Home

"...What do you first do when you learn to swim? You make mistakes, do you not? And what happens? You make other mistakes, and when you have made all the mistakes you possibly can without drowning — and some of them many times over — what do you find? That you can swim? Well — life is just the same as learning to swim! Do not be afraid of making mistakes, for there is no other way of learning how to live!" Alfred Adler“There is a Law that man should love his neighbor as himself. In a few hundred years it should be as natural to mankind as breathing or the upright gait; but if he does not learn it he must perish.” — Alfred Adler, Austrian psychoanalyst (1870-1937).

The wisdom about how our inner thoughts and beliefs about events are critical determinants of our well-being has been proposed by scholars for centuries.

The Greek philosopher Epictetus said, "Men are disturbed not my things, but by the views which they take of them."

In Hamlet, Shakespeare wrote, "There's nothing either good or bad, but thinking makes it so."

Famous psychoanalyst, Alfred Adler put it simply: “We are influenced not by the facts, but by our interpretation of the facts.”

Portret van Alfred Adler, gemaakt door dochter Valentine

Valentine Sas-Adler. Born in Vienna, Austria, May 5, 1898; died in a labor camp, July 6, 1942; dau. of Alfred Adler (1870– 1937, the psychologist who would later gain fame for breaking with the teachings of his mentor Sigmund Freud) and Raissa Timofejewna or Timofeyevna Epstein Adler; sister of Alexandra Adler (research fellow in neurology at Harvard); m. Gyula Sas (‘‘Giulio Aquila’’).

Wie de Individualpsychologie begrepen heeft, ziet weldra in, waarom haar algemene erkenning op zekere moeilijkheden stuit.

Vóór alles weet hij, dat met haar eenvoudige uitrusting de oneindige verscheidenheid van persoonlijke levensvorm zorgvuldig onderzocht moet worden.

Eenvoudig is alleen de algemeen geldende wet van het gemeenschapsgevoel en zijn tegenhanger, het minderwaardigheidsgevoel en het streven zich te doen gelden.

Wie zich ertegen verzet, dat een dergelijke wet het gehele zielenleven (*) beheerst, vergeet, dat fundamentele wetten altijd in hun kern eenvoudig en algemeen geldig blijken te zijn niettegenstaande hun gecompliceerdheid bij de toepassing. Men denke slechts aan de wet van de zwaartekracht van Newton, die de meest verschillende bewegingsverschijnselen van de levenloze stof tot dezelfde grondformule wist terug te brengen.

Het is daarom ook niet te verwonderen, dat de door Alfred Adler ontdekte wetten op alle verschijnselen van de ziel (*) toe te passen zijn. Hoe weinig gerechtvaardigd het verwijt is, dat zij geen rekening houden met de aanleg en het instinct, wordt in de desbetreffende hoofdstukken van dit boek aangetoond.

Achter al deze bedenkingen verschuilt zich echter een diepere zin. Het blijkt namelijk, dat de individualpsychologische gedachtegang voor ieder begrijpelijk is en ook geaccepteerd wordt zolang geen persoonlijk probleem door haar geraakt wordt. De meegedeelde waarnemingen worden meestal bevestigd - wanneer zij andere mensen betreffen.

Twijfel en terughouding wordt onmiddellijk merkbaar, zodra het eigen gedrag onder de loep genomen moet worden.

Juist bij het bezwaar, dat onze fundamentele wetten niet alles kunnen verklaren, valt het op, hoe ieder iets anders aan te merken heeft, hoe de een zonder meer iets toegeeft, waarvoor een ander het inzicht moeilijk valt.

Wie dieper in het wezen van de mensen doorgedrongen is, zal het begrip van dit feit niet moeilijk vallen: Iedereen verzet er zich namelijk tegen, dát in te zien, wat niet in overeenstemming is met zijn levensplan, en voor zijn eigen verantwoordelijkheid consequenties zou kunnen hebben. Zo is de altijd terugkerende verwijzing naar de bijzondere betekenis van de aanleg en van de driften (*), te verklaren. Want deze vertegenwoordigen de sterkste beperking van de verantwoordelijkheid van de enkeling.

En zo gedragen de sceptici zich evenals de patiënten. De algemene blootlegging van het individuele schema volgens het welk de patiënt zich gedraagt bereidt relatief weinig moeilijkheden. Op het moment echter, dat een erkenning de een of andere praktische conclusie zou doen verwachten, schiet het begrip te kort. En wanneer de patiënt zich eindelijk niet aan de logica van onze argumenten kan onttrekken, dan tracht hij ten slotte zijn standpunt bijvoorbeeld nog zo te formuleren: “Het klopt bijna allemaal, maar ergens moet toch iets anders een rol spelen”.

Deze houding kan men zelfs na feitelijke genezing, na het wegvallen van de symptomen, waarnemen. Die 5% echter, die de patiënt aanneemt als vallende buiten de individualpsychologische wetten, moeten hem ertoe dienen, om bij voorkomende gelegenheid, in geval van nieuwe moeilijkheden, toch weer naar de oude verontschuldigingmiddelen van ziekte, aanleg, onbekwaamheid enz. te kunnen teruggrijpen. Pas de ontmaskering van dit arrangement maakt ook de overwinning mogelijk van deze laatste rest, die zich schijnbaar aan de eigen verantwoordelijkheid onttrekt.

