen en een lang uitgestrekt meer. Ten zuiden van het meer liggen de watervallen van Skradinski Buk. Hier is het park een beetje vergelijkbaar met de Plitvice meren: waterbeddingen, kleine en grotere watervallen, een weelderige plantengroei, natuurschoon alom.

In het park is er ook een etnografisch museum met o.a. de wasbak van de molenaar, de graanmolen, enkele weefgetouwen, oliekruiken enz. Ook dat kunnen we even bezichtigen tijdens onze wandeling.

Met de auto rijden we naar het noorden van het uitgestrekte park. In het midden van het meer ligt daar een klein eiland met een franciscanenklooster uit de 15de eeuw. Via een stukje niet geasfalteerde weg komen we weer in de bewoonde wereld.

Langs de wegen hier zie je beschadigde, verlaten huizen, getuigen van de wrede gebeurtenissen van de oorlog in 1992 -1993. Overal staan er waarschuwingsborden dat je de weg niet mag verlaten omdat er nog mijnen liggen.

Op de terugweg bezoeken we nog het kleine kustdorp Primosten dat op een landtong is gelegen. Het dorp kan je al van ver zien liggen. De oude smalle straatjes, de kleine haven, zijn een wandelingetje va een half uur waard.

De hele dag is het bloedheet en op een bepaald moment is het zelfs 34 gr!

We eten 's avonds op het terras van de camping boven de zee, lekker en een vriendelijke bediening en met een "slivovitsj" van het huis.

Zaterdag 26/5 – 30 gr

Vrijdagmorgen verlaten wij de camping en komen rond de middag aan in Starigrad. De camping ligt aan zee en de rest van de dag verpozen we aan het strand.

Zaterdag bezoeken wij Zadar. Via de voetgangersbrug aan de haven lopen we de stad binnen. Smalle straatjes, gezellige pleintjes waar de terrasjes vol zitten, vele kerken, het is een plezier om er rond te kuieren. Op een groot plein zijn de resten van een Romeins forum. Daar is ook de Donatuskerk en het aartsbisschoppelijk paleis.

Op het ene pleintje is een groentemarkt en op een ander pleintje worden sierraden en kantwerk verkocht. Je hoort de muziek over de terrasjes golven.

Net buiten de oude stadsmuren ligt de haven met vissersboten, passagiersschepen en boten die toeristentochtjes op zee maken. Zadar bruist van het leven.

Na nog even over het schiereiland Pag, met de vele kleine, woestijnachtige eilandjes te hebben gereden, gaan we terug naar de camping, en nestelen wij ons met een boek in de schaduw van een boom.

Zondag 27/5 – 30 gr.

Langs de uitgestrekte zee-inham rijden wij naar Novigrad. Het landschap is dor en verlaten en weer zien we verlaten, beschadigde huizen en overal waarschuwingsbordjes voor mijnen.

Novigrad is een vissersplaatsje aan een diepe inham gelegen tegen de bergflank, beschut voor weer en wind. Er liggen veel kleine bootjes aan de kaai, die over de hele lengte van het dorp loopt.

Na Novigrad rijden we naar een hoog gelegen bergdorp niet ver van Starigrad. De weg is bochtig, smal en steil, en we rijden moederziel alleen door het ruwe rotslandschap. De naam dorp is veel gezegd, er staan slechts hier en daar enkele oude huisjes.

In de buurt van het dorp zouden nog stenen te zien zijn met een soort runentekens erop, maar die kunnen wij niet vinden. We hebben wel enkele prachtige vergezichten onderweg.

Vanavond speelt er op de camping een countryorkest, naar aanleiding van de "Winnetou-happening" die in het hotel hiernaast wordt gehouden. Hier in de omgeving werden de Winnetou-westerns gemaakt.

Vandaag paradeerden Winnetou en Old-Shatterhand te paard op de camping en langs het strand. Weer eens iets anders!

Maandag 28/5 en dinsdag 29/5

Maandagmorgen begon het hard te regenen. We hadden maandag een luie dag aan het strand willen houden, maar dat viel dus letterlijk in het water, dus zijn we maar vertrokken naar onze volgende bestemming: het eiland Krk.

Als we daar tegen de middag aankomen, schijnt de zon weer een beetje, maar niet voor lang. Tegen de avond is er onweer met wind en regen.

Dinsdagmorgen is al niet beter, het regent nog steeds flink. Na de middag komt de zon er even door en we rijden met de auto naar het stadje Krk. Het is een leuk ommuurd kuststadje, met een historische binnenstad. Er zijn veel toeristen.

We lopen er een paar uurtjes rond en gaan dan naar Baska op de zuidpunt van het eiland. Baska heeft een heel mooi lang kiezelstrand, met terrasjes op de dijk, en een mooi kerkje.

Ondertussen komen de grijze wolken weer opzetten. Op weg terug hebben we weer regen en het blijft de hele avond regenen.

Woensdag 30/5

De zon is wel aanwezig, maar nog niet van harte. Toch gaan we nog een paar plaatsjes bezoeken. Het is immers onze laatste dag op het eiland Krk.

We volgen de wegwijzers naar Rudine, waar een grot kan worden bezocht. Rudine is eigenlijk geen dorp. Er staan enkele vervallen huisjes en overal zie de "muren" van opeengestapelde rotsblokken zonder cement of voegsel. Ze vormen de afsluiting rondom de kleine huisjes of dienen als afbakening van een terrein waar enkele schapen grazen.

Een klein huisje is helemaal opgeknapt met op het dak nieuwe rode pannen. Op het kleine plekje voor het huisje staat een soort oven, er is een afdakje met een tafeltje en één stoel en in de schaduw van een boom liggen 2 schapen te rusten. En natuurlijk is het huisje ommuurd. Het is net een tafereeltje uit een verhaaltje.

De grotten bezoeken we toch maar niet, ze zien er waarschijnlijk niet anders uit dan de vele grotten die we al bezochten, maar we genieten van de omgeving.

We rijden nog naar Soline en Vbrnik. Dit laatste is een kustplaatsje dat heel mooi gelegen is.

Daarna gaan we terug naar de camping.

Onze reis naar Kroatië en Montenegro is hierbij afgelopen. Morgen gaan we naar Zwitserland een weekje campinginspectie doen.