Autoritair, democratisch en participerend leiderschap
Autoritair leiderschap: bij deze leiderschapstijl geeft de leider 'bevelen' aan medewerkers over het verrichten werk en de wijze waarop zij zich dienen te gedragen. Macht wordt als middel gebruikt om gezag uit te oefenen. Er is sprake van een strikt hiërarchische verhouding tussen de leidinggevende en zijn ondergeschikten. Ruimte voor inspraak en discussie is er niet. De leider neemt zelf alle beslissingen en beschikt over alle bevoegdheden dienaangaande. Er kan sprake zijn van een persoonlijke controle en de leider is sterkt gericht op het behalen van resultaat.
Democratisch leiderschap: in tegenstelling tot autoritair leiderschap is de inspraak bij demografisch leiderschap zover doorgevoerd, dat het leidinggeven een groepsfunctie is geworden. Democratisch genomen beslissingen in de groep of het team moeten alleen nog worden uitgevoerd. Organisatieleden nemen hier dus daadwerkelijk deel aan het bestuur van de organisatie of afdeling. De rol van de leidinggevende is die van een begeleider en coördinator. Het gevaar van deze vorm van leiderschap schuilt in de latente aanwezige kans van geringe slagvaardigheid en besluiteloosheid.
Participerend leiderschap: Bij deze leiderschapstijl, die tussen de autoritaire en democratische vorm in zit, behoudt de leidinggevende de verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de taken op zijn afdeling worden uitgevoerd. Er wordt een beroep gedaan op de organisatieleden om te participeren in overlegorganen en de leidinggevende te informeren en te adviseren. De uiteindelijke beslissingen worden door de leider genomen waarbij hij zich laat adviseren en beïnvloeden door zijn medewerkers.