Zo ontmoet de Individualpsychologie in het leven in het algemeen, evenals in de psychotherapie dáár de hevigste weerstand, waar zij de verantwoordelijkheid van de mens vaststelt.

Het is niet zo gemakkelijk haar te erkennen, als andere leerstelsels, die beweren, dat het individu gedetermineerd is, bijvoorbeeld door zijn erfelijkheid, door organische veranderingen van zijn zenuwstelsel, door de ontwikkeling van zijn driften, door uiterlijke omstandigheden, door milieu, door economische of sociale lasten. De mens, die zichzelf tracht te verontschuldigen, vindt daar altijd nieuwe mogelijkheden toe. Daarom wordt ook gaarne voor ontzenuwing van onaangename individualpsychologische inzichten naar andere leerstelsels verwezen.

Welk systeem heeft nu gelijk?

Het vraagstuk van een objectieve waarheid vertegenwoordigt een buitengewoon moeilijk en gecompliceerd kennistheoretisch probleem. Waarschijnlijk bestaat er zoiets als een absolute waarheid in het geheel niet. Want het verstand is naar alle waarschijnlijkheid alleen als middel van het genus homosapiens, in de strijd om het bestaan ontstaan, dus als resultaat van het streven naar overwinning van zijn natuurlijke zwakte. En zo wordt verstand en logica door ieder mens als strijdmiddel gebruikt en daarom slechts in zoverre erkend, als het overeenstemt met zijn doelstelling.

Ieder heeft zijn eigen logica. Wel kan tegenwoordig niemand in het dilemma van diametraal tegenover elkaar gestelde psychologische wetenschappelijk gefundeerde opvattingen met zekerheid vaststellen, wat bij de mens waar en wat vals is.

Voorlopig geschiedt de beslissing alleen subjectief òf door de volkomen toevallige gelegenheid om een beschouwingswijze nader te leren kennen of door de overeenstemming met de eigen meningen, die afhangen van de eigen problematiek.

Ook onze patiënten tonen deze karakteristieke houding. Enige zijn er altijd, die reeds vroeger volgens een andere psychotherapeutische methode werden behandeld. Zij juichen de voor hen nieuwe individualpsychologische inzichten toe, daar deze in veel duisters, helderheid brengen. Maar vroeger of later komt het moment, dat de patiënt ons tegenwerpt: of onze opvatting toch misschien niet verkeerd is, daar toch die of die iets geheel anders beweert.

Deze houding toont volgens onze ervaring altijd aan, dat juist nu een punt werd aangeraakt, tegen welks blootlegging de patiënt zich verweert.

De weerstand, die ook de psychoanalyse bij haar behandeling beschrijft, komt echter niet door de blootlegging van seksuele problemen, maar door de afwijzing van de eigen verantwoordelijkheid, als versterking van het oude levensplan. Omdat men zich niet wil bekennen, welk doel men eigenlijk beoogt, daarom wijst men een inzicht af, dat de samenhang zou kunnen verklaren.

De “private sense” komt in opstand tegen de common sense”.

Op grond van deze betekenis van de weerstand kan natuurlijk geen psychotherapeut, ook niet de individualpsycholoog, aanspraak maken op het recht, alles wat hem past, te beweren en iedere tegenwerping tegen zijn bewering als bewijs voor de juistheid ervan te beschouwen. Niet door de weerstand blijkt de juistheid van de bestreden, opvattingen. Maar bij zakelijk onderzoek zonder vooroordelen van de boven beschreven situatie, blijkt de weerstand uitdrukking van de angst voor de eigen verantwoordelijkheid te zijn, voor een beslissing, voor het opgeven van beveiligingen.

Wij individualpsychologen kunnen er niet over twisten of wij gelijk hebben of niet. Wie met goede wil en objectief onze inzichten overweegt, kan zich nauwelijks aan hun innerlijke logica onttrekken, en vindt hen in het praktische leven overal bevestigd. Wij willen ons niet inlaten met kentheoretische bewijzen of hypothesen.Want dat alles ligt ver buiten de praktische daad, waar het in het leven op aankomt. Het enige wat wij kunnen doen, is, bij de patiënten, bij de opvoeders met wie wij te doen hebben, bij onze medemensen, evenals bij de gehele mensheid van tegenwoordig, een beroep te doen op hun rede, op hun gezond verstand, op het geweten van allen, dat zich maar al te gemakkelijk in slaap laat wiegen.

Wij weten: de tijd werkt met ons mee. Want wij ontmoeten daarin dezelfde tendentie van een ontwikkeling tot een werkelijke gemeenschap van alle mensen, die in plaats van ondergeschikten en overheersers, alleen medemensen en medearbeiders zal kennen.

Rudolf Dreikurs

Bron: Alfred Adler’s Individualpsychologie [Bladz 61 ev]

(*) Om de leesbaarheid te vergroten heb ik de oude spelling in de tekst uit 1933 zoveel mogelijk omgezet in de nieuwe. Daarbij heb ik uitdrukkingen en termen van verouderd taalgebruik, zoals bijvoorbeeld “zielenleven” (psyche) en “eerzucht (ambitie), niet gewijzigd. (Adrie van der Horst)