Het dialect van Zutendaal
door Jean Menten

fabricatie = fabrikoasie

fabriceren = fabrikère

fabriek = febrik

fabrieksfout = febriksfaait

fabrikaat = fabrikoat

fabrikant = fabrikahnt

façade = fassaad

factureren = fakterère

factuur = faktuur

failliet = fajiet

faillissement = fajiet

fakkel = fakkel

fameus = fameus

familiair = familjèèr

familie = femielie

familiestuk =femieliestèk

feliciteren = fillesetère

fenomeen = finnemèèn

ferm = faerm

fiche = fiesj

fier = griets

fiets = fits

fietsen = fits joage, fits voare, fitse

figuur = feguur

fijn = fijn

file = fiel

film = film

filmrolletje = filmrèlke

filter = fihlter

fistel = fistel

fladderen = fladdere

flagrant = flagrahnt

flakkeren = flakkere

flanel = flanel

flanellen = flanelle

flank = flahnk

flankeren = flahnkère

flansen = flanze

flater = flater

flatteren = flattère

flauw = flaw

flauwerd = flawwerik

flauwigheid = flawwighèds

flauwiteit = flawwetieht, flawwighèds

fles = flaes

flessenmelk = flaesemellek

flets = flets

fleur = flèèr

fleuren = flère

fleurig = flèrig

flikkeren = flikkere, pihnke

flikker = flikker

flipper = flipper

flipperen = flippere

flits = flits

flitspaal = flitspoal

fluim = flèjm

fluimen = flèjme

fluisteren = fiehzele

fluit = flaeit

fluiten = flaeite

fluiter = flaeiter

fluweel = fluur

fluwelen = flure

fokken = kwéke

fonds = foehns

fonkelen = foehnkele

fonkelnieuw = vihnkelnuiw

fontein = sprihnk

fooi = foei

foppen = klutte, foeppe

fopspeen = loets

forel = forel

forfait = forfè

forfaitair = forfetèèr

formaat = formoat

formaliteit = formalietieht

formidabel = formedoabel

formule = formul

formulier = formeléér

fornuis = kwizinjèèr

fors = fors, forsig

fortuin = riehkdoem

foto = foetoe, portrèt

fotoalbum = ahlboem

fotograferen = foetoe moake

fotokopie = fottekopie

fotokopiëren = fottekopjère

fotomodel = foetoemodel

fototoestel = kodak

fout = faait, mis

fraai = sjun

franje = froanzjel

frank = frang

frankeren = frankère

Frankrijk = Frahnkrik,

Frans = Frahns

frater = broedder

fraterschool = broeddersjoal

frees = frèès

frezen = frèze

friemelen = friemmele

friet = frit

frikadel = frikkedel

friteuse = fritkieëtel

frituur = frituur

frommelen = froemmele

frons = froehns

fronsen = froehnse

fruit = fraeit

fruithandelaar = fraeitmahn

fruitwinkel = fraeitwihnkel

frutselen = fritsele

fuif = fuif

fuiven = fuivve

functie = funksie

funderen = fundère

fundering = foddemihnt

fusie = fuzie

fusioneren = fuzjenère, bèjaein guuën